DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 4899

Ontbinding softwareovereenkomst wegens toerekenbare tekortkoming en verzuim na niet-nakoming fatale termijn

Rechtbank Midden-Nederland 11 jun 2025, IT 4899; ECLI:NL:RBMNE:2025:2811 (Eiseressen tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/ontbinding-softwareovereenkomst-wegens-toerekenbare-tekortkoming-en-verzuim-na-niet-nakoming-fatale-termijn

Rb. Midden-Nederland 11 juni 2025, IT 4899; ECLI:NL:RBMNE:2025:2811 (Eiseressen tegen gedaagden). Eiseressen is actief in de autobranche. Gedaagde sub 1 is een reclamebureau dat zich ook bezighoudt met softwareontwikkeling. Gedaagde sub 2 werkt bij Gedaagde sub 1. Eiseressen is een overeenkomst aangegaan met Gedaagde sub 1, voor – kortweg – ontwikkeling van software en andere digitalisering en rebranding door Gedaagde sub 1. Dit zou binnen 24 maanden gebeuren. Deze termijn werd vervolgens met twaalf maanden verlengd. Vier jaar na de start van de overeenkomst tussen de partijen is echter alleen de website opgeleverd, die niet werkte zoals afgesproken. De overige websites en applicaties waren nog niet (volledig) opgeleverd. Daarom hebben Eiseressen de overeenkomst ontbonden. Zij vordert een verklaring voor recht dat Gedaagde sub 1 toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenis, althans dat Gedaagde sub 1 en Gedaagde sub 2 onrechtmatig hebben gehandeld ten opzichte van Eiseressen. Ook vordert Eiseressen hen hoofdelijk te veroordelen tot (a) terugbetaling van € 342.938,- aan betaalde facturen, (b) een voorschot van € 250.000,- aan vergoeding van de schade die Eiseressen hebben geleden en nog zullen lijden en (c) vergoeding van alle overige schade die Eiseressen heeft geleden en nog zal lijden, nader op te maken bij staat.

IT 4891

Te weinig inzicht in gefactureerde uren: vordering MyBit alsnog afgewezen, broncode blijft bij opdrachtnemer

Gerechtshof Amsterdam 10 jun 2025, IT 4891; ECLI:NL:GHAMS:2025:1532 (Certscanner tegen Mybit), https://itenrecht.nl/artikelen/te-weinig-inzicht-in-gefactureerde-uren-vordering-mybit-alsnog-afgewezen-broncode-blijft-bij-opdrachtnemer

Hof Amsterdam 10 juni 2025, IT 4891; ECLI:NL:GHAMS:2025:1532 (Certscanner tegen MyBit). Partijen zijn een overeenkomst van opdracht aangegaan voor de duur van drie jaar. Voorafgaand daaraan zijn prijsafspraken gemaakt. Over die prijsafspraken, en met name over de werkzaamheden waarvoor is gefactureerd, is discussie ontstaan, die na ruim zes maanden heeft geleid tot het staken van de uitvoering van de opdracht. Certscanner heeft als opdrachtgever maar een deel van de door MyBit als opdrachtnemer gestuurde facturen voldaan. MyBit vordert betaling van het nog openstaande deel van twee van haar eerste vier maandfacturen. MyBit heeft bij de uitvoering van haar werkzaamheden de broncode van het systeem van Certscanner gewijzigd. Zij weigert de broncode af te geven zolang haar rekeningen niet zijn betaald. De voorzieningenrechter heeft de vordering van MyBit tot betaling van haar rekeningen toegewezen en de vordering van Certscanner tot afgifte van de gewijzigde broncode afgewezen. In hoger beroep is het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd voor zover de vordering van MyBit tot betaling van facturen was toegewezen.

IT 4889

Onregelmatige opzegging en ongegronde ontbinding leiden tot betalingsverplichting voor softwarelicenties

Rechtbank Oost-Brabant 11 jun 2025, IT 4889; ECLI:NL:RBOBR:2025:3418 (2Work Software tegen Kompas Zuidlaren), https://itenrecht.nl/artikelen/onregelmatige-opzegging-en-ongegronde-ontbinding-leiden-tot-betalingsverplichting-voor-softwarelicenties

