DOSSIERS
Alle dossiers

Gaming  

IT 4122

Opposant moet toegang verlenen tot game

Rechtbank Den Haag 12 okt 2022, IT 4122; ECLI:NL:RBDHA:2022:10366 (Opposant tegen Dutch 5 e.a.), https://itenrecht.nl/artikelen/opposant-moet-toegang-verlenen-tot-game

Rechtbank Den Haag 12 oktober 2022, IT 4122; ECLI:NL:RBDHA:2022:10366 (Opposant tegen Dutch 5 e.a.) Opposant heeft begin 2017 een opdracht aanvaard om de game te ontwikkelen voor Dutch 5 en daarbij het developmentteam aan te sturen. In september 2019 ontbrak het Dutch 5 aan financiële middelen om met de ontwikkeling van de game door te gaan en is die ontwikkeling stopgezet. Opposant heeft de game in de cloud opgeslagen. Sinds maart 2020 wil Dutch 5 verder met het ontwikkelen van de game. Opposant geeft Dutch 5 geen toegang tot de cloud. Dutch 5 vordert dat zij volledige toegang krijgt tot de game. De rechtbank gebiedt opposant een correcte uitvoering te geven aan de overeenkomst van opdracht tussen Dutch 5 en opposant zoals onder meer vastgelegd in de freelanceovereenkomst van 7 juni 2018. Opposant moet al datgeen doen dat nodig is om Dutch 5 in staat te stellen zelfstandig de game te kunnen doorontwikkelen en exploiteren. Hij moet Dutch 5 dus volledige toegang geven tot de game.

 

 

IT 3852

'Loot boxes’ in computerspel FIFA22 zijn geen kansspel

Overige instanties 9 mrt 2022, IT 3852; ECLI:NL:RVS:2022:690 (EA tegen KSA), https://itenrecht.nl/artikelen/loot-boxes-in-computerspel-fifa22-zijn-geen-kansspel

Raad van State 9 maart 2022, IEF 20580, IT 3852; ECLI:NL:RVS:2022:690 (EA tegen KSA) De Kansspelautoriteit had de uitgever van het computerspel FIFA22 in 2019 geen dwangsom mogen opleggen. De zogenoemde packs of ‘loot boxes’ waarmee in FIFA22 virtuele voetballers op een virtuele transfermarkt kunnen worden verhandeld, zijn geen kansspel waarvoor een vergunning nodig was. De uitgever heeft de wet niet overtreden. Hiermee komt de hoogste bestuursrechter tot een andere uitspraak dan de rechtbank Den Haag die in oktober 2020 oordeelde dat de uitgever wel een kansspel aanbood terwijl hij daarvoor geen vergunning had. Zie ook het uitgebreide persbericht van de Raad van State.

IT 3177

Wetsvoorstel: consumenten moeten recht krijgen op software- en beveiligingsupdates

In het wetsvoorstel van minister Dekker en staatssecretaris Keijzer staat dat consumenten bij de aankoop van slimme apparaten zoals smart tv’s, printers, camera’s, babyfoons en digitale horloges recht moeten krijgen op software- en beveiligingsupdates. Dit geldt ook voor games, applicaties en streamingsdiensten. De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State te zenden. Met de verplichting voor verkopers om deze updates te leveren, moet worden voorkomen dat apparaten of diensten na verloop van tijd minder goed werken, omdat er dan geen nieuwe updates meer komen. Zo blijft de consument langer verzekerd van de juiste ondersteuning. Het wetsvoorstel is een implementatie van de Europese richtlijnen over de verkoop van goederen en levering van digitale inhoud en diensten.

Lees verder op Rijksoverheid.nl.

IT 2518

Geen tekortkoming inrichting digitale 3D-leeromgeving gebaseerd op OpenSims

Rechtbank 10 jan 2018, IT 2518; ECLI:NL:RBOVE:2018:881 (Stichting Ouders van Waarde tegen Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-tekortkoming-inrichting-digitale-3d-leeromgeving-gebaseerd-op-opensims

Rechtbank Overijssel 10 januari 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:881 (Stichting Ouders van Waarde tegen Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim) Overeenkomsten inzake inrichting digitale leeromgeving en ontwikkeling bewerking leesondersteuningsmethode. Ouders van Waarde noemt verder een aantal bezwaren met betrekking tot de bewegingen van de karakters (Avatars) in de 3D-omgeving, namelijk dat zij bovenop elkaar kunnen gaan zitten en in beeldschermen kunnen ‘verdwijnen’. Kwalificatie overeenkomst van opdracht. Geen tekortkoming in de nakoming. Geen ontbinding.

