Gepubliceerd op woensdag 13 november 2024
IT 4669
Rechtbank Amsterdam ||
23 sep 2024
Rechtbank Amsterdam 23 sep 2024, IT 4669; ECLI:NL:RBAMS:2024:5899 (Eiseres tegen Rabobank), https://itenrecht.nl/artikelen/rabobank-moet-bkr-registratie-verwijderen

Rabobank moet BKR-registratie verwijderen

Vzr. Rb. Amsterdam 23 september 2024, IT 4669; ECLI:NL:RBAMS:2024:5899 (Eiseres tegen Rabobank). In het CKI van het BKR staat een krediet van Rabobank met een achterstandscodering en een bijzonderheidscodering op naam van eiseres. Ze heeft inmiddels de volledige openstaande vordering betaald en heeft samen met haar partner een koopovereenkomst voor een huis getekend. Daarnaast weet ze sinds kort dat ze zwanger is. Op grond van artikel 21 lid 1 AVG heeft eiseres vanwege haar specifieke situatie bezwaar gemaakt bij Rabobank tegen de verwerking van haar persoonsgegevens. Rabobank heeft het bezwaar afgewezen. Eiseres vordert in dit kort geding de verwijdering van de registratie, op straffe van dwangsommen. Eiseres stelt dat ze niet wist van de betalingsachterstand, omdat haar moeder haar rekening heeft gebruikt, de kredietlimiet heeft verhoogd, contact onderhield met de bank en deurwaarder en in haar naam een betalingsregeling heeft getroffen met de deurwaarder. De voorzieningenrechter gaat hierin mee en wijst de vordering van eiseres toe. Omdat Rabobank de registratie de volgende dag verwijdert, acht de voorzieningenrechter een dwangsom niet nodig.

3.8. Dat betekent dat de voorzieningenrechter geloof hecht aan het verhaal van [eiseres] of haar in ieder geval het voordeel van de twijfel geeft. Onvoldoende aannemelijk is dat [eiseres] zelf schulden heeft gemaakt en heeft laten voortbestaan. Het voortbestaan van de BKR-registratie is dus niet nodig in het licht van de doelen van de kredietregistratie. [eiseres] hoeft niet te worden beschermd tegen overkreditering en financiële instellingen hoeven niet te worden beschermd tegen [eiseres].