DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 5046

[gedaagde] mag betaling facturen niet opschorten bij overeenkomst over informatietechnologie

Rechtbank Amsterdam 26 sep 2025, IT 5046; ECLI:NL:RBAMS:2025:7533 (AIM4MEDIA tegen [gedaagde]), https://itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-mag-betaling-facturen-niet-opschorten-bij-overeenkomst-over-informatietechnologie

Rb. Amsterdam 26 september 2025, IT 5046; ECLI:NL:RBAMS:2025:7533 (AIM4MEDIA tegen [gedaagde]). Aim4media is een onderneming die zich bezighoudt met advisering en ondersteuning op het gebied van informatietechnologie. [gedaagde] exploiteert een uitzendbureau die zich onder meer bezighoudt met het uitzenden van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Aim4media heeft drie facturen gestuurd aan [gedaagde], gedateerd 24 november 2022, 31 december 2022 en op 31 januari 2023, zulks voor totaal € 3.622,74. [gedaagde] heeft de facturen onbetaald gelaten. Verder heeft [gedaagde] op 10 januari geklaagd dat hij niet in de e-mail kon. 

IT 5037

TCB mocht overeenkomst met appbouwer niet buitengerechtelijk ontbinden

Overige instanties 19 nov 2025, IT 5037; ECLI:NL:OGEAA:2025:347 (TCB tegen Dot1), https://itenrecht.nl/artikelen/tcb-mocht-overeenkomst-met-appbouwer-niet-buitengerechtelijk-ontbinden

Gerecht Aruba 19 november 2025, IT 5037; ECLI:NL:OGEAA:2025:347 (TCB tegen Dot1). Tourism Corporation Bonaire (hierna: TCB) gaf Dot1 Technologies de opdracht een app te ontwikkelen. Volgens Dot1 was de app gereed voor opname in de appstores van Apple en Google, maar bleef plaatsing uit omdat TCB de vereiste registratie niet regelde. TCB ontkent dat zij de app tijdig heeft ontvangen of dat zij hierover voldoende is geïnformeerd. Door interne wisselingen en een beleidswijziging bij TCB (rebranding en nieuwe website) verdween het app-project enige tijd uit beeld. Eind 2022 hernam TCB het contact, maar communicatieproblemen en wantrouwen ontstonden nadat Dot1 informatie stuurde via een onbekend e-mailadres. TCB ontbond vervolgens de overeenkomst buitengerechtelijk. 

IT 5035

Rechtbank wijst vordering Dolika af in geschil over datacenterverkoop

Rechtbank Amsterdam 10 sep 2025, IT 5035; ECLI:NL:RBAMS:2025:7161 (Dolika tegen Tikehau), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-wijst-vordering-dolika-af-in-geschil-over-datacenterverkoop

Rb. Amsterdam 10 september 2025, IT 5035; ECLI:NL:RBAMS:2025:7161 (Dolika tegen Tikehau). Dolika B.V. was als investeerder betrokken bij een datacenterproject in Nederland. In 2024 sloten Dolika en Tikehau een settlement agreement. Daarbij werd afgesproken dat Tikehau het project zou overnemen en verkopen, waarbij Dolika recht zou hebben op een betaling van €1.615.000 en mogelijk aanvullende uitkering uit surplusopbrengsten. De verkoop aan Pure DC is inmiddels overeengekomen, maar nog niet afgerond. Volgens Dolika zal er na afronding geen surplus zijn, daardoor stelt zij dat Tikehau haar contractuele verplichtingen heeft geschonden. Dolika vordert betaling vanwege het niet binnen zes maanden realiseren van een doorverkoop, het niet maximaliseren van de opbrengst, en het onvoldoende openstellen van het biedingsproces voor derden. 

