Auteursrechtinbreuk vastgesteld, maar geen boete na licentieafloop
Rb. Midden-Nederland 19 februari 2025, IEF 22580, IT 4801; ECLI:NL:RBMNE:2025:75 (eiseres B.V tegen Gemeente Purmerend). Deze zaak behandelt de vraag of het door eiseres ontwikkelde programma voor begrotingen en jaarrekeningen, dat binnen Excel functioneert, kwalificeert als een computerprogramma in de zin van de Auteurswet en in hoeverre het auteursrechtelijk beschermd is. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of de Gemeente Purmerend na beëindiging van de licentieovereenkomst onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van het programma en of zij een contractuele boete en schadevergoeding verschuldigd is. Op 13 november 2019 hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten, waarbij de Gemeente een gebruiksrecht kreeg op het programma. De Gemeente heeft de licentie per 1 januari 2021 beëindigd en daarbij verklaard dat zij het programma niet meer gebruikte en van haar IT-omgeving had verwijderd. Later is gebleken dat de Gemeente in 2021 en de daaropvolgende jaren kopieën van het programma heeft gebruikt bij het opstellen van begrotingen en jaarrekeningen. Eiseres stelt dat sprake is van auteursrechtinbreuk, schending van contractuele afspraken en vordert betaling van een boete van € 450.000, schadevergoeding en verwijdering van alle bestanden. De Gemeente erkent dat zij het programma na beëindiging van de licentie nog op haar IT-omgeving had staan en heeft gebruikt, maar betwist de hoogte van de schade en stelt dat het boetebeding niet meer van kracht was.
Betalingen via website Suikerarrangement zijn deels leningen die gedaagde moet terugbetalen
Rb. Zeeland-West-Brabant 19 februari 2025, IT 4797; ECLI:NL:RBZWB:2025:955 (Eiser tegen gedaagde). Partijen hebben elkaar ontmoet via de website Suikerarrangement. Eiser heeft vervolgens een aantal bedragen betaald aan gedaagde. Het is hierbij niet duidelijk of deze bedragen leningen of schenking zijn en hierover verschillen partijen dan ook van mening. De vragen die de kantonrechter in deze zaak moet beantwoorden is of gedaagde geld heeft geleend van eiser en of zij dat moet terugbetalen. Eiser stelt dat hij in totaal een bedrag van € 20.068,00 heeft geleend aan gedaagde, waarvan nog een bedrag van € 17.118,- moet worden terugbetaald. Gedaagde stelt dat er ook bedragen zijn geschonken en verwijst er daarbij bij dat de partijen elkaar hebben ontmoet via de website Suikerarrangement. Eiser wist dat er een vergoeding gold voor het gezelschap van gedaagde. De kantonrechter oordeelt dat er in deze zaak sprake is van geldlening voor wat betreft de bedragen waarvoor in deze zaak een schriftelijke overeenkomst is overgelegd.
Minister moet inzageverzoek FSV opnieuw beoordelen
Vzr. Rb. Midden-Nederland 6 december 2025, IT 4796; ECLI:NL:RBMNE:2024:7507 (Eiser tegen de minister van Financiën). Eiser heeft om inzage in zijn persoonsgegevens die zijn geregistreerd in de Fraude Signalerings Voorziening (FSV) verzocht. De minister weigerde aanvankelijk om de redenen voor de registratie te verstrekken, op grond van artikel 23 van de AVG. De rechtbank oordeelt in dit kort geding dat de minister de noodzaak van deze beperking niet voldoende toelicht en dat het besluit onzorgvuldig is genomen. De rechtbank stelt hierbij dat het recht op inzage in persoonsgegevens, zoals vastgelegd in artikel 15 van de AVG, niet absoluut is, maar dat beperkingen strikt noodzakelijk moeten zijn en goed gemotiveerd moeten worden. De minister heeft onvoldoende onderbouwd dat de bescherming van een externe de reden is voor de beperking. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de eiser, waaronder zijn professionele reputatie en de mogelijke impact op zijn cliënten, onvoldoende zijn meegewogen. Daarnaast stelt eiser dat de registratie mogelijk verband houdt met een melding van de maatschap waarin hij werkzaam is. De minister betoogt dat de AVG niet van toepassing is op de maatschap, maar de rechtbank wijst erop dat een maatschap geen rechtspersoon is en dat de verstrekte gegevens wel degelijk naar de eiser herleidbaar kunnen zijn. De rechtbank draagt de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de eiser en de noodzaak van eventuele beperkingen beter moeten worden gemotiveerd.
