DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 4848

MST krijgt slechts deel van de vooraf betaalde licentiekosten terug na opzegging contract met Solix

Rechtbank Overijssel 16 apr 2025, IT 4848; ECLI:NL:RBOVE:2025:2459 (MST tegen Solix), https://itenrecht.nl/artikelen/mst-krijgt-slechts-deel-van-de-vooraf-betaalde-licentiekosten-terug-na-opzegging-contract-met-solix

Rb. Overijssel 16 april 2025, IT 4848; ECLI:NL:RBOVE:2025:2459 (MST tegen Solix). MST is een stichting, waarin een ziekenhuis is ondergebracht en Solix is een softwareontwikkelaar. Zij hebben in 2021 drie overeenkomsten met elkaar gesloten: een softwarelicentieovereenkomst en twee overeenkomsten van opdracht: één voor de installatie van de software en een tweede voor de migratie van data. MST vordert – samengevat en primair – een verklaring voor recht dat de drie overeenkomsten buitengerechtelijk zijn ontbonden omdat Solix is tekortgeschoten in nakoming van haar verplichtingen, terugbetaling van het door haar aan Solix betaalde bedrag van € 228.934,00, betaling van een bedrag van € 78.219,71 aan schadevergoeding en betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, proceskosten en wettelijke rente. Naar het oordeel van de rechtbank is van wanprestatie van Solix die ontbinding van de overeenkomsten rechtvaardigt, geen sprake. Het stond MST wel vrij de drie overeenkomsten op te zeggen. Omdat de licentie al was geleverd en de eerste opdracht al was afgerond, heeft MST geen recht op teruggave van de daarvoor betaalde bedragen. Met de tweede opdracht is nooit gestart en daarvoor is ook niets betaald. MST heeft alleen recht op terugbetaling van het bedrag dat is gemoeid met diensten zoals overeengekomen in de licentieovereenkomst die in verband met de opzegging ervan niet worden afgenomen, maar waarvoor zij al vooraf heeft betaald.

IT 4847

Rechter wijst vorderingen I&DT grotendeels af, NDC-IT krijgt betaling openstaande facturen toegekend

Rechtbank Amsterdam 2 apr 2025, IT 4847; ECLI:NL:RBAMS:2025:2197 (I&DT tegen NDC-IT), https://itenrecht.nl/artikelen/rechter-wijst-vorderingen-i-dt-grotendeels-af-ndc-it-krijgt-betaling-openstaande-facturen-toegekend

Rb. Amsterdam 2 april 2025, IT 4847; ECLI:NL:RBAMS:2025:2197 (I&DT tegen NDC-IT). I&DT en NDC-IT zijn IT-dienstverleners die een samenwerking zijn aangegaan voor het beheer van de ICT-infrastructuur van I&DT. Partijen sloten een geheimhoudingsovereenkomst, een raamovereenkomst en een deelovereenkomst, waarbij NDC-IT beheersdiensten zou leveren. In de loop van de samenwerking ontstonden klachten bij I&DT over de kwaliteit van de dienstverlening door NDC-IT. NDC-IT heeft de samenwerking opgezegd, waarna I&DT stelde dat NDC-IT tekort was geschoten in haar verplichtingen. De samenwerking is uiteindelijk per 1 december 2022 beëindigd. I&DT vordert in deze procedure onder andere terugbetaling van facturen, schadevergoeding, terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen en een boete wegens schending van de geheimhouding. Daarnaast vorderde I&DT dat NDC-IT zou worden verplicht om back-updiensten te staken en alle data te vernietigen. NDC-IT stelde in reconventie een vordering in tot betaling van openstaande facturen voor geleverde diensten, Office365-licenties, incidentele werkzaamheden en leasekosten.

