IT 4887
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
IT 4899
30 juni 2025
Uitspraak

Ontbinding softwareovereenkomst wegens toerekenbare tekortkoming en verzuim na niet-nakoming fatale termijn

 
IT 4896
27 juni 2025
Artikel

Generatieve AI-training is fair use, oordeelt de Amerikaanse rechter

 
IT 4899

Ontbinding softwareovereenkomst wegens toerekenbare tekortkoming en verzuim na niet-nakoming fatale termijn

Rechtbank Midden-Nederland 11 jun 2025, IT 4899; ECLI:NL:RBMNE:2025:2811 (Eiseressen tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/ontbinding-softwareovereenkomst-wegens-toerekenbare-tekortkoming-en-verzuim-na-niet-nakoming-fatale-termijn

Rb. Midden-Nederland 11 juni 2025, IT 4899; ECLI:NL:RBMNE:2025:2811 (Eiseressen tegen gedaagden). Eiseressen is actief in de autobranche. Gedaagde sub 1 is een reclamebureau dat zich ook bezighoudt met softwareontwikkeling. Gedaagde sub 2 werkt bij Gedaagde sub 1. Eiseressen is een overeenkomst aangegaan met Gedaagde sub 1, voor – kortweg – ontwikkeling van software en andere digitalisering en rebranding door Gedaagde sub 1. Dit zou binnen 24 maanden gebeuren. Deze termijn werd vervolgens met twaalf maanden verlengd. Vier jaar na de start van de overeenkomst tussen de partijen is echter alleen de website opgeleverd, die niet werkte zoals afgesproken. De overige websites en applicaties waren nog niet (volledig) opgeleverd. Daarom hebben Eiseressen de overeenkomst ontbonden. Zij vordert een verklaring voor recht dat Gedaagde sub 1 toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenis, althans dat Gedaagde sub 1 en Gedaagde sub 2 onrechtmatig hebben gehandeld ten opzichte van Eiseressen. Ook vordert Eiseressen hen hoofdelijk te veroordelen tot (a) terugbetaling van € 342.938,- aan betaalde facturen, (b) een voorschot van € 250.000,- aan vergoeding van de schade die Eiseressen hebben geleden en nog zullen lijden en (c) vergoeding van alle overige schade die Eiseressen heeft geleden en nog zal lijden, nader op te maken bij staat.

IT 4896

Generatieve AI-training is fair use, oordeelt de Amerikaanse rechter

Samenvatting van de redactie van AI-Forum. Voor het eerst heeft een Amerikaanse rechter geoordeeld dat het trainen van een generatief AI-model met auteursrechtelijk beschermd materiaal onder fair use valt. De uitspraak komt in de zaak Bartz v. Anthropic, waarin drie auteurs AI-bedrijf Anthropic aanklagen vanwege het gebruik van hun boeken bij de ontwikkeling van generatief taalmodel Claude. Rechter William Alsup oordeelde dat bepaalde vormen van dit gebruik rechtmatig zijn. Tegelijkertijd is het niet toegestaan om grote hoeveelheden illegale kopieën van beschermde werken te scrapen en te bewaren in een database. In dit artikel bespreken we de feiten van de zaak, de analyse van de rechter en de bredere betekenis van dit vonnis.

Feiten van de zaak
Anthropic heeft de boeken van eisers en vele anderen op twee manieren verkregen: via illegale piratensites (zoals Books3, LibGen en Pirate Library Mirror) en via aankoop van fysieke exemplaren, die vervolgens destructief werden gedigitaliseerd (de pagina’s werden uit de kaft gehaald en ingescand). In totaal verzamelde Anthropic miljoenen boeken in een centrale digitale bibliotheek.

IT 4895

Negatieve online reviews over energiebemiddelaar niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 28 mei 2025, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/negatieve-online-reviews-over-energiebemiddelaar-niet-onrechtmatig

