8 sep 2025
Belastingdienst gaf genoeg inzage in FSV-gegevens; geen extra informatie of schadevergoeding toegewezen
Rb. Rotterdam 8 september 2025, IT 4996; ECLI:NL:RBROT:2025:10783 ([eiseres] tegen de minister van Financiën). De rechtbank heeft geoordeeld over een zaak waarin eiseres van de minister van Financiën (Belastingdienst) inzage wilde in haar persoonsgegevens in de Fraude Signalering Voorziening (FSV), op basis van artikel 15 AVG. De minister had haar een overzicht gegeven van de gegevens die over haar in de FSV stonden (zoals naam, adres, BSN en de aanleiding voor het signaal), en verklaard dat haar gegevens in 2019 in de FSV zijn opgenomen naar aanleiding van een analyse van haar aangifte inkomstenbelasting 2019. De minister stelde ook dat haar gegevens niet zijn gedeeld met derden, dat zij niet was gekoppeld aan “projectcode 1043”, en dat er geen andere vergelijkbare systemen meer bestaan waarin haar gegevens worden verwerkt. De rechtbank vindt dat de minister hiermee voldoende inzage heeft gegeven in de zin van de AVG. Dat eiseres vermoedt dat haar FSV-registratie heeft geleid tot onderzoeken door andere instanties en nadelige behandeling (zoals adrescontroles door de gemeente) is onvoldoende om te concluderen dat de Belastingdienst wél gegevens heeft gedeeld of nog meer gegevens achterhoudt. De rechtbank ziet dus geen reden om de minister te verplichten méér informatie of bewijsstukken te geven.
De rechtbank bespreekt ook nog twee procedurele punten. Eerst: is het beroep wel op tijd? De minister zei dat de beslissing al in oktober 2023 per post was verstuurd, zodat het beroep te laat zou zijn. De rechtbank gaat daar niet in mee, omdat de minister niet kan aantonen dat het besluit toen echt naar het juiste adres is verzonden via een erkende postvervoerder. Eiseres kreeg het besluit op 29 maart 2024 per e-mail en diende vervolgens op 3 april 2024 beroep in, en dat is op tijd. Daarna: schadevergoeding. Eiseres vroeg schadevergoeding vanwege de (onrechtmatige) FSV-registratie. De rechtbank zegt dat dat niet kan in deze procedure, omdat het besluit over inzage niet onrechtmatig is. Het beroep is dus ongegrond, het besluit van de minister blijft in stand, er komt geen schadevergoeding en geen proceskostenvergoeding.
3.4.
Bij het bestreden besluit van 20 oktober 2023 heeft de minister het bezwaar van eiseres afgewezen. Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres heeft de minister nogmaals onderzocht of de persoonsgegevens van eiseres in de FSV zijn gedeeld met derden, maar niet gebleken is dat daarvan sprake is. Volgens de minister kan niet worden nagegaan of de gegevens van eiseres mondeling zijn gedeeld, maar er zijn geen aanwijzingen waaruit blijkt dat de FSV-registratie of persoonsgegevens van eiseres zijn gedeeld met derden. Uit het enkele feit dat eiseres is onderworpen aan controles door de gemeente kan volgens de minister niet worden afgeleid dat deze samenhangen met de FSV-registratie. Ook uit het feit dat een bepaalde aangevraagde toeslag niet wordt toegekend kan niet worden afgeleid dat dit voortkomt uit een registratie in de FSV. De minister wijst er verder nogmaals op dat er (tot op heden) geen met FSV vergelijkbare systemen of applicaties aanwezig zijn binnen de Belastingdienst. De minister kan eiseres daarin dan ook geen inzage geven. Daarnaast is niet gebleken dat eiseres is gekoppeld aan projectcode 1043. Er is daarom ook geen documentatie aanwezig ter onderbouwing dat zij daar niet aan gekoppeld is.