Minister heeft inzagerecht voldoende gewaarborgd
Rb. Rotterdam 8 maart 2024, IT 4504; ECLI:NL:RBROT:2024:2310 (Eiser tegen de minister). Eiser heeft bij de minister verzoek ingediend tot inzage van de door het ministerie verwerkte en hem betreffende persoonsgegevens in alle schriftelijke of elektronische vastleggingen, waaronder alle vastleggingen van alle communicatie. Het gaat om vastleggingen die betrekking hebben op zijn positie als ambtenaar, adviseur en medewerker bij Het Huis voor klokkenluiders. De minister heeft op het verstrekken van de persoonsgegevens een tweetal beperkingen van artikel 23 van de AVG toegepast. Voor wat betreft de correspondentie met de landsadvocaat heeft de minister gebruik gemaakt van de beperkingsgrond ‘de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van schendingen van de beroepscodes voor gereglementeerde beroepen’. Daarnaast heeft de minister meerdere malen gebruik gemaakt van de beperkingsgrond ‘de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen’. Eiser heeft hiertegen en tegen het niet tijdig beslissen op betreffend verzoek beroep ingesteld.