DOSSIERS
Alle dossiers

Onrechtmatige uitingen  

IT 4442

Beschuldigende berichten via e-mail en LinkedIn zijn onrechtmatig

Rechtbank Amsterdam 23 nov 2023, IT 4442; ECLI:NL:RBAMS:2023:7466 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/beschuldigende-berichten-via-e-mail-en-linkedin-zijn-onrechtmatig

Vzr. Rb. Amsterdam 23 november 2023, IT 4442; ECLI:NL:RBAMS:2023:7466 (Eisers tegen gedaagde). Eiser 2 is bestuurder van eiser 1 (hierna tezamen: eisers), een investeringsmaatschappij in de vastgoedsector. Gedaagde heeft in de zomer van 2023 berichten geplaatst op LinkedIn en e-mails gestuurd naar zakelijke contacten van eisers, waarin zij eiser 2 beschuldigt van onder meer fraude, diefstal, inbraak en huisvredebreuk. Zo zouden eisers (onder andere) hebben gesjoemeld met het persoonsgebonden budget van de moeder van gedaagde en zaken ontvreemd uit haar huis. Eisers geven ter zitting aan dat deze beschuldigingen volstrekt onjuist zijn. Eisers vorderen dat gedaagde wordt verboden om contact op te nemen met de zakelijke relaties van eisers, haar te verbieden om zich in welke vorm dan ook negatief uit te laten over eisers en haar te bevelen alle reeds geplaatste berichtgeving op social media, waaronder LinkedIn, te verwijderen. 

IT 4419

Onrechtmatige daad door plaatsen van TikTok filmpjes

Rechtbank Rotterdam 26 okt 2023, IT 4419; ECLI:NL:RBROT:2023:9908 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/onrechtmatige-daad-door-plaatsen-van-tiktok-filmpjes

Rb. Rotterdam 26 oktober 2023, IT 4419; ECLI:NL:RBROT:2023:9908 (Eiser tegen gedaagde) Eiser is verslaggever en heeft voor enkele nationale tv-programma's gewerkt. Eiser en gedaagde hebben eind 2020 een korte relatie met elkaar gehad. Eiser heeft een onlineprogramma waarin hij stelt dat gedaagde onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door onjuiste, belastende informatie over hem te verspreiden waardoor zijn goede naam is geschaad. Het gaat onder andere over filmpjes op TikTok die over de relatie gaan, waarbij gedaagde aangeeft dat het geen leuke periode was, dat eiser gemeen en 'toxic' was, dat hij zich opdrong aan (andere) minderjarige meisjes en dat zij zich onveilig voelde. Eiser stelt in deze zaak dat gedaagde met het plaatsen van deze filmpjes onrechtmatig heeft gehandeld en vordert schadevergoeding. 

IT 4335

Eiser krijgt persoonsgegevens van anonieme gebruiker

Rechtbank Den Haag 31 jul 2023, IT 4335; ECLI:NL:RBDHA:2023:11254 (Eiser/Meta), https://itenrecht.nl/artikelen/eiser-krijgt-persoonsgegevens-van-anonieme-gebruiker

Rechtbank Den Haag 31 juli 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:11254, IT 4335 (EIser/Meta) In dit kort geding beantwoordt de voorzieningenrechter de vraag of Meta (voorheen Facebook) gehouden is om persoonsgegevens van een gebruiker aan eiser te geven. Eiser is op Facebook in meerdere besloten groepen beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag, waar hij hinder van ondervindt. Hij kan deze besloten groepen niet betreden en kan zich niet verweren. Eiser stelt dat deze uitingen onrechtmatig zijn en daarom van Facebook verwijderd moeten worden. Naast verwijdering van deze publicaties vordert eiser de 'basic subscriber information' van de Facebookgebruikers die deze uitingen hebben gedaan. 

IT 4198

Google hoeft URL niet te verwijderen

Rechtbank Den Haag 22 dec 2022, IT 4198; ECLI:NL:RBDHA:2022:14569 (verzoeker tegen Google), https://itenrecht.nl/artikelen/google-hoeft-url-niet-te-verwijderen

