DOSSIERS
Alle dossiers

Auteursrecht  

IT 4702

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, auteursrechten op software zijn overgedragen

Gerechtshof Amsterdam 19 nov 2024, IT 4702; ECLI:NL:GHAMS:2024:3207 (Payingit c.s. tegen Workrate), https://itenrecht.nl/artikelen/het-hof-bekrachtigt-het-vonnis-van-de-rechtbank-auteursrechten-op-software-zijn-overgedragen

Hof Amsterdam 19 november 2024, IEF 22435, IT 4702; ECLI:NL:GHAMS:2024:3207 (Payingit c.s. tegen Workrate). Workrate biedt een softwarepakket aan onder de naam Workstate. Rond 2008 heeft het bedrijf nieuwe software ontwikkeld onder de naam Workmate. Vervolgens is Workrate de software commercieel gaan exploiteren. Hiervoor is Usemate B.V. opgericht, waarna de software van naam is veranderd. Deze heet nu Usemate. Enige tijd later is dit bedrijf van naam veranderd en heet het nu PayingIT. Daarna is er een nieuw bedrijf opgericht, PayingIP. De aandelen van zowel PayingIT als PayingIP worden gehouden door verschillende natuurlijke personen en worden indirect bestuurd door de bedrijven van deze aandeelhouders. Gezamenlijk worden PayingIT, PayingIP, de aandeelhouders en hun bedrijven PayingIT c.s. genoemd. Na de oprichting van PayingIP is er een koop- en licentieovereenkomst overeengekomen tussen alle partijen. Hierbij is onduidelijkheid ontstaan over de uitleg van deze overeenkomst wat betreft de omvang van het overgedragen auteursrecht. De broncode van de Workstate-software overlapt gedeeltelijk met die van de Usemate-software. Alle applicaties draaien op dezelfde broncode, die is uitgeschreven in een document (hierna: het document).

IT 4683

Uitspraak ingezonden door Marije van der Jagt, Griffiths Advocaten, en Thijs van Aerde, NautaDutilh.

Meta mogelijk schadeplichtig wegens tekortschietende licentieonderhandelingen met Pictoright

Rechtbank Amsterdam 20 nov 2024, IT 4683; ECLI:NL:RBAMS:2024:6885 (Pictoright tegen Meta), https://itenrecht.nl/artikelen/meta-mogelijk-schadeplichtig-wegens-tekortschietende-licentieonderhandelingen-met-pictoright

Rb. Amsterdam 20 november 2024, IEF 22394, IT 4683; ECLI:NL:RBAMS:2024:6885 (Pictoright tegen Meta). De Rechtbank Amsterdam beoordeelt in dit tussenvonnis de inspanningen van Meta om een licentieovereenkomst met Pictoright te sluiten. Pictoright, een auteursrechtenorganisatie die de rechten van visuele makers beheert, stelt dat Meta auteursrechten van haar leden schendt door hun werken zonder toestemming op Facebook en Instagram te exploiteren. Pictoright eist een verklaring voor recht dat Meta schadeplichtig is en een passende licentievergoeding moet betalen. De rechtbank concludeert dat zowel Facebook als Instagram kwalificeren als online diensten voor het delen van inhoud in de zin van artikel 29c Auteurswet (Aw). Deze platforms richten zich op het opslaan en toegankelijk maken van een grote hoeveelheid door gebruikers aangeboden werken van letterkunde, wetenschap of kunst voor het publiek. Hierbij ordenen en promoten zij deze werken met een winstoogmerk. Door deze kwalificatie moet de rechtbank bepalen of Meta zich naar beste vermogen heeft ingespannen om een licentieovereenkomst met Pictoright te sluiten. Meta stelt voor om de economische waarde van het Pictoright-repertoire vast te stellen via een Data Discovery-methode. Pictoright betwist echter de betrouwbaarheid van deze methode en weigert verdere medewerking.

