DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 4749

Gedeeltelijke toewijzing vordering voor onbetaalde facturen internetdiensten

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 dec 2024, IT 4749; ECLI:NL:RBZWB:2024:8959 (eiseres tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/gedeeltelijke-toewijzing-vordering-voor-onbetaalde-facturen-internetdiensten

Rb. Zeeland-West-Brabant 18 december 2024, IT 4749; ECLI:NL:RBZWB:2024:8959 (eiseres tegen gedaagde) Eiseres en gedaagde hebben op 3 maart 2023 een overeenkomst gesloten voor het leveren van internetdiensten, waaronder het ontwikkelen van landingspagina's en het opzetten van een Google Ads-campagne. De overeenkomst was aangegaan voor een periode van 24 maanden, maar gedaagde heeft aangegeven de maandelijkse betalingen niet te kunnen voldoen. Ondanks een aanpassing van de overeenkomst en verlaging van het maandbedrag, heeft gedaagde de facturen van eiseres onbetaald gelaten. Eiseres heeft meerdere aanmaningen gestuurd en uiteindelijk de dienstverlening opgeschort. Eiseres vordert nu betaling van de openstaande facturen en de resterende termijnen van de overeenkomst, in totaal € 4.783,18, vermeerderd met rente en kosten. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de facturen van eiseres voor de periode van april 2023 tot en met augustus 2023 moet betalen, omdat eiseres aantoonbaar werkzaamheden heeft verricht. De vordering voor de resterende termijnen van de overeenkomst wordt afgewezen omdat het handhaven van deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De kantonrechter wijst erop dat eiseres niet voldoende heeft onderbouwd welke kosten zij heeft gemaakt en dat er geen diensten tegenover de gevorderde termijnen staan.

IT 4746

Geen aanvullende betaling voor webshopontwikkeling

Rechtbank Amsterdam 22 nov 2024, IT 4746; ECLI:NL:RBAMS:2024:8394 (eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-aanvullende-betaling-voor-webshopontwikkeling

Rb. Amsterdam 22 november 2024, IEF 22473, IT 4746; ECLI:NL:RBAMS:2024:8394 (eiser tegen gedaagde). Eiser, handelend onder de handelsnaam [handelsnaam 1], heeft in opdracht van gedaagde, handelend onder de handelsnaam [handelsnaam 2], een webshop ontwikkeld voor haar bedrijf. Partijen hebben vooraf geen prijsafspraken gemaakt. Eiser heeft €9.917,98 gefactureerd, waarvan gedaagde €6.104,06 heeft betaald. Eiser vordert betaling van het resterende bedrag van €3.813,92. Gedaagde betwist de redelijkheid van het gefactureerde bedrag, voert aan dat zij alle afbeeldingen en teksten zelf heeft aangeleverd, en stelt dat soortgelijke opdrachten bij andere websiteontwikkelaars veel minder kosten. De kantonrechter oordeelt dat het door gedaagde betaalde bedrag van €6.104,06 een redelijke vergoeding is voor de werkzaamheden. Het resterende bedrag wijst de kantonrechter af, omdat eiser onvoldoende heeft onderbouwd hoe de kosten zich hebben opgebouwd. Met name voor de technische werkzaamheden ontbreekt een toelichting op de tijdsbesteding en de aard van de uitgevoerde werkzaamheden, terwijl dit gezien de betwisting door gedaagde noodzakelijk was. Daarnaast stelt gedaagde dat eiser onrechtmatig heeft gehandeld door zonder toestemming elementen van het ontwerp van de webshop te gebruiken voor de website van een kapsalon van een kennis van gedaagde, waarmee haar auteursrecht wordt geschonden. Dit betoog heeft zij aangedragen als een voorwaardelijk verrekeningsverweer. De kantonrechter gaat hier echter niet op in, omdat de vordering van eiser wordt afgewezen.

