DOSSIERS
Alle dossiers

Persoonsgegevens  

IT 4810

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn.

Stripe moet online-handelaar identificeren en proceskosten vergoeden, ondanks doelbinding AML-cliëntenonderzoek.

Rechtbank Gelderland 24 feb 2025, IT 4810; ECLI:NL:RBGEL:2025:1815 (Verzoeker tegen Stripe), https://itenrecht.nl/artikelen/stripe-moet-online-handelaar-identificeren-en-proceskosten-vergoeden-ondanks-doelbinding-aml-clientenonderzoek

Rb. Gelderland 24 februari 2025, IT 4810; ECLI:NL:RBGEL:2025:1815 (Verzoeker tegen STRIPE). Stripe is actief in Nederland als betaaldienstverlener en faciliteert elektronische betalingen. Op 5 februari 2024 heeft verzoeker via de webshop vanzetten-amsterdam.com goederen besteld en betaald via iDeal, een betaalmethode ondersteund door Stripe. De goederen zijn niet geleverd en de webshop is offline.Verzoeker heeft een verzoek ingediend bij Stripe op grond van de AVG om informatie over de webshop te ontvangen. Stripe heeft de gevraagde gegevens niet verstrekt. In deze procedure verzoekt verzoeker de rechtbank om Stripe te veroordelen tot het verstrekken van de identiteit van de webshop aan wie zijn persoonsgegevens zijn verstrekt, op grond van artikel 15 AVG. Subsidiair verzoekt hij de informatie te verkrijgen via artikel 843a Rv. Hij stelt dat de webshop zijn persoonsgegevens onrechtmatig heeft verwerkt door zijn identiteit verborgen te houden en dat Stripe als betaaldienstverlener deze identiteit kent en inzage moet geven. 

IT 4806

Opzegging creditcard-overeenkomst omdat de klant weigert mee te werken aan identificatie

Gerechtshof Amsterdam 5 mrt 2025, IT 4806; ECLI:NL:GHAMS:2024:419 (Appellante tegen ICS), https://itenrecht.nl/artikelen/opzegging-creditcard-overeenkomst-omdat-de-klant-weigert-mee-te-werken-aan-identificatie

Hof Amsterdam 5 maart 2024, IT 4806, LSR 2281; ECLI:NL:GHAMS:2024:419 (Appellante tegen ICS). Partijen, appellante en International Card Services (hierna: ICS), hebben in 2008 een creditcardovereenkomst gesloten. In 2020 verzocht ICS appellante om zich online te identificeren, maar zij heeft hier niet op gereageerd. Uiteindelijk blokkeerde ICS de creditcard en kondigde aan de overeenkomst op te zeggen. Als reactie hierop startte appellante deze procedure en stelde zij een groot aantal vorderingen in. De kantonrechter verklaarde appellante voor een deel van haar vorderingen niet-ontvankelijk en wees de overige af. In hoger beroep legde appellante zich neer bij een deel van het vonnis, handhaafde zij enkele vorderingen en wijzigde zij haar eis gedeeltelijk. Zo vordert zij onder meer heractivatie van haar creditcard, een vergoeding voor de periode dat deze geblokkeerd was en een verbod voor ICS om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. De meeste grieven richten zich tegen het oordeel dat ICS de overeenkomst mocht opzeggen, omdat appellante niet meewerkte aan haar identiteitsvaststelling.

IT 4796

Minister moet inzageverzoek FSV opnieuw beoordelen

Rechtbank Midden-Nederland 6 dec 2024, IT 4796; ECLI:NL:RBMNE:2024:7507 (Eiser tegen de minister van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/minister-moet-inzageverzoek-fsv-opnieuw-beoordelen

