Voldaan aan verplichting uit artikel 15 lid 3 AVG
Rb. Rotterdam 12 september 2022, IT 4082; ECLI:NL:RBROT:2022:7784 (eiser tegen het College) Eiser heeft op 7 maart 2021 het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam verzocht om screenshots van zijn persoonsgegevens te verschaffen. Bij besluit van 19 april 2021 heeft het College het verzoek van eiser, tot inzage van de verwerking van zijn persoonsgegevens, toegewezen. Het verzoek is voor het overige afgewezen. Bij besluit van 13 oktober 2021 heeft het College het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt dat de bestreden besluiten onzorgvuldig en in strijd met algemene rechtsbeginselen tot stand zijn gekomen. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat er geen aanleiding bestaat aan te nemen dat er geen sprake was van eerlijke besluitvorming. De rechtbank is verder van oordeel dat het College voldaan heeft aan haar verplichting uit artikel 15 lid 3 AVG. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Onrechtmatige opzegging samenwerkingsovereenkomst
Rb. Den Haag 24 augustus 2022, IEF 20966, IT 4080; ECLI:NL:RBDHA:2022:8829 (V.O.F. tegen WebinarGeek) De V.O.F. houdt zich bezig met het ontwerpen, ontwikkelen en exploiteren van software en websites. WebinarGeek houdt zich bezig met de exploitatie van een webinar platform onder de naam ‘WebinarGeek’. Op 10 juli 2014 is V.O.F. in opdracht van C4C (nu WebinarGeek Holding) gestart met de ontwikkeling van het WebinarGeek platform. De eerste paar facturen die V.O.F. had gestuurd zijn betaald, maar de laatste factuur is onbetaald gelaten. Eind juli 2016 heeft WebinarGeek te kennen gegeven de samenwerking met V.O.F. te willen beëindigen. Hierna zijn er vragen ontstaan over aan wie de exploitatie van het platform toekomt en bij wie de auteursrechten liggen.
Voldoende duidelijk dat betalingsverplichting wordt aangegaan
Rb. Noord-Nederland 13 september 2022, IT 4079; ECLI:NL:RBNNE:2022:3318 (bol.com tegen gedaagde) Bol.com vordert betaling van een bepaald bedrag waar zij meent recht op te hebben op grond van de tussen haar en consument gesloten koopovereenkomst. Het gaat om een op afstand gesloten koopovereenkomst. Hierdoor gelden er bepaalde informatieverplichtingen voor bol.com, waaronder de verplichting uit 6:230v lid 3 BW. Uit dit artikel volgt dat het bestelproces zo moet worden ingericht dat het duidelijk is dat de bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Bol.com voert aan dat haar bestelproces bestaat uit drie stappen: Bestelling, Betaling en Bevestiging. Gedaagde heeft na op de knop ‘Naar betalen’ geklikt te hebben, aangegeven op welke wijze hij wilde betalen. Pas nadat hij die stap heeft afgerond, kwam er een koopovereenkomst tot stand. De laatste knop in het proces bevat de woorden ‘Bestelling plaatsen’. De kantonrechter oordeelt dat de bestelknop met deze woorden in combinatie met de direct rondom de knop zichtbare informatie en het bestelproces, voldoende duidelijk blijkt dat er een betalingsverplichting wordt aangegaan. Er is dus voldaan aan de verplichting uit artikel 6:230v lid 3 BW. De kantonrechter veroordeelt gedaagde tot betaling van het door bol.com gevorderde bedrag.
Kort geding leent zich niet voor nadere bewijsvoering
Vzr. Rb. Midden-Nederland 4 juli 2022, IEF 20961, IT 4075; ECLI:NL:RBMNE:2022:2573 (eiseres tegen gedaagde) Dit geschil gaat onder meer over de vraag wie het uitsluitende recht heeft op vier merken, vier handelsnamen en zes domeinnamen. Ook is in geschil aan wie de Bedrijfssoftware toekomt die wordt gebruikt bij de verkoop van producten via de B2C-webshops. Eiseres vordert in conventie onder meer staking van handelsnamen en merknamen van gedaagde en wijziging van de tenaamstelling van domeinnamen door gedaagde. Gedaagde vordert in reconventie onder meer het staken van iedere inbreuk op de IE-rechten van gedaagde. Verder is in geschil of de door gedaagde gedane opzegging van de Orderverwerkingsovereenkomst effect heeft.
Handelaar heeft niet voldaan aan informatieverplichting
Rb. Noord-Holland 7 september 2022, IT 4077; ECLI:NL:RBNHO:2022:7749 (Intrum tegen gedaagde) Intrum was voorheen h.o.d.n. Lindorff, rechtsopvolger van Vattenfall (voorheen genaamd Nuon). Tussen Vattenfall en gedaagde is op afstand een overeenkomst gesloten. Bij deze overeenkomst tussen handelaar en consument moet er zijn voldaan aan enkele (pre)contractuele informatieverplichtingen. Vattenfall (en Nuon deed dit ook) maakt gebruik van de bestelknop ‘Aanvraag versturen’. De kantonrechter oordeelt dat hiermee geen duidelijke mededeling is gedaan dat de consument met het aanklikken van deze bestelknop een betalingsverplichting aangaat. Hierdoor heeft Vattenfall niet voldaan aan haar informatieverplichting en is de overeenkomst vernietigbaar. De vordering van Intrum tot betaling van termijnbedragen die voortvloeiden uit de overeenkomst, wordt afgewezen door de kantonrechter.
