DOSSIERS
Alle dossiers

Privacy  

IT 4513

Conflict over geheimhoudingsbeding en teruggave bedrijfseigendommen

Rechtbank 13 mrt 2024, IT 4513; ECLI:NL:RBROT:2024:2311 (Eisers tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/conflict-over-geheimhoudingsbeding-en-teruggave-bedrijfseigendommen

Rb. Rotterdam 13 maart 2024, IT&R 4513; ECLI:NL:RBROT:2024:2311 (Eisers tegen gedaagden). Onderhavige zaak gaat over twee broers die samen met gedaagde voormalig medeaandeelhouders waren van de vennootschap van eisers. Na onderling conflict is een einde gekomen aan het aandeelhouderschap van de gedaagde. In de vaststellingovereenkomst heeft gedaagde zich verplicht bedrijfseigendommen van de eisers terug te geven en geheimhouding te betrachten. Volgens de eisers zijn deze verplichtingen niet nagekomen. Het beding zou overtreden zijn doordat een usb-stick met een geluidsopname niet is overhandigd. Eisers vorderen verklaring voor recht dat het geheimhoudingsbeding is geschonden en gedaagden te dwingen zich in de toekomst wel aan het beding te houden. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van het achterhouden van bedrijfseigendom. Het feit dat de advocaat nog beschikt over de opname, maakt dit niet anders, omdat de advocaat een wettelijke bewaarplicht heeft en dit niet betekent dat gedaagde zelf nog beschikt over de opname. Ook valt niet in te zien dat een door een aandeelhouder gemaakte geluidsopname waarin wordt gesproken over de vennootschap waarin hij aandeelhouder is, eigendom is van die vennootschap. De vordering betreffende het schenden van de geheimhoudingsplicht wordt ook afgewezen. In kort geding is door derden gesproken over een door gedaagde gemaakte geluidsopname. De inhoud hiervan is echter niet geopenbaard, waardoor niet valt in te zien dat gedaagde daarvan een verwijt kan worden gemaakt. Beide vorderingen worden afgewezen en eisers worden veroordeeld in de proceskosten.

IT 4512

Verzoek om inzage bij BKR terecht afgewezen

Rechtbank 14 mrt 2024, IT 4512; ECLI:NL:RBGEL:2024:1472 (Verzoeker tegen BKR), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-om-inzage-bij-bkr-terecht-afgewezen

Rb. Gelderland 14 maart 2024, IT&R 4512; ECLI:NL:RBGEL:2024:1472 (Verzoeker tegen BKR). Verzoeker is met de bank Santander een geldleningsovereenkomst aangegaan. Het krediet is in opdracht van Santander door BKR geregistreerd in het CKI. Vervolgens is in het CKI registratie gedaan van betalingsachterstand. Verzoeker heeft inzage gevraagd bij het BKR. BKR heeft bij brief aangegeven dat zij geen inzage kan geven in de door haar gevraagde documenten, omdat BKR niet over deze gegevens beschikt en niet gehouden is om die gegevens bij Santander op te vragen. Aan de hand hiervan verzoekt verzoeker bij de rechtbank dat BKR bevelen wordt inzage te geven en baseert dit op het inzagerecht neergelegd in artikel 15 AVG. Het inzagerecht van artikel 15 AVG is echter gericht tot de verwerkingsverantwoordelijke als adressaat van de daarin genoemde verplichtingen en heeft betrekking op de gegevens die door of ten behoeve van een verwerkingsverantwoordelijke waartoe een inzageverzoek wordt gericht daadwerkelijk worden verwerkt. De rechtbank maakt op dat verzoeker ook inzage wil hebben in bijvoorbeeld kredietovereenkomsten met Santander. Verzoeker heeft niet voldoende gemotiveerd kunnen stellen dat dat BKR ook verwerkingsverantwoordelijke is met betrekking tot niet door haar maar alleen door Santander verwerkte persoonsgegevens. De verzoeken worden afgewezen.

