9 sep 2024
AVG-recht van inzage moet wijken voor het belang van Bunq om aan de wettelijke Wwft-plichten te voldoen
Rb. Den Haag 9 september, IT 4620; ECLI:NL:RBDHA:2024:14477 (Verzoeker tegen Bunq B.V.). Verzoeker is klant van Bunq. Bunq heeft de bankrekeningen van verzoeker geblokkeerd, omdat hij niet heeft gereageerd op het herhaaldelijke verzoek om bepaalde documenten toe te sturen. Verzoeker verstrekt de documenten daarna alsnog en de blokkade wordt opgeheven. Verzoeker vraagt Bunq vervolgens om inzage in alle van hem verwerkte gegevens, onder andere met betrekking tot de blokkering van zijn rekeningen. Bunq doet als verzocht, maar verzoeker stelt dat er gegevens ontbreken. Verzoeker stapt naar de rechter. In de tussentijd heeft Bunq aanvullende gegevens verstrekt die Bunq in relatie tot verzoeker heeft verwerkt. Desondanks vraagt verzoeker aan de rechtbank om Bunq op te dragen hem volledige inzage te verschaffen in zijn persoonsgegevens, inclusief de gegevens die zijn verwerkt als onderdeel van het besluitvormingsproces rondom de blokkade en de opheffing daarvan. Verzoeker legt daaraan ten grondslag dat Bunq onzorgvuldig te werk is gegaan, onder andere door het gebruik van geautomatiseerde besluitvorming. Bunq stelt daarentegen dat zij voldoende tegemoet is gekomen aan het inzageverzoek en dat er geen sprake is geweest van geautomatiseerde besluitvorming.
Op grond van artikel 15 AVG heeft een betrokkene recht om inzage te verkrijgen in alle persoonsgegevens die een verwerkingsverantwoordelijke van hem heeft verwerkt. Hier kan volgens artikel 23 AVG in bepaalde gevallen van worden afgeweken. Daarnaast zegt artikel 22 AVG dat de betrokkene het recht heeft om, als daaraan rechtsgevolgen zijn verbonden, niet te worden onderworpen aan uitsluitend geautomatiseerde besluitvorming. Het voorgaande brengt volgens de rechter niet mee dat verzoeker het Transactie Monitoringssysteem van Bunq mag inzien. Dit systeem is namelijk niet uitsluitend geautomatiseerd: hoewel personen automatisch worden gemarkeerd, is het aan de medewerkers van Bunq om vervolgens een cliëntenonderzoek in gang te zetten waarbij documenten kunnen worden opgevraagd en desnoods rekeningen kunnen worden geblokkeerd. Ook wat betreft de overige gegevens slaagt het verzoek van verzoeker niet, gelet op de uitzonderingsgrond van artikel 41 lid 1 onder d UAVG. Bunq heeft op grond van de Wwft verschillende verplichtingen om witwassen en financiering van terrorisme te voorkomen. Inzage in het proces van informatieverzameling en -selectie en de besluitvorming van Bunq op basis hiervan, kan tot gevolg hebben dat inzicht wordt gegeven in de werking en de triggers van het Transactie Monitoringssysteem, waarmee de werking van het systeem zou worden ondermijnd. Kortom, het belang van Bunq om aan de plichten uit de Wwft te voldoen weegt zwaarder dan het individuele belang van verzoeker.
4.9. Bunq is op grond van artikelen 3 en 8 Wwft verplicht (verscherpt) cliëntenonderzoek uit te voeren, ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme. Om aan deze verplichting te voldoen maakt Bunq gebruik van haar Transactie Monitoringssysteem. Door Bunq is toegelicht dat [verzoeker] aan een verscherpt cliëntenonderzoek is onderworpen omdat het Transactie Monitoringssysteem een hit gaf op een betalingstransactie van [verzoeker] . [verzoeker] stelt dat er hierbij sprake is geweest van geautomatiseerde besluitvorming en wenst inzage in de onderliggende logica van dit systeem op grond van artikel 15 lid 1 onder h en artikel 22 AVG. De rechtbank is – met Bunq – echter van oordeel dat er geen sprake is geweest van geautomatiseerde besluitvorming en Bunq hoeft daarom geen inzage te geven in de werking en onderliggende logica van het Transactie Monitoringssysteem. Daartoe is het volgende redengevend.
4.12. Bunq heeft op grond van de Wwft verschillende verplichtingen om witwassen en financiering van terrorisme te voorkomen. Bunq heeft toegelicht dat een betalingstransactie van [verzoeker] een hit gaf in het Transactie Monitoringssysteem en Bunq op basis daarvan meende op grond van de Wwft een cliëntenonderzoek in te moeten stellen. Inzage in het proces van informatieverzameling en -selectie alsmede de besluitvorming van Bunq op basis hiervan, kan tot gevolg hebben dat inzicht wordt gegeven in de werking en de triggers van het Transactie Monitoringssysteem. Het bekend worden van deze informatie kan tot gevolg hebben dat kwaadwillende personen kennis vergaren waarmee de werking van het systeem kan worden ondermijnd. De rechtbank is van oordeel dat in deze zaak het belang van Bunq om aan de wettelijke plichten uit de Wwft te voldoen en daarmee bij te dragen aan het voorkomen van strafbare feiten zwaarder weegt dan het individuele belang van [verzoeker] bij concretisering waarom hij is onderworpen aan een cliëntenonderzoek. De rechtbank weegt daarbij mee dat [verzoeker] ervan op de hoogte is gesteld dat een betalingstransactie aanleiding is geweest voor het cliëntenonderzoek en dat hij inzage heeft in alle door hemzelf verrichte betalingstransacties. Daarmee is [verzoeker] dus niet volledig verstoken gebleven van enige vorm van toelichting.