DOSSIERS
Alle dossiers

Auteursrecht  

IT 3000

Géén inbreuk op auteursrechten bij publiceren van foto's

Rechtbank 5 dec 2019, IT 3000; ECLI:NL:RBROT:2019:10366 (Luxury Bedding tegen Sefa), https://itenrecht.nl/artikelen/g-n-inbreuk-op-auteursrechten-bij-publiceren-van-foto-s

Vzr. Rechtbank Rotterdam 5 december 2019, IEF 18938, IT 3000; ECLI:NL:RBROT:2019:10366 (Luxury Bedding tegen Sefa) Luxury Bedding en Sefa handelen allebei in bedden. Luxury Bedding heeft foto’s laten maken van bedden en matrassen van het merk Serta. De fotograaf heeft de op de foto’s rustende auteursrechten overgedragen aan Luxury Bedding. Sefa heeft foto’s daarvan gepubliceerd op haar openbare Facebook-pagina. Luxury Bedding stelt dat Sefa hiermee een inbreuk maakt op de op de foto’s rustende auteursrechten, omdat zij Sefa geen toestemming had verleend voor publicatie van die foto’s. Sefa stelt echter dat zij wel mondeling toestemming had verkregen van Luxury Bedding. Wegens de aard van de procedure is er geen plaats voor bewijslevering van Sefa. Er wordt geoordeeld dat Sefa met betrekking tot de feitelijke gang van zaken concreet en aannemelijk heeft aangevoerd dat zij wel mondeling toestemming heeft verkregen om de foto’s te gebruiken. Hiermee is de vordering van Luxury Bedding afgewezen.

IT 2998

Website-eigenaar schendt auteursrecht op foto

Rechtbank 10 jan 2020, IT 2998; ECLI:NL:RBROT:2020:124 (ANP tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/website-eigenaar-schendt-auteursrecht-op-foto

Ktr. Rechtbank Rotterdam 10 januari 2020, IEF 18935, IT 2998; ECLI:NL:RBROT:2020:124 (ANP tegen gedaagde) Gedaagde heeft zonder toestemming een auteursrechtelijk beschermde foto uit het fotoarchief van ANP op haar website geplaatst. ANP is bij ontdekking hiervan een samenwerkingsverband aangegaan met het Belgische bedrijf Permission Machine. Permission Machine heeft aan gedaagde kenbaar gemaakt dat hij met het plaatsen van de foto een auteursrecht schendt. Gedaagde betwist deze bevoegdheid van Permission Machine. Er wordt geoordeeld dat op ANP een stelplicht en bewijslast rust en dat zij eerder en duidelijker op deze kwestie toegespitste concrete informatie aan de organisatie had kunnen verschaffen. Dit neemt niet weg dat gedaagde verder onvoldoende heeft betwist dat de foto gedurende een aanzienlijke tijd op haar website publiekelijk zichtbaar was zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Dit is een onrechtmatige openbaarmaking van een auteursrechtelijk beschermd werk. Gedaagde wordt veroordeeld in het betalen van een fortfaitaire schadevergoeding, waarbij wordt gekeken naar wat ANP in redelijkheid had kunnen vragen indien gedaagde vooraf toestemming had gevraagd voor het gebruik zoals hier aan de orde.

IT 2989

Betrokkenheid illegale streamingsdiensten onvoldoende weerlegd

Rechtbank 29 okt 2019, IT 2989; ECLI:NL:RBGEL:2019:6195 (Brein tegen X), https://itenrecht.nl/artikelen/betrokkenheid-illegale-streamingsdiensten-onvoldoende-weerlegd

Rechtbank Gelderland 29 oktober 2019, IEF 18920, IT 2989; ECLI:NL:RBGEL:2019:6195 (Brein tegen X) Verweerder drijft een webhosting eenmanszaak onder de namen Atomworld Hosting en Macho’s. Via websites van Hiptv worden “IPTV pakketten”(Internet Protocol Television) aangeboden en verkocht. Stichting Brein, Talpa TV, RTL Nederland en Fox Networks Group Netherlands menen dat er sprake is van inbraak op auteursrechten. Eisers hebben geen toestemming gegeven voor het aanbieden van deze diensten en ook geen vergoeding ontvangen. Vast komt te staan dat er een organisatie is die middels verschillende ‘Hiptv’ domeinnamen IPTV pakketten heeft aangeboden en verkocht. Daarbij staat ook vast dat verweerder ten behoeve van deze organisatie domeinnamen, technische ondersteuning en betalingsdiensten heeft gefaciliceerd. Bewezen wordt geacht dat verweerder persoonlijk betrokken is geweest bij het aanbieden van IPTV pakketten, nu de standpunten van Brein enkel worden betwist, maar deze betwisting niet (voldoende) wordt gemotiveerd door verweerder. Verweerder wordt in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren tegen de stelling dat hij (mede)verantwoordelijk is voor het aanbieden en verkopen van IPTV pakketten. 

