Registraties dienen verwijderd te worden

Hof Amsterdam 14 juni 2022, IT 4004; ECLI:NL:GHAMS:2022:1755 (appellant tegen ING) Appellant vordert in hoger beroep dat het hof ING gelast de registraties op naam van appellante te verwijderen. Het hof geeft aan dat een BKR-registratie een tweeledig doel dient. Allereerst het behoeden van de consument tegen overkreditering en daarnaast het leveren van een bijdrage aan het beperken van financiële risico’s voor zakelijke klanten en aan het voorkomen van misbruik en fraude. Het gerechtvaardigde belang van ING is gelegen in dit tweeledige doel. Tegen dit belang dienen de belangen en grondrechten van appellant te worden afgewogen. Het hof overweegt dat appellant ten tijde van het ontstaan van de schuld in 2013 onverantwoord financieel gedrag en een slechte betalingsmoraal vertoonde, maar dat appellant sindsdien heeft aangetoond dat hij zijn financiële zaken op orde heeft. De periode van de registraties is dusdanig lang dat, afgewogen tegen het belang van ING bij de registraties, het in redelijkheid van appellant niet verwacht kan worden dat hij dit afwacht. De belangenafweging valt in het voordeel van apellant uit. Dit is zo omdat appellant de schuld heeft afbetaald en een zwaarwegend belang heeft. Dit zwaarwegende belang bestaat uit de plannen voor een woninguitbreiding. Het hof oordeelt dat de vorderingen van appellant zullen worden toegewezen.