IT 5022

[A] zelf aansprakelijk voor schade na hack

Rechtbank Noord-Nederland 6 nov 2024, IT 5022; ECLI:NL:RBNNE:2024:4317 ([A] tegen [B], [C] en [D]), https://itenrecht.nl/artikelen/a-zelf-aansprakelijk-voor-schade-na-hack

Rb. Noord-Nederland 6 november 2024, IT 5022; ECLI:NL:RBNNE:2024:4317 ([A] tegen [B], [C] en [D]). ICT-dienstverlener [A], actief in het MKB-segment, beheert digitale werkomgevingen van haar klanten via Microsoft Azure. Omdat [A] geen directe klant van Microsoft kan zijn, verloopt de inkoop van de clouddiensten via distributeur [B]. Na een hack waarbij via de digitale omgeving van een eindklant van [A] grote hoeveelheden Azure-servers aanmaakte, ontstond voor [A] een rekening van ruim €860.000. [A] stelde [B] primair aansprakelijk, stellende dat [B] haar zorgplicht had geschonden door niet te waarschuwen voor het belang van Multi-Factor Authenticatie (MFA) en ten onrechte geen monitoring had uitgevoerd. Ook stelde [A] haar verzekeraar [C] en tussenpersoon [D] aansprakelijk. 

IT 5013

Conclusie P-G bij de Hoge Raad: cloud-dienstverlening, overgebruik van RAM en toetsing van een hoge contractuele rente

Hoge Raad 7 nov 2025, IT 5013; ECLI:NL:PHR:2025:1212 (Acknowledge tegen Interconnect), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-p-g-bij-de-hoge-raad-cloud-dienstverlening-overgebruik-van-ram-en-toetsing-van-een-hoge-contractuele-rente

Parket bij de Hoge Raad 7 november 2025, IT 5013; ECLI:NL:PHR:2025:1212 (Acknowledge tegen Interconnect). In deze zaak gaat het om een ICT-dienstverlener (Acknowledge) die cloud-diensten afneemt van Interconnect. Partijen verschillen van mening over de vraag of Acknowledge meer werkgeheugen (RAM) heeft gebruikt dan contractueel was afgesproken, en of Interconnect daarvoor extra mocht factureren. Het hof heeft – anders dan de rechtbank – de uitleg van Interconnect gevolgd: de vaste prijs gold voor 2.229 GB RAM als direct te gebruiken werkgeheugen plus 1.494 GB RAM als gereserveerd (“powered off”) geheugen en 3.723 GB als uitwijkcapaciteit bij calamiteiten. Acknowledge heeft in de praktijk (door ontbrekende technische begrenzing) méér RAM actief (“powered on”) gebruikt dan was afgesproken, zonder dat via de overeengekomen procedure aan te vragen of de hogere prijs daarvoor te betalen. Het hof acht dat wanprestatie en veroordeelt Acknowledge tot betaling van € 494.462,39 aan schadevergoeding, plus buitengerechtelijke kosten en contractuele rente.

IT 5008

Kantonrechter Zwolle kent Volcano redelijk loon toe en wijst te late oplevering van website af

Rechtbank Overijssel 14 okt 2025, IT 5008; ECLI:NL:RBOVE:2025:6124 (Volcano tegen Mijninterieurwinkel), https://itenrecht.nl/artikelen/kantonrechter-zwolle-kent-volcano-redelijk-loon-toe-en-wijst-te-late-oplevering-van-website-af

