DOSSIERS
Alle dossiers

Onrechtmatige uitingen  

IT 3699

Column over boerenacties is niet onrechtmatig

Rechtbank Amsterdam 24 sep 2021, IT 3699; ECLI:NL:RBAMS:2021:5533 (Stichting tegen NRC Media), https://itenrecht.nl/artikelen/column-over-boerenacties-is-niet-onrechtmatig

Ktr. Rechtbank Amsterdam 24 september 2021, IEF 20289, IT 3699; ECLI:NL:RBAMS:2021:5533 (Stichting tegen NRC Media) Eisers stellen dat de publicatie van 26 januari 2021 op de website van NRC Media onder de kop “de boerenacties als basis voor dit protest’ onrechtmatig is omdat zij hierin worden beschuldigd van strafbare feiten zonder dat daarvoor een feitelijke basis bestaat. Toewijzing van deze vordering zou een beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM) opleveren. Zo’n beperking moet bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn. Wil sprake zijn van een beperking die bij de wet is voorzien, dan zal de publicatie in de NRC onrechtmatig jegens eisers moeten zijn. Om uit te maken of dat het geval is, moet een belangenafweging worden gemaakt. In haar belangengafweging oordeelt de rechtbank dat het belang van de columnist van NRC Media om zich kritisch uit te laten op de wijze zoals hij heeft gedaan prevaleert boven het belang van eisers om hieraan niet blootgesteld te worden. In de column zijn de grenzen van de vrijheid van meningsuiting niet overschreden.

IT 3700

Facebookberichten in strijd met interne COVID-19 richtlijn

Rechtbank Rotterdam 29 okt 2021, IT 3700; ECLI:NL:RBROT:2021:10459 (Eiser tegen Facebook), https://itenrecht.nl/artikelen/facebookberichten-in-strijd-met-interne-covid-19-richtlijn

Vzr. Rechtbank Rotterdam 29 oktober 2021, IEF 20290, IT 3700; ECLI:NL:RBROT:2021:10459 (Eiser tegen Facebook) Kort geding. Facebook heeft vier berichten van eiser op zijn account verwijderd vanwege strijd met haar COVID-19 richtlijnen en beleid. Eiser vordert dat die berichten worden teruggeplaatst en dat Facebook bij oplegging van toekomstige sancties geen rekening houdt met de betreffende sancties. De vordering wordt afgewezen. Het recht van eigendom van Facebook en de omstandigheid dat de richtlijnen zijn opgesteld (na oproep van overheden en internationale gezondheidsorganisaties) ter bescherming van de volksgezondheid zijn twee legitieme redenen die een inperking van het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting rechtvaardigen. Gezien doel en strekking van het beleid, kan niet worden gezegd dat Facebook in redelijkheid niet tot deze afweging heeft kunnen komen. Bij het opstellen en het toepassen van de richtlijnen mag Facebook redelijkerwijs afgaan en vertrouwen op de expertise van de deskundigen van verschillende gezondheidsorganisaties en overheden. Voldoende aannemelijk is dat de vier berichten in strijd zijn met de richtlijnen van Facebook. Facebook kan niet worden verplicht de berichten terug te plaatsen.

IT 3697

Uitlatingen dienen algemeen belang niet

Rechtbank Midden-Nederland 12 okt 2021, IT 3697; ECLI:NL:RBMNE:2021:4854 (Smaad), https://itenrecht.nl/artikelen/uitlatingen-dienen-algemeen-belang-niet

Rechtbank Midden-Nederland 12 oktober 2021, IEF 20281, IT 3697; ECLI:NL:RBMNE:2021:4854 (Smaad) Strafrecht. Verdachte, een politica van een gemeentelijke eenmansfractie, plaatste Twitterberichten en berichten op internetsites, liet huis-aan-huis verkiezingsfolders verspreiden en gaf een interview waarin zij smadelijke mededelingen deed over een raadslid. Verdachte wordt veroordeeld voor smaadschrift tot een geldboete en een voorwaardelijke taakstraf. De uitlatingen leverden geen bijdrage aan het publiek debat en dienden ook niet het algemeen belang. Het waren onnodige op de persoon gerichte aanvallen. Hierbij is van belang dat verdachte ook op een andere wijze en op andere momenten haar vermoedens aan de kaak kon stellen.

