DOSSIERS
Alle dossiers

Mededingingsrecht  

IT 4644

Google mag advertenties voor doorschakeldienst weren

Hof 27 aug 2024, IT 4644; ECLI:NL:GHAMS:2024:2431 (Apellanten tegen Google), https://itenrecht.nl/artikelen/google-mag-advertenties-voor-doorschakeldienst-weren

Hof Amsterdam 27 augustus 2024, IT 4644; ECLI:NL:GHAMS:2024:2431 (Appellanten tegen Google). In deze zaak verzetten 1883 B.V. en 1843 B.V., aanbieders van telefoongids- en doorschakeldiensten, zich tegen het advertentieverbod en de opschorting van hun accounts door Google. Google Ads accepteerde aanvankelijk hun advertenties, maar voerde in maart 2020 een verbod in op advertenties voor doorschakeldiensten vanwege het risico op misleiding. Dit werd aangescherpt na klachten over hoge kosten voor consumenten die doorverbonden werden tegen een tarief van meer dan 1 euro per minuut. 1883 en 1843 beroepen zich in hoger beroep op het mededingingsrecht en stellen dat Google misbruik maakt van zijn machtspositie door hen oneerlijk te behandelen en hen zonder rechtvaardiging van de advertentiemarkt uit te sluiten. Het hof oordeelt dat Google geen misbruik maakt van zijn economische machtspositie en bekrachtigde het eerdere vonnis. Volgens het hof is het advertentieverbod gerechtvaardigd vanwege Google’s verantwoordelijkheid om consumenten tegen misleiding te beschermen en reputatieschade te vermijden. De klachten en misleidingsrisico's rechtvaardigen het verbod, dat een legitiem doel nastreeft en een proportionele maatregel is. Daarnaast hebben 1883 en 1843 onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Google het verbod specifiek inzet om concurrentie uit te sluiten. Hun beroep op rechtsverwerking en een vermeende vertrouwensbreuk faalde eveneens, omdat Google hun advertenties eerder al op basis van dezelfde voorwaarden had geweigerd. Het hof bevestigt dat Google, als dominante marktspeler, binnen het mededingingsrecht de vrijheid heeft om beleid te voeren dat verdergaat dan de minimale nationale regelgeving om consumentenbelangen te waarborgen.

IT 4629

Twijfel of online reisbureaus zich schuldig maken aan oneerlijke handelspraktijken

Rechtbank Den Haag 29 sep 2024, IT 4629; ECLI:NL:RBROT:2024:9494 (Reisbureaus tegen de ACM), https://itenrecht.nl/artikelen/twijfel-of-online-reisbureaus-zich-schuldig-maken-aan-oneerlijke-handelspraktijken

Rb Den Haag 29 september 2024, IT 4629; ECLI:NL:RBROT:2024:9494 (Reisbureaus tegen de ACM). De ACM heeft drie online reisbureaus lasten onder dwangsom opgelegd en heeft besloten die lasten te publiceren. Volgens de ACM maken de reisbureaus zich schuldig aan oneerlijke handelspraktijken door bij pakketreizen op de startprijzen een vanafprijs te vermelden die nog tijdens het boekingsproces opwaarts of neerwaarts kan wijzigen. De voorzieningenrechter begrijpt de toelichting van verzoeksters zo dat het verschil tussen de eerst getoonde vanafprijs en de prijs die na de prijscheck wordt getoond, wordt veroorzaakt door wijzigingen in de beschikbaarheid of de prijzen van de reiselementen die door de leveranciers van verzoeksters worden aangeboden. De eerst getoonde vanafprijs was op het moment dat de pakketreis op de website werd geplaatst juist en actueel, maar door wijzigingen in beschikbaarheid en door dynamic of fluid pricing door de leveranciers van de reiselementen, is deze prijs achterhaald. 

IT 4618

HvJ EU bevestigt miljardenboete voor Google wegens oneerlijke voordeelpositie

HvJ EU 10 sep 2024, IT 4618; ECLI:EU:C:2024:726 (Google Shopping), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-bevestigt-miljardenboete-voor-google-wegens-oneerlijke-voordeelpositie

HvJ EU 10 september 2024, IT 4618; ECLI:EU:C:2024:726 (Google Shopping). Het Hof heeft de boete van 2,4 miljard euro voor Google bevestigd vanwege machtsmisbruik door het bevoordelen van zijn eigen productvergelijkingsdienst ten koste van concurrenten. Google en moederbedrijf Alphabet hadden hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht, maar het Hof wees dit af. De zaak begon in 2017, toen de Europese Commissie Google strafte voor het prominenter tonen van resultaten van zijn eigen dienst in zoekresultaten, terwijl die van concurrenten minder zichtbaar waren en konden worden weggedrukt door Google's algoritmen. Dit gebeurde op markten in dertien Europese landen. In 2021 bevestigde het Gerecht deze boete grotendeels, maar stelde dat Google’s gedrag op de algemene zoekmarkt geen mededingingsbeperkende gevolgen had. Desondanks oordeelde het Hof nu dat Google door zijn machtspositie te misbruiken, oneerlijke concurrentie bevorderde, wat tegen de Europese mededingingsregels ingaat.