IT 2412

Vragen aan HvJEU over het verbod om in een lidstaat kansspelen via internet aan te bieden

HvJ EU 16 mrt 2017, IT 2412; C-166/17 (Sportingbet), https://itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-het-verbod-om-in-een-lidstaat-kansspelen-via-internet-aan-te-bieden

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 maart 2017, IT&R 2412; RB 3035; IEFbe 2406; C-166/17 (Sportingbet). Kansspelen. Internet. Via MinBuZa: In het aangehaalde arrest in zaak C-42/07 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 49 EG niet in de weg staat aan een regeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die marktdeelnemers als Bwin International Ltd die in andere lidstaten zijn gevestigd, waar zij rechtmatig soortgelijke diensten verrichten, verbiedt om via het internet kansspelen aan te bieden op het grondgebied van deze lidstaat. Dat arrest is gewezen op een verzoek om een prejudiciële beslissing betreffende de uitlegging van de artikelen 43, 49 en 56 EG. In casu betoogt een van de verwerende partijen echter dat de onderhavige zaak niet alleen die verdragsbepalingen betreft, maar ook de artikelen 2, 3, 23, 30, 31, 46, 55, 59, 66, 86, 106 en 107. Aangezien de Supremo Tribunal de Justiça in laatste aanleg uitspraak moet doen en bij twijfel verplicht is een verzoek om een prejudiciële beslissing te doen, opdat aldus een duidelijk oordeel kan worden gevormd aan de hand van de benodigde toelichting, verzoekt deze rechterlijke instantie het Hof om een beslissing over de hierboven weergegeven prejudiciële vragen, zoals toegelicht in het verzoek van de verwerende partijen. 

IT 1923

Fikse boete voor recividisten illegaal aanbieden van kansspelen

Ksa 29 oktober 2015, IT 1914 (Redcorp S.A. en Bluemay Enterprises N.V.)
Uit het persbericht: De Kansspelautoriteit heeft voor in totaal bijna een half miljoen euro aan boetes opgelegd aan twee gokbedrijven achter de website redslots.com. Zij boden gericht op Nederland illegaal kansspelen aan. Daarbij liepen betalingen van consumenten via een bedrijf dat achteraf niet bleek te bestaan. Het is de hoogste boete die tot nu toe is opgelegd aan een gokbedrijf door de Kansspelautoriteit.

De website gaf gelegenheid om deel te nemen aan kansspelen online, waaronder roulette en virtuele kansspelautomaten.

Gericht op Nederland
Aanleiding voor het instellen van het onderzoek was promotie voor Red Slots op weeronline.nl en nu.nl. Uit dit onderzoek bleek onder meer dat de website spellen in het Nederlandse taal weergaf, iDEAL als betaalmiddel hanteerde en een Nederlandse vlag/button aanwezig was op de website. Ook stond in de algemene voorwaarden dat spelers uit Nederland een gratis welkomstbonus van € 3,- ontvangen bij inschrijving.

Twee bedrijven
Tussen november 2014 en maart 2015 werd de website onderzocht. Daaruit bleek dat de bedrijven Redcorp S.A. en Bluemay Enterprises N.V., gevestigd op Curaçao, als organisator betrokken zijn bij de website. Beide bedrijven worden daarom beboet, ieder voor 240.000 euro. De totale boete komt daarmee op 480.000 euro. Het is voor beide bedrijven mogelijk om nog bezwaar te maken tegen de boete

Transacties
Betalingen naar de website verliepen volgens Red Slots via een Engelse dochterneming van Bluemay Enterprises N.V., genaamd Megaten Ltd. Dit is een merkwaardige kwestie. Megaten Ltd is volgens de Engelse documenten in 2004 opgeheven. Toch werd dit bedrijf in 2014 nog vermeld als zijnde uitvoerder van financiële transacties.

Herhaling
Dat deze boetes hoog uitvallen, komt mede omdat beide bedrijven al eerder beboet zijn door de Kansspelautoriteit. Zij kenden dus zonder twijfel de Nederlandse wet- en regelgeving. In oktober 2014 werden beide bedrijven beboet voor ieder 130.000 euro. Destijds werden de kansspelen aangeboden via andere websites.

Nieuwe wet
“De boete aan deze recidivisten laat zien dat de Kansspelautoriteit aanbieders niet loslaat, ook al zijn ze al een keer beboet en ook al veranderen ze hun domeinnaam. Maar nog beter is het als de Kansspelautoriteit extra bevoegdheden zou krijgen om de Nederlandse consument te beschermen. Het kunnen laten blokkeren van betaalverkeer en het uit de lucht halen van websites had in dit geval meer bescherming opgeleverd. Die bevoegdheden zitten in de conceptwet Kansspelen op afstand die nu in de Tweede Kamer ligt. Wij kunnen alleen maar hopen dat het parlement die wet snel aanneemt”, zegt Jan Suyver, bestuursvoorzitter van de Kansspelautoriteit.   

