DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 4680

Conlcusie AG over grootschalige marktplaatsoplichtingen

Hoge Raad 5 nov 2024, IT 4680; ECLI:NL:PHR:2024:1170 (Conclusie AG Hoge Raad), https://itenrecht.nl/artikelen/conlcusie-ag-over-grootschalige-marktplaatsoplichtingen

HR AG 5 november 2024, IT 4680; ECLI:NL:PHR:2024:1170 (Conclusie AG Hoge Raad) Strafrecht. Verdachte is door het hof veroordeeld wegens het medeplegen van oplichting, het medeplegen van een poging tot oplichting en het als leider deelnemen aan een criminele organisatie. Dit gebeurde door middel van het plaatsen van nepadvertenties op Marktplaats. Verdachte heeft twee klachten ingediend tegen deze veroordeling.

IT 4677

Toewijzing van identificerende gegevens en schorsing van Binance-account na beleggingsfraude

Rechtbank Den Haag 7 nov 2024, IT 4677; ECLI:NL:RBDHA:2024:18170 (eiseres tegen Binance), https://itenrecht.nl/artikelen/toewijzing-van-identificerende-gegevens-en-schorsing-van-binance-account-na-beleggingsfraude

Rb. Den Haag 7 november 2024, IT 4677, ECLI:NL:RBDHA:2024:18170 (eiseres tegen Binance) Eiseres heeft aangifte gedaan van beleggingsfraude en oplichting nadat zij in de zomer van 2024 via een datingplatform was overgehaald om te beleggen in cryptovaluta. Zij heeft in totaal € 186.000,- ingelegd, welke cryptovaluta uiteindelijk op een oplichtersplatform terechtkwamen en vervolgens werden overgemaakt naar een gebruikersaccount bij Binance. DataExpert B.V. heeft vastgesteld dat een deel van deze cryptovaluta op een specifiek Binance-account terecht is gekomen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eiseres rechtmatig belang heeft bij het verkrijgen van de identificerende gegevens van de klant van Binance, op wiens naam het gebruikersaccount staat. De vordering van eiseres om deze gegevens te verkrijgen wordt toegewezen op grond van artikel 843a Rv, omdat de bescheiden betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarbij de eiseres partij is. Daarnaast wordt het gebruikersaccount geschorst om te voorkomen dat de cryptovaluta zouden worden weggesluisd voordat een bodemvonnis is verkregen. De voorzieningenrechter acht het belang van eiseres om de fraudeur in rechte te kunnen betrekken zwaarder dan de privacybelangen van de klant van Binance.

IT 4674

Publiceren website in strijd met non-concurrentiebeding

Rechtbank Amsterdam 30 okt 2024, IT 4674; ECLI:NL:RBAMS:2024:6632 (I.F.H. tegen naam V.O.F), https://itenrecht.nl/artikelen/publiceren-website-in-strijd-met-non-concurrentiebeding

Rb. Amsterdam 30 oktober 2024, IT 4674; ECLI:NL:RBAMS:2024:6632 (I.F.H. tegen naam V.O.F.) Op 3 december 2020 werd een V.O.F. verkocht aan IFH voor waarbij een non-concurrentiebeding werd overeengekomen dat twee jaar zou duren. Tijdens deze periode een vergelijkbaar reviewplatform, door de V.O.F. online gezet. Hoewel de V.O.F. aanvoerde dat de website per ongeluk online was gezet en geen economische activiteiten verrichtte, oordeelt de rechtbank dat de enkele aanwezigheid van de website al een schending van het non-concurrentiebeding inhoudt. De rechtbank wijst de gevorderde boete van € 3.755.000 af als buitensporig en matigt deze tot € 200.000, mede omdat IFH geen aantoonbare schade heeft geleden en de boete anders de koopsom van de overgenomen onderneming zou overstijgen. De rechtbank oordeelt dat de klachtplicht van artikel 6:89 BW niet van toepassing is op deze zaak, omdat het hier gaat om niet-presteren in plaats van gebrekkig presteren. De rechtbank houdt rekening met het feit dat de gepubliceerde website geen serieuze concurrentie vormt aangezien er geen economische activiteiten plaatsvonden en er geen inkomsten werden gegenereerd.

IT 4667

Databankenrecht: ook in hoger beroep geen inbreuk op de hitlijsten van Stichting Nederlandse Top 40

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 nov 2024, IT 4667; ECLI:NL:GHARL:2024:6781 (Stichting Nederlandse Top 40 tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/databankenrecht-ook-in-hoger-beroep-geen-inbreuk-op-de-hitlijsten-van-stichting-nederlandse-top-40

Hof Arhnhem-Leeuwarden 5 november 2024, IEF 22368, IT 4667; ECLI:NL:GHARL:2024:6781 (De Stichting tegen geïntimeerde). In deze zaak gaat het om de vraag of de gedaagde met zijn wekelijkse publicatie van top 40-hitlijsten inbreuk maakt op de databankrechten van de Stichting. De Stichting beschuldigde de gedaagde eerst ook van inbreuk op haar merkrechten in de Benelux, maar tijdens de zitting kwamen ze tot een schikking hierover. Het hoger beroep richt zich nu alleen nog op de vraag of de Top 40-hitlijsten van de Stichting gezien kunnen worden als databanken volgens de Databankenwet, waarop gedaagde inbreuk zou maken door zijn publicaties. Het hof oordeelt dat dit niet het geval is en bevestigt het eerdere vonnis van de rechtbank. [zie IEF 21624].