Vzr. Rb. Midden-Nederland 6 december 2025, IT 4796; ECLI:NL:RBMNE:2024:7507 (Eiser tegen de minister van Financiën). Eiser heeft om inzage in zijn persoonsgegevens die zijn geregistreerd in de Fraude Signalerings Voorziening (FSV) verzocht. De minister weigerde aanvankelijk om de redenen voor de registratie te verstrekken, op grond van artikel 23 van de AVG. De rechtbank oordeelt in dit kort geding dat de minister de noodzaak van deze beperking niet voldoende toelicht en dat het besluit onzorgvuldig is genomen. De rechtbank stelt hierbij dat het recht op inzage in persoonsgegevens, zoals vastgelegd in artikel 15 van de AVG, niet absoluut is, maar dat beperkingen strikt noodzakelijk moeten zijn en goed gemotiveerd moeten worden. De minister heeft onvoldoende onderbouwd dat de bescherming van een externe de reden is voor de beperking. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de eiser, waaronder zijn professionele reputatie en de mogelijke impact op zijn cliënten, onvoldoende zijn meegewogen. Daarnaast stelt eiser dat de registratie mogelijk verband houdt met een melding van de maatschap waarin hij werkzaam is. De minister betoogt dat de AVG niet van toepassing is op de maatschap, maar de rechtbank wijst erop dat een maatschap geen rechtspersoon is en dat de verstrekte gegevens wel degelijk naar de eiser herleidbaar kunnen zijn. De rechtbank draagt de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de eiser en de noodzaak van eventuele beperkingen beter moeten worden gemotiveerd.

IT 4792

Uitspraak ingesturud door mr. X.W. Koehoorn.

Betaaldienstverlener Stripe moet identificerende gegevens wanpresterende webshopeigenaar afgeven aan koper

Rechtbank Den Haag 19 dec 2024, IT 4792; ECLI:NL:RBDHA:2024:23100 (Verzoekster tegen Stripe), https://itenrecht.nl/artikelen/betaaldienstverlener-stripe-moet-identificerende-gegevens-wanpresterende-webshopeigenaar-afgeven-aan-koper

Rb. Den Haag 19 december 2024, IT 4792; ECLI:NL:RBDHA:2024:23100 (Verzoekster tegen Stripe). In deze zaak wordt Stripe, een betaaldienstverlener, veroordeeld tot afgifte van gegevens van een webshop aan verzoekster. De feiten zijn als volgt. Verzoekster heeft op 2 december 2022 een bestelling geplaatst ter waarde van iets minder dan honderd euro bij een webshop. Het gekochte goed is niet geleverd. Bij de aankoop hiervan heeft verzoekster gebruikgemaakt van de betalingsdiensten van Stripe. In april 2024 heeft verzoekster op grond van artikel 15 lid 1 onder c AVG aan Stripe informatie over de webshop verzocht, zoals het handelsregisternummer, de handelsnaam en het vestigingsadres van de webshop. Stripe zag geen aanleiding om op grond van de AVG meer gegevens te verstrekken dan het e-mailadres en de website. Dit verzoekt verzoekster nu bij de rechtbank, aangezien zij een rechtsvordering wil instellen tegen de webshop. Stripe is bereid mee te werken, maar kan zich niet vinden in de door verzoekster gekozen wettelijke grondslag en stelt dat zij geen verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van art. 15 AVG. Op grond van art. 843a Rv zou dit volgens Stripe wel kunnen. De rechtbank vult op grond van art. 25 Rv de rechtsgrond aan. Aan de voorwaarden van afgifte die volgen uit art. 843a Rv is voldaan en dus moet moet Stripe het handelsregisternummer, de handelsnaam, het vestigingsadres van de webshop en de volledige naam van de natuurlijk persoon die de eigenaar is van de webshop verstrekken.

IT 4790

Geen tekortkoming, schending van zorgplicht of onrechtmatige daad IT beheerder

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 feb 2025, IT 4790; ECLI:NL:GHARL:2025:1046 (Hof van Twente tegen Switch), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-tekortkoming-schending-van-zorgplicht-of-onrechtmatige-daad-it-beheerder

