DOSSIERS
Alle dossiers

Persoonsgegevens  

IT 3810

Ziggo hoeft geen waarschuwingsbrieven door te sturen

Rechtbank Midden-Nederland 2 feb 2022, IT 3810; ECLI:NL:RBMNE:2022:297 (Brein tegen Ziggo), https://itenrecht.nl/artikelen/ziggo-hoeft-geen-waarschuwingsbrieven-door-te-sturen

Vzr. Rb Midden-Nederland 2 februari 2022, IEF 20509, IT 3810; ECLI:NL:RBMNE:2022:297 (Brein tegen Ziggo) Via BitTorrent kan men auteursrechtelijk beschermde werken illegaal down- en uploaden. De meeste beschikbaarstellingen van illegaal aanbod gaan via IP-adressen die Ziggo beheert. Brein houdt zich bezig met collectieve bestrijding van auteursrechtinbreuken. In het kader hiervan wil Brein dat Ziggo waarschuwingsbrieven doorstuurt naar haar betreffende klanten dat zij meewerken aan illegale en schadelijke praktijken. Ziggo wil hier echter niet aan meewerken, want volgens Ziggo is het doorsturen van die waarschuwingsbrieven niet verenigbaar met de AVG. IP-adressen zijn immers persoonsgegevens. Voor Brein bestaat een grondslag voor verwerking van deze persoonsgegevens. Zij heeft namelijk toestemming gekregen van de AP, nu strafrechtelijke persoonsgegevens door Brein ten eigen behoeve mogen worden verwerkt ter bescherming van haar belangen. Naast Brein is Ziggo ook verwerkingsverantwoordelijke, maar zij heeft geen toestemming van de AP gekregen om deze persoonsgegevens te verwerken ten behoeve van Brein. De voorzieningenrechter oordeelt dat indien Ziggo over een vergunning van de AP zou beschikken, zij onrechtmatig zou handelen door de waarschuwingsbrieven niet door te sturen. Ziggo beschikt hier echter niet over, dus zij handelt nu niet onrechtmatig. De vorderingen van Brein worden dan ook afgewezen.

IT 3800

Oostenrijkse DSB: Hoofdstuk V van AVG niet van toepassing op gegevensimporteur

Overige instanties 12 jan 2022, IT 3800; (Eiser tegen Verlags GmbH en Google LLC), https://itenrecht.nl/artikelen/oostenrijkse-dsb-hoofdstuk-v-van-avg-niet-van-toepassing-op-gegevensimporteur

DSB Oostenrijk 12 januari 2022, IT 3800, IEFbe 3375; GZ: D155.027 (Eiser tegen Verlags GmbH en Google LLC) Eiser heeft de website van de eerste verweerder bezocht. Tijdens het bezoek was hij ingelogd op zijn Google-account, die was gekoppeld aan zijn e-mailadres. De verweerder had de persoonsgegevens van eiser doorgegeven aan de tweede verweerder. Het ging om het IP-adres en de cookiegegevens van de eiser. Voor deze doorgifte is een rechtsgrondslag vereist. De tweede verweerder is gegevensimporteur, dus hij maakt geen gegevens van eiser bekend. Dat wordt enkel gedaan door de eerste verweerder, de gegevensexporteur. De vereisten van hoofdstuk V van de AVG dienen dus enkel te worden nageleefd door de eerste verweerder. Dit wordt niet gedaan, dus het beroep tegen de eerste verweerder slaagt en dat tegen de tweede verweerder slaagt niet.

IT 3790

Prejudiciële vragen betreffende bewaring van kredietinformatie

HvJ EU 7 sep 2021, IT 3790; (SCHUFA Holding e.a.), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-betreffende-bewaring-van-kredietinformatie

Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) 7 september 2021, IT 3790, IEFbe 3370; C-552/21 (SCHUFA Holding e.a.) Via MinBuza. Verzoeker is een zelfstandige op het gebied van financiële dienstverlening die door omstandigheden tot insolventieprocedure over is gegaan, waaruit een kwijtschelding van restschuld volgde. Deze kwijtschelding is door SCHUFA Holding geregistreerd bij een particulier kredietregistratiebureau. Verzoeker heeft getracht conform artikel 21 AVG bezwaar tegen de registratie aan te tekenen, dat door SCHUFA Holding is afgewezen. Vervolgens heeft verzoeker zich verzet tegen deze weigering, aanhalend dat bewaring van de kredietinformatie langer dan een jaar in strijd is met het Unierecht, waartegen SCHUFA Holding heeft ingebracht dat conform artikel 6, lid 1, onder b) en f) gegevens met betrekking tot beoordeling van kredietwaardigheid zo lang als noodzakelijk wordt geacht bewaard mogen worden, ook met het oog op statistische beeldvorming omtrent algemene financiële gedraging van categorieën individuen. Verzoeker heeft verweerder (Deelstaat Hessen) verzocht de registratie door SCHUFA Holding van de kwijtschelding van restschuld te wissen. Verzoeker stelt dat een belangenafweging conform artikel 6, lid 1, onder f), niet heeft plaatsgevonden en heeft verzocht om de registratie te wissen in de zin van artikel 17. SCHUFA Holding stelt zich op het standpunt dat artikel 21, lid 1, er niet in is gelezen informatiebeschikking over kredietwaardigheid zoals noodzakelijk in een kredietwaardigheidsonderzoek te onthouden.

Prejudiciële vragen:

IT 3795

Minister mag gegevens maatschap niet doorgeven

Overige instanties 22 sep 2021, IT 3795; ECLI:NL:RVS:2021:2129 (De maatschap tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), https://itenrecht.nl/artikelen/minister-mag-gegevens-maatschap-niet-doorgeven

RvS 22 september 2021, IT 3795; ECLI:NL:RVS:2021:2129 (De maatschap tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft het verzoek van de maatschap om haar gegevens niet door te geven aan de Brancheorganisatie Akkerbouw afgewezen. De maatschap heeft geen toestemming gegeven om haar gegevens door te geven en vindt dat het doorgeven van haar gegevens daarom in strijd is met de AVG. De rechtbank heeft in eerste aanleg het beroep van de maatschap ongegrond verklaard. De Raad van State oordeelt dat de minister het verband tussen het doel van de oorspronkelijke verwerking en het doel van de verdere verwerking niet aannemelijk heeft gemaakt. De verdere verwerking van de gegevens door de minister is daarom onrechtmatig. De Raad van State oordeelt dat het hoger beroep van de maatschap gegrond is.

IT 3786

Prejudiciële vragen over verstrekken van persoonsgegevens

HvJ EU 3 dec 2021, IT 3786; (Osterreichische Datenschutzbehorde et CRIF), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-verstrekken-van-persoonsgegevens

Bundesverwaltungsgericht (Oostenrijk) 3 december 2021, IT 3786, IEFbe 3366; C-487/21 (Osterreichische Datenschutzbehorde et CRIF) via MinBuza. Verzoeker verzocht een kredietinformatiebureau op grond van artikel 15 AVG om inzage in persoonsgegevens en om toezending van een kopie van de ten aanzien van zijn persoon verwerkte gegevens in een gebruikelijk technisch formaat. Het kredietinformatiebureau verstrekte de gevraagde inlichtingen gedeeltelijk in geaggregeerde vorm, waarbij de ten aanzien van de persoon van verzoeker opgeslagen gegevens werden weergegeven in een op naam, geboortedatum, straat, postcode en plaats gerangschikte tabel en voorts in een overzicht over ondernemingsfuncties en vertegenwoordigingsbevoegdheden.

IT 3789

Vallen kredietscores onder geautomatiseerde verwerking?

HvJ EU 24 nov 2021, IT 3789; (SCHUFA Holding), https://itenrecht.nl/artikelen/vallen-kredietscores-onder-geautomatiseerde-verwerking

Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) 23 november 2021, IT 3789, IEFbe 3369; C-634/21 (SCHUFA Holding) via MinBuza De in het geding geroepen partij SCHUFA Holding, heeft een kredietscore berekend voor verzoekster. Dit was negatieve informatie en verzoekster eiste daarom om verwijdering van volgens haar onjuiste vermeldingen en inzage in opgeslagen gegevens. De in het geding geroepen partij heeft hierbij niet toegelicht welke afzonderlijke stukken informatie in de berekening worden opgenomen en hoe deze worden gewogen. Verzoekster heeft een klacht hiertegen ingediend bij verweerder, maar deze heeft geen verdere stappen ondernomen. Dit met de motivering dat de in het geding geroepen partij wel moet voldoen aan de vereisten die zijn geregeld in het Unierecht en in nationale regelgeving, maar dat daaraan wordt voldaan in onderhavig geval.

