DOSSIERS
Alle dossiers

Persoonsgegevens  

IT 3789

Vallen kredietscores onder geautomatiseerde verwerking?

HvJ EU 24 nov 2021, IT 3789; (SCHUFA Holding), https://itenrecht.nl/artikelen/vallen-kredietscores-onder-geautomatiseerde-verwerking

Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) 23 november 2021, IT 3789, IEFbe 3369; C-634/21 (SCHUFA Holding) via MinBuza De in het geding geroepen partij SCHUFA Holding, heeft een kredietscore berekend voor verzoekster. Dit was negatieve informatie en verzoekster eiste daarom om verwijdering van volgens haar onjuiste vermeldingen en inzage in opgeslagen gegevens. De in het geding geroepen partij heeft hierbij niet toegelicht welke afzonderlijke stukken informatie in de berekening worden opgenomen en hoe deze worden gewogen. Verzoekster heeft een klacht hiertegen ingediend bij verweerder, maar deze heeft geen verdere stappen ondernomen. Dit met de motivering dat de in het geding geroepen partij wel moet voldoen aan de vereisten die zijn geregeld in het Unierecht en in nationale regelgeving, maar dat daaraan wordt voldaan in onderhavig geval.

IT 3791

Immateriële schade vergoed wegens inbreuk AVG

Rechtbank Rotterdam 12 jul 2021, IT 3791; ECLI:NL:RBROT:2021:6822 (Verzoekster tegen College van B&W Rotterdam), https://itenrecht.nl/artikelen/immateri-le-schade-vergoed-wegens-inbreuk-avg

Rb Rotterdam 12 juli 2021, IT 3791; ECLI:NL:RBROT:2021:6822 (Verzoekster tegen College van B&W Rotterdam) Verzoekster heeft verweerder meermaals verzocht medische gegevens uit haar dossier te verwijderen. Ondanks dat heeft verweerder deze gegevens gedurende tien jaar bewaard en verwerkt. Dit was in strijd met de AVG en hierdoor is het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van verzoekster geschonden. Meerdere personen en instanties hebben deze gegevens kunnen inzien, zonder dat zij daartoe gerechtigd waren. De rechtbank oordeelt dat verzoekster recht heeft op een vergoeding voor de immateriële schade die zij hierdoor heeft geleden.

IT 3788

Prejudiciële vragen over ontslagen functionaris gegevensbescherming

HvJ EU 2 dec 2021, IT 3788; (KISA), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-ontslagen-functionaris-gegevensbescherming

Bundesarbeitsgericht (Duitsland) 2 december 2021, IT 3788, IEFbe 3367; C-560/21 (KISA) via MinBuza. Verzoeker is in dienst van verweerder als applicatie-adviseur. Verweerder heeft verzoeker benoemd tot functionaris voor gegevensbescherming, maar ongeveer twee weken later weer ontslagen in deze functie, omdat deze in strijd zou zijn met zijn beroepsactiviteiten als applicatie-adviseur. Verweerder stelt dat met het verwerken van financiële gegevens van burgers een belangenconflict ontstond met de taken van een functionaris voor gegevensbescherming. De nationale rechter is er niet zeker van of de AVG regelingen van lidstaten toestaat die aan het ontslag van een functionaris voor gegevensbescherming strengere voorwaarden stellen dan het Unierecht.

Prejudiciële vragen:

IT 3781

Bijzonderheidscoderingen in CKI

Rechtbank Gelderland 14 jan 2022, IT 3781; ECLI:NL:RBGEL:2022:126 (Verzoeker tegen BKR), https://itenrecht.nl/artikelen/bijzonderheidscoderingen-in-cki

Rb Gelderland 14 januari 2022, IT 3781; ECLI:NL:RBGEL:2022:126 (Verzoeker tegen BKR). Verzoeker vraagt de rechtbank het BKR te veroordelen om registratie van kredietovereenkomsten in het CKI te verwijderen. Hieraan legt hij ten grondslag dat het stelsel van krediet- en schuldenregistratie in het CKI in het algemeen in strijd is met de AVG en dat de wijze waarop het BKR zijn persoonsgegevens verwerkt onrechtmatig is. In casu is de verwerking echter gebaseerd op artikel 6 lid 1 onder f AVG. De door BKR vastgestelde bewaartermijn van vijf jaren is passend en proportioneel, zoals al vaker in rechtspraak bevestigd. De registratie van de kredietovereenkomsten hoeft dus niet te worden verwijderd. Verzoeker vraagt subsidiair om de bijzonderheidscoderingen te verwijderen uit het CKI.