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 februari 2025, IT 4790; ECLI:NL:GHARL:2025:1046 (Hof van Twente tegen Switch) Gemeente Hof van Twente heeft systeembeheer en aanverwante ICT-beheerdienstverlening na een Europese aanbestedingsprocedure in 2018 uitbesteed aan Switch. Op 1 december 2020 heeft bij de gemeente een cyberaanval plaatsgevonden. Daarbij zijn de systemen van het netwerk van de gemeente en de back-up versleuteld en ontoegankelijk gemaakt en vele servers verwijderd. De gemeente houdt Switch daarvoor verantwoordelijk. De gemeente meent dat Switch tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst van partijen, althans haar zorgplicht als ICT-beheerder heeft geschonden, althans onrechtmatig heeft gehandeld. Op grond daarvan vordert de gemeente ontbinding van de overeenkomst, terugbetaling van wat zij op grond van de overeenkomst heeft betaald en schadevergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van de gemeente afgewezen, omdat zij van mening is dat Switch niet tekortgeschoten is in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst, noch haar zorgplicht heeft geschonden, en er evenmin sprake is van onrechtmatig handelen.

IT 4787

Minister van Financiën moet BSN-nummers verwijderen uit ambtenarentabel

Rechtbank Midden-Nederland 8 jan 2025, IT 4787; ECLI:NL:RBMNE:2025:91 (Eisers tegen Minister van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/minister-van-financien-moet-bsn-nummers-verwijderen-uit-ambtenarentabel

Rb. Midden-Nederland 8 januari 2025, IT 4787;ECLI:NL:RBMNE:2025:91 (Eisers tegen Minister van Financiën). Vijf eisers hebben op 14 februari 2023 een verwijderingsverzoek ingediend op grond van artikel 17 van de AVG. Dit verzoek ziet op verwijdering van de BSN-nummers van eisers uit de ambtenarentabel. Het verzoek werd door de minister afgewezen. De ambtenarentabel was een instrument om de fiscale integriteit te waarborgen door medewerkers van het ministerie van Financiën en de Belastingdienst te identificeren. De tabel bevatte BSN-nummers van ambtenaren, hun fiscale partners en hun kinderen. Inmiddels is de tabel niet meer operationeel, maar er wordt wel een kopie van 2020 bewaard in een digitale kluis. Eisers voeren aan dat hun BSN-nummers onterecht in deze tabel staan. De minister heeft geen gerechtvaardigd belang bij het bewaren van de persoonsgegevens en mocht het verzoek om de BSN-nummers te verwijderen dan ook niet afwijzen. 

IT 4786

Hof geeft uitleg bij art. 57 lid 4 AVG

HvJ EU 9 jan 2025, IT 4786; ECLI:EU:C:2025:3 (DSB tegen F R), https://itenrecht.nl/artikelen/hof-geeft-uitleg-bij-art-57-lid-4-avg

HvJ EU 9 januari 2025, IT 4786; ECLI:EU:C:2025:3 (DSB tegen F R) F R heeft bij de Österreichische Datenschutzbehörde (DSB) een klacht ingediend wegens schending van artikel 15 AVG omdat een vennootschap niet tijdig op zijn verzoek om inzage van persoonsgegevens had geantwoord. DSB weigerde de klacht te behandelen omdat zij deze als buitensporig beschouwde, gezien het feit dat F R in een periode van twintig maanden 77 gelijksoortige klachten had ingediend. F R stelde beroep in tegen dit besluit, waarna de zaak uiteindelijk bij het Verwaltungsgerichtshof terechtkwam. De prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie zijn of het begrip verzoek in artikel 57 lid 4 AVG ook klachten omvat wanneer een verzoek als buitensporig kan worden beschouwd en of de toezichthoudende autoriteit vrij is in de keuze om een vergoeding aan te rekenen of de behandeling te weigeren bij buitensporige verzoeken.

