Rb. Amsterdam 13 april 2022, IT 3923; ECLI:NL:RBAMS:2022:1929 (Crypto-investering) Eiser heeft geïnvesteerd in het start-up bedrijf van gedaagde. Na een initiële investering in cryptovaluta, heeft gedaagde verzocht aan eiser om tevens 6.500.000 Kardiachain (KAI) over te maken als lening om een KAI validator node te verkrijgen. Eiser gaf hier gehoor aan. Eiser stelt vervolgens in casu dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de verbintenissen die zijn gesloten tussen partijen en bovendien stelt eiser dat deze is misleid gezien de omstandigheden van het geval. De vorderingen van eiser richten zich op de betalingen ten aanzien van de start-up en de lening ten aanzien van de node. Aldus de rechtbank heeft gedaagde eiser misleid ten aanzien van de investering in de start-up door valse informatie te verschaffen, waardoor eiser schade lijdt. Deze krijgt eiser vergoed, waardoor eiser in die toestand moet worden gebracht, in welke hij zou zijn geweest indien het schadeveroorzakende feit zou zijn uitgebleven. Ten aanzien van de node is de lening opeisbaar geworden, gezien het verstrijken van de termijnen die waren afgesproken tussen partijen. Ook deze vordering tot betaling kan aan eiser worden toegewezen.