 

IT 3682

Dierentuinbestuurder schreef opinie op persoonlijke titel

Rechtbank Amsterdam 8 sep 2021, IT 3682; ECLI:NL:RBAMS:2021:5395 (Dierentuinen tegen EAZA), https://itenrecht.nl/artikelen/dierentuinbestuurder-schreef-opinie-op-persoonlijke-titel

Rechtbank Amsterdam 8 september 2021, IEF 20245, IT 3682; ECLI:NL:RBAMS:2021:5395 (Dierentuinen tegen EAZA) Vonnis in incident. Voorlopige voorziening. Eiseressen zijn twee in Engeland gelegen dierentuinen. EAZA is een vereniging voor dierentuinen in Europa en West-Azië. Een van de bestuurders van de dierentuinen publiceerde onder meer in de Britse krant 'The Independant' een opiniërend artikel waarin hij kritiek uit op kleine dierentuinen en stelt dat (beschermde) dieren naar natuurlijke leefgebieden moeten worden gebracht. Ook brengen de dierentuinen twee cheeta's naar een reservaat in Zuid-Afrika in plaats van naar een EAZA-dierentuin. EAZA heeft vervolgens de dierentuinen voor twee jaar de status 'uitgesloten' opgelegd op basis van een sanctieprotocol. Geoordeeld wordt onder meer dat de uitingen in de pers op persoonlijke titel zijn gedaan en niet door de dierentuinen zelf. De waarschuwingsbesluiten van EAZA zijn echter wel op die veronderstelling gegrond. EAZA moet de aan de dierentuinen opgelegde status ‘uitgesloten’ ongedaan maken voor de duur van de procedure in de hoofdzaak.

IT 3677

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Uitzending 'Undercover in Nederland' niet onrechtmatig

Rechtbank Amsterdam 6 okt 2021, IT 3677; (Eiser tegen Talpa en Noordkaap), https://itenrecht.nl/artikelen/uitzending-undercover-in-nederland-niet-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Amsterdam 6 oktober 2021, IEF 20236, IT 3677; C/13/706042 (Eiser tegen Talpa en Noordkaap) Kort geding. Noordkaap produceert het programma 'Undercover in Nederland', wat wordt uitgezonden door Talpa. In deze zaak is betrokkene door de presentator van het programma gefilmd, gevolgd en geconfronteerd. Talpa heeft deze opnames uitgezonden, waarbij betrokkene herkenbaar in beeld is. De raadsman van betrokkene heeft Noordkaap verzocht deze uitzending, die nog 'on demand' te bekijken is te verwijderen, dan wel het gezicht van betrokkene te 'blurren'. Na dit verzoek is er in een tweede uitzending nogmaals aandacht aan betrokkene besteed. Betrokkene vordert in deze zaak dat Noordkaap wordt verboden het beeld- en geluidsmateriaal dat er van hem is openbaar te maken, evenals hetgeen al openbaar is gemaakt te verwijderen. Toewijzing van deze vordering zou een beperking vormen op de vrijheid van meningsuiting. Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving. Het belang van Noordkaap als medium is dat zij zich kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten. Het belang van betrokkene is dat hij niet in zijn privacy en goede naam wordt aangetast. Voor de beoordeling of deze aantasting zwaarder weegt dan het grondrecht wordt naar de feiten van de zaak en de omstandigheden van het geval gekeken. De rechtbank oordeelt dat de handelwijze van betrokkene kan worden aangemerkt als een misstand waarbij Noordkaap belang had om deze aan de kaak te stellen. Het belang van betrokkene weegt volgens de rechter minder zwaar. Het beschikbaar houden van de beelden is onder deze omstandigheden niet onrechtmatig. 

IT 3656

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan.