IT 4837

Beoordeling van contractuele verplichtingen en betalingsgeschillen tussen IT dienstverlener en afnemer binnen drie samenhangende overeenkomsten

Rechtbank Amsterdam 2 apr 2025, IT 4837; ECLI:NL:RBAMS:2025:2275 (Eisers tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/beoordeling-van-contractuele-verplichtingen-en-betalingsgeschillen-tussen-it-dienstverlener-en-afnemer-binnen-drie-samenhangende-overeenkomsten

Rechtbank Amsterdam 2 april 2025, IT 4837; ECLI:NL:RBAMS:2025:2275 (Eisers tegen gedaagde). [eiser 1] en [eiser 2] zijn zusterondernemingen binnen de Altas Groep B.V. en bieden respectievelijk IT- en telecommunicatieoplossingen aan bedrijven. [gedaagde] is een administratie- en belastingadvieskantoor. Er zijn tussen partijen drie specifieke overeenkomsten gesloten: overeenkomst A voor een glasvezellijn, overeenkomst B voor een cloudomgeving en overeenkomst C voor datamigratie naar een nieuwe IT-dienstverlener. [gedaagde] zegde op 26 mei 2023 het contract met [eiser 1] op per 11 oktober 2023; [eiser 1] stelde dat de overeenkomst pas per 1 december 2024 eindigde. Eisers vordert betaling van € 5.735,40 aan [eiser 2] dan wel [eiser 1] en betaling van € 58,203,04 aan [eiser 1]. Hierbij beroept eisers zich op het drietal van gesloten overeenkomst, waarvan zij nakoming vordert tot aan het einde van de looptijd ervan. [Gedaagde] zou deze contracten ten onrechte, dan wel te vroeg tussentijds hebben opgezegd waardoor zij in verzuim verkeert. [Gedaagde] voert gemotiveerd verweer en stelt dat zij alle werkzaamheden en diensten volgens de afrekening heeft voldaan en daardoor niks meer schuldig is aan [eisers]. In reconventie vordert [gedaagde] een bedrag van € 4.662,28 wegens toerekenbare tekortschieting in overeenkomst C. 

IT 4835

Ondanks dat hyperlink achteraf niet meer werkte, zijn de algemene voorwaarden van toepassing

Rechtbank Amsterdam 15 jan 2025, IT 4835; ECLI:NL:RBAMS:2025:197 (Fish on Fire tegen Provast c.s.), https://itenrecht.nl/artikelen/ondanks-dat-hyperlink-achteraf-niet-meer-werkte-zijn-de-algemene-voorwaarden-van-toepassing

Rb. Amsterdam 15 januari 2025, IT 4835; ECLI:NL:RBAMS:2025:197 (Fish on Fire tegen Provast c.s.). Fish on Fire ontwikkelt digitale producten zoals apps en webplatforms. Gedaagde 4 is bestuurder en enig aandeelhouder van gedaagde 3, die op haar beurt bestuurder en aandeelhouder is van Provast en indirect ook van Rentbay. Deze vennootschappen zijn actief in vastgoedmanagement. In 2021 heeft gedaagde 4 Fish on Fire benaderd voor de ontwikkeling van een webplatform voor het verhuren van vastgoed zonder tussenkomst van makelaars. Fish on Fire heeft offertes uitgebracht, die gedaagde 4 digitaal ondertekende namens Provast. In deze zaak draait het om het uitblijven van betaling van openstaande facturen voor de ontwikkeling van het platform. Hierbij is het onduidelijk wie er contractspartijen zijn, en of de algemene voorwaarden van Fish on Fire geldig van toepassing zijn. Provast voert aan dat zij deze voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst niet op een geldige manier ter hand gesteld had gekregen, omdat de hyperlink naar de algemene voorwaarden niet zou werken. Volgens Provast kon zij daardoor geen kennis nemen van de inhoud van de voorwaarden. 

IT 4826

Maat- en meerwerk-problematiek: Geïntimeerde moet toch de schade van appellante vergoeden

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 17 dec 2024, IT 4826; ECLI:NL:GHSHE:2024:4059 (Appellante tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/maat-en-meerwerk-problematiek-geintimeerde-moet-toch-de-schade-van-appellante-vergoeden

Hof 's-Hertogenbosch 17 december 2024, IT 4826; ECLI:NL:GHSHE:2024:4059 (Appellante tegen geïntimeerde). In deze zaak draait het om een geschil tussen appellante, een producent en handelaar in zonwerings- en aanverwante producten, en geïntimeerde, een leverancier van ERP-software en maatwerkoplossingen. Appellante verwijt geïntimeerde ervan dat de implementatie van een automatiseringsproject waarvoor geïntimeerde was aangenomen dermate slecht verliep dat appellante veel tijd en kosten heeft moeten maken om het automatiseringssysteem te doen werken. Geïntimeerde stelt dat zij wel een degelijk systeem heeft geleverd, maar dat deze levering langer heeft geduurd dan in de offerte was gepland. In eerste aanleg oordeelde de rechter dat er geen schending van de zorgplicht was [zie IT 4318]. Appellante heeft twaalf grieven aangevoerd en vordert vernietiging van dit vonnis, voor zover daarbij haar vorderingen zijn afgewezen. Zij vordert alsnog toewijzing van haar oorspronkelijke vorderingen.

