DOSSIERS
Alle dossiers

Persoonsgegevens  

IT 3856

Verwerking gegevens over detentie

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 feb 2022, IT 3856; ECLI:NL:GHARL:2022:1623 (Appellanten tegen Van Lanschot), https://itenrecht.nl/artikelen/verwerking-gegevens-over-detentie

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 februari 2022, IT 3856; ECLI:NL:GHARL:2022:1623 (Appellanten tegen Van Lanschot) Het gaat erom of Van Lanschot ten onrechte gegevens over een detentie van appellant verwerkt en die detentie in een civiele procedure tussen partijen ten onrechte aanhaalt. De vorderingen van appellanten zijn niet meer toewijsbaar vanwege het ontbreken van een voldoende spoedeisend belang. De vordering tot rectificatie was op inhoudelijke gronden niet toewijsbaar. De verwerking van de gegevens over detentie zijn niet in strijd met het beginsel van minimale gegevensverwerking. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter.

IT 3851

Informatieverplichtingen bij verwerking persoonsgegevens

Rechtbank Oost-Brabant 2 mrt 2022, IT 3851; ECLI:NL:RBOBR:2022:787 (Verzoeker tegen T-Mobile), https://itenrecht.nl/artikelen/informatieverplichtingen-bij-verwerking-persoonsgegevens

Rb Oost-Brabant 2 maart 2022, IT 3851; ECLI:NL:RBOBR:2022:787 (Verzoeker tegen T-Mobile) In het kader van een pilot met het CBS heeft T-Mobile persoonsgegevens verwerkt. T-Mobile heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij daarbij geen persoonsgegevens van verzoeker heeft verwerkt. Verzoeker vordert informatie over de verwerking. De vraag in deze zaak is of op T-Mobile een plicht rust om in het kader van de AVG bepaalde informatie te verstrekken c.q. antwoord te geven op bepaalde vragen. De rechtbank is van oordeel dat T-Mobile bepaalde informatieverplichtingen ten aanzien van het verwerken van persoonsgegevens van verzoeker moet nakomen. De rechtbank vraagt T-Mobile om bepaalde stukken in het geding te brengen en deze nader toe te lichten.

IT 3847

Verwijderen van BKR-codering na belangenafweging

Rechtbank Amsterdam 9 dec 2021, IT 3847; ECLI:NL:RBAMS:2021:8010 (Verzoekers tegen Hoist Finance), https://itenrecht.nl/artikelen/verwijderen-van-bkr-codering-na-belangenafweging

Rb Amsterdam 9 december 2021, IT 3847; ECLI:NL:RBAMS:2021:8010 (Verzoekers tegen Hoist Finance) Verzoekers willen graag BKR-registraties verwijderd hebben, omdat zij deze niet (langer) proportioneel vinden. De rechtbank is na een belangenafweging van oordeel dat de registraties van verzoekers in het BKR ten aanzien van het doorlopend krediet dienen te worden verwijderd. Dit omdat verzoekers boven modaal inkomen verdienen, ze hebben volledig krediet betaald en van een slechte betaalmoraal is niet gebleken bij de rechtbank. Bovendien acht de rechtbank het aannemelijk dat indien verzoekers wel zouden zijn ingelicht over de registratie van een codering 3, zij mogelijk geen kwijtschelding voor de rente hadden aangevraagd, maar het volledige bedrag zouden hebben terugbetaald.

