DOSSIERS
Alle dossiers

Persoonsgegevens  

IT 4986

Hof Arnhem-Leeuwarden legt HvJ EU vragen voor over databankenrecht KVK en ‘hergebruik’ Handelsregister

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 7 okt 2025, IT 4986; ECLI:NL:GHARL:2025:6167 (KVK tegen VVZBI), https://itenrecht.nl/artikelen/hof-arnhem-leeuwarden-legt-hvj-eu-vragen-voor-over-databankenrecht-kvk-en-hergebruik-handelsregister

Hof Arnhem-Leeuwarden 7 oktober 2025, IT 4986; ECLI:NL:GHARL:2025:6167 (KVK tegen VVZBI). Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden doet een tweede tussenarrest in het hoger beroep tussen de Kamer van Koophandel (KVK) en de Vereniging voor Zakelijke B2B Informatie (VVZBI). Het hof kondigt aan prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU te gaan stellen en legt partijen een concept-verwijzingsarrest voor. Kernvraag 1 is of een openbaar lichaam dat het Handelsregister exploiteert, hier: de KVK, als “fabrikant” in de zin van art. 7 lid 1 Databankenrichtlijn kan gelden en dus het sui-generis databankenrecht kan inroepen, wanneer het register wordt beheerd in uitvoering van een wettelijke taak en (voor zover baten tekortschieten) wordt gefinancierd uit rijksmiddelen volgens een goedgekeurde begroting. Het hof houdt vast aan zijn eerdere voorlopige oordeel dat de vereiste “substantiële investering” vaststaat, maar dat juist het element “initiatief en risicodragerschap” uitleg behoeft. Voorstellen van KVK om ook te vragen of het recht dan aan de Staat toekomt, en om te anticiperen op een toekomstige financieringsstructuur, wijst het hof af; het schuift wel redactionele verbeteringen in de vraag in, zoals het expliciet noemen van het sui-generisrecht en het concreet betrekken van het Handelsregister. Het hof noteert tevens relevante context: eerdere uitspraak Rb Midden-Nederland die oordeelt dat aan KVK geen databankenrecht toekomt, de omvang van rijksbijdragen aan KVK in 2019–2023, en dat de Who (Open-datawet) hergebruik van persoonsgegevens uit openbare registers niet regelt; over dat laatste houdt het hof zijn definitieve oordeel aan.

IT 4983

Wel aanhouding in de zaak tussen SOMI, DPS en Meta

Rechtbank Amsterdam 15 okt 2025, IT 4983; ECLI:NL:RBAMS:2025:7489 (SOMI, DPS en Meta), https://itenrecht.nl/artikelen/wel-aanhouding-in-de-zaak-tussen-somi-dps-en-meta

Rb. Amsterdam 15 oktober 2025, IEF 23010; IT 4983; ECLI:NL:RBAMS:2025:7489 (SOMI, DPS tegen Meta). Stichting Onderzoek Marktinformatie (hierna: SOMI) en Data Privacy Stichting (hierna: DPS) komen op voor de belangen van Nederlandse gebruikers van Facebook. DPS komt daarnaast ook op voor de belangen van Nederlandse gebruikers van Instagram. Kernverwijt van DPS en SOMI is dat Meta in strijd met de toepasselijke regelgeving persoonsgegevens van de gebruikers van Facebook en/of Instagram verwerkt. SOMI en DPS willen dat Meta hiermee stopt en de schade aan de achterban van SOMI en DPS vergoedt. De rechter behandelt in dit vonnis haar bevoegdheid. Hoewel er in de service- en gebruikersvoorwaarden een forumkeuze is gemaakt voor Ierland, zijn SOMI en DPS hier niet aan gebonden. Zij zijn immers niet partij bij deze overeenkomsten. Zij voeren deze procedure als zelfstandige belangenbehartiger op eigen naam.  

IT 4981

Geen aanhouding in zaak tussen DPS en Meta c.s.