IT 4781

Verzoek verwijderen van de registratie bij het BKR en schadevergoeding afgewezen

Rechtbank Amsterdam 17 jan 2025, IT 4781; ECLI:NL:RBAMS:2025:882 (Eiser tegen Hoist), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-verwijderen-van-de-registratie-bij-het-bkr-en-schadevergoeding-afgewezen

Rb. Amsterdam 17 januari 2025, IT 4781; ECLI:NL:RBAMS:2025:882 (Eiser tegen Hoist). In juli 2008 sloot eiser een doorlopend krediet van € 28.000 af bij DNV (later Hoist), maar vanaf januari 2010 ontstonden betalingsproblemen, wat leidde tot een achterstand. DNV registreerde in december 2014 een achterstandscode A in het BKR en in april 2015 een bijzonderheidscode 2, wat duidt op een opeisbare vordering. In januari 2016 diende eiser een klacht in bij het Kifid over het krediet, maar deze werd in augustus 2016 afgewezen. In maart 2021 trad eiser toe tot de WSNP, wat in maart 2024 succesvol werd afgerond, waarna Hoist de vordering grotendeels afschreef en een bijzonderheidscode 3 registreerde, die tot maart 2029 zichtbaar blijft. Op 17 april 2024 verzocht eiser Hoist om de registratie te verwijderen, maar dit verzoek werd afgewezen. Eiser vordert in deze procedure de doorhaling van de registratie bij het BKR te Tiel, alsmede een schadevergoeding ter hoogte van € 10.500 inclusief de wettelijke rente over het gevorderde bedrag vanaf 5 juli 2024 en veroordeling van Hoist in de proceskosten en nakosten.

IT 4780

Rechtbank schakelt deskundige in bij datalekgeschil

Rechtbank Rotterdam 29 jan 2025, IT 4780; ECLI:NL:RBROT:2025:1497 (Blauw tegen Nebu), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-schakelt-deskundige-in-bij-datalekgeschil

Rb. Rotterdam 29 januari 2025, IT 4780; ECLI:NL:RBROT:2025:1497 (Blauw tegen Nebu) Blauw is een marktonderzoeksbureau. Nebu is een softwareontwikkelingsbedrijf gericht op het faciliteren van het doen van marktonderzoeken en data collection. Blauw maakt sinds 2013 gebruik van de diensten van Nebu. In 2018 hebben partijen een door Blauw opgestelde Data Processing Agreement ondertekend. In de periode van vrijdag 10 tot en met zaterdag 11 maart 2023 heeft zich bij Nebu een veiligheidsincident voorgedaan. Bij dat incident zijn mogelijk data van Blauw betrokken geraakt die zij bij Nebu had opgeslagen. Blauw stelt dat Nebu tekortgeschoten is in het treffen van voldoende beveiligingsmaatregelen, zoals Multi-Factor Authenticatie (MFA) en datascheiding, en dat Nebu na het incident niet adequaat heeft gecommuniceerd. Blauw vordert onder andere een verklaring voor recht dat Nebu aansprakelijk is voor de geleden schade en een schadevergoeding van € 505.803,15. Daarnaast vordert Blauw dat de overeenkomst met Nebu rechtsgeldig is ontbonden wegens wanprestatie. Nebu betwist de vorderingen en stelt dat zij adequaat heeft gehandeld en dat de beveiligingsmaatregelen ten tijde van het incident conform de gangbare normen waren.

IT 4778

Verbeurde dwangsom LinkedIn

Rechtbank Amsterdam 5 feb 2025, IT 4778; ECLI:NL:RBAMS:2025:700 (LinkedIn c.s. tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/verbeurde-dwangsom-linkedin

Rb. Amsterdam 2 februari 2025, IT 4778; ECLI:NL:RBAMS:2025:700 (LinkedIn c.s. tegen gedaagde) Bij vonnis van 7 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter LinkedIn c.s. het plaatsen dan wel uitlezen, op de apparaten van gedaagde, van tracking cookies te staken. Gedaagde heeft aan elk van eiseressen de verbeurte van € 25.000,00 aangezegd wegens het overtreden van het door de voorzieningenrechter uitgesproken gebod, vervolgens heeft gedaagde executoriaal beslag gelegd. LinkedIn c.s. vorderen gedaagde te bevelen de beslagen op te heffen. In reconventie vordert gedaagde het bedrag van de verbeurde dwangsommen vast te stellen op € 100.000,00, waarbij elk van eiseressen € 25.000,00 heeft verbeurd.