Gepubliceerd op dinsdag 13 februari 2024
IT 4474
Rechtbank Den Haag ||
31 jan 2024
Rechtbank Den Haag 31 jan 2024, IT 4474; ECLI:NL:RBDHA:2024:762 (DJI tegen Unisys), https://itenrecht.nl/artikelen/unisys-moet-zeven-miljoen-betalen-aan-dji-na-mislukte-levering-van-softwareapplicatie

Unisys moet zeven miljoen betalen aan DJI na mislukte levering van softwareapplicatie

Rb. Den Haag 31 januari 2024, IT 4474; ECLI:NL:RBDHA:2024:762 (DJI tegen Unisys) Geschil over de levering van een softwareapplicatie. De Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: DJI) heeft in 2015 een aanbestedingsprocedure gehouden voor de vernieuwing van de informatievoorziening middels de levering en implementatie van een Basisvoorziening Justitiabelen (hierna: de BVJ). Het technologiebedrijf Unisys won deze aanbesteding. Hierna is tussen partijen een overeenkomst gesloten, waarin een fatale opleverdatum is overeengekomen. Na opleveringen van een versie van de BVJ ter voorlopige acceptatie oordeelde DJI dat deze niet slaagde voor de acceptatietest, waarna een herstelovereenkomst tot stand kwam met termijnen voor volledige acceptatie en definitieve acceptatie. Toen deze mijlpalen ook niet gehaald werden, heeft DJI haar zorgen geuit over het project. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat DJI de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden heeft met aanspraak op (onder andere) ongedaanmaking van de betalingen aan Unisys en schadevergoeding. Partijen hebben in het kader van de ontbinding beëindigingswerkzaamheden uitgevoerd.

Bij de rechtbank vordert DJI een verklaring voor het recht dat zij de overeenkomst, herstelovereenkomst en de addenda rechtsgelding buitengerechtelijk heeft ontbonden, danwel ontbinding door de rechter. Daarnaast vordert zij een rits aan vergoedingen, onder andere alle gedane betalingen, schadevergoeding en auditkosten. Ten grondslag legt DJI dat Unisys is tekortgeschoten in de verplichtingen die voorkwamen uit de overeenkomst, herstelovereenkomst en de addenda. Unisys voert verweer en stelt dat het fatale karakter van de termijnen door de partijen al snel werden losgelaten, waardoor er geen sprake is van een tekortkoming en DJI de overeenkomst niet had kunnen ontbinden.

De vraag of tussen partijen een fatale termijn is overeengekomen is een kwestie van uitleg van de overeenkomst. In de overeenkomst hebben partijen de oplevering zelf als ‘fataal’ aangemerkt. Dat de datum van oplevering een aantal keer niet gehaald is en verschoven is, neemt het fatale karakter niet weg volgens de rechter. Ook de nieuwe data in de aanvullende overeenkomsten zijn dus fatale termijnen. DJI heeft niet direct na het verstrijken van de termijnen de overeenkomst ontbonden, maar eerst in overleg naar een andere oplossing gezocht. Hierdoor komt de rechter tot het oordeel dat DJI als goed opdrachtgever heeft gehandeld. Door Unisys is niet aangevoerd dat de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt. Er is geen sprake van schuldeisersverzuim van DJI. DJI was gerechtigd om de overeenkomst, de herstelovereenkomst en de addenda buitengerechtelijk te ontbinden. De rechterbank veroordeelt Unisys om een bedrag van € 7.094.521,17 excl. BTW aan DJI te betalen.

4.5. Weliswaar volgt uit artikel 2.4 en artikel 6.2 van Addendum 2021 voor wat betreft de planning van de taken uit Tabel 1 (Mijlpalen) een inspanningsverplichting (zie r.o. 2.18 en 2.19) maar dat geldt niet voor het Aanbieden Eerste Release ter Volledige Acceptatie en het Aanbieden Volgrelease ter Definitieve Acceptatie integrale BVJ. Partijen hebben voor deze twee taken in artikel 6.3 van Addendum 2021 expliciet bepaald dat de termijnen fataal zijn. Hieruit volgt – in tegenstelling tot wat Unisys aanvoert – voor deze taken dus niet dat de planning en daarmee de fatale termijnen werd(en) losgelaten. Dat voor Unisys kenbaar was dat de fatale data uit artikel 6.3 van het Addendum 2021 ook daadwerkelijk fataal waren, volgt uit het feit dat partijen tijdens de onderhandelingen over Addendum 2021 nog expliciet over deze fatale termijnen hebben gesproken. Unisys heeft toen voorgesteld de fatale termijnen te laten vallen, maar hiermee is DJI niet akkoord gegaan. Unisys wist dus dat DJI de termijnen als fataal beschouwde en heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. Uit het voorgaande volgt dus niet dat het gedrag van partijen een ander beeld laat zien en dat partijen de fatale termijnen hebben losgelaten.