IT 4678
21 november 2024
Uitspraak

Kwijtschelding studieschuld bij identiteitsfraude DigiD

 
IT 4677
20 november 2024
Uitspraak

Toewijzing van identificerende gegevens en schorsing van Binance-account na beleggingsfraude

 
IT 4675
19 november 2024
Artikel

Laatste kans: Nationaal Mediarechtcongres 2024 aanstaande donderdag

 
IT 3624

Conclusie P-G: HP handelt niet onrechtmatig door weigeren van huismerk cartridges

Hoge Raad 9 jul 2021, IT 3624; ECLI:NL:PHR:2021:713 (De Stichting tegen HP), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-p-g-hp-handelt-niet-onrechtmatig-door-weigeren-van-huismerk-cartridges

HR Conclusie P-G 9 juli 2021, IT 3624; ECLI:NL:PHR:2021:713 (Stichting tegen HP) Stichting 123inkt-huismerk klanten is opgericht door de bestuurders van Digital Revolution, die de domeinnaam 123inkt.nl exploiteert. HP Nederland is onderdeel van de HP groep en brengt onder meer printers en cartridges op de markt. Printermodellen van na 2015 zijn standaard uitgerust met dynamic security, een authenticatiemethode die met periodiek veranderende parameters werkt. Deze parameters zijn omstreeks september 2016 aangepast, waardoor het niet meer mogelijk was om in die printers cartridges te gebruiken die niet van HP afkomstig waren. De Stichting vordert dat HP wordt verboden updates in de printer uit te voeren en foutmeldingen te geven bij gebruik van andere cartridges, zoals van 123inkt, nadat deze toebehoort aan een ander dan HP, alsmede een schadevergoeding ten behoeve van de deelnemers. Het hof vindt deze verboden te ruim en daardoor niet toewijsbaar. Namens de Stichting is beroep in cassatie ingesteld, hoofdzakelijk gericht tegen een door het hof toegewezen verklaring met betrekking tot het door HP verstrekken van gebrekkige en deels onjuiste informatie. De P-G concludeert tot verwerping van dit beroep en dus tot handhaving van de beslissing van het hof, dat HP rechtens niet verplicht is om het gebruik van cartridges van andere leveranciers (dan HP) in de door haar in het verkeer gebrachte printers te faciliteren. 

IT 3625

Uitzending Undercover in Nederland mag niet worden uitgezonden

Gerechtshof Amsterdam 27 jul 2021, IT 3625; ECLI:NL:GHAMS:2021:2336 (Noordkaap tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/uitzending-undercover-in-nederland-mag-niet-worden-uitgezonden

Hof Amsterdam 27 juli 2021, IT 3625; ECLI:NL:GHAMS:2021:2336 (Noordkaap tegen geïntimeerde) Deze zaak betreft het hoger beroep van een eerdere kort geding zaak [IT 3606]. De voorzieningenrechter heeft overwogen, dat het zeer de vraag is of er sprake is van een misstand die aan de kaak moet worden gesteld en dat gelet op de wijze waarop Noordkaap de misstand heeft uitgelokt het belang van geïntimeerde bij het niet uitzenden van ‘het verhaal’ over hem zwaarder weegt dan het belang van Noordkaap bij uitzending. Het hof bevestigt dit in dit vonnis. Noordkaap heeft volgens het hof onterecht aangevoerd dat er sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag. Voor zover geïntimeerde al een grens heeft overschreden door Sofie (ingehuurd door Noordkaap) aan te raken, rechtvaardigt dat het uitzenden van een item over geïntimeerde niet. Ook het argument dat geïntimeerde dacht dat Sofie minderjarig was, slaagt niet. Zij presenteerde zich immers als een 23-jarige sekswerker en het hof acht dit ook geloofwaardig. Volgens het hof staat in ieder geval vast dat zij niet minderjarig is. Verder acht het hof de beschuldigingen, die de nicht van geïntimeerde in het item van Noordkaap doet, niet voldoende onderbouwd. Als laatste stelt het hof dat er onvoldoende tegenwicht is geboden tegen de beschuldigingen aan het adres van geïntimeerde en dat voor hem ontlastend materiaal bewust door Noordkaap is weggelaten. 

