DOSSIERS
Alle dossiers

(On)rechtmatige registratie  

IT 4622

Verzekeringsfraude rechtvaardigt registratie persoonsgegevens in het EVR

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 27 aug 2024, IT 4622; ECLI:NL:GHARL:2024:5458 (Appellante tegen Achmea Schadeverzekeringen N.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/verzekeringsfraude-rechtvaardigt-registratie-persoonsgegevens-in-het-evr

Hof Arnhem-Leeuwarden 27 augustus, IT 4622; ECLI:NL:GHARL:2024:5458 (Appellante tegen Achmea Schadeverzekeringen N.V.). Deze zaak betreft een schadeclaim van appellante tegen Achema, een inboedelverzekeraar, in verband met diefstal met braak. Na een onderzoek heeft Achmea aan appellante laten weten iedere verzekeringsuitkering te weigeren en de gegevens van appellante in het Externe Verwijzingsregister (hierna: EVR) te registreren voor de duur van acht jaar, wegens opzettelijke misleiding door appellante. Appellante heeft vervolgens bij de kantonrechter gevorderd dat Achmea wordt veroordeeld tot uitkering van de verzekering inclusief wettelijke rente. Bovendien vordert appellante dat haar gegevens uit het EVR worden gehaald. De kantonrechter wijst de vorderingen af. Appellante gaat in hoger beroep met de bedoeling dat haar vorderingen alsnog worden toegewezen. Het hof concludeert dat appellante verzekeringsfraude heeft gepleegd. Appellante heeft Achmea namelijk onjuist voorgelicht en haar verklaring telkens gewijzigd zonder logische verklaring. Zij heeft haar mededelingsplicht geschonden met de onmiskenbare bedoeling om een hogere uitkering te ontvangen. Haar recht op uitkering komt dan ook te vervallen. Wat betreft de verwerking van de gegevens van appellante in het EVR, oordeelt het hof dat de vastgestelde verzekeringsfraude hiervoor voldoende basis biedt. Appellante motiveert onvoldoende waarom dat anders zou moeten zijn en mede hierom ziet het hof geen reden om af te wijken van de door Achmea vastgestelde duur van acht jaar.

IT 4619

Recht op vernietiging van persoonsgegevens vervalt wanneer een derde aanmerkelijk belang heeft bij die gegevens

Rechtbank 21 aug 2024, IT 4619; ECLI:NL:RBROT:2024:8250 (Verzoekster tegen Veilig Thuis), https://itenrecht.nl/artikelen/recht-op-vernietiging-van-persoonsgegevens-vervalt-wanneer-een-derde-aanmerkelijk-belang-heeft-bij-die-gegevens

Rb. Rotterdam 21 augustus 2024, IT 4619; ECLI:NL:RBROT:2024:8250 (Verzoekster tegen Veilig Thuis). Verzoekster heeft een dochter voor wie zij een omgangsregeling heeft afgesproken met haar (voormalige) partner, de vader van haar dochter. Op 18 oktober 2022 heeft verzoekster een melding gedaan bij Veilig Thuis, omdat zij zich zorgen maakte over de veiligheid van haar dochter wanneer zij bij haar vader verbleef. Naar aanleiding van deze melding heeft Veilig Thuis één dossier voor het hele gezin aangemaakt (inmiddels zijn dit drie dossiers). Later zijn er verschillende andere meldingen gemaakt, zowel door verzoekster, als door haar partner en de politie. Er zijn daarbij veel contactmomenten geweest. Op 12 december 2023 heeft Veilig Thuis een melding gedaan bij het Jeugdbeschermingsplein en naar aanleiding daarvan is een onderzoek gestart. Verzoekster heeft Veilig Thuis vervolgens verzocht om een van de dossiers over haar gezin volledig te laten verwijderen, maar Veilig Thuis heeft dit verzoek afgewezen, met name uit anticipatie op een mogelijke situatie van kindermishandeling. Verzoekster stapt naar de rechtbank en verzoekt daar hetzelfde, inclusief met betrekking tot een tweede dossier. Subsidiair verzoekt zij dat Veilig Thuis wordt bevolen om specifiek haar persoonsgegevens uit de twee dossiers te verwijderen.

