IT 4880
11 juni 2025
Artikel

Vacature werkstudent Tech & Data bij Fieldfisher Amsterdam

 
IT 4878
11 juni 2025
Uitspraak

College van Bestuur van Universiteit Utrecht heeft volledige inzage gegeven in opgeslagen gegevens van eiser

 
IT 4877
11 juni 2025
Uitspraak

Betent heeft onterecht jackpot niet uitgekeerd, rechtbank definieert ‘delen’ van spelersaccount

 
IT 4880

Vacature werkstudent Tech & Data bij Fieldfisher Amsterdam

Vacaturetekst van Fieldfisher.

Fieldfisher zoekt een nieuwe collega werkstudent voor ons kantoor aan de Amstel. Ben jij een ambitieuze rechtenstudent die staat te popelen om praktijkervaring op te doen in een inspirerende en internationale werkomgeving? Lijkt het je interessant om te werken voor (inter)nationale cliënten en actief mee te draaien in ons team Tech & Data? Lees snel verder. 

IT 4878

College van Bestuur van Universiteit Utrecht heeft volledige inzage gegeven in opgeslagen gegevens van eiser

Rechtbank Midden-Nederland 18 apr 2025, IT 4878; ECLI:NL:RBMNE:2025:2368 (Eiser tegen het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht), https://itenrecht.nl/artikelen/college-van-bestuur-van-universiteit-utrecht-heeft-volledige-inzage-gegeven-in-opgeslagen-gegevens-van-eiser

Rb. Midden-Nederland 18 april 2025, IT 4878; ECLI:NL:RBMNE:2025:2368 (Eiser tegen het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht). Eiser heeft het college verzocht om overhandiging van de mutatieverslagen van alle wijzigingen en vastleggingen van zijn persoonsgegevens sinds zijn aanstelling in 1987, steeds met uitleg over rechtvaardigingsgronden, doeleinden, noodzaak en belangenafweging. Bij uitspraak van juli 2022 heeft de rechtbank het college opgedragen om een besluit bekend te maken en hierin inzichtelijk te maken hoe de zoekslag naar eisers persoonsgegevens is uitgevoerd. In het besluit van december 2022 is dit dan ook uiteengezet en worden een heel aantal systemen genoemd. In slechts twee van die systemen zijn gegevens gevonden en hierin heeft het college inzage gegeven. Ook heeft het college alle dossiers die eiser niet al had verstrekt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college inzichtelijk gemaakt hoe de zoekslag naar de persoonsgegevens van eiser is gedaan en welke gegevens daarbij zijn aangetroffen. Eiser heeft ook niet concreet benoemd waar het college nog meer had moeten zoeken en welke documenten er ontbreken. Het beroep van eiser is dan ook ongegrond.

IT 4877

Betent heeft onterecht jackpot niet uitgekeerd, rechtbank definieert ‘delen’ van spelersaccount

Rechtbank Amsterdam 7 mei 2025, IT 4877; ECLI:NL:RBAMS:2025:3344 (Eiseres tegen Betent), https://itenrecht.nl/artikelen/betent-heeft-onterecht-jackpot-niet-uitgekeerd-rechtbank-definieert-delen-van-spelersaccount

Rb. Amsterdam 7 mei 2025, IT 4877; ECLI:NL:RBAMS:2025:3344 (Eiseres tegen Betent). Betent biedt online kansspelen aan in Nederland via een platform dat toegankelijk is via een website en app. Eiseres heeft zich hiervoor geregistreerd en een spelersaccount aangemaakt. Hierbij heeft eiseres de Algemene Voorwaarden geaccepteerd. Op 2 juli 2023 heeft eiseres de jackpot gewonnen van €172.824. Op 3 juli heeft Betent het spelersaccount geschorst om een onderzoek uit te voeren. Op 4 augustus heeft Betent het onderzoek afgerond en eiseres laten weten dat het gewonnen bedrag niet zal worden uitgekeerd. In deze procedure vordert eiseres uitbetaling van het gewonnen bedrag. Betent voert verweer en stelt dat eiseres het spelersaccount heeft gedeeld met [naam 1]. Dit is in strijd met de Algemene Voorwaarden, en dus mocht Betent het account schorsen, aldus Betent zelf. De rechtbank moet om de vraag die centraal staat in deze procedure te beantwoorden vaststellen wat er onder ‘delen’ van het spelersaccount wordt verstaan. Betent stelt dat onder delen niet alleen valt dat een ander op het account speelt, maar ook een poging tot inloggen, het proberen geld over te maken naar een ander account, uitleg geven aan iemand en zelfs het gezamenlijk bespreken van het onderwerp op de bank kan leiden tot een redelijk vermoeden van delen. Eiseres ziet de definitie van delen echter anders. 