IT 2985

Verantwoording exploitatie door derden volgt niet uit strekking uitgeefovereenkomst

Hof 17 dec 2019, IT 2985; ECLI:NL:GHAMS:2019:4506 (Appelant tegen Springer), https://itenrecht.nl/artikelen/verantwoording-exploitatie-door-derden-volgt-niet-uit-strekking-uitgeefovereenkomst

Hof Amsterdam 17 december 2019, IEF 18914, IT 2985, ECLI:NL:GHAMS:2019:4506 (Appelant tegen Springer) Uitgeefovereenkomst. Appellant is de auteur van een boek dat in 1981 is verschenen. Appelant heeft op 6 juni 2011 met Springer een ‘Publishing Agreement’  gesloten voor de tweede, herziene uitgave van het boek. Springer heeft het boek uitgegeven in geprinte en elektronische versies. De geprinte versies zijn onder te verdelen in hardcover, softcover en ‘MyCopy’ exemplaren, de elektronische versies in individuele e-books en e-books als onderdeel van een pakket van verschillende e-books (e-book packages).  Appelant stelt onder andere dat de wijze waarop Springer de royalty’s voor de e-books als onderdeel van e-book packages heeft afgerekend, niet strookt met de tekst van de overeenkomst. De door Springer gehanteerde formule zou elk verband missen met de daadwerkelijke opbrengst per e-book package zodat in elk geval geen sprake is van een redelijk deel van die opbrengst. Dit is niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Appelant wil inzage krijgen in de exploitatie van zijn boek door derden. Ook wil Springer verplichten om aan derden een rekening- en verantwoordingsplicht op te leggen. Deze grief faalt eveneens. Het voert te ver om deze verplichting uit de strekking van de overeenkomst af te leiden.

IT 2966

Proceskostenveroordeling vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv

Hof 10 dec 2019, IT 2966; ECLI:NL:GHARL:2019:10564 (Haerst tegen Lizard Apps), https://itenrecht.nl/artikelen/proceskostenveroordeling-vastgesteld-op-grond-van-artikel-1019h-rv

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 december 2019, IEF 18888, IT 2966; ECLI:NL:GHARL:2019:10564 (Haerst tegen Lizard Apps) Partijen twisten over de vraag of op de proceskostenveroordeling in eerste instantie artikel 1019h Rv (Haerst) of artikel 237 e.v. Rv (Lizard Apps) van toepassing is. Lizard Apps heeft aan haar vordering een inbreuk op het haar toekomende auteursrecht op de door Haerst gebruikte software ten grondslag gelegd. Zij heeft een verbod ten laste van Haerst gevorderd verdere inbreuken op haar auteursrecht te maken. Daarmee is sprake van een vordering tot handhaving van een auteursrecht, wat betekent dat de artikelen 1019-1019i Rv van toepassing zijn. Dat Haerst als verweer heeft gevoerd dat zij op grond van een licentieovereenkomst gerechtigd was de auteursrechtelijk beschermde software te gebruiken, verandert niet het karakter van de handhavingsvordering. Voor de toewijsbaarheid van de vordering was weliswaar beslissend of de licentieovereenkomst al of niet kon worden opgezegd, een vraag uit het algemene verbintenissenrecht, maar die omstandigheid doet er niet aan af dat de grondslag van de vordering handhaving van het aan Lizard Apps toekomende auteursrecht was. Dat betekent dat de proceskostenveroordeling moet worden vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv. Het daarop ziende verweer van Lizard Apps wordt verworpen.

IT 2962

Uitspraak ingezonden door Jan Smolders, Dohmen advocaten.

Licentiehouder niet ontvankelijk in vordering auteursrechteninbreuk

Rechtbank 16 okt 2019, IT 2962; ECLI:NL:RBDHA:2019:10905 (Cardiac Output tegen X), https://itenrecht.nl/artikelen/licentiehouder-niet-ontvankelijk-in-vordering-auteursrechteninbreuk

Rechtbank Den Haag 16 oktober 2019, IEF 18871, IT 2962; ECLI:NL:RBDHA:2019:10905 (Cardiac Output tegen X) Cardiac Output heeft een fotograaf ingeschakeld voor het maken van foto’s op een dansproject. Zij zijn overeengekomen dat Cardiac Output de exclusieve licentierechten krijgt voor het gebruik van de foto’s en dat de auteursrechten bij de fotograaf blijven. Met instemming van Cardiac Output heeft de fotograaf een van de foto’s op zijn Instagram-account geplaatst. De twee gedaagden hebben deze vervolgens gerepost op hun eigen Instagram-account. Cardiac Output meent dat er sprake is van inbreuk en schade door deze publicatie.

