DOSSIERS
Alle dossiers

Onrechtmatige uitingen  

IT 4571

Uitspraak ingezonden door Lotte Oranje en Else Groen, Kennedy Van der Laan.

Geen reden voor een preventief verbod op voorgenomen uitzending van BNNVARA

Rechtbank Midden-Nederland 24 mei 2024, IT 4571; ECLI:NL:RBMNE:2024:3248 (Eiseres tegen BNNVARA), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-reden-voor-een-preventief-verbod-op-voorgenomen-uitzending-van-bnnvara

Vzr. Rb. Midden-Nederland 24 mei 2024, IEF 22094, IT 4571; ECLI:NL:RBMNE:2024:3248 (eiseres tegen BNNVARA). Kort geding. Eiseres is een onderneming die onder andere merchant fill-geldautomaten levert aan andere ondernemingen. BNNVARA is voornemens om in een van haar onderzoeksjournalistieke programma’s een reportage uit te zenden over de risico’s van dergelijke automaten op het gebied van witwaspraktijken. Eiseres stelt dat BNNVARA met de uitzending hiervan een onrechtmatige daad begaat jegens haar en vordert een preventief uitzendverbod ter voorkoming dat haar onherstelbare schade wordt toegebracht. Eiseres stelt hiertoe dat het programma gebruik heeft gemaakt van verborgen opnameapparatuur, een relatief zwaar onderzoeksmiddel. Anders dan eiseres stelt is het niet zo dat dit alleen mag worden ingezet bij ‘minder ernstige’ misstanden. Uiteindelijk komt de zaak neer op een afweging tussen de belangen van beide partijen. Aangezien een preventief uitzendverbod een vergaande maatregel is, wordt deze niet snel toegewezen. De voorzieningenrechter is met BNNVARA eens dat in een democratisch rechtssysteem niemand voorafgaand verlof nodig heeft voor een uiting. Eiseres stelt dat een aantal uitlatingen van de medewerkers die zijn opgenomen in de reportage niet overeenkomen met het beleid dat eiseres voert, maar dit is volgens de voorzieningenrechter niet relevant. De uitlatingen komen rechtstreeks uit de opnames van de gesprekken en daarmee staat de feitelijke onderbouwing hiervan vast.

IT 4564

Vordering tot aanpassing van artikelen op de website van De Orkaan wordt afgewezen

Rechtbank 29 mei 2024, IT 4564; ECLI:NL:RBNHO:2024:5206 (Eiser tegen De Orkaan), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-aanpassing-van-artikelen-op-de-website-van-de-orkaan-wordt-afgewezen

Rb. Noord-Holland 29 mei 2024, IT 4564; ECLI:NL:RBNHO:2024:5206 (Eiser tegen De Orkaan). Eiser heeft centraal gestaan in een aflevering van het televisieprogramma ‘Internetpesters aangepakt’ van Peter R. de Vries. In het televisieprogramma erkent hij dat hij veelvuldig onder valse namen en met valse accounts mensen heeft opgelicht. De Orkaan is een online nieuwsmedium, gericht op de Zaanstreek. De Orkaan heeft op 29 juni 2023 een artikel gewijd aan de opening van fietsenwinkel Second.Bike. Het artikel bevat een interview met eiser als eigenaar van Second.Bike (en Juicybike). Later heeft De Orkaan via een toevoeging aan de publicatie medegedeeld dat, ondanks de gelijkenis in naam, het niet om degene gaat die van oplichting wordt verdacht. De redacteur van De Orkaan is op 27 februari 2024 per WhatsApp door iemand die zich de eigenaar van Juicybike noemt gesommeerd het artikel met de kop “[eiser] is terug: na Second.Bike nu Juicybike” te verwijderen omdat het artikel “… meerdere onjuistheden bevat die mijn persoon en Juicybike onterecht in een negatief daglicht stellen”. De advocaat van eiser heeft De Orkaan op 18 maart 2024 geschreven dat De Orkaan zich schuldig maakt aan laster, met de sommatie om binnen acht dagen de artikelen over Juicybike van de website te verwijderen en het artikel van 27 september 2024 aan te passen.