IT 4739

Vorderingen huisarts afgewezen, naleving nieuwe aansluitovereenkomst bevestigd

Rechtbank Limburg 9 feb 2024, IT 4739; ECLI:NL:RBLIM:2024:658 (eiser tegen Meditta), https://itenrecht.nl/artikelen/vorderingen-huisarts-afgewezen-naleving-nieuwe-aansluitovereenkomst-bevestigd

Rb. Limburg 9 februari 2024, IT 4739; ECLI:NL:RBLIML2024:658 (eiser tegen Meditta) Eiser exploiteert twee huisartsenpraktijken die zijn aangesloten bij Meditta Spoedzorg Sinds 1 januari 2024 geldt een nieuwe aansluitovereenkomst waarbij de quota voor de diensten van de praktijken zijn samengevoegd. Eiser stelt dat deze samenvoeging heeft geleid tot een ongunstig en onevenredig belastend rooster, wat niet overeenkomt met de eerdere afzonderlijke quota per praktijk. Eiser vordert dat Meditta het aantal toegewezen uren op de huisartsenpost in Roermond verlaagt of het quotum aanpast. Meditta betwist de spoedeisendheid en stelt dat zij niet tekort is geschoten in de nakoming van de aansluitovereenkomst. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiser af. De voorzieningenrechter stelt vast dat de nieuwe aansluitovereenkomst van 2023, die eiser heeft ondertekend, de rechtsverhouding tussen partijen beheerst en dat de samenvoeging van de quota conform deze overeenkomst is uitgevoerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Meditta tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Daarnaast concludeert de voorzieningenrechter dat eiser voldoende mogelijkheden had om zijn rooster te beïnvloeden en dat Meditta haar verplichtingen correct is nagekomen.

IT 4726

Geen schending aanbestedingsrecht en contractuele verplichtingen

Rechtbank Midden-Nederland 20 dec 2024, IT 4726; ECLI:NL:RBMNE:2024:7097 (Helicon tegen Oasis en NA), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-schending-aanbestedingsrecht-en-contractuele-verplichtingen

Rb. Midden-Nederland 20 december 2024, IT 4726; ECLI:NL:RBMNE:2024:7097 (Helicon tegen Oasis en NA) Helicon is een bedrijf dat gespecialiseerd is in materiële voorbereiding van te scannen documenten en heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Oasis, een bedrijf dat archieven digitaliseert. Oasis had van het Nationaal Archief (NA) een opdracht gekregen voor de digitalisering van een deel van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). Helicon was als onderaannemer betrokken voor de materiële voorbereiding. Toen het NA een vervolgopdracht gunde aan Oasis, besloot Oasis om Helicon niet langer in te schakelen en de werkzaamheden door een andere onderaannemer, 2dA, te laten uitvoeren. Helicon stelt dat Oasis en het NA hiermee in strijd handelen met de aanbestedingsregels en contractuele afspraken. Helicon vordert dat het NA de opdracht met Helicon als onderaannemer wordt voortgezet en dat Oasis de samenwerkingsovereenkomst nakomt en Helicon zal blijven inschakelen. Verder eist Helicon een verbod op het wijzigen van de opdracht en exclusieve samenwerking.

IT 4708

Beroep op schriftelijkheidsvereiste bij opzegging afgewezen

Gerechtshof Amsterdam 17 dec 2024, IT 4708; ECLI:NL:GHAMS:2024:3456 (Xlab tegen Contourdetwern), https://itenrecht.nl/artikelen/beroep-op-schriftelijkheidsvereiste-bij-opzegging-afgewezen

Hof Amsterdam 17 december 2024, IT 4708; ECLI:NL:GHAMS:2024:3456 (Xlab tegen Contourdetwern) Xlab heeft een softwareapplicatie aan Contourdetwern geleverd op basis van een overeenkomst die liep tot 30 juni 2021. Deze overeenkomst werd medio 2020 verlengd tot 31 december 2021, met een opzegtermijn van drie maanden. Contourdetwern besloot in juni 2021 om over te stappen naar een andere leverancier en de overeenkomst met Xlab niet verder te verlengen. Hoewel de opzegging mondeling en per e-mail plaatsvond, betwistte Xlab de rechtsgeldigheid ervan omdat deze niet schriftelijk was bevestigd zoals vereist. het hof oordeelt dat de opzegging van de verlengingsovereenkomst door Contourdetwern rechtsgeldig is, ondanks het ontbreken van een schriftelijke bevestiging door Xlab. Het hof stelt dat de mondelinge en per e-mail gedane opzegging voldoende duidelijkheid biedt over de beëindiging van de overeenkomst. Het beroep van Xlab op het schriftelijkheidsvereiste wordt naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar geacht. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarin de vordering van Xlab tot nakoming van de betalingsverplichting werd afgewezen.