IT 3784

BKR-registraties hoeven niet worden verwijderd

Rechtbank Limburg 27 dec 2021, IT 3784; ECLI:NL:RBLIM:2021:9935 (Eiseres tegen BLG Wonen), https://itenrecht.nl/artikelen/bkr-registraties-hoeven-niet-worden-verwijderd

Vrz. Rb Limburg 27 december 2021, IT 3784; ECLI:NL:RBLIM:2021:9935 (Eiseres tegen BLG Wonen) Kort geding. Eiseres vordert veroordeling van het BLG tot verwijdering van twee negatieve BKR-registraties, omdat zij het geregistreerd houden hiervan na een belangenafweging en gezien bijzondere omstandigheden disproportioneel acht. BLG betwist dit en de voorzieningenrechter is van oordeel dat de omstandigheid dat eiseres geen hypotheek kan krijgen onvoldoende is om een BKR-registratie te verwijderen. Daarnaast heeft eiseres onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij voor het verkrijgen van een andere woonruimte is aangewezen op een financiering van een hypotheekverstrekker. Deze bijzondere omstandigheden van eiseres, als hiervan al sprake is, wegen niet op tegen het belang van BLG en overige kredietaanbieders om een volledig beeld te kunnen vormen van het in strijd met de kredietvoorwaarden handelen van eiseres.

IT 3776

HR over rechtsgrond verwerking persoonsgegevens door BKR

Hoge Raad 3 dec 2021, IT 3776; ECLI:NL:HR:2021:1814 (Verzoeker tegen Hoist), https://itenrecht.nl/artikelen/hr-over-rechtsgrond-verwerking-persoonsgegevens-door-bkr

HR 3 december 2021, IT 3776; ECLI:NL:HR:1814 (Verzoeker tegen Hoist) Deze prejudiciële beslissing gaat over de vraag aan welke van de in art. 6 AVG genoemde gronden een registratie bij de Stichting Bureau Kredietregistratie (hierna: het BKR) moet worden getoetst. Vindt registratie bij het BKR plaats ter nakoming van een wettelijke plicht in de zin van art. 6 lid 1, onder c, AVG of ter behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of een derde in de zin van art. 6 lid 1, onder f, AVG? Het antwoord op deze vraag is onder meer van belang voor de aanspraak van de kredietnemer op het wissen van zijn persoonsgegevens op grond van art. 17 AVG, en voor de mogelijkheid van de kredietnemer om bezwaar te maken tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens op grond van art. 21 AVG. De HR oordeelt als volgt:

IT 3769

Nieuw besluit over verzoek tot informatie persoonsgegevens

Rechtbank Midden-Nederland 2 feb 2021, IT 3769; ECLI:NL:RBMNE:2021:575 (Eiser tegen CvB Universiteit Utrecht), https://itenrecht.nl/artikelen/nieuw-besluit-over-verzoek-tot-informatie-persoonsgegevens

Rechtbank Midden-Nederland 2 februari 2021, IT 3769; ECLI:NL:RBMNE:2021:575 (Eiser tegen CvB Universiteit Utrecht) Eiser heeft in een e-mailbericht o.a. verweerder verzocht om hem op grond van artikel 34 Wbp informatie over zijn persoonsgegevens te verstrekken. In het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar ten aanzien van het Wbp-verzoek kennelijk ongegrond verklaard. Verweerder heeft in zijn besluit verwezen naar zijn eerdere besluit van 6 november 2015. Met dit besluit is aan eiser op grond van de Wbp een overzicht verstrekt van persoonsgegevens van eiser, die door verweerder worden verwerkt. Volgens verweerder blijkt dat ook uit de uitspraak van 19 december 2018 van de Afdeling. Ten aanzien van het verzoek van eiser op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Wbp heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte toepassing gegeven aan artikel 4:6 lid 2 Awb. De eerdere besluiten waarnaar verweerder heeft verwezen, zijn namelijk niet gebaseerd op artikel 34 van de Wbp, zodat eisers verzoek niet geldt als een herhaalde aanvraag waarop is beslist. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het betrekking heeft op de afwijzing van eisers verzoek op grond van artikel 34 van de Wbp. De rechtbank draagt verweerder daarom op om ten aanzien van eisers verzoek op grond van artikel 34 van de Wbp, een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift van eiser.

