DOSSIERS
Alle dossiers

Persoonsgegevens  

IT 4326

Verzekeringsfraude rechtvaardigt registratie door Achmea

Rechtbank Gelderland 5 jul 2023, IT 4326; ECLI:NL:RBGEL:2023:4050 (Eisers/Achmea), https://itenrecht.nl/artikelen/verzekeringsfraude-rechtvaardigt-registratie-door-achmea

Rechtbank Gelderland 5 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4050, IT 4326 (Eisers/Achmea) In deze zaak doet de rechtbank een tussenuitspraak in een geschil tussen eisers en Achmea. Eisers hebben Achmea verzocht om de registraties van hun persoonsgegevens te verwijderen. Achmea heeft dit verzoek afgewezen, omdat zij het sterke vermoeden heeft dat eisers fraude hebben gepleegd. Er zouden een hoop spullen van eisers zijn gestolen. Ter vergoeding van hun schade stelden zij daar een claim voor in, maar zij konden van enkele artikelen, volgens Achmea, niet bewijzen dat het ooit in hun eigendom is geweest. Eisers spannen een rechtszaak aan, waarin zij verwijdering van de registratie van hun persoonsgegevens vorderen.

IT 4324

Verzoek inzage persoonsgegevens ten onrechte afgewezen

Rechtbank Gelderland 20 jul 2023, IT 4324; ECLI:NL:RBGEL:2023:4184 (Eiser/de Minister voor Rechtsbescherming), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-inzage-persoonsgegevens-ten-onrechte-afgewezen

Rechtbank Gelderland 20 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4184, IT 4324 (Eiser/de Minister voor Rechtsbescherming) Bestuursprocesrecht. In deze zaak oordeelt de rechtbank over het beroep van eiser tegen een afwijzing van zijn verzoek om inzage in zijn persoonsgegevens. Eiser heeft twee omgevingsvergunningen aangevraagd, die zijn afgewezen omdat de gemeente via een landelijk adviesorgaan te horen kreeg dat er een ernstig vermoeden bestaat dat eiser zich schuldig maakt aan witwassen. Naar aanleiding van deze afwijzing heeft eiser een verzoek om inzage tot de minister van Rechtsbescherming gericht. Dat verzoek is afgewezen, waarop eiser beroep heeft ingesteld.

IT 4323

Verwerking van persoonsgegevens vond rechtmatig plaats

Rechtbank Gelderland 20 jul 2023, IT 4323; ECLI:NL:RBGEL:2023:4185 (Eiser/de Minister voor Rechtsbescherming), https://itenrecht.nl/artikelen/verwerking-van-persoonsgegevens-vond-rechtmatig-plaats

Rechtbank Gelderland 20 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4185, IT 4323 (Eiser/de Minister voor Rechtsbescherming) Bestuursprocesrecht. In deze zaak oordeelt de bestuursrechter over de vraag of het beroep van eiser tegen de afwijzing van een verzoek om verwijdering, dan wel rectificatie, van zijn persoonsgegevens kan slagen. Eiser stelde dit verzoek in omdat zijn aanvraag tot twee omgevingsvergunningen is afgezegd omdat de gemeente via een adviesorgaan te weten kwam dat er een ernstig vermoeden was dat eiser zich schuldig maakte aan witwassen. Het verzoek tot verwijdering van de gegevens die eiser vervolgens tot de minister van Rechtsbescherming (hierna: de minister) heeft gericht werd afgewezen, omdat de verwerking van zijn persoonsgegevens rechtmatig heeft plaatsgevonden, in de uitoefening van een taak van algemeen belang. Een tweede verzoek, ter rectificatie, werd afgewezen omdat alleen feitelijke gegevens kunnen worden gecorrigeerd en het verzoek van eiser slechts betrekking had op de waardering van brongegevens, niet de juistheid van deze gegevens.

IT 4319

Rabobank heeft gerechtvaardigd belang bij registratie persoonsgegevens

Gerechtshof Den Haag 11 jul 2023, IT 4319; ECLI:NL:GHDHA:2023:1262 (Appellant/Rabobank), https://itenrecht.nl/artikelen/rabobank-heeft-gerechtvaardigd-belang-bij-registratie-persoonsgegevens

Gerechtshof Den Haag 11 juli 2023, IT 4319, ECLI:NL:GHDHA:2023:1262 (Appellant/Rabobank) In deze zaak staat centraal de vraag of de registratie van de persoonsgegevens van appellant in de incidentenregisters van Rabobank noodzakelijk is voor de behartiging van een gerechtvaardigd belang van Rabobank. Meer specifiek staat centraal de vraag of appellant in 2019 als geldezel in een fraudezaak betrokken is geweest en of de persoonsgegevens van appellant daarom geregistreerd mochten worden in de incidentenregisters. Appellant vordert verwijdering van zijn gegevens.