Verkooppartner verliest kort geding tegen Bol.com over retourbeleid en vergoedingen

Vzr. Rb. Midden-Nederland 28 januari 2025, IT 4795; ECLI:NL:RBMNE:2025:781 (Handelsnaam tegen Bol.com). Partijen hebben een overeenkomst gesloten waarbij [handelsnaam] sinds 2015 als verkooppartner via het platform van Bol.com sieraden verkoopt via een verkoopaccount. De betaling verloopt via het platform, waarbij klanten betalen aan Bol.com. Bol.com keert deze betalingen achteraf uit aan [handelsnaam] . Bol.com hanteert een retourbeleid waarbij consumenten gekochte artikelen binnen 30 dagen zonder opgave van redenen kunnen retourneren aan de verkooppartner, in dit geval [handelsnaam] , en Bol.com deze consumenten terugbetaalt. [handelsnaam] heeft meermaals beschadigde retouren ontvangen. In november 2021 heeft mediation plaatsgevonden tussen partijen. Volgens [handelsnaam] hebben partijen daarbij afgesproken dat Bol.com bij beschadigde retouren 75% van de verkoopprijs aan hem vergoedt en [handelsnaam] een vaste contactpersoon krijgt bij Bol.com. [handelsnaam] wil dat Bol.com deze afspraken nakomt. Ook wil [handelsnaam] dat het Bol.com wordt verboden om 1) beleidspunten van zijn verkoopaccount af te trekken en 2) om de betaling van de beschadigde retouren te crediteren. [handelsnaam] wil ook dat Bol.com haar retourbeleid aanpast.
Arbeidsrechtelijke integriteitskwestie na openen Excel-bestand uit mailbox van leidinggevende
Rb. Oost-Brabant 20 februari 2025, IT 4794; ECLI:NL:RBOBR:2025:1187 (de gemeente Eindhoven tegen verweerster). Verweerster werkte bij de gemeente Eindhoven en solliciteerde naar een hogere functie. Kort voor haar sollicitatiegesprek kreeg ze inzage in een Excel-bestand met namen van andere kandidaten. Na haar afwijzing diende ze een klacht in wegens vermeende discriminatie, maar de gemeente zag geen reden voor nader onderzoek. Later ontdekte de gemeente dat verweerster leesrechten had in de uitgaande mailbox van haar leidinggevende. Intern onderzoek wees uit dat ze zelf op de OneDrive-link naar het Excelbestand had geklikt en het had opgeslagen. Verweerster ontkende dit en bleef volhouden dat ze de informatie had ontvangen. De gemeente schorste haar en startte een verdiepend onderzoek. Vervolgens werd ontslag wegens ernstig verwijtbaar handelen aangevraagd, maar verweerster ging hier niet mee akkoord.
De gemeente stelt dat verweerster integriteitsregels heeft geschonden en het vertrouwen ernstig heeft geschaad. Verweerster betwist dit en stelt dat ze niet wist dat ze nog toegang had tot de mailbox. Ze beweert dat ze de link kreeg via een e-mail waarin stond dat ze was afgewezen wegens haar huidskleur. Ook vindt ze dat de gemeente haar onderzoek niet zorgvuldig heeft uitgevoerd. Uit het ICT-onderzoek blijkt dat verweerster op de OneDrive-link heeft geklikt vanuit haar eigen Outlook. Haar verklaring dat het bestand ‘plotseling op haar scherm verscheen’ is volgens de ICT-specialist technisch uitgesloten. De kantonrechter stelt vast dat de gemeente haar standpunt voldoende heeft onderbouwd en krijgt de mogelijkheid dit verder te bewijzen. Volgens de kantonrechter heeft de gemeente haar standpunt voldoende onderbouwd en krijgt ze de kans om dit verder te bewijzen. De gemeente moet uiterlijk op 11 maart 2025 aangeven hoe ze dit wil doen. Tot die tijd wordt de procedure aangehouden en kunnen partijen een minnelijke oplossing zoeken.