Rb. Oost-Brabant 11 juni 2025, IT 4889; ECLI:NL:RBOBR:2025:3418 (2Work Software tegen Kompas Zuidlaren). 2Work Software B.V. heeft Kompas Zuidlaren B.V. gedagvaard wegens het uitblijven van betaling voor in totaal 36 softwarelicenties. De rechtbank oordeelt dat Kompas Zuidlaren 34 van deze licenties op 27 oktober 2023 onregelmatig had opgezegd, omdat de overeengekomen opzegtermijn van drie maanden vóór het einde van de lopende contracttermijn (1 april 2025) niet was nageleefd. Voor de twee overige licenties beroept Kompas Zuidlaren zich op een buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst wegens vermeende tekortkomingen van 2Work Software, waaronder het uitblijven van een koppeling met KEI (Toezicht). De rechtbank oordeelt echter dat 2Work Software niet tekort was geschoten, aangezien de KEI-koppeling ten tijde van de ontbinding nog niet wettelijk verplicht was en de overige klachten onvoldoende onderbouwd waren. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat 2Work Software gerechtigd was om de levering van de softwarelicenties op te schorten na uitblijven van betaling. De vorderingen van 2Work Software worden grotendeels toegewezen. Kompas Zuidlaren werd veroordeeld tot betaling van € 31.699,15, vermeerderd met wettelijke handelsrente, € 1.085,43 aan buitengerechtelijke incassokosten, en € 4.754,22 aan proceskosten.

IT 4882

Rechtbank blijft internationaal onbevoegd om te oordelen in zaak tussen Stichting Massaschade & Consument en Airbnb

Gerechtshof Den Haag 27 mei 2025, IT 4882; ECLI:NL:GHDHA:2025:1051 (SMC tegen Airbnb), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-blijft-internationaal-onbevoegd-om-te-oordelen-in-zaak-tussen-stichting-massaschade-consument-en-airbnb

Hof Den Haag 27 mei 2025, IT 4882; ECLI:NL:GHDHA:2025:1051 (SMC tegen Airbnb). Dit beroep keert zich tegen een vonnis van 2023 waarin de rechtbank zich internationaal onbevoegd heeft verklaard van de vorderingen van Stichting Massaschade & Consument (hierna: SMC) kennis te nemen. In eerste aanleg vorderde SMC de nietigheid van het servicekostenbeding van Airbnb en terugbetaling van die kosten aan consumenten. De rechtbank stelde vast dat geen van de bevoegdheidsgronden van de Brussel I-Bis Verordening van toepassing is. SMC is immers geen consument en geen contractspartij. In hoger beroep blijft dit oordeel in stand. Het hof herhaalt dat de internationale bevoegdheid van openbare orde is en stelt hierbij dat SMC geen consument noch contractspartij bij de Airbnb-overeenkomsten is. Daarom kan zij geen beroep doen op het consumentenforum van art. 18 lid 1. Het hof verwijst hierbij naar jurisprudentie van het HvJEU (o.a. Schrems en Club La Costa). Volgens SMC is de plaats van daadwerkelijke uitvoering niet Ierland, waar het technische beheer van het platform plaatsvindt, maar Nederland, omdat de digitale dienstverlening van Airbnb ten opzichte van de Nederlandse gebruikers, voor wie SMC optreedt, op Nederland is (in)gericht. De Nederlandse gerichtheid leidt er volgens het hof niet toe dat Nederland de plaats van daadwerkelijke uitvoering van de bemiddelende dienst is. Dit argument van SMC gaat dus niet op. Ook het beroep andere bevoegdheidsgronden is voor het hof geen reden om het eerdere oordeel te vernietigen. Het hof bekrachtigt dan ook het vonnis van de rechtbank.

IT 4874

Hof bekrachtigt vonnis van kantonrechter: schadevergoeding afgewezen

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2025, IT 4874; ECLI:NL:GHARL:2025:2764 (Appellante tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-vonnis-van-kantonrechter-schadevergoeding-afgewezen

Hof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2025, IT 4874; ECLI:NL:GHARL:2025:2764 (Appellante tegen Geïntimeerde). Appellante heeft een kapperszaak en is de stiefmoeder van Geïntimeerde, die IT-dienstverlener is. Geïntimeerde heeft ten behoeve van de kapperszaak abonnementen afgesloten op het gebied van internet en telefonie. Na een ruzie tussen Appellante en Geïntimeerde heeft Geïntimeerde deze abonnementen opgezegd. De opzegging was volgens Appellante op een te korte termijn en ze verwijt Geïntimeerde dat de internetsite van de kapperszaak op een bepaald moment niet meer bereikbaar was, waardoor ze een nieuwe website moest laten bouwen. Geïntimeerde zou onrechtmatig hebben gehandeld, dan wel tekort zijn geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen en hij moet volgens Appellante schade vergoeden, als gevolg daarvan. De kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden door de ruzie zodanig waren veranderd, dat van Geïntimeerde niet kon worden verlangd dat hij de overeenkomst zou voortzetten. Daarnaast is de door hem gehanteerde opzegtermijn passend. De kantonrechter oordeelde over de kosten van de bouw van de website dat niet kan worden vastgesteld dat Appellante deze heeft gedragen, want ze heeft de kapperszaak verkocht. Het hof is van oordeel dat Appellante de schade onvoldoende heeft onderbouwd en het causale verband ontbreekt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.