IT 4314

ING hoeft gegevens niet uit IVR te verwijderen

Rechtbank Amsterdam 5 jul 2023, IT 4314; ECLI:NL:RBAMS:2023:3670 (Eiser/ING), https://itenrecht.nl/artikelen/ing-hoeft-gegevens-niet-uit-ivr-te-verwijderen

Rechtbank Amsterdam 5 juli 2023,;IT 4313; ECLI:NL:RBAMS:2023:3670 (Eiser/ING) In deze zaak dient de rechtbank te beoordelen of de afwijzing van het verzoek van eiser om uit het Interne Verwijzingsregister (hierna: het IVR) van ING te worden verwijderd, na het eindigen van de bankrelatie tussen eiser en ING rechtmatig is.

IT 4313

Ingezonden door Syb Terpstra, bureau Brandeis

Marja West mag boek over Willeke Dost publiceren

13 jul 2023, IT 4313; (Eisers/West), https://itenrecht.nl/artikelen/marja-west-mag-boek-over-willeke-dost-publiceren

Rechtbank Amsterdam 13 juli 2023, IEF 21562; ECLI:NL:RBAMS:2023:4466 (Eisers/West) Dit geschil betreft een boek dat door Marja West, gedaagde in de zaak, is geschreven over de verdwijning van Willeke Dost. Daarvoor heeft West enkele bronnen aangesproken, die dicht bij Willeke Dost stonden. Deze bronnen hebben aangegeven niet in het boek te willen worden genoemd. Ook verzoeken zij de rechter om West te verbieden bepaalde citaten die eisers hebben gedaan in het boek op te nemen. 

IT 4306

Conclusie A-G HvJ EU: verwerking biometrische gegevens geen inbreuk op grondrecht

HvJ EU 29 jun 2023, IT 4306; ECLI:EU:C:2023:520 (RL/Landeshauptstadt Wiesbaden), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-hvj-eu-verwerking-biometrische-gegevens-geen-inbreuk-op-grondrecht

Conclusie A-G HvJ EU 29 juni 2023, IT 4306, ECLI:EU:C:2023:520 (RL/Landeshauptstadt Wiesbaden) In deze zaak formuleert A-G L. Medina een antwoord op een prejudiciële vraag die door de bestuursrechter in Wiesbaden tot het Hof van Justitie is gericht. De vraag luidt of de verplichting tot het opnemen en opslaan van vingerafdrukken in identiteitskaarten op grond van Verordening 2019/1157 in strijd is met hoger Unierecht, specifiek met de grondrechten vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie. Aanleiding voor deze vraag was dat RL weigerde om zijn vingerafdrukken te laten registreren bij de aanvraag van een identiteitskaart. De identiteitskaart werd daarom ook geweigerd, waarna RL zich tot de rechter wendde. Deze stelde zijn vraag aan het Hof van Justitie, omdat hij twijfelt aan de geldigheid van de Verordening, zelfs als deze Verordening ook eist dat de hoogst mogelijke mate van bescherming voor de opslag van deze data moet worden verzorgd.

IT 4309

Hof van Justitie EU: prejudiciële vragen in de zaak Facebook beantwoord

HvJ EU 4 jul 2023, IT 4309; ECLI:EU:C:2023:537 (Meta Platforms c.s./Bundeskartellamt), https://itenrecht.nl/artikelen/hof-van-justitie-eu-prejudiciele-vragen-in-de-zaak-facebook-beantwoord

Hof van Justitie EU 4 juli 2023, IT 4309, ECLI:EU:C:2023:537 (Meta Platforms c.s./Bundeskartellamt) Het Bundeskartellamt (de federale Duitse mededingingsautoriteit) heeft Meta Platforms (hierna: Meta) een verbod opgelegd om bepaalde persoonsgegevens te verwerken zoals die bepaald zijn in de algemene voorwaarden van het online sociale netwerk van Facebook. Deze registreert persoonsgegevens van websites die door middel van programmeerinterfaces met Facebook zijn verbonden. De Bundeskartellamt heeft Facebook gelast hiermee te stoppen, wegens gesteld misbruik van de machtspositie van Facebook en - in het verlengde daarvan - strijd met de AVG. Meta gaat in beroep, waarbij de Duitse rechter stelt dat de beslissing in het hoofdgeding afhangt van de beantwoording van een aantal prejudiciële vragen. 

IT 4308

BKR volledig verantwoordelijk bij verwijderingsverzoek

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 jun 2023, IT 4308; ECLI:NL:GHARL:2023:4738 (Stichting Burea Krediet Registratie/Geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/bkr-volledig-verantwoordelijk-bij-verwijderingsverzoek

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 juni 2023, IT 4308, ECLI:NL:GHARL:2023:4738 (Stichting Bureau Krediet Registratie/Geïntimeerde) Geïntimeerde heeft enkele schulden, die geregistreerd worden door de Stichting Bureau Krediet Registratie (hierna: BKR). Geïntimeerde heeft, ten aanzien van deze schulden, het BKR verzocht om de bijzonderheidscoderingen bij deze schulden weg te halen. Het BKR heeft dit afgewezen, waarop geïntimeerde naar de rechter is gegaan. Deze heeft hem gelijk gegeven en het BKR bevolen enkele van de bijzonderheidscodes weg te halen. Het BKR gaat in hoger beroep.