IT 4668

Aanvullende conclusie AG inzake betekenis Prokuratuur-arrest

Hoge Raad , IT 4668; https://itenrecht.nl/artikelen/aanvullende-conclusie-ag-inzake-betekenis-prokuratuur-arrest

HR AG 5 november 2024, IEF 22370, IT 4668; ECLI:NL:PHR:2024:1158 (Aanvullende conclusie A-G). In deze zaak geeft de advocaat-generaal (AG) een aanvullende conclusie over de cassatieprocedure in het belang der wet, naar aanleiding van eerdere rechtspraak, waaronder het Prokuratuur-arrest. De AG overweegt de prejudiciële vragen die eerder door de Hoge Raad aan het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn gesteld, in te trekken, mede gezien recente arresten van het Hof, zoals Tribunale di Bolzano en La Quadrature du Net II. Deze arresten benadrukken onder meer dat de toegang tot verkeers- en locatiegegevens strikt gereguleerd moet zijn en dat een rechterlijke machtiging nodig is bij zware inbreuken op de privacy. Er is in deze zaak sprake van cassatie in het belang der wet over het vorderen van verkeers- en locatiegegevens door de officier van justitie (OvJ) onder de Nederlandse wetgeving en de conformiteit daarvan met de EU-richtlijn 2002/58/EG over privacy in elektronische communicatie. De casus draait om de vraag of en onder welke voorwaarden de OvJ verkeers- en locatiegegevens kan verkrijgen, in het licht van Europese jurisprudentie over ernstige inbreuken op het recht op privacy.

IT 4662

Broadcom vs. Philips: ontbinding licentieovereenkomst Clarity-software onterecht bevonden

Rechtbank Midden-Nederland 22 okt 2024, IT 4662; ECLI:NL:RBMNE:2024:5958 (Broadcom), https://itenrecht.nl/artikelen/broadcom-vs-philips-ontbinding-licentieovereenkomst-clarity-software-onterecht-bevonden

Rb. Midden-Nederland 22 oktober 2024, IEF 22362, IT4662; ECLI:NL:RBMNE:2024:5958 (Broadcom tegen Philips). Deze zaak betreft een kort geding tussen Broadcom en Philips. Broadcom, een softwareontwikkelaar, had een licentieovereenkomst met Philips voor het gebruik van haar Clarity-software. Broadcom ontbond deze overeenkomst buitengerechtelijk per 30 april 2024, omdat Philips volgens haar de contractuele verplichtingen niet nakwam, met name door niet tweemaal per jaar te rapporteren over het gebruik van de software en door onjuiste gebruikersaantallen door te geven. Philips betwistte de geldigheid van de ontbinding en stelde dat zij de overeenkomst niet had geschonden. De voorzieningenrechter oordeelde dat Broadcom de licentieovereenkomst niet terecht had ontbonden. De rechter vond dat de tekortkomingen van Philips, zoals het niet tweemaal per jaar rapporteren, niet ernstig genoeg waren om ontbinding te rechtvaardigen. Bovendien had Broadcom deze werkwijze gedurende de looptijd van de overeenkomst geaccepteerd.

IT 4646

HvJ EU over uitdrukkingswijze van een computerprogramma

HvJ EU 17 okt 2024, IT 4646; ECLI:EU:C:2024:88 (Sony tegen Datel), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-over-uitdrukkingswijze-van-een-computerprogramma

HvJ EU 17 oktober 2024, IEF 22325, IT 4646; ECLI:EU:C:2024:88 (Sony tegen Datel) In deze zaak heeft Sony aangevoerd dat Datel de auteursrechten van Sony heeft geschonden door zonder haar toestemming wijzigingen aan te brengen in een computerprogramma waarop Sony auteursrecht bezit. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of het gebruik van de Datel-software inbreuk maakte op de bescherming van Sony's computerprogramma's, hoewel het niet de bron- of doelcode wijzigt, maar wel de inhoud van variabelen die in het werkgeheugen van de console worden opgeslagen tijdens het spel.

IT 4610

Onverwachte wending in eerste Amerikaanse rechtszaak over tekst- en datamining voor generatieve AI

22 aug 2024, IT 4610; (Thomson Reuters tegen Ross Intelligence), https://itenrecht.nl/artikelen/onverwachte-wending-in-eerste-amerikaanse-rechtszaak-over-tekst-en-datamining-voor-generatieve-ai

