Gepubliceerd op donderdag 6 november 2025
IT 5004
Overige instanties ||
5 nov 2025
Overige instanties 5 nov 2025, IT 5004; ECLI:NL:RVS:2025:5323 ([appellant] tegen college van B&W Amsterdam), https://itenrecht.nl/artikelen/abrvs-artikel-15-avg-geeft-alleen-inzage-in-eigen-gegevens

ABRvS: artikel 15 AVG geeft alleen inzage in eigen gegevens

ABRvS 5 november 2025, IEF 23055; IT 5004; ECLI:NL:RVS:2025:5323 ([appellant] tegen college van B&W Amsterdam). [appellant] verzocht de gemeente Amsterdam om inzage in zijn persoonsgegevens bij het Meldpunt Zorg en Woonoverlast op grond van artikel 15 AVG. Hij wil onder meer weten welke meldingen over hem zijn gedaan. Het college verstrekt een deels gelakt dossier (68 pagina’s) en een overzicht van verwerkingen. [appellant] stelt dat hij recht heeft op inzage in de inhoud van de meldingen die derden over hem hebben gedaan. De rechtbank oordeelt dat artikel 15 AVG inzage geeft in eigen persoonsgegevens, niet die van derden. Verder heeft de rechtbank overwogen dat het overzicht onvoldoende inzicht geeft in de vraag in hoeverre en met welke instanties persoonsgegevens van [appellant] zijn gedeeld. Aan het overzicht kleeft dus op dat punt een motiveringsgebrek. Hiertegen gaat [appellant] in beroep. 

De Afdeling bevestigt dat artikel 15 AVG geen inzage in persoonsgegevens van derden geeft. Voor zover [appellant] met zijn betoog wil bereiken dat hij inzage krijgt in dat wat anderen over hem hebben gemeld, overweegt de Afdeling dat er in zo'n geval een belangenafweging moet plaatsvinden. Het college betoogde dat een burger die zich zorgen maakt over een medeburger, of die overlast van een bewoner ervaart, dat veilig moet kunnen melden en dat de gemeente vrij met betrokkenen moet kunnen spreken om een oplossing te zoeken of grotere problemen te kunnen melden. Indien [appellant] inzage krijgt in dat wat derden over hem hebben gemeld, zou dat afbreuk doen aan de rechten en vrijheden van die derden. De Afdeling gaat mee in dit betoog van het college. Het betoog van [appellant] dat er nog meer stukken met persoonsgegevens zijn, slaagt niet. Wel is de redelijke termijn met twee maanden overschreden, hierdoor krijgt [appellant] een schadevergoeding van € 500.  

16.     Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank van 2 juni 2023, voor zover aangevallen, moet worden bevestigd. De uitspraak van de rechtbank van 16 februari 2024 wordt ambtshalve vernietigd. De uitspraak van de Afdeling van 8 oktober 2024 wordt ambtshalve vervallen verklaard. Het beroep tegen het besluit van 16 augustus 2023 is ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen. Het verzoek om schadevergoeding wordt voor het overige afgewezen. Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.