Beoordeling van inzageverzoek onder de AVG: rechtbank verklaart beroep ongegrond
Rb. Amsterdam 19 september 2024, IT 4793; ECLI:NL:RBAMS:2024:5789 (Eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen). Deze zaak gaat over het beroep van eiser tegen de beslissing op zijn verzoek om inzage in zijn persoonsgegevens op basis van artikel 15 van de AVG. Eiser werkte in maart 2022 bij Duo+, een uitvoeringsorganisatie voor gemeenten, waaronder Diemen. Hij stelt dat verweerder en/of Duo+ informatie over hem heeft verzameld. Kort daarna werd zijn dienstverband beëindigd om voor hem onduidelijke redenen. Eiser heeft meerdere inzageverzoeken ingediend op basis van de AVG en de Wet open overheid. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen, heeft op 28 september 2023 een besluit genomen over dit verzoek. Verweerder stuurde eiser een overzicht van de aanwezige persoonsgegevens. Een deel van de gegevens werd niet verstrekt op basis van uitzonderingsgronden in artikel 41, eerste lid, onder d, h en i van de Uitvoeringswet AVG. Deze gegevens zouden inzicht geven in strategieën en maatregelen tegen fraude. Na bezwaar van eiser heeft verweerder dit besluit op 22 februari 2024 gehandhaafd, mede op advies van de bezwaaradviescommissie. De commissie meent dat het niet verstrekken van deze gegevens noodzakelijk is om strafbare feiten te voorkomen.
Uitspraak ingesturud door mr. X.W. Koehoorn.
Betaaldienstverlener Stripe moet identificerende gegevens wanpresterende webshopeigenaar afgeven aan koper
Rb. Den Haag 19 december 2024, IT 4792; ECLI:NL:RBDHA:2024:23100 (Verzoekster tegen Stripe). In deze zaak wordt Stripe, een betaaldienstverlener, veroordeeld tot afgifte van gegevens van een webshop aan verzoekster. De feiten zijn als volgt. Verzoekster heeft op 2 december 2022 een bestelling geplaatst ter waarde van iets minder dan honderd euro bij een webshop. Het gekochte goed is niet geleverd. Bij de aankoop hiervan heeft verzoekster gebruikgemaakt van de betalingsdiensten van Stripe. In april 2024 heeft verzoekster op grond van artikel 15 lid 1 onder c AVG aan Stripe informatie over de webshop verzocht, zoals het handelsregisternummer, de handelsnaam en het vestigingsadres van de webshop. Stripe zag geen aanleiding om op grond van de AVG meer gegevens te verstrekken dan het e-mailadres en de website. Dit verzoekt verzoekster nu bij de rechtbank, aangezien zij een rechtsvordering wil instellen tegen de webshop. Stripe is bereid mee te werken, maar kan zich niet vinden in de door verzoekster gekozen wettelijke grondslag en stelt dat zij geen verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van art. 15 AVG. Op grond van art. 843a Rv zou dit volgens Stripe wel kunnen. De rechtbank vult op grond van art. 25 Rv de rechtsgrond aan. Aan de voorwaarden van afgifte die volgen uit art. 843a Rv is voldaan en dus moet moet Stripe het handelsregisternummer, de handelsnaam, het vestigingsadres van de webshop en de volledige naam van de natuurlijk persoon die de eigenaar is van de webshop verstrekken.
Uitspraak ingezonden door Lotte van Schuylenburch, Boekx.