District Court, D. Delaware 22 augustus 2024, IEF 22204, IEFbe 4610, IT 3772 (Thomson Reuters tegen Ross Intelligence). Is tekst- en datamining van auteursrechtelijk beschermde werken voor de ontwikkeling van generatieve AI toegestaan onder Amerikaans recht? Even leek het erop dat we daarover uitsluitsel zouden krijgen: deze week zou in het teken staan van de eerste rechtszaak tussen auteursrechthebbenden enerzijds en generatieve AI-exploitanten anderzijds sinds de generatieve AI-explosie van anderhalf jaar geleden. Het gaat om de zaak tussen Thomson Reuters (hierna: Thomson) en Ross Intelligence (hierna: Ross), waarbij Ross de database van Thomson heeft gescraped voor de ontwikkeling van een AI-gedreven zoekmachine. Ross beroept zich ter verdediging onder andere op het fair use beginsel. De zaak is van groot belang omdat deze illustratief is voor 28 andere zaken die momenteel ook aanhangig zijn bij de Amerikaanse rechter (waaronder die tegen OpenAI, Stability AI en Midjourney). Een rechterlijke uitspraak zou niet alleen houvast bieden aan de partijen in deze zaken, maar zou bovendien de juridische status van tekst- en datamining met betrekking tot generatieve AI in het algemeen kunnen ophelderen en toekomstige geschillen kunnen voorkomen. Fair use is immers een open begrip, dat in een concrete toepassingsvorm als deze pas invulling krijgt als de rechter (samen met een jury) daarover een oordeel velt. Helaas ziet het ernaar uit dat een dergelijk oordeel nog langer op zich laat wachten: de rechter heeft de hoorzitting van deze week uitgesteld en partijen verzocht om verzoeken in te dienen voor een verkorte behandeling van de zaak. De reden is niet direct duidelijk, maar het lijkt erop dat de rechter auteursrechtinbreuk heeft vastgesteld en dat zij een behandeling voor de jury niet langer nodig acht. Of deze lijn met betrekking tot tekst- en datamining in het algemeen zal worden doorgetrokken, zal in de toekomst moeten blijken.

IT 4598

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

Hoge Raad 5 jul 2024, IT 4598; ECLI:NL:PHR:2024:731 (DME tegen Inc), https://itenrecht.nl/artikelen/procureur-generaal-hoge-raad-over-de-gevolgen-van-vernietiging-op-verbeurde-dwangsommen-in-it-zaak

Hoge Raad 5 juli 2024, IEF 22179, IT 4598; ECLI:NL:PHR:2024:731 (DME tegen Inc). Eiser in deze zaak is DME en verweerder is Inc. Beide bedrijven houden zich bezig met het leveren van producten en diensten op het gebied van identiteitsbeveiliging van e-mailadressen. In januari 2016 hebben DME en Inc een overeenkomst gesloten met betrekking tot het gebruik en de distributie van de door Inc ontwikkelde software (hierna: de Inc-software). Op grond hiervan kreeg DME een eeuwigdurende licentie om de Inc-software te gebruiken en deze te verkopen, in ruil tegen toekenning van een optierecht aan Inc voor een meerderheidsbelang in DME. Op 13 juli 2018 heeft Inc toepassing gegeven aan haar optierecht en 50,01% van de aandelen in DME verkregen. Vanaf dat moment buigen DME en Inc zich samen over de ontwikkeling van de Inc-software, waarbij onder meer een uitgebreide versie van de Inc-software wordt ontwikkeld. Aanleiding tot het onderhavige geschil is de vraag bij wie het auteursrecht berust van deze uitgebreide versie. Het geschil heeft ertoe geleid dat Inc de samenwerking heeft stopgezet en DME de toegang tot haar systemen heeft ontnomen.

IT 4591

Rhedelijk Cultureel maakt inbreuk op auteursrechten fotografe

Rechtbank Gelderland 19 jun 2024, IT 4591; ECLI:NL:RBGEL:2024:3804 (eiseres tegen Rhedelijk Cultureel), https://itenrecht.nl/artikelen/rhedelijk-cultureel-maakt-inbreuk-op-auteursrechten-fotografe

