Gepubliceerd op donderdag 26 oktober 2023
IT 4411

Advies Raad van State over Uit­voe­rings­wet di­gi­ta­le­mark­ten­ver­or­de­ning

Met het aanhangige wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan de digitale marktverordening (hierna: DMA). De Afdeling advisering Raad van State (hierna: Afdeling) adviseert hier over het wetsvoorstel. Handhaving van de DMA vindt plaats door de Europese Commissie (hierna: Commissie), nationale instanties ondersteunen hierbij. In de uitvoeringswet wordt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) benoemd als de bevoegde nationale autoriteit in Nederland. Zowel de ACM als de Commissie heeft de bevoegdheid onderzoek te starten naar de naleving van de DMA, waardoor overlap ontstaat in hun werkzaamheden. Volgens de DMA eindigt in dat geval het onderzoek van de nationale autoriteit wanneer de Commissie een onderzoek start naar dezelfde inbreuk. Op voorhand is echter niet altijd duidelijk of een handeling van een poortwachter onder de DMA valt of dat een ander soort overtreding aan de orde is. In gevallen van overtredingen van het mededingingsrecht of van de P2B-verordening heeft de ACM namelijk een zelfstandige toezichthoudende rol, waarbij zij handhavingsmaatregelen kan opleggen. De DMA laat daartoe ruimte, maar verlangt wel dat de ACM de Commissie op de hoogte stelt van onderzoeken en eventuele opgelegde maatregelen.

Onduidelijk is of beëindiging van het ACM-onderzoek naar overtredingen van de DSA ook betekent dat onderzoeken naar andere overtredingen waarover de ACM de bevoegdheid heeft gestaakt zullen worden. Het kan namelijk ook zijn dat zowel een overtreding van de DMA zich voordoet als een overtreding van bijvoorbeeld het reguliere mededingingsrecht. Het is dan onduidelijk of de ACM haar onderzoek zal voortzetten of het onderzoek van de Commissie af zal wachten. Ook rijst de vraag hoe bij handhaving van dezelfde overtreding door zowel de ACM als de Commissie wordt gewaarborgd dat dit niet strijdig is met het beginsel van ne bis in idem.

Er bestaan sterke raakvlakken tussen de normen van de DMA en de AG, waarbij uitleg van de AVG ook van betekenis kan zijn voor de uitleg van de DMA en viceversa. Het toezicht en de handhaving is echter bij verschillende autoriteiten belegd; de AP en de Commissie. De vraag rijst hierbij hoe gewaarborgd wordt dat de uitleg van verschillende toezichthouders van de gelijkluidende normen met elkaar overeenstemmen. In de toelichting wordt wel ingegaan op de samenwerking tussen de ACM en de andere toezichthouders, zoals de AP. In deze toelichting wordt echter niet aangegeven hoe duidelijke afstemming tussen de Commissie en de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten plaatsvindt. Ook wordt niet duidelijk hoe een consistente uitleg van de AVG en DMA wordt gewaarborgd en of de AP is geconsulteerd bij de voorbereiding van dit wetsvoorstel. De Afdeling adviseert de toelichting aan te vullen op deze punten. Lees het gehele Advies van de Afdeling hier.