IT 4587
26 juli 2024
Uitspraak

Europese Commissie kan toegang tot EU-wetgeving niet blokkeren

 
IT 4586
25 juli 2024
Uitspraak

Kruidvat cookies zijn in strijd met de AVG, aldus de AP - € 600.000,- boete

 
IT 4585
23 juli 2024
Uitspraak

123inkt vijfmaal in het ongelijk gesteld: Google Shopping advertenties van Media Concept zijn niet misleidend

 
IT 4557

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

Wie zoeken we?
We zoeken twee nieuwe medewerkers met een interesse in en affiniteit met techniek. Wij hebben in ons IP (octrooi) team ruimte voor twee enthousiaste teamspelers wie het aanspreekt om in een informele en open sfeer te werken. We hebben een gezellig team dat juist samenwerking hoog in het vaandel heeft en dat willen we graag zo houden.

Wie zijn we?
Pinsent Masons is een groot internationaal advocatenkantoor met haar wortels in het Verenigd Koninkrijk.  Drie jaar geleden is Pinsent Masons ook neergestreken in Amsterdam.  Sindsdien maakt het kantoor in Amsterdam een enorme groei door, zowel in het aantal praktijkgroepen als de omvang daarvan.  Daarom zijn we eind vorig jaar ook verhuisd naar een prachtige, nieuwe en duurzame locatie naast de RAI en vlak bij de Amstel.

Wij onderscheiden ons van andere internationale advocatenkantoren door de “one team approach”: veel zaken worden gedaan door medewerkers uit verschillende landen met veel direct contact tussen medewerkers van alle senioriteitsniveaus.  Deze hoge mate van internationale integratie brengt niet alleen juridische verdieping en afwisseling, maar is ook gewoon heel leuk met de mogelijkheid om ook af en toe bij één van onze andere kantoren te werken. 

De sfeer bij Pinsent Masons internationaal en in Amsterdam is heel informeel en de cultuur is gericht op samenwerken.  Dat uit zich niet alleen in de behandeling van de zaken maar ook in de ruimte die er is voor ondernemerschap, business development en persoonlijke ontwikkeling.

IT 4555

Uitspraak ingezonden door door Lotte van Schuylenburch en Diederik Stols, Boekx Adovcaten.

Preventief verbod voor uitzending 'Meldpunt' wordt afgewezen

Rechtbank Midden-Nederland 10 mei 2024, IT 4555; C/16/574765/ KL ZA 24-112 (Eiser tegen Omroep MAX), https://itenrecht.nl/artikelen/preventief-verbod-voor-uitzending-meldpunt-wordt-afgewezen

Vzr. Rb. Midden-Nederland 10 mei 2024, IEF 22068, IT 4555 ; C/16/574765/ KL ZA 24-112 (Eiser tegen Omroep MAX). Kort geding. Eiser is zelfstandig ondernemer op het gebied van informatietechnologie. Omroep MAX heeft in haar programma ‘Meldpunt’ een reportage gewijd aan de dienstverlening van eiser. Eiser vordert een preventief publicatieverbod van de uitzending van ‘Meldpunt’ voor zover dit de reportage over eiser betreft. Hij meent dat er in de uitzending ten onrechte aantijgingen, verdachtmakingen en onnodig grievende opmerkingen worden geuit, onder andere over dat hij declaraties en/of handtekening zou hebben vervalst en klanten intimideert en/of bedreigt. Omroep MAX verklaart dat van beschuldigingen van vervalsing of dat eiser een fraudeur of oplichter is geen sprake zal zijn. Voor zover de vorderingen strekken tot een verbod op dergelijke uitlatingen worden deze afgewezen. Dan komt de voorzieningenrechter toe aan de beoordeling van de gevolgen en onrechtmatigheid van de uitzending. Dat er grote gevolgen van de uitzending voor eiser zijn heeft eiser op geen elke manier onderbouwd. Ook in het kader van de belangenafweging heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat er delen van de uitzending onrechtmatig zullen zijn. De verwijten die waarschijnlijk gemaakt zullen worden vinden voldoende steun in het feitenmateriaal. Omroep MAX is eveneens niet onzorgvuldig geweest in de manier waarop zij aandacht geeft aan het onderwerp en heeft eiser genoeg kans gegeven om zijn kant van het verhaal te delen. Gelet op al het bovenstaande kan niet bij voorbaat geoordeeld worden dat aanstaande uitzending van het programma ‘Meldpunt’ onrechtmatig is jegens eiser en dus worden zijn vorderingen afgewezen.