IT 4820

Geen tekortkoming IT-leverancier bij cloudmigratie

Stichting Geschillenoplossing automatisering 10 okt 2022, IT 4820; (Leverancier tegen afnemer), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-tekortkoming-it-leverancier-bij-cloudmigratie

SGOA 10 oktober 2022, IT 4820 (Leverancier tegen afnemer). Een IT-leverancier sluit een overeenkomst met een bedrijf op grond waarvan een specifieke persoon als interim IT-manager werkzaamheden zal verrichten in het kader van een migratie naar de cloud. Bij de migratie treden problemen op. Het bedrijf vordert betaling voor haar werkzaamheden, de IT- leverancier vergoeding van de schade die zij door de problemen heeft geleden. Het scheidsgerecht stelt vast dat op de IT-leverancier slechts inspanningsverbintenissen rustten, en dat de IT-Leverancier in de nakoming daarvan niet is tekortgeschoten. De IT-leverancier heeft volgens het scheidsgerecht ook de zorgplicht niet geschonden. De betalingsvordering wordt daarom toegewezen, de schadevergoedingsvordering afgewezen.

IT 4813

Conclusie A-G: Bewaring van kopie paspoort door creditcardmaatschappij is geen verwerking van biometrische gegevens

Hoge Raad 21 feb 2025, IT 4813; ECLI:NL:PHR:2025:260 (Eiser tegen ICS), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-bewaring-van-kopie-paspoort-door-creditcardmaatschappij-is-geen-verwerking-van-biometrische-gegevens

Conclusie A-G HR 21 februari 2025, IT 4813, LSR 2282; ECLI:NL:PHR:2025:260 (Eiser tegen ICS). Deze zaak draait om een natuurlijk persoon om principiele redenen weigert om in te gaan op een verzoek op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft). Het verzoek kwam van creditcardmaatschappij International Card Services (hierna: ICS), die in het kader van hernieuwd cliëntenonderzoek eiser heeft gevraagd om een kopie van haar paspoort met foto. ICS bewaart ontvangen kopieën, maar eiser wil hier niet aan meewerken. ICS heeft de overeenkomst met eiser daarom opgezegd. Dit leidde tot een procedure waarin het hof uiteindelijk heeft geoordeeld dat ICS de creditcardovereenkomst mocht opzeggen [zie IT 4806]. In cassatie betoogt eiser dat het door ICS toegepaste (her)identificatieproces, een verwerking van biometrische gegevens is. Ook meent eiser dat artikel 33 van de Wwft aan financiële ondernemingen geen wettelijke grondslag biedt voor het bewaren van een kopie van een identiteitsbewijs met pasfoto. ICS voert verweer en stelt dat eiser geen belang heeft bij haar rechtsklachten. De A-G concludeert tot verwerping van het beroep en ziet geen aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen. 

IT 4806

Opzegging creditcard-overeenkomst omdat de klant weigert mee te werken aan identificatie

Gerechtshof Amsterdam 5 mrt 2025, IT 4806; ECLI:NL:GHAMS:2024:419 (Appellante tegen ICS), https://itenrecht.nl/artikelen/opzegging-creditcard-overeenkomst-omdat-de-klant-weigert-mee-te-werken-aan-identificatie