Gerechtshof Amsterdam 30 sep 2025, IT 4981; ECLI:NL:GHAMS:2025:2657 (DPS tegen Meta c.s.), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-aanhouding-in-zaak-tussen-dps-en-meta-c-s

Hof Amsterdam 26 september 2025, IEF 23008; IT 4981; ECLI:NL:GHAMS:2025:2657 (DPS tegen Meta c.s.). Deze zaak is een collectieve actie volgens artikel 3:305a (oud) BW, dat gold vóór de inwerkingtreding van de Wet Afwikkeling Massaschade in een Collectieve Actie (WAMCA). DPS komt hierin op voor de belangen van Nederlandse gebruikers van Facebook. Het gaat in deze procedure in de kern om de vraag of Meta c.s. onrechtmatig hebben gehandeld bij de verwerking van persoonsgegevens van Nederlandse Facebookgebruikers in de periode van 1 april 2010 tot 1 januari 2020. Meta c.s. hebben hun incidentele vordering ingesteld naar aanleiding van prejudiciële vragen die de rechtbank Rotterdam heeft gesteld aan het HvJEU [IT 4941]. Deze vragen gaan over de WAMCA en de AVG. Ook stelt Meta c.s. dat er extra vragen gesteld moeten worden aan het HvJEU.

IT 4977

EPD-privacy: geen externe toegang zonder toestemming; wel inzage in inbasket- en DIM-aantekeningen

Rechtbank Noord-Nederland 17 sep 2025, IT 4977; ECLI:NL:RBNNE:2025:3761 ([eiser] tegen UMCG), https://itenrecht.nl/artikelen/epd-privacy-geen-externe-toegang-zonder-toestemming-wel-inzage-in-inbasket-en-dim-aantekeningen

Rb. Noord-Nederland 17 september 2025, IT 4977; ECLI:NL:RBNNE:2025:3761 ([eiser] tegen UMCG). De rechtbank behandelt de vorderingen van de vader ([eiser]) tegen het UMCG over inzage/afgifte van het volledige patiëntendossier en logging van zijn in 2021 overleden zoon. Hij vordert (i) een verklaring voor recht dat het UMCG onrechtmatig handelde door een externe deskundige zonder zijn (en de zoon’s) toestemming toegang te geven tot EPD en loggegevens, (ii) primair volledige inzage/afgifte via een door UMCG aan te maken beheerders-account voor zijn partijdeskundige met onbeperkte download/printmogelijkheden (subsidiair: verklaring voor recht dat UMCG tekortschiet/onrechtmatig handelt door geen volledig dossier/logging in te richten, te bewaren of te verstrekken), plus dwangsom en kosten. Het UMCG voert aan dat al (elektronisch) is verstrekt wat moet, dat logging/privacy van medewerkers grenst aan wat verstrekt kan worden, en dat “admin-toegang” geen wettelijke basis heeft. Een poging tot minnelijke regeling (gezamenlijke deskundige met inzage-account) strandt.

IT 4974

Naam- en beeldpublicatie AP-medewerkers onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 6 nov 2019, IT 4974; ECLI:NL:RBDHA:2019:15161 (de AP tegen [gedaagde]), https://itenrecht.nl/artikelen/naam-en-beeldpublicatie-ap-medewerkers-onrechtmatig

Rb. Den Haag 6 november 2025, IT 4974; ECLI:NL:RBDHA:2019:15161 (de AP tegen [gedaagde]). De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag oordeelt in kort geding over publicaties op de website van [gedaagde] waarin drie medewerkers van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) met naam (en deels ook foto, werkverleden en links naar social media) worden genoemd in artikelen over vermeende AVG-overtredingen rondom RIEC-samenwerking en de afhandeling van een klacht van de vader van [gedaagde]. De AP vordert (na eiswijziging) primair verwijdering en verwijderd houden van de namen van [naam 3], [naam 4] en [naam 2], de foto’s (m.n. van [naam 4]), en verwijzingen/hyperlinks naar hun social-media, plus verwijdering van specifieke passages in twee artikelen; voorts een verbod om (zonder toestemming) persoonsgegevens van AP-medewerkers zonder publieke functie opnieuw te publiceren; en een bevel aan Google om zoekresultaten/cache te verwijderen bij naamzoekopdrachten. Subsidiair vordert de AP een rectificatie. [gedaagde] voert aan dat hij maatschappelijke misstanden wil aankaarten en beroept zich op persvrijheid en het satirische karakter van de columns; de AP stelt daartegenover dat de betrokken medewerkers geen publieke personen zijn en dat de vermeldingen hen onnodig en onrechtmatig schaden. De rechter acht de AP ontvankelijk om de belangen van haar werknemers te beschermen en stelt een belangenafweging voorop tussen art. 10 EVRM (uitingsvrijheid) en art. 8 EVRM (eer en goede naam/privéleven).