IT 4554

Uitspraak ingezonden door Martijn Poulus, The Data Lawyers

Cryptovermogen in hoger beroep vastgesteld op door deurwaarder geconstateerde waarde

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 mei 2024, IT 4554; ECLI:NL:GHARL:2024:3565 (Man tegen vrouw), https://itenrecht.nl/artikelen/cryptovermogen-in-hoger-beroep-vastgesteld-op-door-deurwaarder-geconstateerde-waarde

Hof Arnhem-Leeuwarden 23 mei 2024, IT 4554; ECLI:NL:GHARL:2024:3565 (Man tegen vrouw). Echtscheidingsprocedure waarin omvang van cryptovermogen in geschil is. In eerste aanleg heeft de rechtbank de waarde van het cryptovermogen geschat op € 250.000, mede op grond van de stelling van de vrouw dat de man een ‘zeer serieuze investeerder’ in cryptovaluta zou zijn. In hoger beroep verzoekt de vrouw het hof om de waarde van het cryptovermogen vast te stellen op € 1.000.000. De man stelt dat hij slechts hobbymatig in crypto investeerde. Uit een door de man ingediend rapport van een in cryptovaluta gespecialiseerde IT-onderneming blijkt dat de werkelijke omvang van het cryptovermogen € 67.022,83 bedraagt. Dit onderzoek is in aanwezigheid van een deurwaarder uitgevoerd en de deurwaarder heeft een proces-verbaal van constatering opgemaakt. Het hof sluit aan bij de door de man gestelde en bewezen waarde. Naar het oordeel van het hof zijn de vermoedens van de vrouw dat het cryptovermogen groter is, niet concreet onderbouwd. Een tegenonderzoek is door de vrouw niet verricht en ook een bewijsaanbod heeft zij niet gedaan.

IT 4553

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink en Lotte Oranje, Kennedy Van der Laan.

Hoger beroep: Uitlatingen van Zembla over het storten van granuliet zijn niet onrechtmatig

Gerechtshof Den Haag 28 mei 2024, IT 4553; ECLI:NL:GHDHA:2024:810 (Zembla tegen GIB), https://itenrecht.nl/artikelen/hoger-beroep-uitlatingen-van-zembla-over-het-storten-van-granuliet-zijn-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 28 mei 2024, IEF 22061, IT 4553; ECLI:NL:GHDHA:2024:810 (Zembla tegen GIB). Zembla, een programma van omroep BNNVARA, heeft in tv-uitzendingen en andere publicaties kritisch bericht over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB is de producent van dit granuliet en meent dat Zembla met de uitlatingen onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, aangezien haar reputatie hierdoor geschaad is. In eerste aanleg oordeelde de rechter dat Zembla inderdaad met een bepaalde uitlating onrechtmatig handelde en veroordeelde hij haar tot een schadevergoeding [zie IEF 20936]. In dit hoger beroep vordert Zembla dat de vorderingen van GIB alsnog worden afgewezen. Ook GIB is in hoger beroep gekomen en eist dat al haar vorderingen worden toegewezen. Volgens GIB heeft Zembla onrechtmatig gehandeld door GIB ten onrechte te beschuldigen van illegaal handelen. Het gaat hierbij niet alleen om expliciete beschuldigingen, maar ook om de impliciete wijze waarop Zembla de indruk wekt dat GIB als producent van granuliet illegaal handelt. Meer specifiek gaat het erom dat in de uitlatingen van Zembla drie beschuldigingen terugkomen: (i) granuliet zou (door GIB) ten onrechte als grond worden gekwalificeerd en/of (ii) GIB zou een ongeldig (vals) productcertificaat gebruiken en/of (iii) granuliet zou schadelijk zijn voor mens en milieu. Zembla betwist de onrechtmatigheid van de uitingen en stelt dat zij als onderzoeksjournalistiek programma kritisch en waarschuwend moet kunnen zijn over eventuele misstanden die de samenleving raken.

