HvJ EU: recht van inzage
![](/img/custom/upload/schermafbeelding-2022-11-22-om-14-40-28-bd32b992-905f-416d-bc8f-88b333618535.png)
HvJ EU 12 januari 2023, IT 4200; C-154/21, ECLI:EU:C:2023:3 (Österreichische Post) Op 15 januari 2019 heeft RW Österreichische Post verzocht om op grond van artikel 15 AVG inzage te verkrijgen van de hem betreffende persoonsgegevens die Österreichische Post opslaat dan wel in het verleden heeft opgeslagen, alsmede om hem informatie te verstrekken over wie de ontvangers daarvan waren, voor het geval dat deze gegevens aan derden zijn meegedeeld. In antwoord op dit verzoek heeft Österreichische Post zich beperkt tot de mededeling dat zij in het kader van haar activiteit als uitgever van telefoongidsen gebruikmaakt van persoonsgegevens en deze voor marketingdoeleinden aanbiedt aan zakelijke klanten. Afgezien daarvan heeft zij voor nadere informatie en met betrekking tot overige doeleinden van gegevensverwerking verwezen naar een website. Zij heeft RW niet meegedeeld wie de concrete ontvangers van de gegevens waren. RW heeft Österreichische Post gedaagd, de zaak komt uiteindelijk bij het Oberste Gerichtshof (hoogste federale rechter in civiele en strafzaken, Oostenrijk). Het Oberste Gerichtshof stelt het Hof de vraag of het recht van inzage beperkt is tot categorieën van ontvangers indien bij de voorgenomen verstrekking van informatie de specifieke ontvangers daarvan nog niet vaststaan, maar dat recht zich noodzakelijkerwijs ook moet uitstrekken tot ontvangers van die informatie wanneer reeds gegevens zijn meegedeeld.