DOSSIERS
Alle dossiers

Mededingingsrecht  

IT 3984

Gedeeltelijke nietigverklaring besluit Commissie, maar geen verlaging boete

HvJ EU 16 jun 2022, IT 3984; ECLI:EU:C:2022:483 (Quanta tegen Europese Commissie ), https://itenrecht.nl/artikelen/gedeeltelijke-nietigverklaring-besluit-commissie-maar-geen-verlaging-boete

HvJ EU 16 juni 2022, IT 3984, IEFbe 3484; ECLI:EU:C:2022:483 (Quanta tegen Europese Commissie) De Europese Commissie stelde vast dat de deelnemers aan de mededingingsregeling hun concurrentiegedrag onderling hadden afgestemd. De Europese Commissie heeft vanwege de inbreuk op artikel 101 VWEU en 53 EER-overeenkomst aan (onder meer) Quanta een boete opgelegd. Quanta stelde vervolgens beroep in dat primair strekte tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie en subsidiair tot verlaging van de aan haar opgelegde boete. Het Gerecht heeft dit beroep in zijn geheel verworpen. Hierop is Quanta naar het HvJ EU gestapt. Het Hof meent dat het Gerecht niet zomaar kon oordelen dat de Commissie de rechten van verdediging van Quanta niet had geschonden. De mededeling van punten van bezwaar van de Commissie bevatte namelijk niet de belangrijkste elementen die met betrekking tot de afzonderlijke inbreuken tegen Quanta werden aangevoerd. Aangezien het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, dient het bestreden arrest te worden vernietigd. Daarnaast moet het besluit van de Europese Commissie nietig worden verklaard voor zover daarin is bepaald dat Quanta artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-overeenkomst heeft geschonden door deel te nemen aan meerdere afzonderlijke inbreuken. Het Hof is verder van oordeel dat de boete niet verlaagd dient te worden.

IT 3982

HvJ EU verklaart besluit van Europese Commissie nietig

HvJ EU 16 jun 2022, IT 3982; ECLI:EU:C:2022:478 (Sony tegen Europese Commissie ), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-verklaart-besluit-van-europese-commissie-nietig

HvJ EU 16 juni 2022, IT 3982, IEFbe 3483; ECLI:EU:C:2022:478 (Sony tegen Europese Commissie) Zie ook ECLI:EU:C:2022:480. De Europese Commissie heeft Sony te kennen gegeven dat zij inbreuk had gemaakt op artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-overeenkomst door deel te nemen aan een mededingingsregeling inzake optische diskdrives (odd’s). De commissie legde Sony hiervoor een geldboete op. Bij verzoekschrift heeft Sony vervolgens een beroep ingesteld. Dit beroep werd door het Gerecht volledig verworpen. Vervolgens verzoekt Sony het Hof om het bestreden arrest te vernietigen en het bedrag van de aan hen opgelegde geldboete te verlagen. Door het Hof wordt geoordeeld dat het besluit van de Commissie nietig wordt verklaard voor zover daarin vastgesteld is dat Sony artikel 101 en artikel 53 EER-overeenkomst heeft geschonden door deel te nemen aan afzonderlijke inbreuken. De Commissie had immers slechts vastgesteld dat Sony niet alleen had deelgenomen aan één enkele voortdurende inbreuk maar ook aan meerdere afzonderlijke inbreuken. Het Hof oordeelt dan ook dat het Gerecht blijk had gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de Commissie had voldaan aan haar verplichting om het litigieuze besluit te motiveren. Wat betreft de geldboete heeft Sony niet aangetoond waarom de hoogte daarvan zodanig overdreven is dat geoordeeld zou moeten worden dat de geldboete onevenredig is. 

IT 3926

Mededingingsrechtelijke boete voor telecomgigant blijft intact

Overige instanties 5 mei 2022, IT 3926; (Telenor tegen ESA), https://itenrecht.nl/artikelen/mededingingsrechtelijke-boete-voor-telecomgigant-blijft-intact

EFTA Court 5 mei 2022, IEF 20704, IEFbe 3443, IT 3926; C-12/20 (Telenor tegen ESA) De Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsassociatie (ESA) heeft aan telecomgigant Telenor een forse boete opgelegd voor het misbruiken van diens machtspositie rond 2010 in Noorwegen. Hierdoor maakte Telenor inbreuk op art. 54 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992. Het feit dat Telenor wordt verweten is dat zij haar dominante marktpositie in die tijd heeft gebruikt in de groothandel waarin zij actief is door tarieven te heffen die dermate laag zijn, dat anderen verlies moesten lijden indien zij de markt zouden betreden. Telenor verweerde zich hiertegen op vier gronden. Ten eerste zou er een verkeerde downstream markt zijn gebruikt door het ESA, ten tweede zou het gedrag van Telenor geen misbruik van diens marktpositie zijn, ten derde zouden de inbreuken met betrekking tot Network Norway en Ventelo zijn verjaard en tot slot zou de ESA vergissingen hebben gemaakt omtrent de regels en de hoogte van de boete. De verweren van Telenor slagen niet en het besluit van de ESA inzake de opgelegde boete blijft van kracht.