IT 4551

BKR wint geschil van Odido over doorbelasting kosten inzageverzoeken

Rechtbank 1 mei 2024, IT 4551; ECLI:NL:RBGEL:2024:2708 (BKR tegen Odido), https://itenrecht.nl/artikelen/bkr-wint-geschil-van-odido-over-doorbelasting-kosten-inzageverzoeken

Rb Gelderland 1 mei 2024, IT 4551; ECLI:NL:RBGEL:2024:2708 (BKR tegen Odido). In onderhavige zaak tussen BKR en Odido draait het om de betaling van facturen voor inzageverzoeken in het register van Bureau Krediet Registratie (BKR). Odido meent dat BKR alleen de daadwerkelijke kosten mag doorberekenen en eist daarom volledige financiële verantwoording en inzage in de kostenstructuur. BKR stelt echter dat zij gerechtigd is om het tarief voor inzageverzoeken vast te stellen en dat de doorbelasting niet beperkt is tot de daadwerkelijke kosten. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst tussen BKR en Odido geen verplichting voor BKR bevat om alleen de werkelijke kosten door te belasten. Zij baseert dit oordeel op de tekst van de overeenkomst, het Algemeen Reglement CKI en de Algemene Handleiding CKI, evenals op de achtergrond van de overeenkomst en de feitelijke omstandigheden. De rechtbank concludeert dat het niet de bedoeling is geweest om alleen de daadwerkelijke kosten in rekening te brengen of achteraf te verrekenen op basis van de werkelijke kosten. Daarom wijst de rechtbank de vorderingen van Odido af en die van BKR toe. Odido mag de betaling van de facturen van BKR niet opschorten en wordt veroordeeld tot betaling van de openstaande facturen. Odido kan zich niet beroepen op de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid omdat er geen leemte is in de overeenkomst wat betreft financiële verantwoording. Anders dan Odido stelt, rust op BKR ook geen dergelijke transparantieverplichting. De rechtbank komt in een soortgelijke zaak tegen KPN tot een soortgelijk oordeel. 

IT 4550

Gedaagde moet overgaan tot betaling van facturen voor softwareontwikkeling

Rechtbank 1 mei 2024, IT 4550; ECLI:NL:RBOVE:2024:2386 (Eiseres tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-moet-overgaan-tot-betaling-van-facturen-voor-softwareontwikkeling

Rb. Overijssel 1 mei 2024, IT 4550; ECLI:NL:RBOVE:2024:2386 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres, een advies- en ondersteuningsbedrijf in de informatietechnologie en gedaagde, een groothandel in computers, randapparatuur en software, sloten een 'Framework Agreement for Collaboration' en een 'Work order'. Op basis van deze overeenkomsten heeft eiseres software ontwikkeld en geleverd aan gedaagde, waarvoor eiseres in totaal vijf facturen heeft verstuurd. Deze heeft gedaagde onbetaald gelaten. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot betaling van €53.530,40. De rechtbank oordeelt dat het verweer van gedaagde tegen de vijf facturen van eiseres onvoldoende is onderbouwd. Gedaagde heeft gesteld dat de facturen afwijken van wat in de werkorder is overeengekomen, maar heeft niet toegelicht wat er precies niet klopt aan de facturen in vergelijking met de werkorder. Ook heeft gedaagde onvoldoende onderbouwd waarom zij van mening is dat eiseres te veel uren heeft gefactureerd voor het werk. Bovendien blijkt uit de correspondentie tussen beide partijen niet dat gedaagde het niet eens is met de facturen, maar dat er geen geld is om ze te betalen. Daarom wordt de vordering van eiseres toegewezen.

IT 4549

Buren dienen beveiligingscamera's te verplaatsen wegen privacyinbreuk

Rechtbank 5 apr 2024, IT 4549; ECLI:NL:RBLIM:2024:1684 (Eisers tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/buren-dienen-beveiligingscamera-s-te-verplaatsen-wegen-privacyinbreuk

Rb. Limburg 5 april 2024, IT 4549; ECLI:NL:RBLIM:2024:1684 (Eisers tegen gedaagden). Partijen zijn buren van elkaar. Gedaagden hebben ter beveiliging van hun woning drie camera’s op hun perceel geplaatst. Eisers hebben herhaaldelijk verzocht en gesommeerd om de camera’s te verplaatsen dan wel te verwijderen wegens inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer. Gedaagden hebben hier geen gehoor aan gegeven. Eisers vorderen primair een veroordeling tot verwijdering van de camera’s en subsidiair verplaatsing of verdraaiing van de camera’s. Ook willen eisers bewijs dat de camera’s niet meer beelden van hun perceel opneemt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de camera's inbreuk maken op de privacy van de eisers, aangezien deze gericht is op hun woning en perceel. Omdat de bekabeling van de camera niet was aangesloten en de gedaagden weigerden inzage te geven in de beelden ervan, wordt geconcludeerd dat de inbreuk op de privacy zwaarder weegt dan het belang van de gedaagden om hun eigendom te beschermen. Daarom wordt de vordering van de eisers toegewezen, waarbij de gedaagden worden veroordeeld om de camera te verplaatsen of te vervangen. Daarnaast moeten de gedaagden bewijs leveren dat de camera geen beelden meer opneemt van de woning en het perceel van de eisers. Tenslotte worden dwangsommen opgelegd omdat de gedaagden niet uit zichzelf de vereiste medewerking en inzage hebben verleend.