IT 4580

Categorisch advertentieverbod door Google is gerechtvaardigd

Rechtbank 30 apr 2024, IT 4580; ECLI:NL:RBAMS:2024:3096 (Vignette & Visa B.V. tegen Google), https://itenrecht.nl/artikelen/categorisch-advertentieverbod-door-google-is-gerechtvaardigd

Rb. Amsterdam 30 april 2024, IT 4580; ECLI:NL:RBAMS:2024:3096 (Vignette & Visa B.V. tegen Google). Vignette & Visa B.V. (hierna: Vignette & Visa) is online aanbieder van digitale tolvignetten voor (Oost-)Europese landen aan afnemers in Nederland en daarbuiten. Voor haar dienstverlening hangt Vignette & Visa hoofdzakelijk af van Google Ads. In dat kader heeft Vignette & Visa de door Google bedongen advertentievoorwaarden geaccepteerd. Wegens een vermeende schending van die voorwaarden heeft Google de Google Ads-accounts van Vignette & Visa vervolgens opgeschort. Vignette & Visa vordert in kort geding om Google te gelasten bestaande en nieuwe Google-accounts van Vignette & Visa niet langer op te schorten wegens vermeende schendingen van het Google Ads-beleid. Primair stelt zij dat de Duitse rechter in een vergelijkbare zaak bij wijze van voorlopige voorziening een dergelijke vordering heeft gehonoreerd, op grond van het Europees (en Duits) mededingingsrecht. Google zou in dit geval misbruik maken van haar economische machtspositie. Daarnaast stelt Vignette & Visa dat de restrictie in de voorwaarden van Google onredelijk van aard is, aangezien die geen ruimte overlaat voor individuele uitzonderingen en omdat deze onvoldoende onderbouwd zou zijn.

IT 4411

Advies Raad van State over Uit­voe­rings­wet di­gi­ta­le­mark­ten­ver­or­de­ning

Met het aanhangige wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan de digitale marktverordening (hierna: DMA). De Afdeling advisering Raad van State (hierna: Afdeling) adviseert hier over het wetsvoorstel. Handhaving van de DMA vindt plaats door de Europese Commissie (hierna: Commissie), nationale instanties ondersteunen hierbij. In de uitvoeringswet wordt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) benoemd als de bevoegde nationale autoriteit in Nederland. Zowel de ACM als de Commissie heeft de bevoegdheid onderzoek te starten naar de naleving van de DMA, waardoor overlap ontstaat in hun werkzaamheden. Volgens de DMA eindigt in dat geval het onderzoek van de nationale autoriteit wanneer de Commissie een onderzoek start naar dezelfde inbreuk. Op voorhand is echter niet altijd duidelijk of een handeling van een poortwachter onder de DMA valt of dat een ander soort overtreding aan de orde is. In gevallen van overtredingen van het mededingingsrecht of van de P2B-verordening heeft de ACM namelijk een zelfstandige toezichthoudende rol, waarbij zij handhavingsmaatregelen kan opleggen. De DMA laat daartoe ruimte, maar verlangt wel dat de ACM de Commissie op de hoogte stelt van onderzoeken en eventuele opgelegde maatregelen.

IT 4390

Valve schendt mededingingsrecht door geoblocking

HvJ EU 27 sep 2023, IT 4390; ECLI:EU:T:2023:587 (Valve Corporation tegen Commissie), https://itenrecht.nl/artikelen/valve-schendt-mededingingsrecht-door-geoblocking

Gerecht EU 27 september 2023, IEF 21690, IT 4390; T‑172/21 (Valve Corporation tegen Commissie). Valve is exploitant van het gameplatform Steam, waarop games van verschillende aanbieders te spelen zijn. De Commissie heeft een onderzoek geopend na het ontvangen van informatie over onrechtmatige beperking van de concurrentie door Valve en vijf game-ontwikkelaars. Bepaalde videogames werden op het platform namelijk geografisch geblokkeerd (geoblocking) vanwege de locatie van gebruikers. Door het instellen van deze gebiedscontrole in verschillende perioden van 2010-2015 werd de grensoverschrijdende verkoop beperkt in de Baltische staten en sommige landen in Midden- en Oost-Europa. Hiermee heeft Valve het mededingingsrecht geschonden. Valve heeft een beroep tot nietigverklaring van het besluit ingesteld.