IT 4561

Vordering tot inzage in nog te publiceren boek wordt toegewezen

Rechtbank 21 mei 2024, IT 4561; ECLI:NL:RBGEL:2024:3102 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-inzage-in-nog-te-publiceren-boek-wordt-toegewezen

Rb. Gelderland 21 mei 2024, IEF 220275, IT 4561; ECLI:NL:RBGEL:2024:3102 (Eiser tegen gedaagde). [Eiser] en [gedaagde] hebben samen een dochter en hebben een ouderschapsplan opgesteld. [Gedaagde] heeft een boek geschreven geïnspireerd op haar leven met een personage gebaseerd op [eiser] en is van plan dit binnenkort te publiceren. [Eiser] heeft meerdere malen via een tussenpersoon en later via een advocaat verzocht om inzage in het manuscript om bezwaren te kunnen maken, maar [gedaagde] heeft dit geweigerd. [Gedaagde] heeft op sociale media aangekondigd dat ze een boek schrijft dat op haar leven is gebaseerd. [Eiser] vordert bij dit kort geding [gedaagde] te bevelen een exemplaar ter inzage te verstrekken. [Eiser] wil vooraf inzage in het boek van [gedaagde] om mogelijke onrechtmatigheden te controleren, wat een beperking van [gedaagde]'s vrijheid van meningsuiting inhoudt. Deze inzageverplichting kan alleen worden opgelegd in zeer uitzonderlijke omstandigheden waar publicatie onherstelbare schade zou veroorzaken. Hoewel het boek nog niet is gepubliceerd, heeft [eiser] voldoende aanwijzingen dat het mogelijk schadelijk kan zijn, dus de vordering tot inzage wordt toegewezen, waarbij [gedaagde] het boek twee weken voor publicatie aan [eiser] moet voorleggen. Het verzoek om een verbod op publicatie zonder [eiser]'s schriftelijke toestemming wordt afgewezen omdat de precieze inhoud van het boek nog niet bekend is en het niet aan [eiser] is om dit te beoordelen. De vordering om het boek te verbieden voordat het is gepubliceerd wordt ook afgewezen. De proceskosten worden tussen de partijen gecompenseerd, gezien hun eerdere affectieve relatie.

IT 4553

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink en Lotte Oranje, Kennedy Van der Laan.

Hoger beroep: Uitlatingen van Zembla over het storten van granuliet zijn niet onrechtmatig

Gerechtshof Den Haag 28 mei 2024, IT 4553; ECLI:NL:GHDHA:2024:810 (Zembla tegen GIB), https://itenrecht.nl/artikelen/hoger-beroep-uitlatingen-van-zembla-over-het-storten-van-granuliet-zijn-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 28 mei 2024, IEF 22061, IT 4553; ECLI:NL:GHDHA:2024:810 (Zembla tegen GIB). Zembla, een programma van omroep BNNVARA, heeft in tv-uitzendingen en andere publicaties kritisch bericht over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB is de producent van dit granuliet en meent dat Zembla met de uitlatingen onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, aangezien haar reputatie hierdoor geschaad is. In eerste aanleg oordeelde de rechter dat Zembla inderdaad met een bepaalde uitlating onrechtmatig handelde en veroordeelde hij haar tot een schadevergoeding [zie IEF 20936]. In dit hoger beroep vordert Zembla dat de vorderingen van GIB alsnog worden afgewezen. Ook GIB is in hoger beroep gekomen en eist dat al haar vorderingen worden toegewezen. Volgens GIB heeft Zembla onrechtmatig gehandeld door GIB ten onrechte te beschuldigen van illegaal handelen. Het gaat hierbij niet alleen om expliciete beschuldigingen, maar ook om de impliciete wijze waarop Zembla de indruk wekt dat GIB als producent van granuliet illegaal handelt. Meer specifiek gaat het erom dat in de uitlatingen van Zembla drie beschuldigingen terugkomen: (i) granuliet zou (door GIB) ten onrechte als grond worden gekwalificeerd en/of (ii) GIB zou een ongeldig (vals) productcertificaat gebruiken en/of (iii) granuliet zou schadelijk zijn voor mens en milieu. Zembla betwist de onrechtmatigheid van de uitingen en stelt dat zij als onderzoeksjournalistiek programma kritisch en waarschuwend moet kunnen zijn over eventuele misstanden die de samenleving raken.

IT 4545

Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis en Niek Weessies, Boekx.