Vacature: trainee patent attorney bij V.O.
V.O. zoekt een Trainee Patent Attorney. Heb jij je master of PhD Natuurkunde, Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde, Industrieel Ontwerpen of van een andere technische studie op zak? En nog lang niet uitgeleerd? Ga je een intellectuele uitdaging en een eigen verantwoordelijkheid niet uit de weg? En wil je met jouw technische kennis topbedrijven juridisch en strategisch adviseren, zodat zij alles uit hun innovatie halen? Dan is de functie van Trainee Patent Attorney echt iets voor jou.
Vacature: formalities officer bij V.O.
Voor de kantoororganisatie van V.O. in Den Haag zijn wij op zoek naar een formalities officer. Kwaliteit en nauwkeurigheid staan hierbij hoog in het vaandel. Je maakt onderdeel uit van een enthousiast team dat bestaat uit 11 gedreven collega’s. Dit team is verantwoordelijk voor het aanvragen van octrooien (voornamelijk Nederland/Europa/internationaal) en het verzorgen van de formaliteiten met betrekking tot de gehele octrooiprocedure.
Belang van eiser weegt zwaarder dan BKR-registratie
Vzr. Rechtbank Amsterdam 18 augustus 2022, IT 4068; ECLI:NL:RBAMS:2022:5286 (Eiser tegen ELQ) Kort geding. Eiser wil dat ELQ op straffe van een dwangsom een BKR-registratie verwijderd. Eiser is eenmalig in financiële problemen geraakt door een ongelukkige samenloop van omstandigheden, waar hij niet veel aan kon doen. In dit geval weegt het belang van eiser om verder te gaan met zijn leven en een nieuwe woning te kopen dan ook zwaarder wegen dan het algemene belang van ELQ om de registratie voor de volle vijf jaar te handhaven. De vordering wordt toegewezen. Nu ELQ heeft toegezegd aan een eventueel veroordelend vonnis te zullen voldoen wordt een dwangsom niet nodig geacht.
Registratie EVR en Incidentenregister is toegestaan
Rb. Gelderland 1 september 2022, IT 4073; ECLI:NL:RBGEL:2022:5161 (eiser tegen Achmea) In mei 2021 heeft eiser via Independer een autoverzekering afgesloten bij Achmea. Voor het afsluiten heeft eiser telefonisch diverse vragen, waaronder vragen over zijn strafrechtelijk verleden, beantwoord. Op 30 september 2021 heeft eiser aangifte gedaan van diefstal van zijn auto en Achmea hiervan op de hoogte gesteld. Achmea is na deze schademelding een onderzoek gestart. Eiser geeft toe dat hij in de verklaring inzake diefstal object van Centraal Beheer vragen over of hij in het verleden in aanraking is geweest met politie en/of justitie, met nee heeft beantwoord. Eiser is op 13 juni 2022 opgenomen in het Externe Verwijzingsregister (EVR) voor de duur van 8 jaar. Eiser vordert in dit geding dat Achmea wordt veroordeeld zijn persoonsgegevens te verwijderen. De voorzieningenrechter oordeelt dat voldoende aannemelijk is geworden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat eiser de vragen bewust onjuist heeft beantwoord en dat dit mogelijk een bedreiging kon vormen voor de financiële belangen van Achmea. De voorzieningenrechter meent dat er is voldaan aan de voorwaarden voor registratie in het EVR en dat ook de registratie in het Incidentenregister is toegestaan. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat alle vorderingen van eiser moeten worden afgewezen.
Simmons & Simmons organiseert business course voor studenten in Tallinn
Nóg een Business Course? Ja zeker, maar bij Simmons & Simmons doen we het nét even anders! Van 24 t/m 27 november zullen wij met een ambitieuze groep studenten afreizen naar het mooie Tallinn, de hoofdstad van Estland. Hier spelen innovatie, digitalisatie, FinTech en andere (juridisch) interessante ontwikkelingen al jaren een hoofdrol. En daar houden we ons bij Simmons & Simmons maar al te graag mee bezig!
Tijdens deze intensieve dagen maak jij kennis met zowel onze transactie- als procespraktijk. Je gaat samen met andere studenten aan de slag met een business case en krijgt een goed beeld van de inhoudelijke kant van ons kantoor. Daarnaast leer je onze collega’s en de sfeer kennen, en is er uiteraard voldoende tijd voor sociale activiteiten in deze mooie stad!
Ben jij die ambitieuze en gedreven student die wij zoeken? Zit je aan het einde van je bachelor of master Nederlands, notarieel of fiscaal recht? Geef je dan vóór 1 oktober op! Alle informatie omtrent de Business Course vind je hier: https://lnkd.in/eRFiC-aX.