Rb. Den Haag 28 mei 2025, IEF 22765, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde). Fluent Energy bemiddelt bij de totstandkoming van energieleveringscontracten. Zij sluit namens haar klanten energiecontracten af met energieleveranciers, waaronder de energieleverancier Gulf Gas and Power B.V. (hierna: Gulf). Gedaagde sloot in 2023 via bemiddeling van Fluent Energy een energiecontract af met Gulf. Kort daarna zegde hij dit contract op, waarna zowel Gulf als Fluent Energy hem aanspraken op betaling van een opzegvergoeding. Naar aanleiding hiervan heeft gedaagde tussen 2023 en 2024 meerdere reviews geplaatst op Trustpilot over beide bedrijven. In mei 2023 werd hij door Fluent Energy gesommeerd om de online-reviews te verwijderen, waaraan hij gehoor gaf. In oktober 2024 nam gedaagde deel aan een uitzending van Radar waarin de dienstverlening van Fluent Energy aan de orde kwam. In februari 2005 wees de kantonrechter in Den Haag in een aparte procedure de vordering van Gulf tot betaling van de opzegvergoeding af. De rechtbank stelt voorop dat consumenten op grond van de vrijheid van meningsuiting hun ervaringen met bedrijven, positief of negatief, publiek mogen delen, bijvoorbeeld in online reviews. Daarbij is enige overdrijving of stevige bewoording geoorloofd, met name bij kritiek op zakelijk handelen. De uitlatingen van gedaagde op Trustpilot, waaronder termen als ‘oplichters’, ‘boeven’ en ‘WURGCONTRACT’, worden geplaatst binnen de context van zijn negatieve ervaring met Fluent Energy. Gedaagde heeft zijn bezwaren toegelicht: hij is het niet eens met de handelswijze waarbij namens hem een contract van vijf jaar werd afgesloten met een hoge opzegvergoeding. Omdat deze ervaring feitelijk is onderbouwd, acht de rechtbank de uitlatingen niet onrechtmatig.

IT 4894

Beroep van journalist over onzorgvuldige inzageprocedure AIVGD gegrond verklaard

Rechtbank Den Haag 28 apr 2025, IT 4894; ECLI:NL:RBDHA:2025:10457 (Eiser tegen minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), https://itenrecht.nl/artikelen/beroep-van-journalist-over-onzorgvuldige-inzageprocedure-aivgd-gegrond-verklaard

Rb. Den Haag 28 april 2025, IT 4894; ECLI:NL:RBDHA:2025:10457 (eiser tegen minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Eiser, journalist van beroep, heeft op 27 januari 2023 een verzoek ingediend tot inzage in door de AIVD verwerkte persoonsgegevens. Verweerder heeft op 26 oktober 2023 inzage in één document toegestaan, maar de inzage in 28 andere documenten geweigerd: één vanwege herkomst van een buitenlandse inlichtingendienst en 27 wegens een nog actuele werkwijze. In de bezwaarfase is een tweede zoekslag uitgevoerd op basis van aanvullende zoektermen die eiser had aangedragen. Dit leverde 35 extra documenten op, waarvan de inzage opnieuw is geweigerd: vijf documenten zouden geen persoonsgegevens bevatten, 28 documenten zagen op een actuele werkwijze en twee documenten zijn geweigerd ter bescherming van bronnen. Eiser betoogt dat de zoekslagen onzorgvuldig zijn geweest. Hij wijst erop dat pas in bezwaar 35 extra documenten zijn gevonden. Gelet op zijn verleden als activist en zijn langdurig contact met medewerkers van inlichtingendiensten, acht eiser het aannemelijk dat meer persoonsgegevens over hem zijn verwerkt. Daarbij heeft verweerder onvoldoende inzicht gegeven in de gebruikte zoekmethode. Volgens eiser is ook de motivering van de weigering tot inzage gebrekkig, met name waar het documenten betreft uit de periode vóór 2015. Tot op dat moment bestond geen toereikende wettelijke grondslag voor inbreuken op het journalistieke brongeheim, zodat openbaarmaking van dergelijke documenten geen actuele werkwijze zou raken.

IT 4883

Benelux Merkencongres verplaatst naar 7 oktober – aanmelden weer mogelijk

Het Benelux Merkencongres is dé jaarlijkse ontmoetingsplek voor professionals die zich bezighouden met merkenrecht in de volle breedte. Dit congres brengt academici, advocaten, bedrijfsjuristen, beleidsmakers en merkenspecialisten samen voor een dag vol verdieping, discussie en actualiteit.

Let op: het congres is verplaatst naar dinsdag 7 oktober 2025 en vindt plaats in De Burcht, Amsterdam. Aanmelden is weer mogelijk.

Met een scherp oog voor de nieuwste juridische ontwikkelingen biedt het congres ook dit jaar een programma van hoog niveau, waarin wetenschappelijke diepgang hand in hand gaat met de dagelijkse rechtspraktijk.

Bent u erbij? Er zijn nog een paar plekken vrij – dit congres wilt u niet missen.

