HvJ EU 4 oktober 2024, IT 4684; ECLI:EU:C:2024:827 (Agentsia po vpisvaniyata) OL heeft het Bulgaarse agentschap voor registraties verzocht om verwijdering van haar naam, voornaam, identificatienummer, gegevens van haar identiteitskaart, adres en handtekening uit een vennootschapsovereenkomst. Het agentschap verwijderde uiteindelijk alleen haar identificatienummer, identiteitskaartgegevens en adres. De rechter in eerste aanleg oordeelde dat het agentschap OL's recht op gegevenswissing had geschonden en kende haar een schadevergoeding toe. Het Hof oordeelt dat artikel 21 lid 2 Richtlijn 2017/1132 geen verplichting oplegt aan lidstaten om de openbaarmaking van niet-verplichte persoonsgegevens toe te staan. Het Hof oordeelt verder dat het agentschap in dit geval zowel ontvanger als verwerkingsverantwoordelijke is van de persoonsgegevens in de zin van de AVG. Dit betekent dat het agentschap verantwoordelijk is voor de naleving van de AVG, inclusief het recht op gegevenswissing. Het Hof concludeert dat de Bulgaarse regeling, die de afwijzing van een verzoek tot verwijdering van niet-verplichte persoonsgegevens toestaat als er geen afschrift is verstrekt waarin die gegevens onleesbaar zijn gemaakt, in strijd is met Richtlijn 2017/1132 en artikel 17 AVG. Bovendien oordeelt het Hof dat een handgeschreven handtekening een persoonsgegeven is in de zin van de AVG. Tot slot bevestigt het Hof dat zelfs een kortstondig verlies van controle over persoonsgegevens immateriële schade kan opleveren in de zin van artikel 82 lid 1 AVG.