IT 3622

Onterecht uitgegaan van een hogere afnameverplichting van aantal ontwikkelaars

Rechtbank Overijssel 7 jul 2021, IT 3622; ECLI:NL:RBOVE:2021:3009 (Probegin tegen Communiq), https://itenrecht.nl/artikelen/onterecht-uitgegaan-van-een-hogere-afnameverplichting-van-aantal-ontwikkelaars

Rechtbank Overijssel 7 juli 2021, IT 3622; ECLI:NL:RBOVE:2021:3009 (Probegin tegen Communiq) Probegin is een softwareontwikkelaar. Communiq houdt zich bezig met de marketing voor franchises. Partijen hebben een softwareovereenkomst gesloten waarbij is afgesproken dat Probegin een integraal platform voor Communiq zou gaan ontwikkelen, die Communiq voor al haar klanten kan gebruiken. Communiq is vervolgens ontevreden over kwaliteit van het geleverde werk en is van mening dat de overschrijding van de ureninschatting buitenproportioneel is. Ze heeft daarop haar betalingen aan Probegin opgeschort. Probegin vordert betaling van de facturen en stelt daarbij dat er een afnameverplichting van vijf ontwikkelaars is overeengekomen. De rechter gaat hier niet in mee en oordeelt dat uit de feiten en omstandigheden gedurende de onderhandelingen is gebleken, dat een afnameverplichting van een ontwikkelaar is overeengekomen. Probegin heeft echter telkens nagelaten om slechts een ontwikkelaar ter beschikking te stellen en aangevoerd dat er alleen in teamverband gewerkt kan worden. Volgens de rechtbank is dit niet wat partijen overeengekomen zijn en heeft Communiq dus terecht de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. 

IT 3623

Vader moet filmpjes van kinderen van social media verwijderen

Rechtbank Gelderland 26 jul 2021, IT 3623; ECLI:NL:RBGEL:2021:4449 (Vader tegen GI), https://itenrecht.nl/artikelen/vader-moet-filmpjes-van-kinderen-van-social-media-verwijderen

Rechtbank Gelderland 26 juli 2021, IT 3623; ECLI:NL:RBGEL:2021:4449 (Vader tegen GI) Een vader van drie kinderen heeft geen contact meer met hen, maar probeert toch de herinnering aan zijn kinderen levend te houden door foto’s en filmpjes van hen te bekijken, met zijn omgeving te delen en hierover te praten. Met dit doeleinde staat het beeldmateriaal op social media. Onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) heeft de vader een schriftelijke aanwijzing ontvangen om deze te verwijderen op grond van ernstige ontwikkelingsbedreiging wegens achterliggend trauma. De vader verzoekt om vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing onder meer met een beroep op zijn recht op vrijheid van meningsuiting. De kinderrechter wijst het verzoek van de vader af. De kinderen zijn onder behandeling voor trauma's die weer opleven bij het zien van de filmpjes, hetgeen deze behandeling in de weg staat. Het belang van de kinderen om hun persoonlijke levenssfeer te eerbiedigen, weegt zwaarder dan het belang van de vader. 

