Op 23 juni 2023 is er een wetsvoorstel gedaan, ter implementatie van een Europese richtlijn, inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie. De afdeling advisering van de Raad van State maakt al snel kenbaar dat zij het voorstel, in haar huidige vorm, kwalititatief niet toereikend vindt. Daartoe noemt zij enkele bezwaren, die hieronder zullen worden behandeld.
De Wet hergebruik overheidsinformatie (hierna: de Who) ziet er op de grote hoeveelheden gegevens die de overheid in de uitvoering van haar taak verzameld op een veilige en efficiënte manier te hergebruiken. Deze gegevens kunnen van belang zijn voor onderzoek door instellingen voor hoger onderwijs en onderzoeksinstituten. Het wetsvoorstel gaat in haar huidge vorm, volgens de Raad van State, te ver. Hergebruik wordt niet slechts bevorderd; er komt een verplichting voor gegevens die uit publiek gefinancierd onderzoek geopenbaard zijn om voor hergebruik ter beschikking te worden gesteld. De invoering van deze plicht wordt niet gemotiveerd in de toelichting. Als deze plicht daadwerkelijk ingevoerd zou worden, zou dit een ongemotiveerde inbreuk op het intellectuele eigendomsrecht van onderzoekers zijn. De onderzoekers in kwestie lijken ook niet te zijn betrokken bij de formatie van het wetsvoorstel, nu enige inbreng van de minister van Onderwijs ontbreekt
Daar komt ook nog bij dat het voorstel niet genoeg rekening houdt met de anonimisering van persoonsgegevens. Nu software steeds sterker wordt, kunnen persoonsgegevens die voorheen anoniem werden geacht worden herleid tot de betrokkene. Het voorstel maakt niet duidelijk wat nu van overheidsorganisaties wordt verwacht om hun gegevens structureel anoniem te houden. Dat zijn niet de enige praktische bezwaren die de Raad van State noemt. Ook de leesbaarheid van de voorgestelde wet is een probleem, omdat de betekenis van de wet slechts duidelijk is als men de afzonderlijke artikelen in samenhang bestudeert.
De afdeling advies constateert aan alle kanten dat het wetsvoorstel onvolledig en moeilijk uitvoerbaar is en geeft daarom een aantal adviezen om de gebreken te repareren. Daarbij benadrukt zij het wetsvoorstel niet in te dienen totdat de geconstateerde gebreken zijn verholpen.