IT 4644

Google mag advertenties voor doorschakeldienst weren

Hof 27 aug 2024, IT 4644; ECLI:NL:GHAMS:2024:2431 (Apellanten tegen Google), https://itenrecht.nl/artikelen/google-mag-advertenties-voor-doorschakeldienst-weren

Hof Amsterdam 27 augustus 2024, IT 4644; ECLI:NL:GHAMS:2024:2431 (Appellanten tegen Google). In deze zaak verzetten 1883 B.V. en 1843 B.V., aanbieders van telefoongids- en doorschakeldiensten, zich tegen het advertentieverbod en de opschorting van hun accounts door Google. Google Ads accepteerde aanvankelijk hun advertenties, maar voerde in maart 2020 een verbod in op advertenties voor doorschakeldiensten vanwege het risico op misleiding. Dit werd aangescherpt na klachten over hoge kosten voor consumenten die doorverbonden werden tegen een tarief van meer dan 1 euro per minuut. 1883 en 1843 beroepen zich in hoger beroep op het mededingingsrecht en stellen dat Google misbruik maakt van zijn machtspositie door hen oneerlijk te behandelen en hen zonder rechtvaardiging van de advertentiemarkt uit te sluiten. Het hof oordeelt dat Google geen misbruik maakt van zijn economische machtspositie en bekrachtigde het eerdere vonnis. Volgens het hof is het advertentieverbod gerechtvaardigd vanwege Google’s verantwoordelijkheid om consumenten tegen misleiding te beschermen en reputatieschade te vermijden. De klachten en misleidingsrisico's rechtvaardigen het verbod, dat een legitiem doel nastreeft en een proportionele maatregel is. Daarnaast hebben 1883 en 1843 onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Google het verbod specifiek inzet om concurrentie uit te sluiten. Hun beroep op rechtsverwerking en een vermeende vertrouwensbreuk faalde eveneens, omdat Google hun advertenties eerder al op basis van dezelfde voorwaarden had geweigerd. Het hof bevestigt dat Google, als dominante marktspeler, binnen het mededingingsrecht de vrijheid heeft om beleid te voeren dat verdergaat dan de minimale nationale regelgeving om consumentenbelangen te waarborgen.

IT 4629

Twijfel of online reisbureaus zich schuldig maken aan oneerlijke handelspraktijken

Rechtbank Den Haag 29 sep 2024, IT 4629; ECLI:NL:RBROT:2024:9494 (Reisbureaus tegen de ACM), https://itenrecht.nl/artikelen/twijfel-of-online-reisbureaus-zich-schuldig-maken-aan-oneerlijke-handelspraktijken

Rb Den Haag 29 september 2024, IT 4629; ECLI:NL:RBROT:2024:9494 (Reisbureaus tegen de ACM). De ACM heeft drie online reisbureaus lasten onder dwangsom opgelegd en heeft besloten die lasten te publiceren. Volgens de ACM maken de reisbureaus zich schuldig aan oneerlijke handelspraktijken door bij pakketreizen op de startprijzen een vanafprijs te vermelden die nog tijdens het boekingsproces opwaarts of neerwaarts kan wijzigen. De voorzieningenrechter begrijpt de toelichting van verzoeksters zo dat het verschil tussen de eerst getoonde vanafprijs en de prijs die na de prijscheck wordt getoond, wordt veroorzaakt door wijzigingen in de beschikbaarheid of de prijzen van de reiselementen die door de leveranciers van verzoeksters worden aangeboden. De eerst getoonde vanafprijs was op het moment dat de pakketreis op de website werd geplaatst juist en actueel, maar door wijzigingen in beschikbaarheid en door dynamic of fluid pricing door de leveranciers van de reiselementen, is deze prijs achterhaald. 

IT 4618

HvJ EU bevestigt miljardenboete voor Google wegens oneerlijke voordeelpositie

HvJ EU 10 sep 2024, IT 4618; ECLI:EU:C:2024:726 (Google Shopping), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-bevestigt-miljardenboete-voor-google-wegens-oneerlijke-voordeelpositie

HvJ EU 10 september 2024, IT 4618; ECLI:EU:C:2024:726 (Google Shopping). Het Hof heeft de boete van 2,4 miljard euro voor Google bevestigd vanwege machtsmisbruik door het bevoordelen van zijn eigen productvergelijkingsdienst ten koste van concurrenten. Google en moederbedrijf Alphabet hadden hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht, maar het Hof wees dit af. De zaak begon in 2017, toen de Europese Commissie Google strafte voor het prominenter tonen van resultaten van zijn eigen dienst in zoekresultaten, terwijl die van concurrenten minder zichtbaar waren en konden worden weggedrukt door Google's algoritmen. Dit gebeurde op markten in dertien Europese landen. In 2021 bevestigde het Gerecht deze boete grotendeels, maar stelde dat Google’s gedrag op de algemene zoekmarkt geen mededingingsbeperkende gevolgen had. Desondanks oordeelde het Hof nu dat Google door zijn machtspositie te misbruiken, oneerlijke concurrentie bevorderde, wat tegen de Europese mededingingsregels ingaat.