Hof Amsterdam 5 maart 2024, IT 4806, LSR 2281; ECLI:NL:GHAMS:2024:419 (Appellante tegen ICS). Partijen, appellante en International Card Services (hierna: ICS), hebben in 2008 een creditcardovereenkomst gesloten. In 2020 verzocht ICS appellante om zich online te identificeren, maar zij heeft hier niet op gereageerd. Uiteindelijk blokkeerde ICS de creditcard en kondigde aan de overeenkomst op te zeggen. Als reactie hierop startte appellante deze procedure en stelde zij een groot aantal vorderingen in. De kantonrechter verklaarde appellante voor een deel van haar vorderingen niet-ontvankelijk en wees de overige af. In hoger beroep legde appellante zich neer bij een deel van het vonnis, handhaafde zij enkele vorderingen en wijzigde zij haar eis gedeeltelijk. Zo vordert zij onder meer heractivatie van haar creditcard, een vergoeding voor de periode dat deze geblokkeerd was en een verbod voor ICS om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. De meeste grieven richten zich tegen het oordeel dat ICS de overeenkomst mocht opzeggen, omdat appellante niet meewerkte aan haar identiteitsvaststelling.

IT 4797

Betalingen via website Suikerarrangement zijn deels leningen die gedaagde moet terugbetalen

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 19 feb 2025, IT 4797; ECLI:NL:RBZWB:2025:955 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/betalingen-via-website-suikerarrangement-zijn-deels-leningen-die-gedaagde-moet-terugbetalen

Rb. Zeeland-West-Brabant 19 februari 2025, IT 4797; ECLI:NL:RBZWB:2025:955 (Eiser tegen gedaagde). Partijen hebben elkaar ontmoet via de website Suikerarrangement. Eiser heeft vervolgens een aantal bedragen betaald aan gedaagde. Het is hierbij niet duidelijk of deze bedragen leningen of schenking zijn en hierover verschillen partijen dan ook van mening. De vragen die de kantonrechter in deze zaak moet beantwoorden is of gedaagde geld heeft geleend van eiser en of zij dat moet terugbetalen. Eiser stelt dat hij in totaal een bedrag van € 20.068,00 heeft geleend aan gedaagde, waarvan nog een bedrag van € 17.118,- moet worden terugbetaald. Gedaagde stelt dat er ook bedragen zijn geschonken en verwijst er daarbij bij dat de partijen elkaar hebben ontmoet via de website Suikerarrangement. Eiser wist dat er een vergoeding gold voor het gezelschap van gedaagde. De kantonrechter oordeelt dat er in deze zaak sprake is van geldlening voor wat betreft de bedragen waarvoor in deze zaak een schriftelijke overeenkomst is overgelegd.

IT 4795

Verkooppartner verliest kort geding tegen Bol.com over retourbeleid en vergoedingen

Rechtbank Midden-Nederland 28 jan 2025, IT 4795; ECLI:NL:RBMNE:2025:781 (Handelsnaam tegen Bol.com), https://itenrecht.nl/artikelen/verkooppartner-verliest-kort-geding-tegen-bol-com-over-retourbeleid-en-vergoedingen

Vzr. Rb. Midden-Nederland 28 januari 2025, IT 4795; ECLI:NL:RBMNE:2025:781 (Handelsnaam tegen Bol.com). Partijen hebben een overeenkomst gesloten waarbij [handelsnaam] sinds 2015 als verkooppartner via het platform van Bol.com sieraden verkoopt via een verkoopaccount. De betaling verloopt via het platform, waarbij klanten betalen aan Bol.com. Bol.com keert deze betalingen achteraf uit aan [handelsnaam] . Bol.com hanteert een retourbeleid waarbij consumenten gekochte artikelen binnen 30 dagen zonder opgave van redenen kunnen retourneren aan de verkooppartner, in dit geval [handelsnaam] , en Bol.com deze consumenten terugbetaalt. [handelsnaam] heeft meermaals beschadigde retouren ontvangen. In november 2021 heeft mediation plaatsgevonden tussen partijen. Volgens [handelsnaam] hebben partijen daarbij afgesproken dat Bol.com bij beschadigde retouren 75% van de verkoopprijs aan hem vergoedt en [handelsnaam] een vaste contactpersoon krijgt bij Bol.com. [handelsnaam] wil dat Bol.com deze afspraken nakomt. Ook wil [handelsnaam] dat het Bol.com wordt verboden om 1) beleidspunten van zijn verkoopaccount af te trekken en 2) om de betaling van de beschadigde retouren te crediteren. [handelsnaam] wil ook dat Bol.com haar retourbeleid aanpast.