Opt-outfase en procesverloop vastgelegd in vierde tussenvonnis in WAMCA-procedure tegen Google over Play Store-praktijken
Rb. Amsterdam 11 juni 2025, IT 4901; ECLI:NL:RBAMS:2025:3952 (Stichting App Stores Claims tegen Google c.s.). Deze zaak is een collectieve actie (WAMCA). Daarin komt de eisende Stichting App Store Claims (hierna: ASC) op voor alle particuliere en zakelijke gebruikers die een smartphone of tablet hebben die draait op een Android besturingssysteem en daarmee een app hebben gekocht of in-app aankoop hebben gedaan via de Nederlandse versie van de Play Store, de online store van Google c.s. waarin betaalde apps of in-app aankopen kunnen worden aangeschaft. Volgens ASC heeft Google c.s. met de Play Store een economische machtspositie (door gebruik te maken van een eigen ‘ecosysteem’) waar zij misbruik van maakt. Dit ecosysteem bestaat uit (onder meer) haar eigen besturingssysteem Android en bepaalde standaard geïnstalleerde apps, waaronder YouTube, Google Maps en de Play Store. Het vonnis van 11 juni betreft de opt-out fase van de procedure. In het eerste tussenvonnis werd bepaald dat ASC extra informatie moest verschaffen over haar achterban en financiering (zie ECLI:NL:RBAMS:2023:8425). In het tweede tussenvonnis moest ASC zich in het kader van de ontvankelijkheidsvereisten bij akte over haar representativiteit uitlaten, en kreeg zij de kans haar financieringsovereenkomst op enkele punten aan te passen (zie ECLI:NL:RBAMS:2024:5972). Tot slot werd er in het derde tussenvonnis besloten dat ASC ontvankelijk is (zie ECLI:NL:RBAMS:2025:1859).