Uitlatingen in tv-programma Radar waren niet onrechtmatig

Rechtbank 24 apr 2024, IT 4545; C/16/5610158 / HA ZA 23-508 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/uitlatingen-in-tv-programma-radar-waren-niet-onrechtmatig

Rb. Midden-Nederland 24 april 2024, IEF 22030, IT 4545; C/16/5610158 / HA ZA 23-508 (Eiser tegen gedaagde). Eiser is een schildersbedrijf. Het televisieprogramma ‘Radar’ van AVROTROS heeft een reportage gewijd aan eiser. Gedaagde heeft meegewerkt aan de reportage. De strekking van deze reportage is dat eiser bij gedaagde (en anderen) met opzet te weinig zou offreren om vervolgens meerwerk in rekening te brengen. De opmerkingen die gedaagde heeft gemaakt in de uitzending zijn volgens eiser onrechtmatig. Ook zou gedaagde onrechtmatig gehandeld hebben door de journalisten van Radar niet volledig geïnformeerd te hebben. Eiser stelt schade te hebben geleden en klanten te hebben verloren door het handelen van gedaagde. Zij vordert schadevergoeding.

IT 4540

Eiser en gedaagde moeten beiden onnodig grievende uitlatingen verwijderen

Rechtbank 23 apr 2024, IT 4540; ECLI:NL:RBAMS:2024:2295 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/eiser-en-gedaagde-moeten-beiden-onnodig-grievende-uitlatingen-verwijderen

Rb. Amsterdam 23 april 2024, IT 4540; ECLI:NL:RBAMS:2024:2295 (Eiser tegen gedaagde). Eiser is journalist, auteur en royaltydeskundige en -verslaggever. Gedaagde is eveneens journalist en royaltydeskundig en tot 2023 hoofdredacteur van het tijdschrift Royalty. Op 2 december 2023 heeft gedaagde op de Facebookpagina van Royalty een artikel van roddelpraat.nl gedeeld, waarin staat dat gedaagde geen tweede maagverkleining zou hebben gekregen. Daarbij heeft gedaagde het volgende geschreven: "Wat eeb een onzin weer. Geen tweede want nooit een eerste gehad". Op 3 december 2023 heeft eiser op deze post van gedaagde gereageerd. Gedaagde en eiser hebben vervolgens meerdere berichten geplaatst op X. De berichten zijn wegens privacyredenen niet opgenomen in de uitspraak. Bij brief van 19 december 2023 heeft eiser gedaagde gesommeerd om zijn berichten te verwijderen en om een rectificatie op X te plaatsen. Eiser vordert bij de rechtbank – kortgezegd – veroordeling van gedaagde om de uitingen te verwijderen en verwijderd te houden en zich daarnaast ook te onthouden van iedere andere jegens eiser onrechtmatige uiting, op straffe van een dwangsom. Bovendien vordert eiser gedaagden te veroordelen om een rectificatie te plaatsen. De vorderingen van gedaagde in reconventie zijn soortgelijk.

IT 4536

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

Hof 23 apr 2024, IT 4536; ECLI:NL:GHAMS:2024:1036 (NRC c.s. tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/publicaties-in-krant-over-politicus-zijn-niet-onrechtmatig

Hof Amsterdam 23 april 2024, IT 4536, IEF 22008; ECLI:NL:GHAMS:2024:1036 (NRC c.s. tegen geïntimeerde). Geïntimeerde was in de periode van 1999 tot 2005 werkzaam als wethouder en van 2005 tot 2023 Tweede Kamerlid. NRC en De Limburger hebben in hun krant en op hun website artikelen geplaatst over een grondtransactie en een vergunning voor het bouwen van een woning, waarbij geïntimeerde zou zijn bevoordeeld. Geïntimeerde bestrijdt dat hij is bevoordeeld en vraagt een verklaring voor recht dat de beschuldiging onrechtmatig is, een bevel de beschuldiging niet meer te uiten, rectificatie en een schadevergoeding. NRC c.s. betwist dit en stelt dat zij zeer zorgvuldig onderzoek gedaan heeft en dat de uitingen die voorliggen voldoende steun in de feiten vinden. Zij voert aan dat er sprake is van belangenverstrengeling van overheidsfunctionarissen en dat nu juist een actueel onderwerp van het publieke debat is.

IT 4529

Eer en goede naam directeur wordt geschonden door valse beschuldigingen

Hof 9 apr 2024, IT 4529; ECLI:NL:GHAMS:2024:862 (Appellanten tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/eer-en-goede-naam-directeur-wordt-geschonden-door-valse-beschuldigingen