IT 4707

Geen dwaling bij aankoop internetonderneming.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 3 dec 2024, IT 4707; ECLI:NL:GHSHE:2024:3837 (appellanten tegen geïntimeerde ), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-dwaling-bij-aankoop-internetonderneming

Hof 's-Hertogenbosch 3 december 2024, IT 4707; ECLI:NL:GHSHE:2024:3837 (appellanten tegen geïntimeerde) Appellanten hebben een internetonderneming gekocht van geïntimeerde. De helft moest vooraf en de rest later betaald worden. Na de overname ontdekten appellanten dat een groot deel van de Instagram volgers van de onderneming nep was, wat volgens hen een belangrijke factor was bij de aankoopbeslissing. Appellanten vernietigden de koopovereenkomst buitengerechtelijk op grond van dwaling en eisten terugbetaling van de eerste termijn. De kantonrechter wees hun vorderingen af. Het hof oordeelt dat de verkoper zijn mededelingsplicht niet heeft geschonden, omdat er geen bewijs is dat hij bewust onjuiste informatie over de Instagram-volgers heeft verstrekt. Het hof stelt vast dat appellanten onvoldoende hebben aangetoond dat de nepvolgers de waarde van de onderneming significant beïnvloeden. De deskundige vond geen bewijs voor een substantieel aantal gekochte volgers, en de engagement rate van de volgers was hoog. Het beroep op dwaling door de appellanten wordt afgewezen, omdat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat de koopovereenkomst onder een onjuiste voorstelling van zaken tot stand is gekomen.

IT 4706

Tekortkoming in verificatieplicht bij verkoop domeinnaam

Gerechtshof Amsterdam 19 nov 2024, IT 4706; ECLI:NL:GHAMS:2024:3205 (Stands4 tegen Undeveloped), https://itenrecht.nl/artikelen/tekortkoming-in-verificatieplicht-bij-verkoop-domeinnaam

Hof Amsterdam 19 november 2024, IT 4706; ECLI:NL:GHAMS:2024:3205 (Stands4 tegen Undeveloped) Stands4 heeft via het platform van Undeveloped een domeinnaam gekocht. Kort na de koop werd Stands4 geconfronteerd met een procedure in de Verenigde Staten waarin werd gesteld dat de domeinnaam door een onbevoegde was verkocht. Stands4 vorderde schadevergoeding van Undeveloped, stellende dat Undeveloped haar verplichtingen onder de overeenkomst niet was nagekomen, met name de verificatie van de verkoper. De rechtbank wees de vorderingen af. Het hof oordeelt dat Undeveloped tekort is geschoten in haar verplichting om de verkoper van de domeinnaam zorgvuldig te verifiëren. Maar, het hof stelt vast dat deze tekortkoming niet tot schade voor Stands4 heeft geleid omdat de transactie ook bij een correcte verificatie zou zijn doorgegaan. Het hof ontbindt de overeenkomst gedeeltelijk, alleen voor zover deze betrekking heeft op de verificatieverplichting van Undeveloped. De overige vorderingen van Stands4, waaronder schadevergoeding en volledige ontbinding van de overeenkomst, worden afgewezen.