IT 3846

BKR-registratie hoeft niet te worden verwijderd

Rechtbank Oost-Brabant 2 mrt 2022, IT 3846; ECLI:NL:RBOBR:2022:758 (Eiser tegen Rabobank), https://itenrecht.nl/artikelen/bkr-registratie-hoeft-niet-te-worden-verwijderd

Vzr. Rb Oost-Brabant 2 maart 2022, IT 3846; ECLI:NL:RBOBR:2022:758 (Eiser tegen Rabobank) Eiser heeft een BKR-codering staan en wil deze graag verwijderd hebben in verband met de aanschaf van een nieuwe woning en de hypothecaire financiering die hij hiervoor wenst te verkrijgen. De Rabobank verwijdert deze niet, omdat er geen grond zou bestaan voor eerdere verwijdering. De voorzieningenrechter maakt een belangenafweging. Deze valt in het nadeel uit voor eiser. Dit omdat de Rabobank slechts 40% van haar vordering voldaan heeft gekregen, de financiële problematiek van eiser groot was en de totale schuldenlast een substantieel bedrag omvatte. Daarnaast blijkt nergens uit dat de financiële situatie van eiser nu stabiel is doordat hij geen schulden meer heeft. Bovendien is de codering betrekkelijk kort geleden tot stand gekomen. Eiser is ook nog maar kort in loondienst en van de vijf jaar durende periode die in beginsel geldt voor de BKR-registratie is nog geen jaar verstreken.

IT 3841

ING moet BKR-registraties verwijderen

Rechtbank Amsterdam 21 aug 2020, IT 3841; ECLI:NL:RBAMS:2020:7574 (Eiseres tegen ING), https://itenrecht.nl/artikelen/ing-moet-bkr-registraties-verwijderen

Vzr. Rb Amsterdam 21 augustus 2020, IT 3841; ECLI:NL:RBAMS:2020:7574 (Eiseres tegen ING) Eiseres vordert ING te veroordelen de BKR-registraties van eiseres te doen of laten verwijderen uit het CKI van het BKR. De voorzieningenrechter doet een belangenafweging die uiteindelijk in het voordeel van eiseres uitvalt. Het ontstaan van de schulden was niet volledig aan haar te wijten. Zij heeft wel haar verantwoordelijkheid genomen en heeft hulp gezocht. Eiseres is al ongeveer drie jaren financieel stabiel. Ze heeft veel spaargeld opgebouwd en het is dan ook niet aannemelijk dat ze opnieuw betalingsachterstanden zal laten ontstaan. Daarbij maakt het verwijderen van de registratie de kans groter een huis te vinden. ING moet de registraties verwijderen.

IT 3840

Geen aanmerkelijk belang

Rechtbank Noord-Nederland 27 jan 2022, IT 3840; ECLI:NL:RBNNE:2022:479 (Verzoekers tegen Veilig Thuis), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-aanmerkelijk-belang

Rb Noord-Nederland 27 januari 2022, IT 3840; ECLI:NL:RBNNE:2022:479 (Verzoekers tegen Veilig Thuis) Verzoekers hebben gevraagd om vernietiging van alle verwerkte persoonsgegevens die Veilig Thuis op grond van de Wmo over verzoekers onder zich heeft. Veilig Thuis heeft dit geweigerd. Degene die het betreft kan Veilig Thuis verzoeken om persoonsgegevens te verwijderen. Dit geldt niet voor zover het verzoek persoonsgegevens betreft waarvan redelijkerwijs aannemelijk is dat de bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan verzoeker.

IT 3839

Samenwerkingsverband is geen verwerkingsverantwoordelijke

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 feb 2022, IT 3839; ECLI:NL:GHARL:2022:1322 (Appellanten tegen RIEC NN en gemeente Leeuwarden), https://itenrecht.nl/artikelen/samenwerkingsverband-is-geen-verwerkingsverantwoordelijke

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 februari 2022, IT 3839; ECLI:NL:GHARL:2022:1322 (Appellanten tegen RIEC NN en gemeente Leeuwarden) RIEC NN is ontstaan als samenwerkingsverband tussen verschillende overheidsorganisaties ten behoeve van een bestuurlijke en geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit, bestrijding van handhavingsknelpunten en bevordering van integriteitsbeoordelingen. Het gaat er in deze zaak om of RIEC NN verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van de AVG en of RIEC NN kan worden aangesproken op de bijbehorende verplichtingen. Naar het oordeel van het hof is RIEC NN geen verwerkingsverantwoordelijke. Dit omdat zij het doel van of de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens niet vaststelt. Het maakt daarom ook niet uit of zij als partij kan optreden in een civiele procedure. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank [IT 3438].