IT 3791

Immateriële schade vergoed wegens inbreuk AVG

Rechtbank Rotterdam 12 jul 2021, IT 3791; ECLI:NL:RBROT:2021:6822 (Verzoekster tegen College van B&W Rotterdam), https://itenrecht.nl/artikelen/immateri-le-schade-vergoed-wegens-inbreuk-avg

Rb Rotterdam 12 juli 2021, IT 3791; ECLI:NL:RBROT:2021:6822 (Verzoekster tegen College van B&W Rotterdam) Verzoekster heeft verweerder meermaals verzocht medische gegevens uit haar dossier te verwijderen. Ondanks dat heeft verweerder deze gegevens gedurende tien jaar bewaard en verwerkt. Dit was in strijd met de AVG en hierdoor is het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van verzoekster geschonden. Meerdere personen en instanties hebben deze gegevens kunnen inzien, zonder dat zij daartoe gerechtigd waren. De rechtbank oordeelt dat verzoekster recht heeft op een vergoeding voor de immateriële schade die zij hierdoor heeft geleden.

IT 3788

Prejudiciële vragen over ontslagen functionaris gegevensbescherming

HvJ EU 2 dec 2021, IT 3788; (KISA), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-ontslagen-functionaris-gegevensbescherming

Bundesarbeitsgericht (Duitsland) 2 december 2021, IT 3788, IEFbe 3367; C-560/21 (KISA) via MinBuza. Verzoeker is in dienst van verweerder als applicatie-adviseur. Verweerder heeft verzoeker benoemd tot functionaris voor gegevensbescherming, maar ongeveer twee weken later weer ontslagen in deze functie, omdat deze in strijd zou zijn met zijn beroepsactiviteiten als applicatie-adviseur. Verweerder stelt dat met het verwerken van financiële gegevens van burgers een belangenconflict ontstond met de taken van een functionaris voor gegevensbescherming. De nationale rechter is er niet zeker van of de AVG regelingen van lidstaten toestaat die aan het ontslag van een functionaris voor gegevensbescherming strengere voorwaarden stellen dan het Unierecht.

Prejudiciële vragen:

IT 3781

Bijzonderheidscoderingen in CKI

Rechtbank Gelderland 14 jan 2022, IT 3781; ECLI:NL:RBGEL:2022:126 (Verzoeker tegen BKR), https://itenrecht.nl/artikelen/bijzonderheidscoderingen-in-cki

Rb Gelderland 14 januari 2022, IT 3781; ECLI:NL:RBGEL:2022:126 (Verzoeker tegen BKR). Verzoeker vraagt de rechtbank het BKR te veroordelen om registratie van kredietovereenkomsten in het CKI te verwijderen. Hieraan legt hij ten grondslag dat het stelsel van krediet- en schuldenregistratie in het CKI in het algemeen in strijd is met de AVG en dat de wijze waarop het BKR zijn persoonsgegevens verwerkt onrechtmatig is. In casu is de verwerking echter gebaseerd op artikel 6 lid 1 onder f AVG. De door BKR vastgestelde bewaartermijn van vijf jaren is passend en proportioneel, zoals al vaker in rechtspraak bevestigd. De registratie van de kredietovereenkomsten hoeft dus niet te worden verwijderd. Verzoeker vraagt subsidiair om de bijzonderheidscoderingen te verwijderen uit het CKI.

IT 3784

BKR-registraties hoeven niet worden verwijderd

Rechtbank Limburg 27 dec 2021, IT 3784; ECLI:NL:RBLIM:2021:9935 (Eiseres tegen BLG Wonen), https://itenrecht.nl/artikelen/bkr-registraties-hoeven-niet-worden-verwijderd

Vrz. Rb Limburg 27 december 2021, IT 3784; ECLI:NL:RBLIM:2021:9935 (Eiseres tegen BLG Wonen) Kort geding. Eiseres vordert veroordeling van het BLG tot verwijdering van twee negatieve BKR-registraties, omdat zij het geregistreerd houden hiervan na een belangenafweging en gezien bijzondere omstandigheden disproportioneel acht. BLG betwist dit en de voorzieningenrechter is van oordeel dat de omstandigheid dat eiseres geen hypotheek kan krijgen onvoldoende is om een BKR-registratie te verwijderen. Daarnaast heeft eiseres onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij voor het verkrijgen van een andere woonruimte is aangewezen op een financiering van een hypotheekverstrekker. Deze bijzondere omstandigheden van eiseres, als hiervan al sprake is, wegen niet op tegen het belang van BLG en overige kredietaanbieders om een volledig beeld te kunnen vormen van het in strijd met de kredietvoorwaarden handelen van eiseres.