Incident tot voeging in collectieve WAMCA-procedure tegen Amazon afgewezen

Rb. Rotterdam 5 maart 2025, IT 4818; ECLI:NL:RBROT:2025:2981 (Stichting Data Bescherming Nederland tegen Amazon en The Privacy Collective). Deze zaak gaat over een collectieve actie van Stichting Data Bescherming Nederland (SDBN), die opkomt voor de belangen van accounthouders van Amazon in Nederland. De vorderingen vallen onder de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA). SDBN stelt dat Amazon persoonsgegevens van accounthouders verwerkt in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In een tussenvonnis van 13 november 2024 oordeelt de rechtbank dat het nodig is prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU), onder meer over de verhouding tussen de ontvankelijkheidseisen van de WAMCA en die van de AVG, en over de mogelijkheid voor een belangenorganisatie om schadevergoeding te vorderen op basis van de AVG. The Privacy Collective (TPC) vraagt in dit incident om zich te mogen voegen aan de zijde van SDBN, zodat zij zich kan uitlaten over de voorgenomen prejudiciële vragen. TPC voert aan dat zij zelf ook een vergelijkbare collectieve actie voert bij de rechtbank en het gerechtshof Amsterdam. De antwoorden van het HvJEU zouden volgens haar invloed kunnen hebben op haar ontvankelijkheid en de privacyrechten van haar achterban, met name als het gaat om het vorderen van schadevergoeding. Zowel Amazon als SDBN voeren gemotiveerd verweer en verzoeken de rechtbank de vordering af te wijzen.