Achtergrond
Het aanbieden van (online) kansspelen, zonder in het bezit te zijn van een vergunning, is in Nederland verboden. Momenteel is er een wet in voorbereiding die het vergunningstelsel voor online kansspelen uitwerkt, waarmee het in de toekomst mogelijk zal zijn hiervoor een vergunning te verkrijgen en legaal kansspelen via internet aan te bieden. Tot die tijd is dit niet toegestaan.

Overigens zal de Kansspelautoriteit ook in de toekomst online aanbieders die opereren zónder vergunning blijven beboeten. De Kansspelautoriteit vindt het van maatschappelijk belang dat consumenten worden geïnformeerd en gewaarschuwd over de deelname aan online kansspelen en de risico's die daaraan kleven. De toezichthouder verwacht dat met de openbaarmaking van het sanctiebesluit een preventieve werking uitgaat naar andere ondernemingen.

IT 1825

De niet-mededeling van als technische voorschriften aangemerkte voorschriften

Prejudiciële vraag aan HvJ EU 24 april 2015, IT 1825; C-303/15 (M et S)
Verzoeker M is ten laste gelegd dat hij (in TSJ aangeschafte) speelautomaten in een casino exploiteert zonder vergunning krachtens de POL wet op de kansspelen hetgeen een (fiscaal) strafbaar feit oplevert. Verzoekster S is ten laste gelegd dat zij als verhuurster van een gedeelte van de bar (in TSJ aangeschafte) speelautomaten heeft geëxploiteerd zonder de vereiste vergunning. In januari 2015 heeft de rechter in eerste aanleg (districtsRb Lodz) de zaken geseponeerd. Hij verwijst daarbij naar gevoegde zaken C-213/11 – C-217/11 waar het ging om een ander wetsartikel, maar hij oordeelt dat ook artikel 6, lid 1 van de POL wet een technisch voorschrift is dat wegens niet aanmelding bij de EURCIE niet aan verzoekers kan worden tegengeworpen. Verweerder (diensthoofd douanekantoor) gaat in beroep.

De verwijzende POL rechter (regionale rechtbank Lodz) moet bezien hoe het EURrecht in deze zaak toepassing moet vinden. Hij is op de hoogte van de rechtspraak van het HvJEU waarbij de EULS in op gebied van kansspelwetgeving een ruime beoordelingsmarge is toegestaan gezien de verschillen tussen de EULS op moreel, cultureel, en religieus gebied. Toetsing van de regelgeving mag door de bevoegde autoriteiten alleen aan de door de EULS zelf gestelde doelstellingen (met name beschermingsniveau). Hij weet ook dat de gevolgen zijn van niet-nakoming van de mededelingsplicht (arresten CIA Security International en Lidl Italia) dat de technische voorschriften buiten toepassing dienen te worden gelaten. Hij is van oordeel dat onderhavige zaak niet hetzelfde is als de aangehaalde zaken aangezien de technische voorschriften die in die zaken niet waren meegedeeld, betrekking hadden op gebieden van regelgeving die niet waren onderworpen aan beperkingen die vergelijkbaar zijn met de voor kansspelen geldende beperkingen, die tot doel hebben de maatschappij te beschermen tegen de negatieve gevolgen van kansspelen en de controle van de overheid over dit gebied. Om de zaak te kunnen beslissen heeft hij nadere uitleg nodig over artikel 8 van RL 98/34 en hij besluit daarover de volgende vraag aan het HvJEU voor te leggen:

“Kan artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204, blz. 37, zoals gewijzigd) aldus worden uitgelegd dat bij niet-mededeling van als technische voorschriften aangemerkte voorschriften een onderscheid kan worden gemaakt met betrekking tot de gevolgen in dier voege dat, in het geval van voorschriften die vrijheden betreffen die niet aan de beperkingen van artikel 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie onderworpen zijn, de niet-mededeling ervan dient mee te brengen dat die voorschriften in een bepaalde aanhangige zaak niet mogen worden toegepast, terwijl in het geval van voorschriften die vrijheden betreffen die aan de beperkingen van artikel 36 van dit Verdrag onderworpen zijn, de nationale rechter, die tevens een Unierechter is, mag beoordelen of die voorschriften ondanks de niet-mededeling ervan voldoen aan de vereisten van artikel 36 van het Verdrag en niet onderworpen zijn aan de sanctie van niet-toepasselijkheid?”