IT 4970

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn, NietBezorgd.nl.

Toerekening online-overeenkomst ondanks identiteitsfraude

Rechtbank Amsterdam 28 aug 2025, IT 4970; Zaaknummer: 111606606 \ CV EXPL 25-4697 ([eiser] tegen Slee), https://itenrecht.nl/artikelen/toerekening-online-overeenkomst-ondanks-identiteitsfraude

Rb. Amsterdam 28 augustus 2025, IT 4970; Zaaknummer: 111606606 \ CV EXPL 25-4697 ([eiser] tegen Slee). In januari 2024 heeft [eiser] producten besteld en betaald bij MEDIAXXL. Deze producten zijn niet geleverd. Slee, de eigenaar van MEDIAXXL, deed in juni 2024 aangifte van identiteitsfraude. MEDIAXXL is in gebreke gesteld en later heeft [eiser] de overeenkomst ook ontbonden. Eiser vordert een vonnis dat Slee veroordeeld zal worden tot terugbetaling van de hoofdsom. Slee voert aan dat hij slachtoffer is van identiteitsfraude en dat derden misbruik hebben gemaakt van zijn KvK-nummer. De kantonrechter onderzoekt of er een overeenkomst is gesloten tussen [eiser] en Slee. De maatstaf hiervoor komt uit een arrest van de Hoge Raad: wanneer iemand zich valselijk als een ander voordoet en iets namens die ander verklaart, diegene zich erop kan beroepen dat de verklaring niet van hem afkomstig is. Ook wanneer de geadresseerde heeft aangenomen en redelijkerwijs mocht aannemen dat de verklaring wel van die ander afkomstig was. Dit kan onder omstandigheden anders zijn. 

IT 4968

Vordering tot verstrekking identificerende gegevens in verband met boilerroomfraude

Rechtbank Gelderland 15 sep 2025, IT 4968; ECLI:NL:RBGEL:2025:7812 ([eiser] tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2]), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-verstrekking-identificerende-gegevens-in-verband-met-boilerroomfraude

Rb. Gelderland 15 september, IT 4968; ECLI:NL:RBGEL:2025:7812 ([eiser] tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2]). De voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland oordeelt in dit kort geding over een vordering van een slachtoffer van boilerroomfraude. De eiseres heeft bijna één miljoen euro overgemaakt naar crypto-exchanges, waarna de aangekochte cryptovaluta via verschillende blockchainadressen zijn doorgesluisd en uiteindelijk terechtkwamen bij de instant-exchanges (swapdiensten) van gedaagden, die gevestigd zijn op de Seychellen en in Costa Rica. Zij vordert dat deze platforms de identificerende gegevens verstrekken van de gebruikers die betrokken waren bij de transacties. De rechtbank stelt vast dat zij rechtsmacht heeft op grond van art. 6 sub e Rv, omdat de schade in Nederland is ingetreden. Op grond van art. 10:159 BW is Nederlands recht van toepassing. Ondanks het internationale karakter wordt verstek verleend, omdat de dagvaarding de gedaagden aantoonbaar tijdig heeft bereikt. De rechtbank acht het niet voldoen aan de gevraagde informatieverstrekking in deze omstandigheden mogelijk onrechtmatig.

IT 4969

Openbaarmaking veehouderij gegevens verplicht: emissiegegevens laten geen belangenafweging toe

Overige instanties 24 sep 2025, IT 4969; ECLI:NL:RVS:2025:4557 (Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur / FDF e.a.), https://itenrecht.nl/artikelen/openbaarmaking-veehouderij-gegevens-verplicht-emissiegegevens-laten-geen-belangenafweging-toe

