Registratie EVR en Incidentenregister is toegestaan
Rb. Gelderland 1 september 2022, IT 4073; ECLI:NL:RBGEL:2022:5161 (eiser tegen Achmea) In mei 2021 heeft eiser via Independer een autoverzekering afgesloten bij Achmea. Voor het afsluiten heeft eiser telefonisch diverse vragen, waaronder vragen over zijn strafrechtelijk verleden, beantwoord. Op 30 september 2021 heeft eiser aangifte gedaan van diefstal van zijn auto en Achmea hiervan op de hoogte gesteld. Achmea is na deze schademelding een onderzoek gestart. Eiser geeft toe dat hij in de verklaring inzake diefstal object van Centraal Beheer vragen over of hij in het verleden in aanraking is geweest met politie en/of justitie, met nee heeft beantwoord. Eiser is op 13 juni 2022 opgenomen in het Externe Verwijzingsregister (EVR) voor de duur van 8 jaar. Eiser vordert in dit geding dat Achmea wordt veroordeeld zijn persoonsgegevens te verwijderen. De voorzieningenrechter oordeelt dat voldoende aannemelijk is geworden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat eiser de vragen bewust onjuist heeft beantwoord en dat dit mogelijk een bedreiging kon vormen voor de financiële belangen van Achmea. De voorzieningenrechter meent dat er is voldaan aan de voorwaarden voor registratie in het EVR en dat ook de registratie in het Incidentenregister is toegestaan. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat alle vorderingen van eiser moeten worden afgewezen.