IT 4865

Eiser vordert betaling van openstaande bedragen, wordt veroordeeld tot terugbetaling nadat rechter overeenkomst vernietigt

Rechtbank Amsterdam 29 apr 2025, IT 4865; ECLI:NL:RBAMS:2025:2705 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/eiser-vordert-betaling-van-openstaande-bedragen-wordt-veroordeeld-tot-terugbetaling-nadat-rechter-overeenkomst-vernietigt

Rb. Amsterdam 29 april 2025, IT 4865; ECLI:NL:RBAMS:2025:2705 (Eiser tegen gedaagde). Gedaagde is een consument die eiser, een IT-dienstverlener, heeft benaderd voor hulp met zijn laptop. Eiser heeft vervolgens ook twee desktops van gedaagde meegenomen en deze vervangen door andere computers, waarvoor gedaagde € 450 per stuk betaalde. Vanaf januari 2021 betaalde gedaagde maandelijks € 107,50 voor een onderhoudsabonnement. Na opzegging van het abonnement in maart 2024 weigerde eiser bepaalde inloggegevens terug te geven en bleek hij software te hebben geïnstalleerd waarmee hij op afstand toegang had tot de apparatuur van gedaagde. Tevens werd via een door eiser geïnstalleerde applicatie illegale toegang tot televisiekanalen verleend. Eiser vordert in deze procedure betaling van openstaande bedragen, rente, incassokosten en proceskosten wegens gestorneerde betalingen. Gedaagde vordert in reconventie vernietiging van de overeenkomst wegens schending van informatieverplichtingen en oneerlijke handelspraktijken, terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen, teruggave van de desktops, schadevergoeding en opheffing van het gelegde conservatoir beslag.

IT 4863

Vorderingen tot afgifte en inzage bewijsbeslag afgewezen wegens ontbreken spoedeisend en rechtmatig belang

Rechtbank Rotterdam 23 jan 2025, IT 4863; ECLI:NL:RBROT:2024:355 (Nemesys en Rosecure tegen Voorne ICT, E-Line en persoon 1), https://itenrecht.nl/artikelen/vorderingen-tot-afgifte-en-inzage-bewijsbeslag-afgewezen-wegens-ontbreken-spoedeisend-en-rechtmatig-belang

Vzr. Rb. Rotterdam 23 januari 2024, IT 4863; ECLI:NL:RBROT:2024:355 (Nemesys en Rosecure tegen Voorne ICT, E-Line en persoon 1). In deze zaak hebben Nemesys ICT Groep B.V. en Rosecure B.V. (eisers) bewijsbeslag laten leggen onder Voorne ICT B.V., E-Line B.V. en een natuurlijk persoon (gedaagden). Aanleiding was dat diverse klanten en werknemers van eisers waren overgestapt naar Voorne ICT, een recent opgerichte concurrent. Eisers vermoeden dat daarbij contractuele bedingen, zoals concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbedingen, zijn overtreden en dat gedaagden mogelijk onrechtmatig hebben geprofiteerd van deze overstap. Eisers vorderen in kort geding onder meer afgifte van de door de deurwaarder geselecteerde beslagobjecten (digitale en fysieke gegevens) en inzage daarin, op straffe van een dwangsom. Daarnaast vorderen zij dat de bewaarder gemachtigd wordt om een selectie te maken van de bescheiden die onder het beslag vallen. In reconventie vorderen gedaagden opheffing van het bewijsbeslag.