IT 3621

Prejudiciële vragen reeds in het YouTube/Cyando-arrest beantwoord

Hoge Raad 6 jul 2021, IT 3621; ECLI:NL:PHR:2021:690 (Stichting Brein tegen NSE), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-reeds-in-het-youtube-cyando-arrest-beantwoord

HR Conclusie P-G 6 juli 2021, IEF 20139, IT 3621; ECLI:NL:PHR:2021:690 (Stichting Brein tegen NSE)  Het gaat in deze zaak om de vraag of de gestelde prejudiciële vragen al beantwoord zijn in het YouTube/Cyando-arrest [IEF 20039]. News-Service Europe (NSE) is, net als Cyando, een deelplatform voor (onder meer) bestanden waarop gebruikers op illegale wijze beschermde content beschikbaar konden stellen aan het publiek. Ook hier is de vraag of er sprake is van een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3 lid 1 van de Auteursrichtlijn. Dit is volgens het Hof van Justitie alleen het geval, wanneer de exploitant ertoe bijdraagt dat het publiek toegang tot die content in strijd met het auteursrecht wordt gegeven. De P-G is van mening dat de prejudiciële vragen kunnen worden ingetrokken, omdat deze inderdaad reeds beantwoord zijn in het YouTube/Cyando-arrest. Volgens de P-G blijkt uit die beantwoording onder andere, dat artikel 14 lid 1 van de Richtlijn inzake elektronische handel onverlet laat dat de nationale rechter de exploitant van een deelplatform voor bestanden kan verbieden om een auteursrechtinbreuk voort te zetten, dan wel hem kan bevelen om die inbreuk te staken en gestaakt te houden.

IT 3620

Actualiteiten entertainment en IE op 8 september

Op een unieke locatie in Amsterdam organiseert deLex samen met o.a. Gaico Bos, Marijn Kingma, Margriet Koedooder en Michiel Odink een boeiend middagprogramma over entertainment en IE op woensdag 8 september. Op de agenda staan onder meer 'entertainment van de toekomst', wetgeving en rechtspraak, filmcontractenrecht, filmmuziek en contracten en een boeiende praktijkspreker. We sluiten af met een live borrel in het Vokshotel, verzamelplek voor muzikanten, kunstenaars en ontwerpers!

Maximum aantal deelnemers bereikt! Meer informatie via info@delex.nl

Tijden: 12:45 - 17:15 uur (inloop vanaf 12:30 uur)
Accreditatie: 4 PO-punten
Locatie: Het Volkshotel, Wibautstraat, Amsterdam

IT 3619

Beslissing om geluidsopname niet aan eiser te verstrekken is geen besluit

Rechtbank Overijssel 11 aug 2021, IT 3619; ECLI:NL:RBOVE:2021:3168 (Eiser tegen GBLT), https://itenrecht.nl/artikelen/beslissing-om-geluidsopname-niet-aan-eiser-te-verstrekken-is-geen-besluit

Rechtbank Overijssel 11 augustus 2021, IT 3619; ECLI:NL:RBOVE:2021:3168 (Eiser tegen GBLT)  Bij het primaire besluit heeft verweerder aan eiser inzage verleend in de verstrekking van hem betreffende persoonsgegevens door GBLT aan derden en heeft verweerder hem medegedeeld dat zijn mailadres is verwijderd. Eiser heeft dit verzoek gedaan na een datalek bij verweerder. Eiser stelt dat niet alle door hem verzochte persoonsgegevens aan hem zijn toegestuurd. Verder zegt hij dat hij geen toestemming heeft gegeven voor het gebruik van zijn mailadres voor klantonderzoek. Ten derde is er volgens eiser tijdens de digitale hoorzitting op onrechtmatige wijze een geluidsopname gemaakt. Deze is nadien verwijderd. De rechter vindt het niet ongeloofwaardig, dat verweerder aangeeft dat alle persoonsgegevens aan eiser zijn verstrekt. De rechtbank is verder van mening dat de beslissing om de geluidsopname van het hoorgesprek niet aan eiser te verstrekken niet kan worden aangemerkt als een besluit, zodat ook daarvoor geen mandaat is vereist. Wat betreft het gebruik van zijn mailadres voor klantonderzoek, oordeelt de rechtbank dat verweerder aan zijn verplichtingen heeft voldaan door het mailadres op verzoek van eiser te verwijderen. Het verzoek van eiser wordt ongegrond verklaard. 