IT 4511

HvJ EU: Verplicht vingerafdrukken op ID-kaarten opnemen toegestaan

HvJ EU 21 mrt 2024, IT 4511; ECLI:EU:C:2024:251 (RL tegen Landeshauptstadt Wiesbaden), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-verplicht-vingerafdrukken-op-id-kaarten-opnemen-toegestaan

HvJ EU 21 maart 2024, IT&R 4511; ECLI:EU:C:2024:251 (RL tegen Landeshauptstadt Wiesbaden). Een Duitse staatsburger uit de stad Wiesbaden komt op tegen de weigering van de stad hem een nieuwe identiteitskaart te geven waarin zijn vingerafdrukken niet zijn opgenomen. De stad weigerde dit wegens de Europese verordening waarin vastgelegd staat dat iedereen die een identiteitskaart aanvraagt, verplicht is zijn vingerafdrukken af te leggen. De Duitse rechter vraagt aan het Hof of de verordening van de Unie die voorziet in de verplichting om in het opslagmedium van identiteitskaarten twee vingerafdrukken op te nemen, geldig is met inachtneming van privacybelangen.

IT 4500

HvJ EU: risico op identificatie natuurlijke persoon door persbericht

HvJ EU 7 mrt 2024, IT 4500; ECLI:EU:C:2024:215 (Rekwirante tegen de Europese Commissie), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-risico-op-identificatie-natuurlijke-persoon-door-persbericht

HvJ EU 7 maart 2024, IT&R 4500; ECLI:EU:C:2024:215 (Rekwirante tegen Europese Commissie). Rekwirante is een academisch onderzoekster en kreeg via de Europese Onderzoeksraad een subsidie voor haar project bij de Aristoteles-universiteit. De universiteit heeft na voltooiing van het project (onder meer) de personeelskosten gedeclareerd bij het ERCEA. Het ERCEA stelde dat het bedrag niet subsidiabel was en heeft het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) ingeschakeld. OLAF heeft onderzoek gedaan en een persbericht gepubliceerd over de fraudezaak. Rekwirante vordert aan de hand van dit persbericht immateriële schadevergoeding. Zij stelt dat OLAF de bepalingen van verordening 2018/1725 betreffende de bescherming van persoonsgegevens heeft geschonden.

IT 4497

Europol en lidstaat hoofdelijk aansprakelijk voor onrechtmatige gegevensverwerking

HvJ EU 5 mrt 2024, IT 4497; ECLI:EU:C:2024:202 (Kočner tegen Europol), https://itenrecht.nl/artikelen/europol-en-lidstaat-hoofdelijk-aansprakelijk-voor-onrechtmatige-gegevensverwerking

HvJ EU 5 maart 2024, IT&R 4497, ECLI:EU:C:2024:202 (Kočner tegen Europol). Naar aanleiding van de moord op een Slowaakse journalist en zijn verloofde is door Slowaakse autoriteiten een uitgebreid onderzoek gestart. Op verzoek van deze autoriteiten heeft Europol gegevens die waren opgeslagen op twee mobiele telefoons behorend tot Marian Kočner overhandigd. Europol gaf bovendien in een van zijn rapporten aan dat Kočner in hechtenis zat en dat zijn naam in verband werd gebracht met “maffialijsten”. Kočner vordert van Europol €100.000,- immateriële schadevergoeding wegens schade die hij stelt te hebben geleden door de onrechtmatige verwerking van zijn gegevens. Het Gerecht heeft dit beroep verworpen, omdat Kočner niet bewezen zou hebben dat er een oorzakelijk verband bestond tussen de gestelde schade en het gedrag van Europol, evemin dat de "maffialijsten” door Europol waren opgesteld en werden bijgehouden. Kočner heeft hogere voorziening ingesteld bij het Hof.