IT 3624

Conclusie P-G: HP handelt niet onrechtmatig door weigeren van huismerk cartridges

Hoge Raad 9 jul 2021, IT 3624; ECLI:NL:PHR:2021:713 (De Stichting tegen HP), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-p-g-hp-handelt-niet-onrechtmatig-door-weigeren-van-huismerk-cartridges

HR Conclusie P-G 9 juli 2021, IT 3624; ECLI:NL:PHR:2021:713 (Stichting tegen HP) Stichting 123inkt-huismerk klanten is opgericht door de bestuurders van Digital Revolution, die de domeinnaam 123inkt.nl exploiteert. HP Nederland is onderdeel van de HP groep en brengt onder meer printers en cartridges op de markt. Printermodellen van na 2015 zijn standaard uitgerust met dynamic security, een authenticatiemethode die met periodiek veranderende parameters werkt. Deze parameters zijn omstreeks september 2016 aangepast, waardoor het niet meer mogelijk was om in die printers cartridges te gebruiken die niet van HP afkomstig waren. De Stichting vordert dat HP wordt verboden updates in de printer uit te voeren en foutmeldingen te geven bij gebruik van andere cartridges, zoals van 123inkt, nadat deze toebehoort aan een ander dan HP, alsmede een schadevergoeding ten behoeve van de deelnemers. Het hof vindt deze verboden te ruim en daardoor niet toewijsbaar. Namens de Stichting is beroep in cassatie ingesteld, hoofdzakelijk gericht tegen een door het hof toegewezen verklaring met betrekking tot het door HP verstrekken van gebrekkige en deels onjuiste informatie. De P-G concludeert tot verwerping van dit beroep en dus tot handhaving van de beslissing van het hof, dat HP rechtens niet verplicht is om het gebruik van cartridges van andere leveranciers (dan HP) in de door haar in het verkeer gebrachte printers te faciliteren. 

IT 3471

Nazorgverplichting na einde samenwerkingsovereenkomst

Hof 23 feb 2021, IT 3471; ECLI:NL:GHAMS:2021:534 (DataQuint tegen Antea), https://itenrecht.nl/artikelen/nazorgverplichting-na-einde-samenwerkingsovereenkomst

Hof Amsterdam 23 februari 2021, IT 3471, ECLI:NL:GHAMS:2021:534 (DataQuint tegen Antea) Softwareontwikkelaar DataQuint verleende licenties op softwareproducten aan ingenieursbureau Antea die deze omzette in haar eigen huisstijl en aanbood aan Nederlandse gemeenten, haar klanten. De samenwerkingsovereenkomst is per 31 december 2019 geëindigd maar partijen zijn verdeeld over diverse afwikkelingskwesties. Daarbij gaat het onder meer over de vraag of DataQuint gehouden is om gedurende vier jaar na het einde van de overeenkomst licenties en ondersteunende diensten te blijven verlenen. Verder strijden partijen over de vraag of DataQuint concurrerende diensten mag aanbieden na het einde van de samenwerking. De rechtbank kwam tot een gedeeltelijke voortzetting van de dienstverlening, waar DataQuint tegen in beroep is gegaan. Het hof verwerpt echter de grieven van DataQuint en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Zij gaat ook niet mee in de vordering van Antea om DataQuint te verbieden concurrerende diensten aan te bieden.

IT 3462

HvJ EU wijst de hogere voorzieningen van Slovak Telekom en Deutsche Telekom af

HvJ EU 25 mrt 2021, IT 3462; (Deutsche Telekom AG tegen de Commissie), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-wijst-de-hogere-voorzieningen-van-slovak-telekom-en-deutsche-telekom-af

HvJ EU 25 maart 2021, IT 3462, ECLI:EU:C:2021:238 (Deutsche Telekom AG tegen de Commissie) en HvJ EU 25 maart 2021, IT 3462, ECLI:EU:C:2021:239 (Slovak Telekom tegen de Commissie) Slovak Telekom (ST) biedt als gevestigde telecomexploitant in Slowakije breedbanddiensten aan op haar koper- en glasvezelnetten met Deutsche Telekom AG (DT) als moedermaatschappij. De Slowaakse regelgevende instantie op het gebied van telecommunicatie heeft op 8 maart 2005 een besluit vastgesteld waarbij zij ST heeft aangewezen als de exploitant die over een aanmerkelijke macht beschikt op de wholesalemarkt voor ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk. De Europese Commissie was van mening dat ST vervolgens deze machtspositie heeft misbruikt en heeft daarom ST en DT een geldboete opgelegd. Het Gerecht heeft dit besluit vervolgens gedeeltelijk nietig verklaard en een nieuwe boete vastgesteld. Het Hof heeft nu de door ST en DT ingestelde hogere voorzieningen afgewezen en heeft in dit kader de strekking van het arrest Bronner verduidelijkt met betrekking tot de vraag in hoeverre een weigering om toegang te verlenen tot de infrastructuur van een onderneming met een machtspositie misbruik oplevert in de zin van artikel 102 VWEU.