IT 2961

Op foto staat duidelijk copyright-teken bedrijf gedrukt

Rechtbank 15 okt 2019, IT 2961; ECLI:NL:RBAMS:2019:8643 (Fotografe tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/op-foto-staat-duidelijk-copyright-teken-bedrijf-gedrukt

Rechtbank Amsterdam 15 oktober 2019, IEF 18869, IT 2961; ECLI:NL:RBAMS:2019:8643 (Fotografe tegen gedaagde) Eiseres is professioneel fotografe en heeft omstreeks september 2011 een foto gemaakt van een persoon. Deze foto stond in 2017 op de website van eiseres. Over de lengte van de rechterzijde van de foto staat in witte letters de naam van haar bedrijf gedrukt. Op 23 maart 2017 heeft gedaagde een oude column uit het NRC van de gefotografeerde persoon geplaatst op zijn weblog. Bij deze column stond de hiervoor genoemde foto afgebeeld. Gedaagde heeft geen toestemming verkregen voor het gebruik van de foto. Gevorderd wordt schadevergoeding wegens inbreuk op auteursrechten en  persoonlijkheidsrechten, en wegens materiële en immateriële schade door uitlatingen van gedaagde. Er is sprake van inbreuk op het auteursrecht van eiseres, waarvoor gedaagde schadeplichtig is. De eer en goede naam van eiseres worden niet zodanig aangetast door de teksten van gedaagde dat daarvoor het recht van vrijheid van meningsuiting van gedaagde dient te wijken.

IT 2951

Uitspraak ingezonden door Pieter Haringsma, BREIN.

Inbreuk op auteursrechtelijk beschermde bestanden door uploaden

Rechtbank 8 nov 2019, IT 2951; (Stichting Brein tegen Van S.), https://itenrecht.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrechtelijk-beschermde-bestanden-door-uploaden

Rechtbank Midden-Nederland 8 november 2019, IEF 18841, IT 2951 (BREIN tegen Van S.) BREIN is een stichting met als doel de collectieve bestrijding van auteursrechtinbreuken. Van S. is een uploader van grote hoeveelheden films en tv-series op usenet en bittorrent, die tevens beheerder was van de websites Place2home.org (bittorrent) en Place2home.net (usenet). Het verweer van Van S dat hij niet wist dat hij auteursrechtelijk beschermde werken heeft geüpload wordt verworpen. Uit een overgelegde WhatsApp-chat wordt niet alleen duidelijk dat hij in zeer korte tijd ruim 500 gigabyte aan series en films heeft geüpload, maar ook dat hij wel degelijk wist dat het om auteursrechteljk beschermde films en series ging.

IT 2902

Voorlichtingsfilms en boekje De waarde van het Auteursrecht

Afgelopen donderdag 10 oktober lanceerde Platform Makers, het samenwerkingsverband van beroepsorganisaties en vakbonden voor auteurs en artiesten, twee korte animatiefilms en het boekje “De waarde van het Auteursrecht”. Platform Makers voorzitter Erwin Angad-Gaur overhandigde beide uitgaven tijdens een debat in het Haagse Nieuwspoort aan Barbera Wolfensberger, directeur-generaal Cultuur en Media bij het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Daarnaast lanceerde Platform Makers de webpagina www.auteursrechtuitleg.nl, met een korte uitleg van het auteurs- en naburig recht.

De animatiefilms kwamen tot stand dankzij een bijdrage van het Ministerie op voorspraak van de Regiegroep Arbeidsmarktagenda (Culturele en Creatieve Sector).

IT 2898

Inbreuk op auteursrechten leidt niet tot ontbinding arbeidsovereenkomst

Rechtbank 8 mei 2018, IT 2898; ECLI:NL:RBDHA:2018:16457 (Acacia tegen werknemer), https://itenrecht.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrechten-leidt-niet-tot-ontbinding-arbeidsovereenkomst

Rechtbank Den Haag 8 mei 2018, IEF 18747, IT 2898; ECLI:NL:RBDHA:2018:16457 (Acacia tegen werknemer) Acacia verwijt verweerder dat hij gebruik heeft gemaakt van gegevens - data, modellen en tools - wetende dat daarop het auteursrecht rust van Alterra. Verweerder had in zijn functie als senior onderzoeker van Acacia mededeling over de auteursrechten van Alterra moeten doen, zodat Acacia toestemming voor gebruik van de gegevens had kunnen verkrijgen of het gebruik ervan had kunnen verbieden. Omdat hij dit heeft nagelaten is hij tekortgeschoten in de verplichtingen die op grond van zijn arbeidsovereenkomst met Acacia golden. Werkgever Acacia verzoekt daarom ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:686 BW jo. 6:265 BW. Tekortkomingen in de nakoming van de verplichting uit de arbeidsovereenkomst door de werknemer zijn niet zodanig ernstig dat zij de ontbinding rechtvaardigen van de arbeidsovereenkomst.