IT 4599

Oneerlijkheid van eiser jegens Rabobank heeft inschrijving van persoonsgegevens in het externe waarschuwingssysteem tot gevolg

Rechtbank 26 jun 2024, IT 4599; ECLI:NL:RBMNE:2024:4225 (Eiser tegen Rabobank), https://itenrecht.nl/artikelen/oneerlijkheid-van-eiser-jegens-rabobank-heeft-inschrijving-van-persoonsgegevens-in-het-externe-waarschuwingssysteem-tot-gevolg

Rb. Midden-Nederland 26 juni 2024, IT 4599;  ECLI:NL:RBMNE:2024:4225 (Eiser tegen Rabobank). Eiser heeft als zzp’er via een overeenkomst van opdracht voor Rabobank gewerkt. Voor het sluiten van die overeenkomst is eiser gevraagd om haar nevenfuncties op te geven. Niet alleen heeft zij dit niet gedaan, maar bovendien heeft zij na aanvang van haar werkzaamheden meermaals schriftelijk in strijd met de waarheid verklaard dat zij geen nevenfuncties had. Rabobank zag zich hierdoor genoodzaakt om de overeenkomst met eiser te beëindigen en de gegevens van eiser voor de duur van twee jaar laten registreren in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (EVR), alsmede voor de duur van acht jaar in het Intern Verwijzingsregister (IVR). Eiser vordert in kort geding dat Rabobank deze registraties verwijdert omdat die volgens haar onrechtmatig en disproportioneel zijn.

IT 4586

Kruidvat cookies zijn in strijd met de AVG, aldus de AP - € 600.000,- boete

Autoriteit Persoonsgegevens 2 mei 2024, IT 4586; (AP tegen A.S. Watson), https://itenrecht.nl/artikelen/kruidvat-cookies-zijn-in-strijd-met-de-avg-aldus-de-ap-600-000-boete

AP 2 mei 2024, IT 4586 (AP tegen A.S. Watson). De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) heeft besloten om aan A.S. Watson Health & Beauty Continental Europe B.V. (hierna: A.S. Watson), het moederbedrijf van onder meer Kruidvat, een bestuurlijke boete van € 600.000,- op te leggen voor de overtreding van artikel 6, eerste lid, in samenhang met artikel 5, eerste lid, onder a, van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG). Dit omdat A.S. Watson geen rechtmatige grondslag heeft voor het verwerken van persoonsgegevens door middel van (tracking) cookies bij het bezoeken van de website kruidvat.nl, terwijl zij wel verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van de AVG.

IT 4579

Negatieve uitlatingen tegenover minister op Curaçao op Facebook

Overige instanties 12 jul 2024, IT 4579; ECLI:NL:OGEAC:2024:112 (De minister tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/negatieve-uitlatingen-tegenover-minister-op-curacao-op-facebook

Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao 12 juni 2024, IT 4579; ECLI:NL:OGEAC:2024:112 (De minister tegen gedaagde). Kort geding. De minister, lid van de politieke partij Movementu Futuro Kòrsou (hierna: MFK), is na de verkiezingen van 2021 benoemd tot minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning. Gedaagde heeft met zijn partij, Union i Progrese (hierna: UP), ook aan de verkiezingen meegedaan, maar geen zetel behaald. Op de Facebookpagina van UP staan video's waarop gedaagde zich negatief uitlaat over de minister. De minister vordert in dit kort geding dat het gerecht gedaagde verbiedt de videobeelden op enige wijze voor het publiek toegankelijk te maken, andere opruiende en/of smadelijke uitspraken te openbaren, en een dwangsom op te leggen voor de dagen dat gedaagde zich hier niet aan houdt. Gedaagde voert verweer.