Rechtbank Den Haag 22 december 2022, IT 4198; ECLI:NL:RBDHA:2022:14569 (verzoeker tegen Google) Verzoeker is kaakchirurg en in die hoedanigheid is hij van 2014 tot 2022 werkzaam geweest bij het Medisch Centrum op de afdeling kaakchirurgie. Op Google verschijnt een negatieve waardering van een behandeling bij het Medisch Centrum bij een zoektocht op zijn naam. Verzoeker heeft Google gevraagd de URL te verwijderen, maar Google weigerde. In deze zaak wordt een afweging gemaakt tussen de grondrechten en eerbiediging van het privéleven en op de bescherming van persoonsgegevens enerzijds, en het grondrecht op vrijheid van informatie anderzijds. Als kernargument voor zijn verwijderingsverzoek heeft Verzoeker aangevoerd dat hij vermoedt dat het gaat om een ‘neprecensie’ en dat hij de inzender van deze recensie nooit als patiënt heeft behandeld. Als dit klopt moet Google de URL uit de zoekresultaten verwijderen. Verzoeker dient onderbouwing aan te leveren voor zijn standpunt, maar dit heeft hij nagelaten, waardoor de onjuistheid van de recensie niet is gebleken. De rechtbank concludeert dat het recht op informatie van internetgebruikers om de URL in de zoekresultaten te kunnen zien voorrang heeft. De verzoeken worden afgewezen.

IT 4187

Hoge Raad: geschil tussen advocaten

Hoge Raad 18 nov 2022, IT 4187; ECLI:NL:HR:2022:1697 (appellanten tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/hoge-raad-geschil-tussen-advocaten

HR 18 november 2022, IEF 21153, IT 4187; ECLI:NL:HR:2022:1697 (appellanten tegen geïntimeerde) Geschil tussen advocaten. Advocaat A is advocaat van Springfield en verweerder 3. Advocaat B1 is samen met advocaat B2 advocaat van Faraday en Hampton. Springfield heeft op grond van een schriftelijke geldleningsovereenkomst betaling gevorderd van Faraday en Hampton. Volgens Faraday en Hampton is de geldleningsovereenkomst vals. Hierover ontstaat een geschil, advocaat B1 beschuldigt in zijn pleitnota advocaat A van valsheid in geschrift. Appellanten vorderen advocaat B1 de beschuldigingen in te trekken, tot schriftelijke rectificatie over te gaan en zich te onthouden van smadelijke en negatieve uitlatingen over advocaat A. De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen, het hof vernietigt dit vonnis. De Hoge Raad oordeelt dat de in het dictum van de bestreden uitspraak bedoelde uitlatingen niet door advocaat B1 zelf zijn gedaan. Het oordeel van het hof dat uit het samenstel van alle uitlatingen volgt dat advocaat B1 advocaat A ervan beschuldigt dat hij zijn cliënten heeft aangezet tot het vervalsen van de geldleningsovereenkomst en dat de uitlatingen aan advocaat B1 kunnen worden toegerekend is onbegrijpelijk.

IT 4180

Gepubliceerde uitlatingen in Quote niet onrechtmatig

Gerechtshof Den Haag 6 dec 2022, IT 4180; ECLI:NL:GHDHA:2022:2357 (appellant tegen verweerder), https://itenrecht.nl/artikelen/gepubliceerde-uitlatingen-in-quote-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 6 december 2022, IT 4180; ECLI:NL:GHDHA:2022:2357 (appellant tegen verweerder) Deze zaak gaat over de vraag of verweerder in strijd heeft gehandeld met een contractuele geheimhoudingsverplichting door bedrijfsinformatie te overhandigen aan een redacteur van Quote en of hij onrechtmatig jegens appellant heeft gehandeld door negatieve uitlatingen over appellant te doen die zijn gepubliceerd in een artikel in het tijdschrift Quote. De rechtbank heeft de vorderingen van appellant afgewezen. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis. Niet is vast komen te staan dat verweerder vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met Quote. Verder kan niet als vaststaand worden aangenomen dat verweerder zich als eerste tot Quote heeft gewend. Ook is geen sprake van onrechtmatig handelen van verweerder ter zake van vier citaten die hij over appellant heeft gedaan.

IT 4178

Uitzending Roddelpraat terecht offline gehaald

Gerechtshof Amsterdam 13 dec 2022, IT 4178; ECLI:NL:GHAMS:2022:3522 (Roddelpraat), https://itenrecht.nl/artikelen/uitzending-roddelpraat-terecht-offline-gehaald

Hof Amsterdam 13 december 2022, IEF 21144, IT 4178; ECLI:NL:GHAMS:2022:3522 (Roddelpraat) [IEF 20600]. Het gaat in dit kort geding om een conflict over een uitzending van Roddelpraat, die een veel bekeken programma op een juicekanaal maakt. In die uitzending wordt een rap afgespeeld van A, die bekend is als muzikant en influencer. De makers van Roddelpraat hebben vervolgens een deel van de uitzending besteed aan het bespreken van de tekst daarvan. Daarbij hebben zij een lezing van die tekst besproken die erop neerkomt dat een andere bekende Nederlander grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond tegenover A. De voorzieningenrechter heeft Roddelpraat bevolen de uitzending offline te halen. Roddelpraat heeft daartegen hoger beroep ingesteld, vooral omdat hij beschikt over nieuw bewijsmateriaal waaruit zou blijken dat de rap al lang voor de uitzending openbaar gemaakt was. Het hof oordeelt dat de uitputtingsleer niet van toepassing is op het onderhavige geschil. Ook Roddelpraats argument dat er sprake is van een parodie gaat niet op.