IT 3618

Onvoldoende aannemelijk dat verhuizing datacenter onzorgvuldig gebeurt

Rechtbank Oost-Brabant 20 jul 2021, IT 3618; ECLI:NL:RBOBR:2021:4069 (Eiseres tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/onvoldoende-aannemelijk-dat-verhuizing-datacenter-onzorgvuldig-gebeurt

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 20 juli 2021, IT 3618; ECLI:NL:RBOBR:2021:4069 (Eiseres tegen gedaagde) Kort geding. Eiseres is een dienstverlenende organisatie, actief in onder andere de schoonmaak, beveiliging, de zorg en facility management. Gedaagde houdt zich bezig met de advisering en ondersteuning op het gebied van informatietechnologie. Zij hebben sinds 2017 een overeenkomst, waarin is afgesproken dat de IT-infrastructuur van eiseres wordt uitbesteed aan gedaagde. Bij deze overgang is een deel van het ICT-team en een datacenter van eiseres overgenomen. Gedaagde heeft vervolgens aangegeven het datacenter te willen verhuizen. Eiser vordert dat gedaagde eerst aan een aantal voorwaarden zal moeten voldoen, waaronder een degelijk verhuisplan en een motivering waarom de verhuizing noodzakelijk is. Eiseres stelt namelijk dat dit een zorgvuldige operatie betreft en dat zij afhankelijk is van de servers in het datacenter. Daarnaast ondervindt zij internetproblemen. Volgens de rechtbank heeft eiseres onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de verhuizing door gedaagde niet op zorgvuldige wijze zal worden uitgevoerd. De projectmanager van gedaagde heeft onder andere een stappenplan uitgelegd en gedaagde heeft aangegeven dat zij inmiddels zelf een Wifi netwerk heeft gebouwd. Hierdoor ontbreekt het spoedeisend belang. 

IT 3617

Aangetoond dat de bank niet meer over persoonsgegevens beschikt

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 15 jul 2021, IT 3617; ECLI:NL:GHSHE:2021:2252 (Betrokkene tegen de bank), https://itenrecht.nl/artikelen/aangetoond-dat-de-bank-niet-meer-over-persoonsgegevens-beschikt

Hof Den Bosch 15 juli 2021, IT 3617; ECLI:NL:GHSHE:2021:2252 (betrokkene tegen de bank) Betrokkene is klant geweest bij de bank, maar heeft in 2012 zijn relatie met de bank opgezegd. In 2019 heeft hij een AVG-verzoek gedaan tot inzage in alle bij de bank verwerkte persoonsgegevens van betrokkene. De bank heeft een aantal persoonsgegevens naar betrokkene gestuurd en heeft tegelijkertijd in eerste aanleg voldoende onderbouwd, dat ze niet meer beschikt over de zogenaamde EVA-registratie. In hoger beroep eist betrokkene onder meer inzage in het interne veiligheidsonderzoek naar hem. De bank stelt zich op het standpunt dat de bewaartermijn inmiddels verlopen is. Het hof oordeelt dat dit inderdaad het geval is en stelt ook dat betrokkene te laat dit AVG-verzoek heeft gedaan. De bank heeft volgens het hof voldoende aangetoond dat ze niet meer beschikt over de betreffende gegevens. 

IT 3616

Bijdrage ingezonden door Tina van der Linden, Jan Smits, Raimond Dufour en Josje Koehof.

AI or more? A risk-based approach to a technology based society

Vanuit een club van de Nederlandse Vereniging voor Informatietechnologie & Recht (NVvIR), die zich bezighoudt met alles wat met AI en recht te maken heeft, hebben Tina van der Linden, Jan Smits, Raimond Dufour en Josje Koehof een kort Engelstalig artikel geschreven over de definitie van “AI” in de concept-Verordening betreffende artificiële intelligentie, en vooral hoe die wat hen betreft beter zou kunnen. Om de discussie verder te helpen, roepen zij in het bijzonder op tot het insturen van reacties op hun artikel. Lees hier het hele (Engelstalige) artikel.