IT 4617

HvJ EU: Ierland verleende onrechtmatige staatssteun; Apple moet 13 miljard euro terugbetalen

HvJ EU 10 sep 2024, IT 4617; ECLI:EU:C:2024:724 (Commissie t. Ierland e.a.), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-ierland-verleende-onrechtmatige-staatssteun-apple-moet-13-miljard-euro-terugbetalen

HvJ EU 10 september 2024, IT 4617; ECLI:EU:C:2024:724 (Europese Commissie tegen Ierland e.a.). Het Hof heeft definitief uitspraak gedaan en bevestigt het besluit van de Europese Commissie uit 2016 dat Ierland Apple onrechtmatige staatssteun heeft verleend. Tussen 1991 en 2014 genoten Apple-vennootschappen belastingvoordelen via twee fiscale rulings die de belastbare winst in Ierland beperkten. De Commissie oordeelde dat deze voordelen, die gebaseerd waren op de behandeling van winsten uit intellectuele-eigendomslicenties, in strijd waren met de Europese staatssteunregels. Ierland moet daarom €13 miljard aan belastingvoordelen van Apple terugvorderen. In 2020 vernietigde het Gerecht het besluit van de Commissie, omdat het vond dat de Commissie onvoldoende had bewezen dat er sprake was van een selectief belastingvoordeel. Het Hof heeft nu die uitspraak herzien en het oordeel van de Commissie hersteld. Het Hof stelt dat de winsten uit Apple’s activiteiten buiten de Verenigde Staten terecht aan Ierland hadden moeten worden toegerekend voor belastingdoeleinden, en steunt daarmee de oorspronkelijke bevindingen van de Commissie.

IT 4603

Foto’s en video moeten van social media verwijderd worden

Rechtbank Rotterdam 8 aug 2024, IT 4603; ECLI:NL:RBROT:2024:7395 (Persoon A tegen persoon B), https://itenrecht.nl/artikelen/foto-s-en-video-moeten-van-social-media-verwijderd-worden

Vzr. Rb. Rotterdam 8 augustus 2024, IT 4603; ECLI:NL:RBROT:2024:7395 ([persoon A] tegen [persoon B]). Vonnis in verzet in kort geding. De zaak gaat over beschuldigingen op sociale media platform door persoon B over persoon A. Persoon A heeft een Stichting waar persoon B een tijd als vrijwilliger voor heeft gewerkt. Na een geschil waar de politie bij betrokken was legde persoon B deze werkzaamheden neer en heeft hierna persoon A op sociale media ervan beschuldigd dat zij de AVG zou schenden, haar aanstaande ex-man wil omleggen, een prostituee is en harddrugs en drank gebruikt. Hiertegen is persoon A een kort geding procedure begonnen waarin verstekvonnis is gewezen. Hierin is bepaald dat persoon B alle uitingen diende te verwijderen en een rectificatie moet plaatsen. Tegen dit vonnis komt persoon B in verzet.

IT 4598

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

Hoge Raad 5 jul 2024, IT 4598; ECLI:NL:PHR:2024:731 (DME tegen Inc), https://itenrecht.nl/artikelen/procureur-generaal-hoge-raad-over-de-gevolgen-van-vernietiging-op-verbeurde-dwangsommen-in-it-zaak

Hoge Raad 5 juli 2024, IEF 22179, IT 4598; ECLI:NL:PHR:2024:731 (DME tegen Inc). Eiser in deze zaak is DME en verweerder is Inc. Beide bedrijven houden zich bezig met het leveren van producten en diensten op het gebied van identiteitsbeveiliging van e-mailadressen. In januari 2016 hebben DME en Inc een overeenkomst gesloten met betrekking tot het gebruik en de distributie van de door Inc ontwikkelde software (hierna: de Inc-software). Op grond hiervan kreeg DME een eeuwigdurende licentie om de Inc-software te gebruiken en deze te verkopen, in ruil tegen toekenning van een optierecht aan Inc voor een meerderheidsbelang in DME. Op 13 juli 2018 heeft Inc toepassing gegeven aan haar optierecht en 50,01% van de aandelen in DME verkregen. Vanaf dat moment buigen DME en Inc zich samen over de ontwikkeling van de Inc-software, waarbij onder meer een uitgebreide versie van de Inc-software wordt ontwikkeld. Aanleiding tot het onderhavige geschil is de vraag bij wie het auteursrecht berust van deze uitgebreide versie. Het geschil heeft ertoe geleid dat Inc de samenwerking heeft stopgezet en DME de toegang tot haar systemen heeft ontnomen.