Belang vrijheid van meningsuiting weegt zwaarder

Rechtbank 13 sep 2021, IT 3656; ECLI:NL:RBAMS:2021:5058 (Kroongetuige tegen DPG Media), https://itenrecht.nl/artikelen/belang-vrijheid-van-meningsuiting-weegt-zwaarder

Vzr. Rechtbank Amsterdam 13 september 2021, IEF 20187, IT 3656; ECLI:NL:RBAMS:2021:5058 (Kroongetuige tegen DPG Media) Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in een kort geding tussen de kroongetuige in het Marengo-proces en DPG Media over de publicatie van een krantenartikel. Het AD, onderdeel van DPG, wil op 14 september 2021 in de krant en op haar website een artikel publiceren over de kroongetuige, waarin wordt geciteerd uit WhatsApp-berichten die afkomstig zijn van een iPhone waarover hij in detentie enige tijd heeft beschikt. Eisers stellen dat het artikel tendentieus, vals en onjuist is en dat zij daarmee worden aangetast in hun eer en goede naam. Zij vorderen daarom (i) DPG te verbieden op welke wijze dan ook feitelijke beschuldigingen jegens eisers te uiten en/of berichten te verspreiden, en (ii) DPG te verbieden het concept-artikel op welke wijze dan ook te openbaren, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van DPG in de proceskosten. Bepaald wordt dat het artikel mag worden gepubliceerd. Het belang van de vrijheid van meningsuiting weegt hier zwaarder dan het belang van de bescherming van de eer en goede naam van eisers.

IT 3654

YouTube video van FvD hoeft niet teruggeplaatst te worden

Rechtbank Amsterdam 15 sep 2021, IT 3654; ECLI:NL:RBAMS:2021:5117 (FvD tegen Google ), https://itenrecht.nl/artikelen/youtube-video-van-fvd-hoeft-niet-teruggeplaatst-te-worden

Rechtbank Amsterdam 15 september 2021, IEF 20186, IT 3654; ECLI:NL:RBAMS:2021:5117 (FvD tegen Google) Forum voor Democratie is kritisch ten aanzien van het regeringsbeleid betreffende de COVID-19 pandemie. De partij plaatst op het platform YouTube video's waarin deze opvatting duidelijk doorschemert. Het Covid-beleid is onderdeel van de rechtsverhouding tussen YouTube en haar gebruikers, waaruit voortvloeit dat het platform geen content toestaat die misleidende informatie verspreidt. Op 2 juni 2021 heeft YouTube op grond hiervan een video van FvD verwijderd. FvD vordert terugplaatsing van de video en beroept zich hierbij op vrijheid van meningsuiting. Al in eerdere uitspraken over het Covid-beleid van YouTube [zie IEF 20145] is overwogen dat, ondanks dat artikel 10 EVRM door kan werken in private overeenkomsten, dit niet onbegrensd is. YouTube heeft voor kritische geluiden en politieke uitingen geen maatschappelijke ‘must-carry’-verplichting. Pas als elke effectieve uitoefening van de uitingsvrijheid wordt tegengegaan, of als de essentie van het recht op vrijheid van meningsuiting wordt vernietigd, is er aanleiding voor de rechter om in te grijpen. Dat is een hoge eis, waaraan niet voldaan wordt. Het verwijderen van de video is dan ook niet onrechtmatig, de video hoeft niet terug te worden geplaatst. 

IT 3645

Afbeeldingen dierenleed moeten worden verwijderd

Rechtbank Amsterdam 23 aug 2021, IT 3645; ECLI:NL:RBAMS:2021:4432 (Stichting Agractie tegen Stichting Dierenrecht), https://itenrecht.nl/artikelen/afbeeldingen-dierenleed-moeten-worden-verwijderd

Rechtbank Amsterdam 23 augustus 2021, IE 20173, IT 3645, RB 3553; ECLI:NL:RBAMS:2021:4432 (Stichting Agractie tegen Stichting Dierenrecht) In zeven grote steden heeft Stichting Dierenrecht posters opgehangen waarop een zuivelproduct wordt afgebeeld als een pakje tabak. Daarop staat de tekst: ‘Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed. Kalfjes worden direct na de geboorte weggehaald bij hun moeder.’ Stichting Agractie vordert om Stichting Dierenrecht op straffe van een dwangsom te veroordelen iedere billboard en reclame-uiting in openbare ruimtes te verwijderen. Om de onrechtmatigheid van de billboards te beoordelen kijkt de rechtbank naar de juistheid van de uitingen. Uit de overgelegde stukken en gegeven toelichting blijkt dat het niet direct duidelijk is wanneer een kalf van de moeder gescheiden zou moeten worden. Er mag hier debat over gevoerd worden, maar hierbij mag er niet onrechtmatig gehandeld worden jegens melkveehouders. Stichting Dierenrecht moet de billboards en soortgelijke uitlatingen op de website verwijderen.  