'Massadonor' moet YouTube-video’s over zijn donorkinderen en hun ouders verwijderen
Rb. Den Haag 25 februari 2025, IEF 22558, IT 4791;ECLI:NL:RBDHA:2025:2546 (Eiseres en Stichting Donorkind Den Haag tegen gedaagde). De feiten van deze zaak zullen velen niet zijn ontgaan. Gedaagde is sinds 2007 actief als spermadonor. Met zijn sperma zijn minimaal 550 kinderen verwekt. Eisers zijn de Stichting Donorkind Den Haag (hierna: de Stichting) en eiseres (samen: de Stichting c.s.), procederend voor zichzelf en als wettelijke vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon. De spermadonatie van gedaagde heeft geresulteerd in de geboorte van de zoon van eiseres. In 2024 heeft Netflix een documentaire over het donorschap van gedaagde uitgebracht. Hierin komen enkele ouders, waaronder eiseres, aan het woord. Gedaagde wilde niet meewerken aan deze documentaire. Na het verschijnen van de documentaire heeft gedaagde zich door verschillende media laten interviewen, en heeft hij ook zelf een aantal YouTube-video’s geplaatst. Hierin reageert hij op de uitlatingen die gedaan werden door de betrokken ouders. Hij richt zich dan direct en indirect tot zijn donorkinderen en hun ouders, en probeert ze te beïnvloeden met adviezen. In dit kort geding vorderen de Stichting c.s. primair gedaagde te gebieden zijn YouTube-kanaal te verwijderen, subsidiair alle video’s vanaf juli 2021 te verwijderen, en meer subsidiair een aantal video’s te verwijderen. Ook vorderen zij dat gedaagde verboden wordt om in welke vorm dan ook uitlatingen te doen over het donorschap, de donorkinderen en hun ouders.
Geen tekortkoming, schending van zorgplicht of onrechtmatige daad IT beheerder

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 februari 2025, IT 4790; ECLI:NL:GHARL:2025:1046 (Hof van Twente tegen Switch) Gemeente Hof van Twente heeft systeembeheer en aanverwante ICT-beheerdienstverlening na een Europese aanbestedingsprocedure in 2018 uitbesteed aan Switch. Op 1 december 2020 heeft bij de gemeente een cyberaanval plaatsgevonden. Daarbij zijn de systemen van het netwerk van de gemeente en de back-up versleuteld en ontoegankelijk gemaakt en vele servers verwijderd. De gemeente houdt Switch daarvoor verantwoordelijk. De gemeente meent dat Switch tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst van partijen, althans haar zorgplicht als ICT-beheerder heeft geschonden, althans onrechtmatig heeft gehandeld. Op grond daarvan vordert de gemeente ontbinding van de overeenkomst, terugbetaling van wat zij op grond van de overeenkomst heeft betaald en schadevergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van de gemeente afgewezen, omdat zij van mening is dat Switch niet tekortgeschoten is in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst, noch haar zorgplicht heeft geschonden, en er evenmin sprake is van onrechtmatig handelen.
KNMI mag in weerberichten met locatie-specifieke gegevens blijven aanbieden

Rb. Den Haag 20 februari 2025, IT 4789; ECLI:NL:RBDHA:2025:3343 (NVWB tegen KNMI) Een aantal leden van de NVWB biedt weerberichten aan het publiek en specifieke gebruikers aan. Zij hebben hierbij een commercieel belang. Het KNMI biedt gratis weerberichten aan. Het KNMI heeft geen commercieel belang. De NVWB en de Staat zijn het er niet over eens in hoeverre het KNMI dergelijke weerberichten mag aanbieden. Volgens de NVWB geldt het Nee tenzij-principe/Status Quo op grond waarvan het KNMI het door hem aangeboden algemene weerbericht niet mag uitbreiden met diensten die ook door de particuliere weermarkt aangeboden kunnen worden. Volgens het KNMI heeft dit Nee tenzij-principe/Status Quo geen betrekking op het algemene weerbericht, maar alleen op zogenaamde maatwerkdiensten. NVWB vordert dat het KNMI niet langer een weerbericht met locatie-specifieke gegevens aanbiedt, wordt voorkomen dat het KNMI in zijn weerbericht prognose radarbeelden opneemt en NVWB tijdig wordt geïnformeerd en betrokken bij voorgenomen wijzigingen in de dienstverlening van het KNMI.