Uitlatingen in Whatsapp groep niet onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Den Haag 25 oktober 2022, IT 4136; ECLI:NL:RBDHA:2022:11165 (eisers tegen gedaagden) Op 23 februari 2022 heeft gedaagde 2 een aannemingsovereenkomst gesloten met eisers, uit hoofde waarvan eisers dakkapellen zou plaatsen aan de voor- en achterzijde van zijn woning. Gedaagde 1 heeft op 21 juni 2022 een aannemingsovereenkomst met eisers gesloten voor het realiseren van een uitbouw van de woonkamer van haar woning. Gedaagden zijn niet tevreden over de samenwerking en hebben op respectievelijk 20 september 2022 en 26 september 2022 bij de politie aangifte van oplichting/fraude tegen eisers gedaan. Gedaagden hebben de aannemingsovereenkomst met eisers op respectievelijk 21 september 2022 en 25 augustus 2022 ontbonden. Er is daarna een WhatsAppgroep opgericht waarin allerlei uitlatingen over eisers gedaan zijn. Eisers vorderen gedaagden te gebieden om met onmiddellijke ingang het doen van onrechtmatige uitlatingen over de B.V. , meer in het bijzonder de uitlating dat zij oplichters zijn. De voorzieningenrechter wijst de vordering af omdat niet is gebleken dat gedaagden door middel van de Whatsappgroep berichten over oplichting of fraude geopenbaard hebben met als doel om eisers schade te berokkenen en evenmin dat zij door middel van die berichten klanten van eisers ertoe hebben aangespoord om de met eisers gesloten overeenkomst te ontbinden.