Hof Amsterdam 9 april 2024, IT 4529; ECLI:NL:GHAMS:2024:862 (Appellanten tegen geïntimeerde). Het geschil heeft betrekking op de beschuldigingen aan het adres van geïntimeerde en via Dutch Solar Systems B.V. (hierna: DSS). Deze beschuldigingen bestonden uit (onjuiste) informatie die de goede naam en reputatie van geïntimeerde aantasten. Appellant meent dat geïntimeerde bij DSS – waar geïntimeerde directeur bij is geweest – heeft gefraudeerd, miljoenen euro’s heeft weggesluisd naar Gambia en de oorzaak geweest zou zijn van een FIOD-inval bij Strukton, het bedrijf van appellant. Bij vonnis van 25 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter bij de rechtbank Overijssel appellant veroordeeld tot plaatsing van een rectificatie. Appellant is echter ook daarna in het openbaar blijven verklaren dat geïntimeerde de FIOD-inval heeft veroorzaakt. De voorzieningenrechter heeft vervolgens bij vonnis van 2 augustus 2019 geoordeeld dat appellant het maximale bedrag aan dwangsommen (€ 200.000,-) had verbeurd, en heeft de dwangsom verhoogd. Appellant komt in hoger beroep hiertegen op. Het hof sluit zich aan bij de voorzieningenrechter en oordeelt aan de hand van een belangenafweging dat het verspreiden van privécommunicatie en gegevens als onrechtmatig beschouwd moet worden. Uit het feitenmateriaal blijkt immers voldoende dat appellant de werk e-mailaccounts van geïntimeerde heeft doorzocht en het onrechtmatige gebruik van haar privé gegevens heeft gefaciliteerd door aan mogelijk belastende e-mails ter beschikking te stellen. Het hof ziet genoeg aaneleidng het maxium van de te verbeuren dwangsommen te verhogen van € 500.000,- tot € 750.000,-.

IT 4526

Influencers krijgen beschuldigen over zich heen via LinkedIn

Rechtbank 27 mrt 2024, IT 4526; ECLI:NL:RBZWB:2024:2326 (Eisers tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/influencers-krijgen-beschuldigen-over-zich-heen-via-linkedin

Rb. Zeeland-West-Brabant 27 maart 2024, IT 4526; ECLI:NL:RBZWB:2024:2326 (Eisers tegen gedaagden). Eisers zijn “influencer en vlogger” en eigenaar van een vakantiewoning. Gedaagde heeft deze woning gehuurd in januari 2023. Tijdens overleg over de eventuele (huur-)koop van de vakantiewoning is een conflict ontstaan, waarbij partijen elkaar de toegang tot de vakantiewoning over en weer hebben ontzegd. Gedaagde heeft vervolgens op LinkedIn een post geplaatst over “de malafide praktijken” van eisers, hen beschuldigd van oplichting en hierbij een foto van eisers toegevoegd. Eisers vorderen een verklaring voor recht dat gedaagde een onrechtmatige daad heeft gepleegd en een schadevergoeding van € 25.000,-. De kantonrechter oordeelt dat, in het licht van zijn recht op vrijheid van meningsuiting, gedaagde zijn persoonlijke mening en frustratie mag uiten, maar hij de grenzen hierbij heeft overschreden. Eisers worden in de berichten in verband gebracht met strafbare feiten, zoals diefstal en chantage, wat niet binnen de grenzen van betamelijkheid valt. Gedaagde is verplicht schadevergoeding van € 500,00 te betalen, inclusief een dwangsom van € 500,00 per grievende uitlating. Daarnaast wordt een contactverbod en een plicht tot plaatsing van een rectificatie opgelegd.

IT 4524

Koppel laat websitebeheerder negatief publiceren over ex-partner

Hof 2 apr 2024, IT 4524; ECLI:NL:GHARL:2024:2236 (Huidige partners tegen voormalige partner), https://itenrecht.nl/artikelen/koppel-laat-websitebeheerder-negatief-publiceren-over-ex-partner

Hof Arnhem-Leeuwarden 2 april 2024, IT 4524; ECLI:NL:GHARL:2024:2236 (Huidige partners tegen voormalige partner). Huidige partners (man en huidige partner) hebben volgens de voormalige partner (van de man) opdracht gegeven aan een websitebeheerder om negatieve artikelen te publiceren op onder andere onrecht.nl, waarbij de huidige partners de websitebeheerder vertrouwelijke informatie verstrekt zouden hebben. De voormalige partner heeft bij de voorzieningenrechter een verbod onder dwangsom gevorderd, opdat huidige partners derden niet meer de opdracht geven publicaties te doen waarin hun goede naam en reputatie worden aangetast. Daarnaast is door de man gevorderd dat hij ontheven wordt uit zijn verplichtingen die bij vonnis van 15 december 2020 zijn opgelegd. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen, met uitzondering van de proceskostenveroordeling en de vordering van de man, toegewezen. Beide partijen gaan in hoger beroep bij het Gerechtshof (hierna: het hof).