IT 3830

Besluit door bestuursorgaan

Rechtbank Amsterdam 22 okt 2020, IT 3830; ECLI:NL:RBAMS:2020:5174 (Verzoekster tegen GGD), https://itenrecht.nl/artikelen/besluit-door-bestuursorgaan

Rb Amsterdam 22 oktober 2020, IT 3830; ECLI:NL:RBAMS:2020:5174 (Verzoekster tegen GGD) Veilig Thuis heeft een melding ontvangen van de politie van een vermoeden van kindermishandeling. Deze melding is door Veilig Thuis beoordeeld en doorverwezen naar Jeugdbescherming. Deze heeft de hulpverlening afgesloten en op verzoek van verzoekster het dossier vernietigd. Verzoekster heeft dit ook verzocht bij Veilig Thuis, maar dit verzoek werd afgewezen. Verzoekster vraagt de rechtbank om Veilig Thuis te bevelen het dossier alsnog te vernietigen. Dit omdat de melding is weerlegd en subsidiair omdat er geen aanmerkelijk belang is bij het bewaren van de gegevens.

IT 3828

Gegevensverwerking niet onrechtmatig

Overige instanties 16 feb 2022, IT 3828; ECLI:NL:RVS:2022:497 (Appellante tegen AP), https://itenrecht.nl/artikelen/gegevensverwerking-niet-onrechtmatig

RvS 16 februari 2022, IT 3828; ECLI:NL:RVS:2022:497 (Appellante tegen AP) Appellante woont onder begeleiding van de RIBW zelfstandig. Voor haar boodschappen is wekelijks een budget als voedingsgeld beschikbaar. Zij betaalt de boodschappen met de pinpas van de RIBW. De kassabonnen moet appellante inleveren bij de huismeester, zodat gecontroleerd kan worden dat zij het voedingsgeld ook daadwerkelijk besteedt aan boodschappen. Uit de kassabonnen in combinatie met de pinpas is af te leiden waar, wanneer en welke boodschappen zij haalt. Appellante vindt dat op deze manier haar privacy wordt geschonden en dat haar persoonsgegevens onrechtmatig worden verwerkt en heeft een klacht bij de AP ingediend. Deze heeft van de RIBW gehoord waarom zij de kassabonnen nodig heeft en de AP ziet geen reden om handhavend op te treden. De rechtbank oordeelt dat de verwerking van de persoonsgegevens niet onrechtmatig is. De Afdeling gaat hierin mee. Het gaat namelijk om een taak van algemeen belang en het is noodzakelijk en evenredig. Het hoger beroep wordt dus ongegrond verklaard.

IT 3826

Ander doel voor opvragen persoonsgegevens

Rechtbank Den Haag 4 jan 2018, IT 3826; ECLI:NL:RBDHA:2018:35 (Eiser tegen Staatssecretaris van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/ander-doel-voor-opvragen-persoonsgegevens

Rb Den Haag 4 januari 2018, IT 3826; ECLI:NL:RBDHA:2018:35 (Eiser tegen Staatssecretaris van Financiën) Eiser heeft op grond van artikel 35 van de Wbp verzocht om de bij de inspecteur bekende gegevens betreffende zijn vermeende buitenlandse vermogen, alsmede om alle gegevens die ten grondslag liggen aan de beslissing om een onderzoek naar zijn fiscale woonplaats in te stellen. Verweerder wijst dit verzoek vervolgens af, omdat hij de belangen van eiser bij inzage in de persoonsgegevens van minder belang acht dan de gewichtige economische en fiscale belangen van de Staat.