Ktr. rb. Gelderland 19 juni 2024, IEF 22160, IT 4591; ECLI:NL:RBGEL:2024:3804 (eiseres tegen Rhedelijk Cultureel) Eiseres is actrice en professioneel fotografe. Als fotograaf is zij actief in new born- en bruiloftsfotografie. Rhedelijk Cultureel is een stichting die door muziek, theater en dans aansluit bij maatschappelijke vraagstukken. Rhedelijk Cultureel heeft eiseres ingehuurd als actrice voor het Dickens festival. Eiseres heeft ook een paar foto’s gemaakt, die door Rhedelijk Cultureel zijn gepubliceerd op hun sociale media kanalen. Eiseres stelt dat Rhedelijk Cultureel inbreuk maakt op haar auteursrechten, waarna de foto’s op de website van Rhedelijk Cultureel verwijderd worden en de foto’s op sociale media worden voorzien van naamsvermelding van eiseres. Een maand later wordt een wervingsgids van activiteiten in de omgeving Rheden uitgebracht, waarin de foto’s van eiseres zijn afgedrukt. Eiser vordert Rhedelijk Cultureel onder meer te gebieden de schade te vergoeden. De kantonrechter oordeelt dat Rhedelijk Cultureel inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van eiseres, waardoor zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres. Rhedelijk Cultureel moet de door eiseres geleden schade vergoeden. De kantonrechter begroot de schade op een bedrag van €400,-.

IT 4590

Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

Rechtbank Amsterdam 24 jul 2024, IT 4590; (Erasmus tegen Studeersnel c.s.), https://itenrecht.nl/artikelen/vorderingen-eur-tegen-platform-studeersnel-afgewezen

Rb. Amsterdam 24 juli 2024, IEF 22153, IT 4590; ECLI:NL:RBAMS:2024:4425 (Erasmus tegen Studeersnel c.s.). De rechtbank heeft de vorderingen van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) tegen het platform Studeersnel dat zij inbreuk maakt op het auteursrecht van de EUR en meer moet doen om inbreuken op haar platform tegen te gaan afgewezen. De conclusie van de rechtbank is “dat Studeersnel geen weloverwogen interventie verricht op haar platform, geen concrete kennis heeft van informatie op haar platform, geen bedrijfsmodel heeft dat gericht is op het maken van inbreuken en voldoende passende technische maatregelen neemt” (ov. 5.28). Daarom hoeft Studeersnel niet meer te doen dan ze nu doet om de inbreuken op het auteursrecht van de EUR tegen te gaan. De EUR heeft volgens de rechtbank niet bewezen dat de door haar gevorderde filter- ander andere maatregelen effectief en proportioneel zijn. De rechtbank bevestigt wel dat de onderwijsmaterialen van de EUR auteursrechtelijk beschermd zijn en dat de EUR daarop de auteursrechthebbende is. Ook wordt het eveneens bij de procedure betrokken bedrijf Tentamentrainingen veroordeeld wegens auteursrechtinbreuk voor het overnemen van tentamens van de EUR in tentamenbundels die te koop werden aangeboden. De EUR bestudeert het vonnis en overweegt hoger beroep.

IT 4573

Gedaagde dient broncode van verbeterde software over te dragen

Rechtbank Rotterdam 31 mei 2024, IT 4573; ECLI:NL:RBROT:2024:5183 (Factorylab tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-dient-broncode-van-verbeterde-software-over-te-dragen

Vzr. Rb. Rotterdam 31 mei 2024, IEF 22108, IT 4573; ECLI:NL:RBROT:2024:5183 (Factorylab tegen gedaagden). Factorylab houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en onderhouden van elektronica en software voor het uitlezen, verzenden, opslaan en inzichtelijk maken van data voor industriële toepassingen. In 2023 heeft Factorylab met gedaagde 1 in notariële vorm een overeenkomst betreffende bedrijfsoverdracht gesloten (hierna: de Overeenkomst). Gedaagde 3 is enig aandeelhouder en bestuurder van gedaagde 2, die op haar beurt indirect bestuurder is van gedaagde 1 (samen: gedaagden). Met gedaagde 2 heeft Factorylab een overeenkomst van opdracht gesloten, waarbij gedaagde 3 als senior engineer kan worden ingeschakeld voor het verbeteren van bestaande producten en het ontwikkelen van nieuwe producten. Tot de overgenomen activiteiten behoort het project van de klant MCS, die product ED2051van Factorylab afneemt. Na overdracht heeft gedaagde 3 werkzaamheden verricht om de software van ED2051 te verbeteren en bugs te fixen. Factorylab heeft hierna gevraagd aan gedaagde 3 om de broncode van ED2051, maar slechts de gecompileerde versie van de broncode is aangeleverd. Factorylab vordert onder andere gedaagden te veroordelen om binnen 48 uur aan Factorylab in leesbare en bruikbare vorm op een gegevensdrager de broncode van ED2051 te verstrekken.