IT 3766

Verzoek tot verwijdering BKR-registratie afgewezen

Rechtbank Noord-Holland 15 dec 2021, IT 3766; ECLI:NL:RBDHA:2021:13450 (Verzoeker tegen Defam), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-tot-verwijdering-bkr-registratie-afgewezen

Rechtbank Noord-Holland 15 december 2021, IT 3766; ECLI:NL:RBDHA:2021:13450 (Verzoeker tegen Defam) Verzoeker vraagt om verwijdering van zijn BKR-registratie door kredietaanbieder Defam. Hij stelt dat zijn belangen zwaarder wegen dan de belangen van de BKR-registratie en doet een beroep op artikel 21 lid 1 AVG. Volgens Defam heeft een BKR-registratie als doel de maatschappelijk verantwoorde financiële dienstverlening te bevorderen. Het BKR verschaft kredietverstrekkers inzicht in de betaalhistorie van de consument waardoor kredietverleners de financiële positie van de consument kunnen inschatten, ter voorkoming van overkreditering. Hierbij heeft Defam aangevoerd dat zonder een compleet en onderbouwd inzicht in de financiële positie van verzoeker, niet goed kan worden beoordeeld of de financiële situatie van verzoeker op orde is. Dit is van belang aangezien verzoeker in het verleden problematisch betaalgedrag vertoonde. De rechtbank is het eens met Defam en stelt dat de belangen van Defam bij handhaving van de BKR-registratie zwaarder wegen dan de belangen van verzoeker. Het verwijderingsverzoek wordt daarom afgewezen.

IT 3754

Verzoek tot verwijdering persoonsgegevens afgewezen.

Rechtbank Amsterdam 2 apr 2021, IT 3754; ECLI:NL:RBAMS:2020:2183 (Verzoeker tegen NIHS), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-tot-verwijdering-persoonsgegevens-afgewezen

Rechtbank Amsterdam 2 april 2021, IT 3754; ECLI:NL:RBAMS:2020:2183 (Verzoeker tegen NIHS) Verzoeker verzoekt o.a. de NIHS te bevelen de persoonsgegevens van verzoeker, zijn echtgenote en zijn kinderen, te vernietigen, vernietigd te houden en daarvan bewijs te overhandigen. Ter zitting heeft de Nederlands Israëlitische hoofdsynagoge (hierna: NIHS) een brief van de NIHS overgelegd met de verklaring dat: de persoonsgegevens van de familie per 12 januari 2020 zijn verwijderd uit haar systemen en dat zij binnen twee weken na heden, voor zover van toepassing, aan eventuele derden mededeling doen van de wissing van deze persoonsgegevens en hen verzoeken dienovereenkomstig te handelen. Ook verklaart verweerster dat zij de persoonsgegevens verwijderd zal houden. Verzoeker verklaart hiermee akkoord te gaan. Vanwege deze verklaringen heeft verzoeker geen belang meer bij zijn verzoek om de NIHS te bevelen om de persoonsgegevens te verwijderen en verwijderd te houden. Als gevolg daarvan wijst de rechtbank dit verzoek af.

IT 3747

Microsoft moet erfgenamen toegang tot accounts verlenen

Rechtbank Amsterdam 1 dec 2021, IT 3747; ECLI:NL:RBAMS:2021:7090 (Erfgenamen tegen Microsoft), https://itenrecht.nl/artikelen/microsoft-moet-erfgenamen-toegang-tot-accounts-verlenen

Vrz. Rechtbank Amsterdam 1 december 2021, IT 3747; ECLI:NL:RBAMS:2021:7090 (Erfgenamen tegen Microsoft) Kort geding. Op 17 juli 2021 overleed de erflater. Zijn erfgenamen eisen dat Microsoft hun toegang verstrekt tot de erflaters Hotmailaccount en Ondrive-account. Op grond van artikel 4:182 BW volgen de erfgenamen met het overlijden van de erflater hem van rechtswege op in zijn voor overgang vatbare rechten en in zijn bezit en houderschap. Zij zijn verkrijgers onder algemene titel in de zin van artikel 3:80 BW en zetten de rechtspositie van de erflater voort. Een overeenkomst is een voor overgang vatbaar recht in, tenzij de wet anders bepaalt of uit de overeenkomst zelf anders voortvloeit. De voorzieningenrechter stelt dat beide uitzonderingen in casus niet van toepassing zijn en oordeelt dat Microsoft de erven toegang tot de account van de erflater dient te verlenen door het wachtwoord te resetten en de erfgenamen een nieuw wachtwoord in te laten stellen.