Rb. Overijssel 14 oktober 2025, IT 5008; ECLI:NL:RBOVE:2025:6124 (Volcano tegen Mijninterieurwinkel). De kantonrechter van de Rechtbank Overijssel doet uitspraak in een geschil tussen Volcano B.V. en Mijninterieurwinkel.nl B.V. over de bouw van een website. Volcano heeft op 27 juni 2024 een factuur van € 22.385,00 voor “fase 1” gestuurd (21 functionaliteiten), waarvan € 9.250,00 is betaald; na beëindiging van de opdracht door Mijninterieurwinkel op 5 augustus 2024 vordert Volcano het restant van € 13.135,00. De rechter wijst nakoming af, omdat onduidelijk blijft welke concrete afspraken definitief voor fase 1 zijn gemaakt, en artikel 7:411 BW helpt Volcano niet omdat geen “bepaald loon” is overeengekomen. Wel kent de rechter op grond van artikel 7:405 BW een redelijk loon toe en stelt dat, gezien de toelichting op de afgeronde functionaliteiten en het uitblijven van verdere klachten na 19 juli 2024, gelijk aan het factuurbedrag; per saldo moet Mijninterieurwinkel € 13.135,00 betalen. De handelsrente van artikel 6:119a BW wordt afgewezen; in plaats daarvan is wettelijke rente ex artikel 6:119 BW verschuldigd vanaf de datum van het vonnis. Daarnaast moet Mijninterieurwinkel € 906,35 aan buitengerechtelijke incassokosten vergoeden en € 2.471,77 aan proceskosten in conventie.

IT 5005

Rechtbank Rotterdam wijst nakomingsvordering af vanwege voorwaardelijke crypto inleg en gesloten fonds

Rechtbank Rotterdam 17 sep 2025, IT 5005; ECLI:NL:RBROT:2025:12665 ([eiseres] tegen[gedaagde]), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-rotterdam-wijst-nakomingsvordering-af-vanwege-voorwaardelijke-crypto-inleg-en-gesloten-fonds

Rb. Rotterdam 17 september 2025, IT 5005; ECLI:NL:RBROT:2025:12665 ([eiseres] tegen [gedaagde]). Rechtbank Rotterdam wijst de vordering van [eiseres] B.V. af om [gedaagde] te laten betalen voor een beoogde investering in een crypto-fonds. Partijen kozen geldig voor de rechter te Rotterdam (Brussel I-bis art. 25) en voor Nederlands recht (Rome I art. 3). [gedaagde] tekende in aug. 2022 een subscription agreement voor USD 2,5 mln, maar uit de app- en e-mailwisselingen volgt dat hij pas zou inleggen nadat zijn Duitse belastingkwestie was afgerond. Het fonds startte op 1 september 2022, leed vervolgens flinke verliezen en werd medio 2023 gesloten; de belastingzaak was pas januari 2024 klaar. Toegepast op de Haviltex-maatstaf concludeert de rechtbank: deelname en betaling waren voorwaardelijk, en toen de voorwaarde vervuld raakte bestond het fonds niet meer. Betalen zonder tegenprestatie hoefde [gedaagde] niet te verwachten.

IT 4998

Ontwikkeling toeristenapp Bonaire: comparitie gelast in zaak TCB tegen Dot1

Overige instanties 27 aug 2025, IT 4998; ECLI:NL:OGEAA:2025:256 (TCB tegen Dot1), https://itenrecht.nl/artikelen/ontwikkeling-toeristenapp-bonaire-comparitie-gelast-in-zaak-tcb-tegen-dot1

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 27 augustus 2025, IT 4998; ECLI:NL:OGEAA:2025:256 (TCB tegen Dot1). TCB gaf Dot1 in oktober 2019 opdracht een toeristen-app voor Bonaire te ontwikkelen (fase 1 in circa 14 weken; totaal USD 34.980, volledig betaald). Omdat de app volgens TCB nooit ter beschikking is gesteld, ontbond zij de overeenkomst op 26 februari 2023 en vorderde terugbetaling; Dot1 stelde dat TCB steeds op de hoogte werd gehouden en (vervroegde) toegang had, terwijl de inschrijving als Apple-developer en publicatie via TCB’s eigen account cruciaal waren. De correspondentie laat langdurige vertraging zien, wél (gedeeltelijke) ontwikkeling en content-invoer in 2020, en contact tot april 2021; daarna volgden in 2022 mails en een meeting op 31 oktober 2022, maar nadien bleef een update uit. De door Dot1 genoemde e-mails van november 2022 zijn niet ontvangen vanwege een fout adres, zodat die buiten beschouwing blijven.