RvS 24 september 2025, IT 4969; ECLI:NL:RVS:2025:4557 (Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur / FDF e.a.). In deze hoger beroepszaak oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de vraag of de minister van Landbouw terecht heeft besloten om gegevens over veehouderijen, zoals adressen, aantallen dieren en staltypen, openbaar te maken naar aanleiding van Woo-verzoeken van journalisten. Boerenorganisaties (FDF, NMV, LTO en individuele veehouders) verzetten zich hiertegen en stellen dat de gegevens geen emissiegegevens zijn, zodat een belangenafweging had moeten plaatsvinden vanwege privacy, veiligheid en bedrijfsbelangen. De minister verklaarde hun bezwaren ongegrond, maar trok die besluiten later in omdat zij vond dat de zienswijzeprocedure niet zorgvuldig genoeg was doorlopen. De rechtbank oordeelde dat dit onterecht was: de minister mocht niet intrekken, omdat al 3000 zienswijzen waren verzameld en een nieuwe procedure alleen zou leiden tot vertraging. Bovendien zijn de gegevens emissiegegevens, zodat openbaarmaking verplicht is op grond van artikel 5.1 lid 7 Woo, zonder ruimte voor een belangenafweging. De rechtbank vernietigde de intrekkingsbesluiten, verklaarde de beroepen van de boeren ongegrond en droeg de minister op tot openbaarmaking.

IT 4963

Gerecht EU: Data Privacy Framework biedt passend beschermingsniveau

HvJ EU 3 sep 2025, IT 4963; ECLI:EU:T:2025:831 (Philippe Latombe tegen European Commission), https://itenrecht.nl/artikelen/gerecht-eu-data-privacy-framework-biedt-passend-beschermingsniveau

Gerecht EU 3 september 2025, IT 4963; ECLI:EU:T:2025:831 (Philippe Latombe tegen European Commission). Het Gerecht van de Europese Unie verwerpt het beroep van de Franse Europarlementariër Philippe Latombe tegen het besluit van de Europese Commissie over het EU–VS Data Privacy Framework (DPF). Latombe voert aan dat dit nieuwe stelsel, waarmee de Commissie in juli 2023 opnieuw een “adequaat beschermingsniveau” voor doorgifte van persoonsgegevens naar de Verenigde Staten vaststelt, niet wezenlijk verschilt van de eerder door het Hof van Justitie vernietigde regelingen Safe Harbour en Privacy Shield. Volgens hem biedt het DPF onvoldoende bescherming tegen grootschalige surveillance door Amerikaanse inlichtingendiensten, is het nieuwe Amerikaanse toezichtorgaan niet onafhankelijk genoeg, en biedt het onvoldoende waarborgen op het gebied van geautomatiseerde besluitvorming, beveiliging van persoonsgegevens en risicobeoordeling in vergelijking met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Ook stelt hij dat de Commissie haar beoordelingsplicht schendt door te weinig rekening te houden met recente rechtspraak en door de verplichtingen uit het EU-Handvest en artikel 8 EVRM te negeren.

IT 4951

Vorderingen Innova afgewezen; kort geding leent zich niet voor bewijslevering

Rechtbank Gelderland 5 sep 2025, IT 4951; ECLI:NL:RBGEL:2025:7488 (Innova Energie B.V. tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2]), https://itenrecht.nl/artikelen/vorderingen-innova-afgewezen-kort-geding-leent-zich-niet-voor-bewijslevering

Rb. Gelderland 5 september 2025, IT 4951; ECLI:NL:RBGEL:2025:7488 (Innova Energie B.V. tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2]). Innova exploiteert een onderneming die is gericht op de levering van gas en elektriciteit. [gedaagde 1], waarvan [gedaagde 2] enig bestuurder en aandeelhouder is, verricht activiteiten op de markt voor het telefonisch aanbieden van energiecontracten aan consumenten en neemt opdrachten aan om energiecontracten aan te bieden. In een samenwerkingsovereenkomst met CCTr, daarin aangeduid als “Partner”, is onder meer bepaald dat partner verantwoordelijk is voor zorgvuldige omgang met systemen en data, binnen de grenzen van de AVG en overige wetgeving. Gegevensverwerking moet voldoen aan de AVG, de Telecommunicatiewet en eventuele branchecodes, en op verzoek dient partner bewijs te overleggen van opt-in en databron. Bij brief van 20 juni 2025 schrijft Innova dat klanten van haar ongevraagd zijn benaderd. Daarbij is volgens Innova gesuggereerd dat Innova failliet zal gaan of leveringstarieven zal verhogen, en is onjuist meegedeeld dat namens Innova werd gebeld. Innova stelt dat ongevraagd telefonische communicatie voor commerciële doeleinden naar natuurlijke personen verboden is, tenzij voor elk ongevraagd telefoongesprek voorafgaande toestemming is verkregen, en heeft [gedaagde 1] gesommeerd om alle onrechtmatige activiteiten te staken.