IT 1822

Kansspelen in het Nederlands als extra service.

Ksa 25 juni 2015, IT 1822 (Total E Soft Ltd, XKL Ltd. en directeuren van van Total E Soft)
Uit het persbericht: De bedrijven Total E Soft Limited (Groot-Brittannië) en XKL Limited, alsmede de directeuren van Total E Soft, hebben een boete gekregen van € 180.000 van de Kansspelautoriteit. Via veertien websites boden zij illegaal kansspelen aan, gericht op Nederland. Tussen maart 2014 en juni 2014 werden de veertien websites onderzocht. Zij bleken allemaal te linken aan aanbieder XKL Limited en maakten gebruik van dezelfde software van Total E Soft Limited. De sites waren in het Nederlands gesteld en maakten onder meer gebruik van de Nederlandse vlag. De softwareleverancier verweerde zich door te stellen dat de Nederlandse taal was bedoeld als ‘extra service voor spelers die buiten Nederland woonachtig zijn, maar de Nederlandse taal prefereren’.
Lees verder

IT 1813

Geen boetes Goede Doelen Loterijen

CBb 14 juli 2015, IT 1813; ECLI:NL:CBB:2015:197 en ECLI:NL:CBB:2015:198 (BankGiro en Nationale Postcode Loterij tegen ACM)
Uitspraak mede ingezonden door Herwin Roerdink, Vondst advocaten. Uit het persbericht: Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) herroept de besluiten van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) waarin boetes van enige tonnen zijn opgelegd aan de Goede Doelen Loterijen. ACM heeft onvoldoende bewijs geleverd voor de boete-opleggingen. Er waren boetes opgelegd vanwege de overtreding van het verbod om telefonisch ongevraagd communicatie over te brengen (telemarketing) aan abonnees die geregistreerd staan in het ‘Bel-me-niet-register’. Ook waren boetes opgelegd vanwege de overtreding van de verplichting om tijdens het telefoongesprek de abonnee de mogelijkheid te bieden om verzet aan te tekenen tegen het verdere gebruik van zijn contactgegevens. Voor het vaststellen van deze overtredingen is in ieder geval noodzakelijk dat vast komt te staan dat er een verbinding tot stand wordt gebracht.

In de zaak 13/24 blijkt niet uit de onderzoeksgegevens waarop ACM de boetes gebaseerd heeft, dat er daadwerkelijk een telefonische verbinding tot stand is gebracht met de abonnees.
In de zaak 14/239 volgt uit onderzoek van de ACM dat er in bepaalde gevallen inderdaad een verbinding tot stand is gebracht, maar is niet vast komen te staan dat er in die gevallen ook is gesproken met een abonnee die stond ingeschreven in het ‘Bel-me-niet-register’.

Dat leidt tot het oordeel van het CBb dat ACM de overtredingen niet heeft aangetoond, zodat de boetes niet kunnen worden opgelegd.
 
Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.
De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

IT 1619

Invoering Ageviewer vanwege hard format franchiserelatie afgewezen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 11 september 2014, IT 1619 (Super A tegen AH Franchising)
Franchiseverplichtingen. Contract. Eiser is franchisenemer van Albert Heijn en exploiteert een AH-supermarkt. Zij verkoopt daar onder meer alcoholhoudende dranken, tabak en kansspelloten, waarvoor een wettelijke leeftijdsgrens geldt. Albert Heijn hanteert voor de leeftijdscontrole een systeem waarbij de kassamedewerker de leeftijd van de klant moet controleren. Eiser vordert medewerking van Albert Heijn aan het invoeren van een ander systeem, de zogenaamde Ageviewer. De voorzieningenrechter overweegt dat Eiser en AH een zogenaamde ‘hard format franchiserelatie’ hebben, waarbij de samenwerking is gebonden aan strenge regels die vrijwel alle terreinen van de bedrijfsvoering betreffen.

Het al dan niet invoeren van de Ageviewer is een onderwerp waarover Albert Heijn als franchisegever bevoegd is te beslissen, waarbij zij wel is gebonden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid. Volgens de voorzieningenrechter is de opstelling van Albert Heijn niet zo onredelijk is dat van een redelijke uitvoering van de franchiseovereenkomst niet meer kan worden gesproken. De voorzieningenrechter overweegt daartoe dat geen sprake is van een wettelijke verplichting om de Ageviewer in te voeren, want de Ageviewer is niet de enige mogelijkheid om de wettelijk verplichte leeftijdscontrole uit te voeren. Het is niet onbegrijpelijk dat Albert Heijn deze kwestie uniform wil regelen. De gevraagde voorzieningen worden geweigerd.