IT 3115

Onrechtmatig handelen door twee oud-werknemers van Verizon

Rechtbank 16 mrt 2020, IT 3115; ECLI:NL:RBAMS:2020:2038 (Verizon tegen oud-werknemers), https://itenrecht.nl/artikelen/onrechtmatig-handelen-door-twee-oud-werknemers-van-verizon

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 maart 2020, IT 3115; ECLI:NL:RBAMS:2020:2038 (Verizon tegen oud-werknemers) Verizon NL en Verizon DE zijn dochtervennootschappen van Verizon Communications Inc., een Amerikaans telecommunicatieconcern. Verizon NL en DE houden zich bezig met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van GPS tracking software, die tot doel heeft de productiviteit in onder meer de vervoerssector te verbeteren. Verizon stelt dat er meer dan gerechtvaardigde vermoedens zijn dat twee oud-werknemers met de bedrijfsinformatie van Verizon een eigen onderneming zijn gestart en vordert inzage in eerder beslagen bewijsmateriaal. Gedaagden hebben alle schijn tegen. Zij zijn beiden voormalig werknemers van Verizon en inmiddels bestuurder en aandeelhouder van een onderneming in dezelfde activiteiten als Verizon. Bovendien hebben de twee kort voor hun vertrek bij Verizon een groot aantal e-mails met informatie van en over Verizon naar eigen privé e-mailadressen verstuurd. Verizon heeft dan ook een rechtmatig belang bij inzage nu er een redelijk vermoeden is van onrechtmatig handelen. Er bestaat voldoende aanleiding om de inzage- en afschriftvordering op grond van artikel 843a Rv toe te wijzen (en dus de opheffingsvorderingen in reconventie af te wijzen). Overige vorderingen afgewezen omdat die te prematuur zijn ingesteld.

IT 3047

Fusie tussen Mediaset Spanje en Nederlandse Mediaset is legitiem

Rechtbank 26 feb 2020, IT 3047; ECLI:NL:RBAMS:2020:1200 (Vivendi tegen MFE), https://itenrecht.nl/artikelen/fusie-tussen-mediaset-spanje-en-nederlandse-mediaset-is-legitiem

Vzr. Rechtbank Amsterdam 26 februari 2020, IT 3047; ECLI:NL:RBAMS:2020:1200 (Vivendi tegen MFE) De Italiaanse vennootschap Mediaset exploiteert een televisiebedrijf en is in het bezit van onder meer drie Italiaanse televisiekanalen. Bijna de helft van de aandelen van Mediaset zijn (indirect) in handen van de familie Berlusconi. Mediaset houdt 100% van de aandelen in MFE, een lege vennootschap. Vivendi is een Frans mediabedrijf, actief in de muziek-, televisie- en filmindustrie, dat (indirect) in handen is van de familie Bolloré. Mediaset heeft plannen om onder Nederlandse vlag te gaan fuseren met Mediaset Spanje, haar Spaanse dochteronderneming. Vivendi maakt als een van de minderheidsaandeelhouders van Mediaset bezwaar tegen deze fusie. Geen van de bezwaren van Vivendi gaat echter op, zodat de vordering van het fusieverbod wordt afgewezen.

IT 2981

Boete KPN, Tele2, Vodafone en T-Mobile voor onduidelijke websites

Overige instanties 30 dec 2019, IT 2981; (ACM tegen KPN, Tele2, Vodafone en T-Mobile), https://itenrecht.nl/artikelen/boete-kpn-tele2-vodafone-en-t-mobile-voor-onduidelijke-websites

ACM 30 december 2019 (ACM tegen KPN, Tele2, Vodafone en T-Mobile) Internet. Onvolledige informatie. Concurrentie. De vier telecomaanbieders worden door de ACM beboet wegens onjuiste en onvolledige informatie over hun aanbod op hun webistes. Dit kan leiden tot oneerlijke concurrentie. 

IT 2638

Uitspraak ingezonden door Paul Maeyaert, Altius.

Belgische rechter niet bevoegd want Emirates richt zich niet actief op dat territorium

Overige instanties 10 sep 2018, IT 2638; https://itenrecht.nl/artikelen/belgische-rechter-niet-bevoegd-want-emirates-richt-zich-niet-actief-op-dat-territorium

Rechtbank van Koophandel Brussel 10 september 2018, IEF 17985; IT 2638; IEFbe 2736 (Sky Fresh tegen Emirates) Handelsnaamrecht. Sky Fresh is een ontwikkelaar van web- en smartphone apps. Emirates lanceerde een nieuwe luchtvrachtdienst 'Emirates SkyFresh'. Emirates heeft besloten om de naam te vervangen door 'Emirates Fresh'. Sky Fresh vordert een definitieve staking van het gebruik van het teken Sky Fresh. Emirates richt zich niet actief op het territorium (EU/Belgie) waar Sky Fresh bescherming geniet. Nergens blijkt uit dat het Belgische filiaal van Emirates het betwiste teken zou hebben gebruikt. De rechtbank verklaart zich zonder rechtsmacht.