Gepubliceerd op dinsdag 23 januari 2024
IT 4460
Rechtbank ||
7 dec 2023
Rechtbank 7 dec 2023, IT 4460; ECLI:NL:RBAMS:2023:7937 (KPN tegen CA Europe Sarl), https://itenrecht.nl/artikelen/ca-europe-sarl-niet-verplicht-om-licentie-aan-kpn-te-verstrekken

CA Europe Sarl niet verplicht om licentie aan KPN te verstrekken

Vzr. Rb. Amsterdam 7 december 2023, IT 4460; ECLI:NL:RBAMS:2023:7937 (KPN tegen CA Europe Sarl) KPN is een Nederlands bedrijf gespecialiseerd in informatie- en telecommunicatietechnologie. CA Europe Sarl (hierna: Broadcom) is een dochtervennootschap van Broadcom Inc, een Amerikaanse beursgenoteerde technologieonderneming. Partijen zijn in 2006 een samenwerking aangegaan in de vorm van een softwarelicentieovereenkomst. KPN heeft recentelijk een request for proposal uitgebracht voor software en diensten. Broadcom heeft deze offerte afgewezen vanwege 'onvoordelige commerciële voorwaarden'. Broadcom heeft hierop besloten om geen licenties meer rechtstreeks aan KPN te verkopen en stelt voor dat KPN voortaan via een reseller licenties aanschaft.

KPN vordert onder andere dat Broadcom wordt veroordeeld om toe te staan dat KPN gebruik mag maken van alle softwareproducten van Broadcom die KPN in gebruik heeft. Daarbij wil KPN de softwarelicenties tegen een lagere prijs blijven gebruiken tot twee maanden na een bodemprocedure of totdat KPN het gebruik staakt. De voorzieningenrechter acht het spoedeisend belang voldoende. De voorzieningenrechter oordeelt dat KPN niet eenzijdig de contractvoorwaarden kan bepalen. Broadcom is vrij om te beslissen of ze opnieuw met KPN wil contracteren en onder welke voorwaarden. KPN heeft niet aannemelijk gemaakt dat Broadcom onrechtmatig handelde of de onderhandelingen moedwillig vertraagde. Voorts is een economische machtspositie van Broadcom niet aannemelijk gemaakt door KPN, en daarmee is er geen sprake van misbruik van deze positie. Er is geen grond voor toewijzing van de vorderingen. De belangenafweging maakt dit niet anders. KPN kan wachten op de uitkomst van een bodemprocedure, en de continuïteit van de infrastructuur zou het gevolg zijn van KPN's commerciële keuze om niet in te stemmen met Broadcoms licentievoorstel. Op grond van het voorgaande weigert de voorzieningenrechter de gevraagde voorzieningen. Daarbij wordt KPN veroordeeld in de proceskosten.

4.9. Broadcom heeft ook gemotiveerd weersproken dat zij KPN zou dwingen om licenties af te nemen die KPN niet nodig heeft. Broadcom vraagt KPN slechts de licenties af te nemen die zij blijkens het auditrapport momenteel gebruikt. KPN heeft weliswaar bezwaren tegen de meetmethode van de audit en meent dat haar gebruik lager is, maar nu zij zelf heeft ingestemd met de audit moet vooralsnog in dit kort geding worden uitgegaan van de uitkomsten daarvan. Overigens heeft KPN ook niet duidelijk gemaakt dat de door haar voorgestane meetmethode tot een substantieel prijsverschil zou leiden.

4.13. Nu KPN niet aannemelijk heeft gemaakt dat Broadcom een economische machtspositie inneemt op de in dit geval relevante markt, kan er ook geen sprake zijn van ‘misbruik van een economische machtspositie’. Overigens is blijkens hetgeen hierboven is overwogen voorshands ook niet aannemelijk dat de door Broadcom voorgestelde prijzen zo exorbitant zijn, dat van misbruik moet worden gesproken.