IT 4893

Geen correctie van medische analyse onder AVG, klacht over persoonsgegevens ongegrond

Rechtbank Den Haag 14 jan 2025, IT 4893; ECLI:NL:RBDHA:2025:10361 (Eiser tegen de AP), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-correctie-van-medische-analyse-onder-avg-klacht-over-persoonsgegevens-ongegrond

Rb. Den Haag 14 januari 2025, IT 4893,  LSR 2302; ECLI:NL:RBDHA:2025:10361 (Eiser tegen de AP). Eiser diende een klacht in bij de Autoriteit Persoonsgegevens over het gebruik van vermeend onjuiste medische gegevens in een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege. Volgens eiser baseerde het Tuchtcollege zijn oordeel op medische gegevens uit een onderzoek naar autisme, die onjuist en onverenigbaar zouden zijn met een objectieve beoordeling. De Autoriteit Persoonsgegevens weigerde handhavend op te treden omdat de gewraakte gegevens volgens haar niet eenvoudig en objectief als onjuist konden worden vastgesteld. In bezwaar en beroep houdt de autoriteit vast aan haar standpunt dat meningen, conclusies en medische analyses niet per definitie persoonsgegevens zijn onder de AVG. Eiser stelt dat ook medische analyses persoonsgegevens zijn en dat hij recht heeft op correctie van die gegevens, maar de rechtbank volgt dit betoog niet. De rechtbank onderschrijft dat alleen feitelijke, eenvoudig en objectief vast te stellen onjuistheden als ‘onjuiste persoonsgegevens’ kwalificeren. Medische analyses zoals een diagnose of klinische interpretatie worden niet aangemerkt als persoonsgegevens als deze gebaseerd zijn op subjectieve beoordeling. De rechtbank vindt dat eiser, als hij het oneens was met de inhoud van de tuchtrechtelijke uitspraak, daartegen in beroep had moeten gaan bij het Tuchtcollege zelf. Omdat geen sprake was van corrigeerbare persoonsgegevens in de zin van de AVG, hoefde de Autoriteit Persoonsgegevens niet handhavend op te treden. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het besluit van de autoriteit blijft in stand.

IT 4892

Systematische cryptohandel met trading bot levert resultaat uit overige werkzaamheden op

Gerechtshof Amsterdam 18 jun 2025, IT 4892; ECLI:NL:GHAMS:2025:1479 ([X] tegen de inspecteur van de belastingdienst), https://itenrecht.nl/artikelen/systematische-cryptohandel-met-trading-bot-levert-resultaat-uit-overige-werkzaamheden-op

Hof Amsterdam 18 Maart 2025, IT 4892; ECLI:NL:GHAMS:2025:1479 ([X] tegen de inspecteur van de Belastingdienst). Belanghebbende ontwikkelde en gebruikte vanaf 2018 een geautomatiseerde 'trading bot' voor de handel in cryptovaluta, waarmee in dat jaar 6.386 transacties werden uitgevoerd en in latere jaren cumulatief ruim 276.000. De inspecteur merkte de uit deze handel behaalde winst over 2018 aan als resultaat uit overige werkzaamheden en legde dienovereenkomstig een aanslag op. Belanghebbende betwistte dat sprake was van een bron van inkomen en stelde dat de handel speculatief was en thuishoorde in box 3. De rechtbank oordeelde dat met de handelsactiviteiten een objectief verwachtbaar voordeel werd nagestreefd, mede gezien het structurele positieve resultaat over meerdere jaren. In hoger beroep bevestigt het Hof dat de handel met behulp van de trading bot gericht was op het benutten van marktimperfecties en daarmee niet louter speculatief is. Hoewel de transacties niet risicoloos zijn en geen zuivere arbitrage vormen, is het resultaat door de systematische aanpak en het hoge succespercentage objectief voorzienbaar. De aanwezigheid van honderden verschillende cryptovaluta in voorraad doet volgens het Hof niet af aan de bronkarakteristiek, zolang het koersresultaat op deze voorraden buiten beschouwing blijft bij de bronvraag. Het koersresultaat telt wél mee bij het vaststellen van het uiteindelijke resultaat uit de bron. Het Hof oordeelt dat de inspecteur terecht het gehele handels- en koersresultaat had betrokken bij het inkomen uit werk en woning (box 1). De uitspraak van de rechtbank is bevestigd en het hoger beroep van belanghebbende is ongegrond verklaard.

IT 4891

Te weinig inzicht in gefactureerde uren: vordering MyBit alsnog afgewezen, broncode blijft bij opdrachtnemer

Gerechtshof Amsterdam 10 jun 2025, IT 4891; ECLI:NL:GHAMS:2025:1532 (Certscanner tegen Mybit), https://itenrecht.nl/artikelen/te-weinig-inzicht-in-gefactureerde-uren-vordering-mybit-alsnog-afgewezen-broncode-blijft-bij-opdrachtnemer

