Verwijderingsverzoek BKR-registratie afgewezen
Hof ’s-Hertogenbosch 2 juni 2022, IT 3987; ECLI:NL:GHSHE:2022:1772 (Appellante tegen ING en Hoist) Appellante heeft het hof verzocht om onder andere te bevelen dat ING en Hoist bijzonderheidscoderingen van BKR op naam van appellante verwijderen en verwijderd houden. Het hof oordeelt dat appellante deels wel en deels niet-ontvankelijk is in haar verzoek, desondanks zal het hof het verwijderingsverzoek toch beoordelen. Het hof oordeelt dat er een belangenafweging moet plaatsvinden op basis van artikel 21 lid 1 AVG. Het gaat om een belangenafweging tussen enerzijds de belangen van ING en Hoist bij handhaving van de BKR-registraties en anderzijds het belang van appellante bij verwijdering daarvan. Het hof meent dat er geen reden bestaat om het belang van appellante te laten prevaleren boven dat van ING en Hoist. Het hof oordeelt daarom ook dat een verwijdering van de registratie niet aan de orde is. Het verzoek van appellante wordt afgewezen.