 

IT 4858

Voorzieningenrechter fluit Booking terug na voortijdige beëindiging samenwerking met Zwitserse verhuurder SHA

Rechtbank Amsterdam 18 apr 2025, IT 4858; ECLI:NL:RBAMS:2025:3035 (SHA tegen Booking), https://itenrecht.nl/artikelen/voorzieningenrechter-fluit-booking-terug-na-voortijdige-beeindiging-samenwerking-met-zwitserse-verhuurder-sha

Rb. Amsterdam 18 april 2025, IT 4858; ECLI:NL:RBAMS:2025:3035 (SHA tegen Booking). SHA exploiteert meer dan 70 appartementen in Zwitserland via het platform van Booking. In de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat Booking bevoegd is de overeenkomst te beëindigen en de accommodaties van het platform te halen bij verdenking van fraude, met een opzegtermijn van 30 dagen. In maart 2025 heeft Booking de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd wegens schending van deze overeenkomst. SHA heeft geprobeerd opheldering te krijgen maar Booking heeft slechts een algemene toelichting per mail gegeven. Booking heeft de reserveringen voor appartementen van SHA geannuleerd en SHA de toegang ontzegd tot het Extranet, het online betaalsysteem waarin haar partners onder meer informatie over de accommodaties en reserveringen kunnen invoeren. In dit kort geding vordert SHA Booking onder meer nakoming van de overeenkomst, inzage in de informatie waarop de opzegging is gebaseerd, herstel van de geannuleerde reserveringen en hernieuwde toegang tot het Extranet. SHA onderbouwt haar vorderingen met de stelling dat er geen grond is voor beëindiging van de relatie.

IT 4860

Hof oordeelt dat Topicus niet aansprakelijk is voor vertraging implementatie hypotheeksoftware, Aegon verliest hoger beroep

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2025, IT 4860; ECLI:NL:GHARL:2025:2754 (ASR tegen Topicus), https://itenrecht.nl/artikelen/hof-oordeelt-dat-topicus-niet-aansprakelijk-is-voor-vertraging-implementatie-hypotheeksoftware-aegon-verliest-hoger-beroep

Hof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2025, IT 4860; ECLI:NL:GHARL:2025:2754 (ASR tegen Topicus). Aegon, een grote Nederlandse verzekeraar met een omvangrijke hypotheekportefeuille, heeft met Topicus, een softwarebedrijf, een IT-dienstverleningsovereenkomst gesloten voor de implementatie van de FORCE Product Suite (FPS), een softwareoplossing voor hypotheekbeheer. De overeenkomst voorzag in gefaseerde oplevering en implementatie van FPS, waarbij de doorontwikkeling van de software niet alleen voor Aegon, maar ook voor andere klanten plaatsvond. Gedurende het project ontstonden vertragingen in de oplevering van functionaliteiten en processen, waarna Aegon de overeenkomst uiteindelijk beëindigde. Aegon vordert in rechte een verklaring voor recht dat Topicus tekortgeschoten is in haar contractuele verplichtingen en aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Daarnaast vordert Aegon terugbetaling van reeds betaalde bedragen en vergoeding van verdere schade. Topicus vordert op haar beurt betaling van openstaande facturen.

IT 4852

Review gebaseerd op ervaringen met opstellen algemene voorwaarden is niet onrechtmatig

Rechtbank Rotterdam 10 apr 2025, IT 4852; ECLI:NL:RBROT:2025:4473 (Debtt tegen Trading Company Zeeland), https://itenrecht.nl/artikelen/review-gebaseerd-op-ervaringen-met-opstellen-algemene-voorwaarden-is-niet-onrechtmatig

Rb. Rotterdam 10 april 2025, IT 4852; ECLI:NL:RBROT:2025:4473 (Debtt tegen Trading Company Zeeland).  Partijen hebben een overeenkomst gesloten en dit serviceabonnement houdt onder meer juridisch advies met betrekking tot het opstellen van algemene voorwaarden en het incasseren van vorderingen door Debtt voor Trading Company in. Debtt heeft Trading Company een factuur gestuurd, maar deze is niet betaald. Debtt eist betaling van het factuurbedrag en het verwijderen van een negatieve review en dat Trading Company zich niet meer negatief uitlaat over Debtt. Trading Company eist op haar beurt dat Debtt alsnog correcte algemene voorwaarden opstelt en dat de factuur over 2024 wordt gecrediteerd. Daarbij doet ze een beroep op opschorting, zolang Debtt geen correcte algemene voorwaarden voor haar opstelt, hoeft zij niet te betalen. De kantonrechter oordeelt dat Trading Company de factuur over 2024 moet betalen inclusief rente en kosten. Verder worden alle vorderingen van beide partijen afgewezen. Debtt heeft de algemene voorwaarden opgesteld en naar Trading Company opgestuurd. Hierbij geeft Debtt aan dat ze er teveel tijd voor hebben genomen, maar ze hebben uiteindelijk wel geleverd. De gevorderde hoofdsom in conventie wordt toegewezen en de in reconventie gevorderde creditering van de factuur wordt afgewezen.