IT 3629

Uitlating Kamerlid in strijd met COVID-beleid YouTube

Rechtbank Amsterdam 18 aug 2021, IT 3629; ECLI:NL:RBAMS:2021:4308 (Eisers tegen Google), https://itenrecht.nl/artikelen/uitlating-kamerlid-in-strijd-met-covid-beleid-youtube

Rechtbank Amsterdam 18 augustus 2021, IEF 20145, IT 3629; ECLI:NL:RBAMS:2021:4308 (Eisers tegen Google) De eisers in deze zaak zijn een lid van de Tweede Kamer die beschikt over een nieuwskanaal, en een statutair bestuurder van dit kanaal. Beiden bezitten een YouTube account. Het geschil in deze zaak betreft verwijderde video's van een debat in de Kamer, waarbij eiser kritische vragen stelt aan de directeur infectieziektenbestrijding van het RIVM, en een interviewvideo die hierop volgde, waarin een deel van de Kamervideo te zien is. In de servicevoorwaarden van YouTube staat dat content verwijderd mag worden indien deze de overeenkomst schendt. Volgens het COVID-beleid is het niet toegestaan om misleidende medische informatie te verspreiden via het platform. Eisers stellen dat dit beleid niet geschonden is, omdat de Nederlandse gezaghebbende autoriteit op het gebied van infectieziekten aan het woord komt. Echter gaat de rechtbank mee in het verweer van Google, die blijft bij het standpunt dat de concrete uitlatingen in strijd zijn met het COVID-beleid. Nu Google de interviewvideo voorshands heeft mogen verwijderen, is de vordering tot terugplaatsing van die video niet toewijsbaar.

IT 3625

Uitzending Undercover in Nederland mag niet worden uitgezonden

Gerechtshof Amsterdam 27 jul 2021, IT 3625; ECLI:NL:GHAMS:2021:2336 (Noordkaap tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/uitzending-undercover-in-nederland-mag-niet-worden-uitgezonden

Hof Amsterdam 27 juli 2021, IT 3625; ECLI:NL:GHAMS:2021:2336 (Noordkaap tegen geïntimeerde) Deze zaak betreft het hoger beroep van een eerdere kort geding zaak [IT 3606]. De voorzieningenrechter heeft overwogen, dat het zeer de vraag is of er sprake is van een misstand die aan de kaak moet worden gesteld en dat gelet op de wijze waarop Noordkaap de misstand heeft uitgelokt het belang van geïntimeerde bij het niet uitzenden van ‘het verhaal’ over hem zwaarder weegt dan het belang van Noordkaap bij uitzending. Het hof bevestigt dit in dit vonnis. Noordkaap heeft volgens het hof onterecht aangevoerd dat er sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag. Voor zover geïntimeerde al een grens heeft overschreden door Sofie (ingehuurd door Noordkaap) aan te raken, rechtvaardigt dat het uitzenden van een item over geïntimeerde niet. Ook het argument dat geïntimeerde dacht dat Sofie minderjarig was, slaagt niet. Zij presenteerde zich immers als een 23-jarige sekswerker en het hof acht dit ook geloofwaardig. Volgens het hof staat in ieder geval vast dat zij niet minderjarig is. Verder acht het hof de beschuldigingen, die de nicht van geïntimeerde in het item van Noordkaap doet, niet voldoende onderbouwd. Als laatste stelt het hof dat er onvoldoende tegenwicht is geboden tegen de beschuldigingen aan het adres van geïntimeerde en dat voor hem ontlastend materiaal bewust door Noordkaap is weggelaten.