IT 4576

Eiser beschuldigt voormalig mede-vennoot van het zich onrechtmatig (laten) toe-eigenen en re-directen van domeinnaam

Rechtbank 29 nov 2023, IT 4576; ECLI:NL:RBMNE:2023:7733 (H.O.D.N. tegen anonieme B.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/eiser-beschuldigt-voormalig-mede-vennoot-van-het-zich-onrechtmatig-laten-toe-eigenen-en-re-directen-van-domeinnaam

Rb. Den Haag 29 november 2023, IEF 22118; IT 4576; ECLI:NL:RBMNE:2023:7733 (H.O.D.N.). Eiser exploiteert sinds 1 oktober 2020 een eenmanszaak die gericht is op de verkoop van machines en apparaten voor de warmte-, koel- en vriestechniek voor de horeca. Hiertoe runt eiser een webshop, waarvan de domeinnaam op 24 oktober 2023 zonder diens toestemming op naam is gezet van gedaagde, de voormalige vennoot van eiser. Het gevolg is dat eiser zijn webshop niet langer kan exploiteren en de domeinnaam nu doorverwijst naar de website van gedaagde. De actie zou te kwader trouw hebben plaatsgevonden, aldus eiser, omdat gedaagde het succes van eiser niet zou kunnen verkroppen. In dat kader zou gedaagde de website-ontwikkelaar van eiser (gedaagde 2) hebben gecontacteerd, om hem te overtuigen de domeinnaam aan gedaagde over te dragen. Vast staat dat de website-ontwikkelaar een dergelijke autorisatie inderdaad had, aangezien hij het domein zonder medeweten van eiser op naam van zijn vriendin had gezet.

IT 4514

Verzoek tot verwijdering BKR-registratie afgewezen

Rechtbank 14 mrt 2024, IT 4514; ECLI:NL:RBAMS:2024:1439 (Verzoekers tegen ING Bank N.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-tot-verwijdering-bkr-registratie-afgewezen-1

Rb. Amsterdam 14 maart 2024, IT 4514; ECLI:NL:RBAMS:2024:1439 (Verzoekers tegen ING Bank). Verzoekers hebben een persoonlijke rekening, een zakelijke lening en een doorlopend krediet afgesloten bij de ING bank. Als gevolg van een betalingsachterstand is op de leningen en het krediet bijzonderheidscode A in het Centraal Krediet Informatiesysteem (hierna: CKI) van Stichting Bureau Krediet Registratie (hierna: BKR) geplaatst op contactnummers. De BKR-registratie is te kwalificeren als gegevensverwerking van persoonsgegevens waarop de AVG van toepassing is. In casu dienen verzoekers bezwaar in op de verwerking op grond van artikel 21 lid 1 AVG. Een belangenafweging bepaalt of het bezwaar wel of niet gehonoreerd moet worden. Verzoekers stellen dat de negatieve BKR-registratie het hen onmogelijk maakt een lening te krijgen om een huis mee te kopen en zij hiermee een zwaarwegend belang hebben. ING bank stelt zich op het standpunt dat de mogelijkheid dat kredietverstrekkers informatie kunnen krijgen over de recente kwijting van €34.000 een zwaarder wegend belang is. De rechtbank is het eens met de ING bank en wijst de vordering van verzoekers af. Het feit dat verzoekers er ruim negen jaar over hebben gedaan om de schuld bij ING bank af te lossen en er een grote betalingsachterstand was ontstaan, getuigt niet van een goed betalingsmoraal, en is een belangrijke factor bij de belangenafweging.

IT 4495

Defam schendt privacyregels door onrechtmatige registratie

Hof 5 mrt 2024, IT 4495; ECLI:NL:GHARL:2024:1639 (Appellanten tegen Defam B.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/defam-schendt-privacyregels-door-onrechtmatige-registratie