IT 4158

NRC heeft journalistiek onzorgvuldig gehandeld

Overige instanties 18 nov 2022, IT 4158; (klagers tegen NRC), https://itenrecht.nl/artikelen/nrc-heeft-journalistiek-onzorgvuldig-gehandeld

Conclusie Raad voor de Journalistiek 18 november 2022, IT 4158; 2022/33 (klagers tegen NRC) NRC heeft in de artikelen “Coldcaseteam denkt dat een Joodse notaris Anne Frank en haar familie verraadde” en “Aanwijzing van de verrader was achteraf toch iets te wankel” aandacht besteed aan het boek ‘Het verraad van Anne Frank’ en de conclusie uit het boek dat Arnold van den Bergh de waarschijnlijke verrader is van de onderduikers in het Achterhuis. De Raad stelt dat het hier gaat om een zeer beladen onderwerp, met een verdachte die zich niet meer kan verdedigen, waarbij bijzondere zorgvuldigheid moet worden betracht. De presentatie van het nieuws in combinatie met het gewicht dat NRC aan het onderzoek heeft gegeven, biedt de lezer van de artikelen weinig ruimte voor een andere conclusie dan dat Arnold van den Bergh daadwerkelijk de (meest) waarschijnlijke verrader is geweest van de onderduikers in het Achterhuis. NRC had terughoudender moeten berichten, hiermee heeft zij journalistiek onzorgvuldig gehandeld.

IT 4155

NRC hoeft geen rectificatie te plaatsen

Rechtbank Amsterdam 18 nov 2022, IT 4155; ECLI:NL:RBAMS:2022:6753 (eisers tegen NRC), https://itenrecht.nl/artikelen/nrc-hoeft-geen-rectificatie-te-plaatsen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 18 november 2022, IT 4155; ECLI:NL:RBAMS:2022:6753 (eisers tegen NRC) Eisers zijn beiden juridisch/fiscaal adviseurs en werken als zodanig samen in TaXeCo. Na een reeks gebeurtenissen worden zij vervolgd wegens poging tot afdreiging. NRC heeft een lang negatief artikel geschreven over eisers. Eisers vorderen NRC te veroordelen het artikel te rectificeren. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorziening. Eisers kunnen worden aangemerkt als publieke figuren en die hebben meer kritiek te dulden dan een willekeurig persoon. Verder vindt de negatieve afschildering voldoende steun in de feiten, het artikel is niet onrechtmatig en valt het binnen de grenzen van de journalistieke vrijheid.

IT 4136

Uitlatingen in Whatsapp groep niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 25 okt 2022, IT 4136; ECLI:NL:RBDHA:2022:11165 (Eisers tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/uitlatingen-in-whatsapp-groep-niet-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Den Haag 25 oktober 2022, IT 4136; ECLI:NL:RBDHA:2022:11165 (eisers tegen gedaagden) Op 23 februari 2022 heeft gedaagde 2 een aannemingsovereenkomst gesloten met eisers, uit hoofde waarvan eisers dakkapellen zou plaatsen aan de voor- en achterzijde van zijn woning. Gedaagde 1 heeft op 21 juni 2022 een aannemingsovereenkomst met eisers gesloten voor het realiseren van een uitbouw van de woonkamer van haar woning. Gedaagden zijn niet tevreden over de samenwerking en hebben op respectievelijk 20 september 2022 en 26 september 2022 bij de politie aangifte van oplichting/fraude tegen eisers gedaan. Gedaagden hebben de aannemingsovereenkomst met eisers op respectievelijk 21 september 2022 en 25 augustus 2022 ontbonden. Er is daarna een WhatsAppgroep opgericht waarin allerlei uitlatingen over eisers gedaan zijn. Eisers vorderen gedaagden te gebieden om met onmiddellijke ingang het doen van onrechtmatige uitlatingen over de B.V. , meer in het bijzonder de uitlating dat zij oplichters zijn. De voorzieningenrechter wijst de vordering af omdat niet is gebleken dat gedaagden door middel van de Whatsappgroep berichten over oplichting of fraude geopenbaard hebben met als doel om eisers schade te berokkenen en evenmin dat zij door middel van die berichten klanten van eisers ertoe hebben aangespoord om de met eisers gesloten overeenkomst te ontbinden.