IT 4548

Uitspraak ingezonden door Daan Breuking en Luuk Jonker, Holla legal & tax.

Geen sprake van tekortkoming in de nakoming ICT-overeenkomst

Rechtbank Amsterdam 1 mei 2024, IT 4548; (GAC tegen Medz), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-sprake-van-tekortkoming-in-de-nakoming-ict-overeenkomst

Rb. Amsterdam 1 mei 2024, IT 4549; C/13/736768 / HA ZA 23-656 (GAC tegen Med) GAC is een ICT-dienstverlener. Zij houdt zich bezig met advisering en ondersteuning op het gebied van bedrijfssoftware zoals Microsoft Dynamics. Medz is een groothandel voor medische producten. Medz en Broad Horizon doen sinds circa 2015 zaken met elkaar, Broad Horiron is later (deels) overgenomen door GAC. Er ontstaat een financieel geschil naar aanleiding van de implementatie van nieuwe software in opdracht van Medz. GAC verlangt betaling voor door haar verrichte werkzaamheden. Medz meent dat GAC geen vordering kan instellen. Voor zover GAC dat wel kan, betoogt Medz dat zij al meer heeft betaald dan waarop GAC recht heeft. Medz stelt ook dat het systeem niet naar behoren werkte en vordert van GAC vergoeding van door haar gestelde geleden schade. Ten aanzien van de werkzaamheden, oordeelt de rechtbank dat partijen redelijkerwijs hebben mogen begrijpen dat GAC haar werkzaamheden zou verrichten op basis van nacalculatie. Daarbij brengt een redelijke uitleg van de overeenkomst mee dat voor het verhelpen van issues die met betrekking tot de software rijzen, GAC voor daarmee verband houdende werkzaamheden kosten aan Medz in rekening mag brengen. Medz is gehouden om de gefactureerde bedragen voor de werkzaamheden te voldoen. Ten aanzien van het onderhoud, oordeelt de rechtbank dat Medz op basis van de ICT-overeenkomst is gehouden om ook het bedrag voor het derde jaar van het onderhoudscontract te voldoen.

IT 4228

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair vanaf juni/juli 2024

Wil jij je als student verdiepen in de laatste ontwikkelingen binnen de vakgebieden Intellectuele Eigendom, ICT-recht en Privacy? 

Kom dan vanaf juni/juli 2024 (precieze datum in overleg) stagelopen bij deLex! DeLex is een juridische uitgeverij gericht op juridische professionals in deze vakgebieden. Zo beheren wij de online databases IE-forum.nl en ITenrecht.nl, geven we een aantal vakbladen uit en verzorgen we congressen en andere opleidingen. 

Tijdens de stage maak je kennis met de werkzaamheden binnen een juridische uitgeverij. Je werkt drie maanden nauw samen met de uitgever en andere (web)redacteuren die je de kneepjes van het vak snel bijbrengen. Daarnaast bieden de congressen je de kans om te netwerken en de IE-community te leren kennen. Veel van onze stagiaires werken inmiddels bij bekende advocatenkantoren, instanties en bedrijven.

IT 4547

Artikel ingezonden door Jan Brölmann, HabrakenRutten.

HabrakenRutten publiceert TMT-hoofdstuk in de Chambers Global Practice Guide 2024

Ontdek de meest recente ontwikkelingen en juridische inzichten in de sectoren technologie, media en telecommunicatie met de publicatie van HabrakenRutten in de Chambers Global Practice Guide 2024. Dit uitgebreide hoofdstuk, vakkundig samengesteld door Jan Brölmann, Anna Kapteijn, Jesse Faber en Wytske van Haga, behandelt een scala aan actuele onderwerpen, waaronder kunstmatige intelligentie, de metaverse, digitale handtekeningen en cloud computing. De bijdrage van HabrakenRutten biedt diepgaande analyses van de laatste juridische trends en de uitdagingen waarvoor professionals in de TMT-sector staan. Lees hier de bijdrage.