Hof Arnhem Leeuwarden 5 maart 2024, IT 4495; ECLI:NL:GHARL:2024:1639 (Appellanten tegen Defam B.V.). Defam B.V. (Defam) heeft in 2017 een kredietaanvraag ontvangen van betrokkene voor een persoonlijke lening van € 45.500,-. Na onderzoek en navraag bij de ING bank, heeft Defam ontdekt dat de gegevens (salarisbijschrijvingen) incorrect zijn. Ingevolge deze ontdekking heeft Defam betrokkene geregistreerd in het incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (hierna: EVR) en is een strafrechtelijke vervolging gestart die tot een veroordelend vonnis heeft geleid. Uiteindelijk is betrokkene vrijgesproken. Het vonnis had geleid tot blokkering van de betaalrekeningen van betrokkene bij de ING bank. Betrokkene doet aan de hand hiervan beroep op de onrechtmatige daad en vordert schadevergoeding wegens schending van de AVG door het onterecht registreren en/of het ten onrechte langer handhaven van de persoonsgegevens van betrokken en haar echtgenoot in het incidentenregister en/of het EVR. De bodemrechter heeft een afwijzende vonnis gewezen waartegen appellanten in hoger beroep zijn gegaan.

IT 4407

Afwijzing verzoek verwijdering BKR-registratie op grond van de AVG

Rechtbank Amsterdam 6 sep 2023, IT 4407; ECLI:NL:RBAMS:2023:5743 (Verzoeker tegen ING), https://itenrecht.nl/artikelen/afwijzing-verzoek-verwijdering-bkr-registratie-op-grond-van-de-avg

Rb. Amsterdam 6 september 2023, IT 4407; ECLI:NL:RBAMS:2023:5743 (Verzoeker tegen ING). Verzoeker had krediet afgesloten bij ING voor zijn eenmanszaak. Op een bepaald moment kon verzoeker het krediet niet meer terugbetalen en is hij failliet verklaard. ING heeft meerdere malen verzocht om het betaalde bedrag terug te betalen, maar verzoeker was hiertoe niet in staat en is toegelaten tot de schuldsanering. Toen verzoeker de schuldsanering had afgerond met een schone lei, heeft ING de bijzonderheidscode 3 toegevoegd in het BKR-systeem aan de kredietverlening van verzoeker. Verzoeker heeft ING tweemaal verzocht om de bijzonderheidscode bij de BKR-registratie te verwijderen, maar kreeg tweemaal nul op rekest. Verzoeker verzoekt nu de rechtbank om ING te veroordelen de codering van de BKR-registratie te verwijderen. Partijen zijn het erover eens dat de BKR-registratie juist is. De einddatum van bijzonderheidscodering 3 aan de BKR-registratie is 2025, maar verzoeker is van mening dat deze eerder verwijderd dient te worden. Een BKR-registratie is aan te merken als het verwerken van persoonsgegevens waarop de AVG van toepassing is.

IT 4351

Handelen DPG rechtvaardigt geen boete

Rechtbank Amsterdam 10 aug 2023, IT 4351; ECLI:NL:RBAMS:2023:5074 (DPG Media/AP), https://itenrecht.nl/artikelen/handelen-dpg-rechtvaardigt-geen-boete

Rechtbank Amsterdam 10 augustus 2023, IT 4351; ECLI:NL:RBAMS:2023:5074 (DPG Media/AP) Bestuursrecht. In deze zaak oordeelt de rechtbank Amsterdam over het beroep van DPG Media B.V. (hierna: DPG) tegen een boete die haar door de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) is opgelegd. DPG is een uitgever van bladen en boeken. Hierbij worden persoonsgegevens van klanten verwerkt. Als een betrokkene om verwijdering of inzage van diens persoonsgegevens vraagt, vraagt DPG eerst verificatie van de identiteit van betrokkene middels een identiteitsbewijs. De AP stelt dat dit in strijd is met de AVG, omdat hiermee een onnodige barrière voor betrokkenen wordt opgeworpen. Volgens de AP past DPG geen maatwerk toe aangezien ze niet beoordeelt of een verzoeker op een andere, minder ingrijpende wijze kan worden geïdentificeerd. DPG verweert zich met de stelling dat haar werkwijze niet in strijd is met de AVG, aangezien er wél ruimte was voor maatwerk, en dit ook werd toegepast in de praktijk.

  • 1
  • 2
  • 1 - 10 van 15