DOSSIERS
Alle dossiers

Privacy  

IT 4813

Conclusie A-G: Bewaring van kopie paspoort door creditcardmaatschappij is geen verwerking van biometrische gegevens

Hoge Raad 21 feb 2025, IT 4813; ECLI:NL:PHR:2025:260 (Eiser tegen ICS), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-bewaring-van-kopie-paspoort-door-creditcardmaatschappij-is-geen-verwerking-van-biometrische-gegevens

Conclusie A-G HR 21 februari 2025, IT 4813, LSR 2282; ECLI:NL:PHR:2025:260 (Eiser tegen ICS). Deze zaak draait om een natuurlijk persoon om principiele redenen weigert om in te gaan op een verzoek op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft). Het verzoek kwam van creditcardmaatschappij International Card Services (hierna: ICS), die in het kader van hernieuwd cliëntenonderzoek eiser heeft gevraagd om een kopie van haar paspoort met foto. ICS bewaart ontvangen kopieën, maar eiser wil hier niet aan meewerken. ICS heeft de overeenkomst met eiser daarom opgezegd. Dit leidde tot een procedure waarin het hof uiteindelijk heeft geoordeeld dat ICS de creditcardovereenkomst mocht opzeggen [zie IT 4806]. In cassatie betoogt eiser dat het door ICS toegepaste (her)identificatieproces, een verwerking van biometrische gegevens is. Ook meent eiser dat artikel 33 van de Wwft aan financiële ondernemingen geen wettelijke grondslag biedt voor het bewaren van een kopie van een identiteitsbewijs met pasfoto. ICS voert verweer en stelt dat eiser geen belang heeft bij haar rechtsklachten. De A-G concludeert tot verwerping van het beroep en ziet geen aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen. 

IT 4810

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn.

Stripe moet online-handelaar identificeren en proceskosten vergoeden, ondanks doelbinding AML-cliëntenonderzoek.

Rechtbank Gelderland 24 feb 2025, IT 4810; ECLI:NL:RBGEL:2025:1815 (Verzoeker tegen Stripe), https://itenrecht.nl/artikelen/stripe-moet-online-handelaar-identificeren-en-proceskosten-vergoeden-ondanks-doelbinding-aml-clientenonderzoek

Rb. Gelderland 24 februari 2025, IT 4810; ECLI:NL:RBGEL:2025:1815 (Verzoeker tegen STRIPE). Stripe is actief in Nederland als betaaldienstverlener en faciliteert elektronische betalingen. Op 5 februari 2024 heeft verzoeker via de webshop vanzetten-amsterdam.com goederen besteld en betaald via iDeal, een betaalmethode ondersteund door Stripe. De goederen zijn niet geleverd en de webshop is offline.Verzoeker heeft een verzoek ingediend bij Stripe op grond van de AVG om informatie over de webshop te ontvangen. Stripe heeft de gevraagde gegevens niet verstrekt. In deze procedure verzoekt verzoeker de rechtbank om Stripe te veroordelen tot het verstrekken van de identiteit van de webshop aan wie zijn persoonsgegevens zijn verstrekt, op grond van artikel 15 AVG. Subsidiair verzoekt hij de informatie te verkrijgen via artikel 843a Rv. Hij stelt dat de webshop zijn persoonsgegevens onrechtmatig heeft verwerkt door zijn identiteit verborgen te houden en dat Stripe als betaaldienstverlener deze identiteit kent en inzage moet geven. 

IT 4806

Opzegging creditcard-overeenkomst omdat de klant weigert mee te werken aan identificatie

Gerechtshof Amsterdam 5 mrt 2025, IT 4806; ECLI:NL:GHAMS:2024:419 (Appellante tegen ICS), https://itenrecht.nl/artikelen/opzegging-creditcard-overeenkomst-omdat-de-klant-weigert-mee-te-werken-aan-identificatie

Hof Amsterdam 5 maart 2024, IT 4806, LSR 2281; ECLI:NL:GHAMS:2024:419 (Appellante tegen ICS). Partijen, appellante en International Card Services (hierna: ICS), hebben in 2008 een creditcardovereenkomst gesloten. In 2020 verzocht ICS appellante om zich online te identificeren, maar zij heeft hier niet op gereageerd. Uiteindelijk blokkeerde ICS de creditcard en kondigde aan de overeenkomst op te zeggen. Als reactie hierop startte appellante deze procedure en stelde zij een groot aantal vorderingen in. De kantonrechter verklaarde appellante voor een deel van haar vorderingen niet-ontvankelijk en wees de overige af. In hoger beroep legde appellante zich neer bij een deel van het vonnis, handhaafde zij enkele vorderingen en wijzigde zij haar eis gedeeltelijk. Zo vordert zij onder meer heractivatie van haar creditcard, een vergoeding voor de periode dat deze geblokkeerd was en een verbod voor ICS om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. De meeste grieven richten zich tegen het oordeel dat ICS de overeenkomst mocht opzeggen, omdat appellante niet meewerkte aan haar identiteitsvaststelling.