IT 4994

Bestuurder moet uitleg geven over verdwijnen van marketingbureau voordat rechter beslist over terugbetaling

Rechtbank Amsterdam 2 mei 2025, IT 4994; ECLI:NL:RBAMS:2025:6840 ([eiseres] tegen Mijn Mediamix Group en [gedaagde 2]), https://itenrecht.nl/artikelen/bestuurder-moet-uitleg-geven-over-verdwijnen-van-marketingbureau-voordat-rechter-beslist-over-terugbetaling

Rb. Amsterdam 2 mei 2025, IT 4994; ECLI:NL:RBAMS:2025:6840 ([eiseres] tegen Mijn Mediamix Group en [gedaagde 2]). De kantonrechter in Amsterdam behandelt een conflict tussen een ondernemer ([eiseres]) en een marketing/webbureau (Mijn Mediamix Group B.V.) en haar bestuurder ([gedaagde 2]). [eiseres] zegt: ik heb ruim € 9.700 betaald voor een website en online marketing, maar ik heb niets bruikbaars gekregen, dus ik wil mijn geld terug. Ze wil daarnaast ook dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt, omdat de vennootschap kort daarna uit het Handelsregister is uitgeschreven, waardoor zij haar vordering niet meer kan verhalen. [gedaagde 2] zegt dat zij wel aan de opdracht hebben gewerkt en dat de uitschrijving buiten zijn schuld lag (problemen met de boekhouder en de Belastingdienst).

IT 4984

Overeenkomst ten aanzien van ontwikkeling app ontbonden

Rechtbank Den Haag 20 aug 2025, IT 4984; ECLI:NL:RBDHA:2025:16216 (Job Finder tegen [gedaagde]), https://itenrecht.nl/artikelen/overeenkomst-ten-aanzien-van-ontwikkeling-app-ontbonden

Rb. Den Haag 20 augustus 2025, IT 4984; ECLI:NL:RBDHA:2025:16216 (Job Finder tegen [gedaagde]). Job Finder B.V. start een procedure tegen de softwareontwikkelaar [gedaagde] (h.o.d.n. [handelsnaam]) over een overeenkomst van 20 november 2023 voor het ontwikkelen van de app “JobFinder 1.0” met o.a. registratie, uren, facturatie, AI-chatbot en een werknemersportaal (prijs € 8.000 excl. btw). De feitelijke leiding bij opdrachtgever lag bij EuroFlex Logistics B.V., die de overeenkomst later aan Job Finder cedeert. Uit WhatsApp-correspondentie en partijenverklaringen blijkt dat in maart–mei 2024 nog diverse bugs bestaan (wachtwoord reset werkt niet goed, gebruikers worden uitgelogd, facturatie functioneert niet), ondanks herhaalde toezeggingen van [gedaagde] dat de app “binnen 48 uur” of “binnen 7 dagen” live kan. EuroFlex stelt [gedaagde] op 23 mei 2024 in gebreke; [gedaagde] betwist op 29 mei 2024 een tekortkoming, waarmee verzuim intreedt (art. 6:83 sub c BW). De rechtbank oordeelt dat geen fatale termijn is overeengekomen (de “1–3 maanden” is slechts een streefduur), maar dat de app niet voldoet aan de overeenkomst en [gedaagde] tekortschiet. EuroFlex heeft de overeenkomst op 31 mei 2024 rechtsgeldig ontbonden; wegens de ongedaanmakingsverplichting moet [gedaagde] het ontvangen bedrag van € 21.295,99 terugbetalen aan Job Finder, met wettelijke rente vanaf 23 juni 2024. Een waardevergoeding (art. 6:272 BW) is niet verschuldigd omdat de app geen waarde voor Job Finder heeft gehad en broncode/data niet zijn overgedragen.