IT 4705

Geschil over vergoeding voor Internet of Things diensten

Rechtbank Amsterdam 19 dec 2024, IT 4705; ECLI:NL:RBAMS:2024:8014 (eiseres tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/geschil-over-vergoeding-voor-internet-of-things-diensten

Rb. Amsterdam 19 december 2024, IT 4705; ECLI:NL:RBAMS:2024:8014 (eiseres tegen gedaagde) Eiseres en gedaagde hebben tussen 2020 en 2023 samengewerkt aan een internet-of-things-toepassing, waarbij gedaagde diensten verleende aan eiseres. Er ontstond een geschil over de vergoeding voor deze diensten. Eiseres stelde dat partijen overeengekomen waren dat gedaagde in aandelen betaald zou worden, terwijl gedaagde een geldbedrag vorderde. Nadat verschillende voorstellen waren afgewezen, stuurde gedaagde facturen naar eiseres en legde conservatoir derdenbeslag op de bezittingen van eiseres.

IT 4701

Geschil over verlenging printer- en softwareovereenkomst

Rechtbank Midden-Nederland 27 nov 2024, IT 4701; ECLI:NL:RBMNE:2024:6386 (eiseres tegen gedaagde sub 1 c.s.), https://itenrecht.nl/artikelen/geschil-over-verlenging-printer-en-softwareovereenkomst

Rb. Midden-Nederland 27 november 2024, IT 4701; ECLI:NL:RBMNE:2024:6386 (eiseres tegen gedaagde sub 1 c.s.) Eiseres heeft en met onderneming 1 een huurovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst voorziet in de verhuur een multifunctionele printer van het merk Sharp. Onderdeel van de overeenkomst is dat eiseres gedurende de looptijd daarvan de beschikking krijgt over een softwarelicentie voor het softwareprogramma van onderneming 2. Begin 2023 wenste eiseres een nieuwe koppeling met de software van onderneming 2. Partijen zijn het oneens over de vraag of zij een overeenkomst hebben verlengd, waarbij eiseres stelt dat zij alleen akkoord ging met een nieuwe softwarekoppeling binnen de bestaande overeenkomst. De leverancier van de printer heeft sinds april 2023 betalingen voor de softwarelicentie niet meer doorgestort aan de softwareleverancier, waardoor eiseres deze rechtstreeks moest betalen. Dit resulteerde in dubbele kosten voor eiseres, die de niet-betaalde bedragen van de leverancier terugvordert. De kantonrechter oordeelt dat partijen enkel gehouden zijn tot nakoming van de oorspronkelijke overeenkomst van 1 december 2019, die eindigt op 1 december 2025. De leverancier van de printer moet de licentievergoedingen aan onderneming 2 doorbetalen en de overeenkomst correct nakomen. Daarnaast is de leverancier van de printer veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.315,40 aan eiseres wegens ongerechtvaardigde verrijking.

IT 4695

Rechtbank beoordeelt rol van sjoemelsoftware in Mercedes-Benz auto's

Rechtbank Amsterdam 13 nov 2024, IT 4695; ECLI:NL:RBAMS:2024:6884 (SDEJ en Car Claim tegen Mercedes), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-beoordeelt-rol-van-sjoemelsoftware-in-mercedes-benz-auto-s

Rb. Amsterdam 13 november 2024, IT 4695; ECLI:NL:RBAMS:2024:6884 (SDEJ en Car Claim tegen Mercedes) Stichting Diesel Emissions Justice (SDEJ) en Stichting Car Claim beschuldigen Mercedes-Benz ervan voertuigen uit te rusten met illegale manipulatie-instrumenten (IMI's) in de motorbesturingssoftware, die de emissiecontrolesystemen beïnvloeden. SDEJ en Car Claim stellen dat deze software ervoor zorgt dat de voertuigen tijdens normale rijomstandigheden hogere emissies produceren dan tijdens testomstandigheden, wat zou leiden tot non-conformiteit. De rechtbank oordeelt dat de civiele rechter bevoegd is om te bepalen of sprake is van een IMI, ondanks de geldige typegoedkeuringen door de bevoegde autoriteiten. De rechtbank benadrukt dat de aanwezigheid van een IMI in de software kan leiden tot non-conformiteit, zelfs als het voertuig een geldige typegoedkeuring heeft. Mercedes wordt bevolen om gedetailleerde informatie te verstrekken over de in de voertuigen toegepaste motorbesturingssoftware en de mogelijke aanwezigheid van IMI's, zodat de rechtbank een inhoudelijk oordeel kan vellen over de conformiteit van de voertuigen.