IT 4802

Beroep na afwijzing inzageverzoek persoonsgegevens ongegrond ondanks motiveringsgebrek

Rechtbank Midden-Nederland 14 jan 2025, IT 4802; ECLI:NL:RBMNE:2025:552 (Eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik), https://itenrecht.nl/artikelen/beroep-na-afwijzing-inzageverzoek-persoonsgegevens-ongegrond-ondanks-motiveringsgebrek

Rb. Midden-Nederland 14 januari 2025, IT 4802; ECLI:NL:RBMNE:2025:552 (Eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik). Eiser verzocht op 6 oktober 2022 om inzage in zijn persoonsgegevens op grond van artikel 15 AVG. Het college vroeg hem op 19 oktober 2022 om zijn verzoek te preciseren, maar eiser hield vast aan een breed verzoek. Na ingebrekestellingen besloot het college op 30 januari 2023 een algemene zoekslag te doen en verstrekte schermprints en een overzicht van de verwerking van zijn gegevens. Eiser stelde opnieuw in gebreke op 23 augustus 2023 wegens het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar. Het college verklaarde het bezwaar op 5 september 2023 ongegrond, waarna eiser beroep instelde. De rechtbank behandelde de zaak op 14 januari 2025, maar eiser verscheen niet. Aangezien hij de uitnodiging had ontvangen en hiervoor had getekend, werd hij correct opgeroepen. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is.

IT 4796

Minister moet inzageverzoek FSV opnieuw beoordelen

Rechtbank Midden-Nederland 6 dec 2024, IT 4796; ECLI:NL:RBMNE:2024:7507 (Eiser tegen de minister van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/minister-moet-inzageverzoek-fsv-opnieuw-beoordelen

Vzr. Rb. Midden-Nederland 6 december 2025, IT 4796; ECLI:NL:RBMNE:2024:7507 (Eiser tegen de minister van Financiën). Eiser heeft om inzage in zijn persoonsgegevens die zijn geregistreerd in de Fraude Signalerings Voorziening (FSV) verzocht. De minister weigerde aanvankelijk om de redenen voor de registratie te verstrekken, op grond van artikel 23 van de AVG. De rechtbank oordeelt in dit kort geding dat de minister de noodzaak van deze beperking niet voldoende toelicht en dat het besluit onzorgvuldig is genomen. De rechtbank stelt hierbij dat het recht op inzage in persoonsgegevens, zoals vastgelegd in artikel 15 van de AVG, niet absoluut is, maar dat beperkingen strikt noodzakelijk moeten zijn en goed gemotiveerd moeten worden. De minister heeft onvoldoende onderbouwd dat de bescherming van een externe de reden is voor de beperking. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de eiser, waaronder zijn professionele reputatie en de mogelijke impact op zijn cliënten, onvoldoende zijn meegewogen. Daarnaast stelt eiser dat de registratie mogelijk verband houdt met een melding van de maatschap waarin hij werkzaam is. De minister betoogt dat de AVG niet van toepassing is op de maatschap, maar de rechtbank wijst erop dat een maatschap geen rechtspersoon is en dat de verstrekte gegevens wel degelijk naar de eiser herleidbaar kunnen zijn. De rechtbank draagt de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de eiser en de noodzaak van eventuele beperkingen beter moeten worden gemotiveerd.