IT 4498

Arrest HvJ EU inzake de online veiling van persoonsgegevens

HvJ EU 7 mrt 2024, IT 4498; ECLI:EU:C:2024:214 (IAB Europe tegen Gegevensbeschermingsautoriteit), https://itenrecht.nl/artikelen/arrest-hvj-eu-inzake-de-online-veiling-van-persoonsgegevens

HvJ EU 7 maart 2024, IT&R 4498; ECLI:EU:C:2024:214 (IAB Europe tegen Gegevensbeschermingsautoriteit). Het Real Time Bidding-fenomeen is – kortgezegd – een vorm van adverteren waarmee digitale advertenties rechtstreeks kunnen worden gekocht en verkocht. Er vindt een "realtime" veiling plaats waarbij het hoogste bod in de veiling zijn advertentie weergegeven krijgt op betreffend medium. Gebruikers van het medium zullen eerst toestemming moeten geven aan de aanbieder van de website of applicatie voordat hun persoonsgegevens worden verzameld voor (meestal) marketing- en reclamedoeleinden. IAB Europe is een vereniging zonder winstoogmerk die de ondernemingen van de sector van digitale reclame en marketing vertegenwoordigt op Europees niveau. Zij heeft een oplossing uitgewerkt waarvan zij stelt dat deze dat veilingsysteem in overeenstemming kan brengen met de AVG. De voorkeuren van de gebruikers worden hierbij gecodeerd en opgeslagen in een zogenaamd “Transparency and Consent String” (TC-string) die vervolgens gedeeld wordt met makelaars in persoonsgegevens en reclameplatformen. Ook wordt een cookie op het toestel van de gebruiker geplaatst. Deze kan dan met de TC-string gekoppeld worden aan het IP-adres van de gebruiker. De Belgische autoriteit heeft geoordeeld dat de TC-string een persoonsgegeven in de zin van de AVG vormt en dat IAB als verwerkingsverantwoordelijke onrechtmatig heeft gehandeld. IAB Europe betwist dit en heeft hoger beroep ingesteld bij het hof van beroep Brussel (België), dat prejudiciële vragen heeft voorgelegd aan het Hof.

IT 4496

A-G: databanken met persoonsgegevens mogen onder voorwaarden verkocht worden

HvJ EU 22 feb 2024, IT 4496; ECLI:EU:C:2024:162 (I. sp. z o. o. tegen M.W.), https://itenrecht.nl/artikelen/a-g-databanken-met-persoonsgegevens-mogen-onder-voorwaarden-verkocht-worden

HvJEU AG 22 februari 2024, IT&R 4496; ECLI:EU:C:2024:162 (I. sp. z o. o. tegen M. W.). De in Polen gevestigde vennootschap I. (hierna: verzoekster) heeft een schuldvordering tegen de vennootschap NMW. Verzoekster is ter inning van deze vordering een tenuitvoerleggingsprocedure ingeleid. Volgens de rechter moet de vraag worden beantwoord of de door NMW gecreëerde databanken met persoonsgegevens in het kader van een tenuitvoerleggingsprocedure kunnen worden overgedragen. Bij een bevestigend antwoord zou het beroep in het hoofdgeding namelijk worden verworpen. De Poolse rechter stelt de volgende prejudiciële vraag:

„Moet artikel 5, lid 1, onder a), [AVG] juncto artikel 6, lid 1, onder a), c) en e), en lid 3, [AVG] aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling die in het kader van een procedure van gedwongen tenuitvoerlegging de verkoop toestaat van een databank in de zin van artikel 1, lid 2, van [richtlijn 96/9] met persoonsgegevens, wanneer de personen op wie die gegevens betrekking hebben niet met een dergelijke verkoop hebben ingestemd?”