IT 4373

ACM legt LG een boete op van 7 miljoen wegens afstemmen van prijzen

Overige instanties 11 jul 2023, IT 4373; ACM/21/053908 (ACM tegen LG), https://itenrecht.nl/artikelen/acm-legt-lg-een-boete-op-van-7-miljoen-wegens-afstemmen-van-prijzen

ACM 11 juli 2023, IT 4373; ACM/21/053908 (sanctiebesluit LG) De ACM legt LG Electronics Benelux (hierna: LG) een boete op van meer dan 7 miljoen euro wegens het afstemmen van consumentenprijzen van LG-televisies met verschillende detailhandelaren. Deze prijsafstemming tussen LG en de detailhandelaren heeft zich afgespeeld in de periode vanaf januari 2015 tot december 2018. Hiermee overtreedt LG het kartelverbod van art. 6 lid 1 Mededingingswet en art. 101 lid 1 VWEU.

IT 4362

Rechtbank voornemens prejudiciële vragen te stellen in WAMCA-procedure

Rechtbank Amsterdam 16 aug 2023, IT 4362; ECLI:NL:RBAMS:2023:5310 (Right to Consumer Justice/Apple), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-voornemens-prejudiciele-vragen-te-stellen-in-wamca-procedure

Rechtbank Amsterdam 16 augustus 2023, IT 4362; ECLI:NL:RBAMS:2023:5310 (Stichting Right To Consumer Justice/Apple) In deze zaak oordeelt de rechtbank over de ontvankelijkheid van een drietal stichtingen (Stichting Right to Consumer Justice, Stichting Consumenten Competition Claims en Stichting App Stores Claims, hierna samen: de Stichtingen) in een WAMCA-procedure tegen Apple. Onderwerp van het geschil is de machtspositie die Apple op de markt voor de distributie van iOS-apps heeft, nu gebruikers van producten van Apple slechts bij de App Store, die door Apple wordt beheerd, terecht kunnen. Apple zou deze machtspositie hebben misbruikt, door een te hoge provisie in rekening te brengen bij aankopen op dit platform. De rechtbank oordeelt in deze fase van het traject slechts over procedurele aspecten. Het belangrijkste aspect is of de rechtbank Amsterdam rechtsmacht heeft om over dit geschil te oordelen, maar ook de vragen of de tijdelijkheid van de dagvaardingen en of het oude of nieuwe collectieve-actie recht moet worden toegepast worden behandeld. 

IT 4345

Dwangsom opgelegd voor gebruik nepvolgers en neplikes is gegrond

Rechtbank Rotterdam 8 aug 2023, IT 4345; ECLI:NL:RBROT:2023:6973 (MB Nutrition/ACM), https://itenrecht.nl/artikelen/dwangsom-opgelegd-voor-gebruik-nepvolgers-en-neplikes-is-gegrond

Rechtbank Rotterdam 8 augustus 2023, IT 4345, RB 3779; ECLI:NL:RBROT:2023:6973 (MB Nutrition/ACM) Bestuursrecht. In deze zaak oordeelt de rechtbank over het beroep van MB Nutrition (hierna: eiseres) tegen de invordering van dwangsommen die aan haar rechtsvoorganger Bicep Papa B.V. zijn opgelegd. Deze dwangsommen zijn ontstaan omdat eiseres volgens de ACM niet tijdig voldaan zou hebben aan een haar opgelegde last om te stoppen met het misleiden van consumenten middels nepvolgers en neplikes op haar sociale media accounts. Ook moet eiseres deze nepvolgers en neplikes verwijderen. Nu zij niet tijdig aan deze last heeft voldaan, heeft de ACM een invorderingsbesluit naar eiseres gestuurd. Eiseres gaat tegen dit besluit in beroep. 

IT 3985

HvJ EU: Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting

HvJ EU 16 jun 2022, IT 3985; ECLI:EU:C:2022:484 (Toshiba tegen Europese Commissie ), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-gerecht-heeft-blijk-gegeven-van-een-onjuiste-rechtsopvatting

HvJ EU 16 juni 2022, IT 3985, IEFbe 3487; ECLI:EU:C:2022:484 (Toshiba tegen Europese Commissie) De Europese Commissie stelde vast dat Toshiba inbreuk had gemaakt op artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-overeenkomst door haar deelname aan een mededingingsregeling inzake optische diskdrives (odd’s). Zij zou haar gedrag onderling hebben afgestemd met andere partijen. Hiervoor legde de Europese Commissie in haar besluit een boete op aan Toshiba. Toshiba heeft hiertegen vervolgens beroep ingesteld dat primair strekte tot nietigverklaring van het besluit en subsidiair tot verlaging van de opgelegde geldboete. Het Gerecht heeft het beroep in zijn geheel verworpen. Hierop is Toshiba naar het HvJ EU gegaan.