IT-diensten centraal bij overeenkomst tot opdracht
Hof 's-Hertogenbosch 19 april 2022, IT 3922; ECLI:NL;GHSHE:2022:1256 (BMS tegen Geïntimeerde) BMS levert beveiligingsdiensten aan klanten. Geïntimeerde is in 2018 een overeenkomst met BMS aangegaan, met als doel IT-diensten voor BMS te verrichten. In het bijzonder zou geïntimeerde software ontwikkelen voor BMS. Deze overeenkomst loopt stuk en BMS stelt dat de overeenkomst moet worden ontbonden vanwege de omstandigheid dat geïntimeerde geen software zou hebben ontwikkeld voor BMS. Daarnaast verlangt BMS dat geïntimeerde het betaalde geld aan haar terugbetaald. De stelplicht en bewijslast van deze vorderingen rust hierbij in beginsel op BMS. BMS kon volgens het hof niet voldoende stellen dat geïntimeerde tekort was geschoten in de nakoming van de verbintenis. Hierdoor kon de ontbinding niet worden gerechtvaardigd. Ook ten aanzien van de terugvordering lukt het BMS niet om de eerdere motivering van de kantonrechter te verwerpen. De grieven van BMS slagen dus niet en het hof bekrachtigd het bestreden vonnis.