IT 4495

Defam schendt privacyregels door onrechtmatige registratie

Hof 5 mrt 2024, IT 4495; ECLI:NL:GHARL:2024:1639 (Appellanten tegen Defam B.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/defam-schendt-privacyregels-door-onrechtmatige-registratie

Hof Arnhem Leeuwarden 5 maart 2024, IT&R 4495; ECLI:NL:GHARL:2024:1639 (Appellanten tegen Defam B.V.). Defam B.V. (Defam) heeft in 2017 een kredietaanvraag ontvangen van betrokkene voor een persoonlijke lening van € 45.500,-. Na onderzoek en navraag bij de ING bank, heeft Defam ontdekt dat de gegevens (salarisbijschrijvingen) incorrect zijn. Ingevolge deze ontdekking heeft Defam betrokkene geregistreerd in het incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (hierna: EVR) en is een strafrechtelijke vervolging gestart die tot een veroordelend vonnis heeft geleid. Uiteindelijk is betrokkene vrijgesproken. Het vonnis had geleid tot blokkering van de betaalrekeningen van betrokkene bij de ING bank. Betrokkene doet aan de hand hiervan beroep op de onrechtmatige daad en vordert schadevergoeding wegens schending van de AVG door het onterecht registreren en/of het ten onrechte langer handhaven van de persoonsgegevens van betrokken en haar echtgenoot in het incidentenregister en/of het EVR. De bodemrechter heeft een afwijzende vonnis gewezen waartegen appellanten in hoger beroep zijn gegaan.

IT 4492

President van Suriname bestrijdt gebruik portret voor boek over corruptie

Rechtbank 6 mrt 2024, IT 4492; ECLI:NL:RBROT:2024:1770 (de President tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/president-van-suriname-bestrijdt-gebruik-portret-voor-boek-over-corruptie

Rb. Rotterdam 6 maart 2024, IEF 21941, IT&R 4492; ECLI:NL:RBROT:2024:1770 (de President tegen gedaagden). De president van Suriname (eiser) is afgebeeld op de voorkant en pagina 11 (onder het kopje “de hoofdrolspelers”) van een boek over corruptie in regeringskringen en door bekende personen. Het boek is geschreven door gedaagde en gepubliceerd door de vrouw van gedaagde (hierna samen: gedaagden). De geschetste context in het boek zou ten onrechte de suggestie wekken dat de president corrupt zou zijn, aldus de president. De president vordert onder meer een publicatieverbod. De voorzieningenrechter acht de president ontvankelijk wegens zijn spoedeisend belang bij de publicatie van de nieuwe druk. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het onderwerp van betreffend boek van algemeen belang. Gezien het bestaan van dit belang bestaat er ook een hoog niveau van journalistieke vrijheid. De president moet onder omstandigheden gedogen dat zijn portret wordt gebruikt voor dergelijke onderwerpen. Het gebruik van zijn portret kan zodoende niet aangemerkt worden als onnodig diffamerend en daarmee buitensporig. Van ongerechtvaardigde inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de president is dus geen sprake; de vordering wordt afgewezen.

IT 4491

Ex-partner verstuurt privacyschendende e-mails naar zakenrelaties

Rechtbank 28 feb 2024, IT 4491; ECLI:NL:RBGEL:2024:976 (Gezamenlijke eisers tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/ex-partner-verstuurt-privacyschendende-e-mails-naar-zakenrelaties

Rb. Gelderland 28 februari 2024, IT&R 4491; ECLI:NL:RBGEL:2024:976 (Gezamenlijke eisers tegen gedaagde). Eiser (aandeelhouder en bestuurder van Traiteur en Brasserie) en gedaagde hebben een affectieve relatie met elkaar gehad, waarvan begin september 2022 beëindiging definitief werd. Gedaagde heeft ten gevolge van de relatiebreuk vanuit het e-mailaccount van eiser vertrouwelijke en privacygevoelige e-mailberichten verstuurd naar 81 zakelijke relaties (zie citaat). Eiser vordert immateriële schadevergoeding. Gedaagde betwist dit en voert aan dat haar handelen het gevolg is van het door eiser doorgestuurde compromitterende foto’s van gedaagde. Ook zou eiser hebben meegedeeld dat hij informatie over haar wil openbaar maken om haar te beschadigen. Verder beroept ze zich op eigen schuld, onder meer omdat hij zijn cyberbeveiliging niet op orde had. Ze stelt dat sprake is van ‘civiel noodweerexces’ en psychische overmacht.