Hof Amsterdam 10 juni 2025, IT 4891; ECLI:NL:GHAMS:2025:1532 (Certscanner tegen MyBit). Partijen zijn een overeenkomst van opdracht aangegaan voor de duur van drie jaar. Voorafgaand daaraan zijn prijsafspraken gemaakt. Over die prijsafspraken, en met name over de werkzaamheden waarvoor is gefactureerd, is discussie ontstaan, die na ruim zes maanden heeft geleid tot het staken van de uitvoering van de opdracht. Certscanner heeft als opdrachtgever maar een deel van de door MyBit als opdrachtnemer gestuurde facturen voldaan. MyBit vordert betaling van het nog openstaande deel van twee van haar eerste vier maandfacturen. MyBit heeft bij de uitvoering van haar werkzaamheden de broncode van het systeem van Certscanner gewijzigd. Zij weigert de broncode af te geven zolang haar rekeningen niet zijn betaald. De voorzieningenrechter heeft de vordering van MyBit tot betaling van haar rekeningen toegewezen en de vordering van Certscanner tot afgifte van de gewijzigde broncode afgewezen. In hoger beroep is het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd voor zover de vordering van MyBit tot betaling van facturen was toegewezen.

IT 4888

Rechtbank bevestigt misbruik machtspositie door Apple en rechtmatigheid dwangsom ACM

Rechtbank Rotterdam 16 jun 2025, IT 4888; ECLI:NL:RBROT:2025:6961 (Apple tegen ACM), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-bevestigt-misbruik-machtspositie-door-apple-en-rechtmatigheid-dwangsom-acm

Rechtbank Rotterdam 16 juni 2025, IT 4888; ECLI:NL:RBROT:2025:6961 (Apple tegen ACM). Op 24 augustus 2021 heeft de ACM aan Apple een last onder dwangsom opgelegd wegens misbruik van haar machtspositie op de iOS-appstoremarkt voor datingappaanbieders. Apple moest binnen twee maanden aan de last voldoen, op straffe van €10 miljoen per week (tot maximaal €100 miljoen). Nadat de voorzieningenrechter een gedeelte van de last had geschorst, heeft de ACM in 2022 beslist dat Apple de opgelegde last niet tijdig en volledig had nageleefd en dat zij daarom een dwangsom van €50 miljoen had verbeurd. Apple’s bezwaren werden in 2023 ongegrond verklaard en de ACM besloot tot (gedeeltelijke) publicatie van de besluiten. Apple stelde daarop beroep in. Volgens de ACM bestaat het misbruik uit drie verplichtingen: het verplichte gebruik van Apple’s eigen betaalsysteem (de IAP-verplichting), de commissie van 15 à 30 procent over in-app aankopen (de commissieverplichting) en het verbod op verwijzingen naar externe betaalopties (de anti-steering bepaling). Deze voorwaarden beperken de vrijheid van datingappaanbieders en verstoren hun klantrelatie, aldus de ACM.

IT 4890

Gedaagde moet rectificatie op LinkedIn plaatsen na onrechtmatige uiting over zijn ex-advocaten

Rechtbank Limburg 12 jun 2025, IT 4890; ECLI:NL:RBLIM:2025:5620 (Eisers tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-moet-rectificatie-op-linkedin-plaatsen-na-onrechtmatige-uiting-over-zijn-ex-advocaten

Vzr. Rb. Limburg 12 juni 2025, IT 4890; ECLI:NL:RBLIM:2025:5620 (Eisers tegen gedaagde). Kort geding. Eisers in conventie (verweerders in reconventie) zijn  een man en een vrouw, beiden advocaat. Gedaagde in conventie (eiser in reconventie) is een particulier. Eisers traden in de eerdere procedure op als advocaten van een partij die betrokken was bij een juridisch geschil met gedaagde. In deze eerdere kortgedingprocedure waren dezelfde partijen al betrokken bij een geschil over uitlatingen die de gedaagde op LinkedIn had gedaan. Die zaak eindigde in een regeling tijdens de zitting, waarin afspraken werden gemaakt over wat de gedaagde wel en niet mocht publiceren. In de huidige procedure stellen eisers dat gedaagde die afspraken heeft geschonden door opnieuw berichten op LinkedIn te plaatsen waarin de eisers, als advocaten, ernstig worden beschuldigd van onder andere misleiding, liegen tegen de rechter en samenspannen met tegenpartijen. Eisers vorderen onder andere onmiddellijke verwijdering van de berichten, publicatie van een rectificatie (zowel online als in een landelijk dagblad), een verbod van herhaling onder dwangsom. Gedaagde voert hiertegen verweer en stelt dat er sprake is van misbruik van het procesrecht en dat de eerdere overeenkomst onterecht en gebrekkig tot stand is gekomen. Hij vordert dan ook in reconventie dat het eisers wordt verboden om over te gaan tot executie van de boete.