IT 4793

Beoordeling van inzageverzoek onder de AVG: rechtbank verklaart beroep ongegrond

Rechtbank Amsterdam 19 sep 2024, IT 4793; ECLI:NL:RBAMS:2024:5789 (Eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen), https://itenrecht.nl/artikelen/beoordeling-van-inzageverzoek-onder-de-avg-rechtbank-verklaart-beroep-ongegrond

Rb. Amsterdam 19 september 2024, IT 4793; ECLI:NL:RBAMS:2024:5789 (Eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen). Deze zaak gaat over het beroep van eiser tegen de beslissing op zijn verzoek om inzage in zijn persoonsgegevens op basis van artikel 15 van de AVG. Eiser werkte in maart 2022 bij Duo+, een uitvoeringsorganisatie voor gemeenten, waaronder Diemen. Hij stelt dat verweerder en/of Duo+ informatie over hem heeft verzameld. Kort daarna werd zijn dienstverband beëindigd om voor hem onduidelijke redenen. Eiser heeft meerdere inzageverzoeken ingediend op basis van de AVG en de Wet open overheid. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen, heeft op 28 september 2023 een besluit genomen over dit verzoek. Verweerder stuurde eiser een overzicht van de aanwezige persoonsgegevens. Een deel van de gegevens werd niet verstrekt op basis van uitzonderingsgronden in artikel 41, eerste lid, onder d, h en i van de Uitvoeringswet AVG. Deze gegevens zouden inzicht geven in strategieën en maatregelen tegen fraude. Na bezwaar van eiser heeft verweerder dit besluit op 22 februari 2024 gehandhaafd, mede op advies van de bezwaaradviescommissie. De commissie meent dat het niet verstrekken van deze gegevens noodzakelijk is om strafbare feiten te voorkomen.

IT 4792

Uitspraak ingesturud door mr. X.W. Koehoorn.

Betaaldienstverlener Stripe moet identificerende gegevens wanpresterende webshopeigenaar afgeven aan koper

Rechtbank Den Haag 19 dec 2024, IT 4792; ECLI:NL:RBDHA:2024:23100 (Verzoekster tegen Stripe), https://itenrecht.nl/artikelen/betaaldienstverlener-stripe-moet-identificerende-gegevens-wanpresterende-webshopeigenaar-afgeven-aan-koper

Rb. Den Haag 19 december 2024, IT 4792; ECLI:NL:RBDHA:2024:23100 (Verzoekster tegen Stripe). In deze zaak wordt Stripe, een betaaldienstverlener, veroordeeld tot afgifte van gegevens van een webshop aan verzoekster. De feiten zijn als volgt. Verzoekster heeft op 2 december 2022 een bestelling geplaatst ter waarde van iets minder dan honderd euro bij een webshop. Het gekochte goed is niet geleverd. Bij de aankoop hiervan heeft verzoekster gebruikgemaakt van de betalingsdiensten van Stripe. In april 2024 heeft verzoekster op grond van artikel 15 lid 1 onder c AVG aan Stripe informatie over de webshop verzocht, zoals het handelsregisternummer, de handelsnaam en het vestigingsadres van de webshop. Stripe zag geen aanleiding om op grond van de AVG meer gegevens te verstrekken dan het e-mailadres en de website. Dit verzoekt verzoekster nu bij de rechtbank, aangezien zij een rechtsvordering wil instellen tegen de webshop. Stripe is bereid mee te werken, maar kan zich niet vinden in de door verzoekster gekozen wettelijke grondslag en stelt dat zij geen verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van art. 15 AVG. Op grond van art. 843a Rv zou dit volgens Stripe wel kunnen. De rechtbank vult op grond van art. 25 Rv de rechtsgrond aan. Aan de voorwaarden van afgifte die volgen uit art. 843a Rv is voldaan en dus moet moet Stripe het handelsregisternummer, de handelsnaam, het vestigingsadres van de webshop en de volledige naam van de natuurlijk persoon die de eigenaar is van de webshop verstrekken.

IT 4791

Uitspraak ingezonden door Lotte van Schuylenburch, Boekx.

'Massadonor' moet YouTube-video’s over zijn donorkinderen en hun ouders verwijderen

Rechtbank Den Haag 25 feb 2025, IT 4791; ECLI:NL:RBDHA:2025:2546 ((Eiseres en Stichting Donorkind Den Haag tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/massadonor-moet-youtube-video-s-over-zijn-donorkinderen-en-hun-ouders-verwijderen

Rb. Den Haag 25 februari 2025, IEF 22558, IT 4791;ECLI:NL:RBDHA:2025:2546 (Eiseres en Stichting Donorkind Den Haag tegen gedaagde). De feiten van deze zaak zullen velen niet zijn ontgaan. Gedaagde is sinds 2007 actief als spermadonor. Met zijn sperma zijn minimaal 550 kinderen verwekt. Eisers zijn de Stichting Donorkind Den Haag (hierna: de Stichting) en eiseres (samen: de Stichting c.s.), procederend voor zichzelf en als wettelijke vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon. De spermadonatie van gedaagde heeft geresulteerd in de geboorte van de zoon van eiseres. In 2024 heeft Netflix een documentaire over het donorschap van gedaagde uitgebracht. Hierin komen enkele ouders, waaronder eiseres, aan het woord. Gedaagde wilde niet meewerken aan deze documentaire. Na het verschijnen van de documentaire heeft gedaagde zich door verschillende media laten interviewen, en heeft hij ook zelf een aantal YouTube-video’s geplaatst. Hierin reageert hij op de uitlatingen die gedaan werden door de betrokken ouders. Hij richt zich dan direct en indirect tot zijn donorkinderen en hun ouders, en probeert ze te beïnvloeden met adviezen. In dit kort geding vorderen de Stichting c.s. primair gedaagde te gebieden zijn YouTube-kanaal te verwijderen, subsidiair alle video’s vanaf juli 2021 te verwijderen, en meer subsidiair een aantal video’s te verwijderen. Ook vorderen zij dat gedaagde verboden wordt om in welke vorm dan ook uitlatingen te doen over het donorschap, de donorkinderen en hun ouders.  

IT 4787

Minister van Financiën moet BSN-nummers verwijderen uit ambtenarentabel

Rechtbank Midden-Nederland 8 jan 2025, IT 4787; ECLI:NL:RBMNE:2025:91 (Eisers tegen Minister van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/minister-van-financien-moet-bsn-nummers-verwijderen-uit-ambtenarentabel

Rb. Midden-Nederland 8 januari 2025, IT 4787;ECLI:NL:RBMNE:2025:91 (Eisers tegen Minister van Financiën). Vijf eisers hebben op 14 februari 2023 een verwijderingsverzoek ingediend op grond van artikel 17 van de AVG. Dit verzoek ziet op verwijdering van de BSN-nummers van eisers uit de ambtenarentabel. Het verzoek werd door de minister afgewezen. De ambtenarentabel was een instrument om de fiscale integriteit te waarborgen door medewerkers van het ministerie van Financiën en de Belastingdienst te identificeren. De tabel bevatte BSN-nummers van ambtenaren, hun fiscale partners en hun kinderen. Inmiddels is de tabel niet meer operationeel, maar er wordt wel een kopie van 2020 bewaard in een digitale kluis. Eisers voeren aan dat hun BSN-nummers onterecht in deze tabel staan. De minister heeft geen gerechtvaardigd belang bij het bewaren van de persoonsgegevens en mocht het verzoek om de BSN-nummers te verwijderen dan ook niet afwijzen. 

IT 4781

Verzoek verwijderen van de registratie bij het BKR en schadevergoeding afgewezen

Rechtbank Amsterdam 17 jan 2025, IT 4781; ECLI:NL:RBAMS:2025:882 (Eiser tegen Hoist), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-verwijderen-van-de-registratie-bij-het-bkr-en-schadevergoeding-afgewezen

Rb. Amsterdam 17 januari 2025, IT 4781; ECLI:NL:RBAMS:2025:882 (Eiser tegen Hoist). In juli 2008 sloot eiser een doorlopend krediet van € 28.000 af bij DNV (later Hoist), maar vanaf januari 2010 ontstonden betalingsproblemen, wat leidde tot een achterstand. DNV registreerde in december 2014 een achterstandscode A in het BKR en in april 2015 een bijzonderheidscode 2, wat duidt op een opeisbare vordering. In januari 2016 diende eiser een klacht in bij het Kifid over het krediet, maar deze werd in augustus 2016 afgewezen. In maart 2021 trad eiser toe tot de WSNP, wat in maart 2024 succesvol werd afgerond, waarna Hoist de vordering grotendeels afschreef en een bijzonderheidscode 3 registreerde, die tot maart 2029 zichtbaar blijft. Op 17 april 2024 verzocht eiser Hoist om de registratie te verwijderen, maar dit verzoek werd afgewezen. Eiser vordert in deze procedure de doorhaling van de registratie bij het BKR te Tiel, alsmede een schadevergoeding ter hoogte van € 10.500 inclusief de wettelijke rente over het gevorderde bedrag vanaf 5 juli 2024 en veroordeling van Hoist in de proceskosten en nakosten.