IT 4876

WAMCA versus AVG: Prejudiciële vragen over ontvankelijkheid collectieve actie tegen Adobe

Rechtbank Rotterdam 28 mei 2025, IT 4876; ECLI:NL:RBROT:2025:6254 (SDBN tegen Adobe), https://itenrecht.nl/artikelen/wamca-versus-avg-prejudiciele-vragen-over-ontvankelijkheid-collectieve-actie-tegen-adobe

Rb. Rotterdam 28 mei 2025, IT 4876; ECLI:NL:RBROT:2025:6254 (SDBN tegen Adobe). De Stichting Data Bescherming Nederland (SDBN) heeft een collectieve actie ingesteld tegen Adobe Systems Software Ireland Limited en Adobe Inc. wegens vermeende schendingen van de AVG door het verwerken van persoonsgegevens van Nederlandse internetgebruikers. SDBN vordert onder meer een verklaring voor recht dat Adobe onrechtmatig heeft gehandeld, een verbod op verdere schendingen, en schadevergoeding voor de betrokkenen. De rechtbank beoordeelt in deze fase niet de inhoudelijke vorderingen, maar richt zich op de rechtsmacht, het toepasselijk recht en de ontvankelijkheid van SDBN als belangenorganisatie. De rechtbank oordeelt dat zij bevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen en dat Nederlands recht van toepassing is op de ontvankelijkheidsvraag. Voor de ontvankelijkheid toetst de rechtbank of SDBN voldoet aan de eisen van de WAMCA, waaronder de representativiteitseis, en aan de eisen van de AVG. De rechtbank stelt vast dat SDBN op dit moment niet voldoet aan de representativiteitseis van de WAMCA, omdat het aantal daadwerkelijk aangesloten of steunende personen te gering is in verhouding tot de omvang van de gestelde groep gedupeerden. Wel voldoet SDBN aan de overige waarborgvereisten van de WAMCA en aan de ontvankelijkheidseisen van de AVG. Omdat er onduidelijkheid bestaat over de verhouding tussen de ontvankelijkheidseisen van de WAMCA en de AVG, en over de mogelijkheid om zonder opdracht schadevergoeding te vorderen, wordt de procedure aangehouden in afwachting van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar de parkeerrol.

IT 4767

AI-Forum gelanceerd: hét platform voor AI en recht

De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) gaan razendsnel, en de juridische impact ervan is niet te onderschatten. Hoe verhouden AI-beslissingen zich tot aansprakelijkheidsrecht? Wat betekent AI voor privacy en databescherming? En hoe zit het met auteursrecht op door AI gegenereerde content? Deze en vele andere vragen komen aan bod op AI-Forum, het nieuwe platform van deLex waar expertise en actualiteit samenkomen. 

IT 4875

Beoordeling normaal gebruik van het merk AIRBNB, gedeeltelijke vernietiging EUIPO-beslissing door het Hof

HvJ EU 21 mei 2025, IT 4875; ECLI:EU:T:2025:529 (Airbnb tegen EUIPO, Airtasker), https://itenrecht.nl/artikelen/beoordeling-normaal-gebruik-van-het-merk-airbnb-gedeeltelijke-vernietiging-euipo-beslissing-door-het-hof

Hof van Justitie van de Europese Unie 21 mei 2025, IEF 22733; IT 4875; Zaak T-94/24 (Airbnb tegen EUIPO, Airtasker). Airbnb vordert gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO van 18 december 2023. De zaak betreft het woordmerk AIRBNB, dat sinds ingeschreven is voor verschillende dienstclassificaties. In 2020 heeft Airtasker een vordering ingediend tot vervallenverklaring wegens vermeend gebrek aan normaal gebruik. De nietigheidsafdeling heeft deze vordering in 2022 gedeeltelijk toegewezen. Airbnb en Airtasker hebben beide beroep ingesteld: Airbnb tegen de toewijzing, Airtasker tegen de afwijzing van de andere klassen. De Kamer van Beroep oordeelde dat Airbnb onvoldoende bewijs had leverd van normaal gebruik voor verschillende diensten in klassen 35, 36, 38, 39, 41 en 43. Het Hof herhaalt eerst dat volgens artikel 58 van de Europese Merkenverordening een merk vervallen wordt verklaard als het gedurende vijf jaar niet normaal is gebruikt binnen de EU voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven en er geen geldige reden is voor het niet-gebruik. Dit gebruik moet openbaar en aantoonbaar zijn, en niet slechts symbolisch zijn of berusten op vermoedens of aannames.

IT 4873

Verzoek om prejudiciële beslissing over streamingdiensten: digitale dienst, of digitale inhoud?

Overige instanties 27 mrt 2025, IT 4873; (Verzoeker tegen verweerster), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-om-prejudiciele-beslissing-over-streamingdiensten-digitale-dienst-of-digitale-inhoud

Verzoek van Oberster Gerichtshof 27 maart 2025, IT 4873; Zaak C-234/25 (Verzoeker tegen verweerster). Verzoeker is een vereniging voor de behartiging van consumentenbelangen. Verweerster biedt streamingdiensten aan. Klanten kunnen programma’s ‘live’ of ‘on demand’ kijken. Afhankelijk van de betreffende licentiegever zijn ook downloads mogelijk. Het programma wordt dan in eigen geheugen opgeslagen en kan slechts één keer bekeken worden, binnen 48 uur. Bij het aangaan van het abonnement gaat een consument ermee akkoord dat de aanbieder voor het verstrijken van de herroepingstermijn van 14 dagen met de uitvoering van de overeenkomst begint. Hierdoor verliest de consument op het moment van de bestelling van een abonnement het herroepingsrecht. Verzoeker vordert dat verweerster deze voorwaarde aanpast, aangezien deze onjuist is. Bij een streamingabonnement is sprake van een ‘digitale dienst’, waarbij de volledige uitvoering van de dienst pas leidt tot het verlies van het herroepingsrecht.  Verweerster meent echter dat er sprake is van ‘digitale inhoud’. In eerste aanleg werd de vordering afgewezen, in tweede aanleg is de vordering toegewezen. Tegen deze uitspraak heeft verweerster beroep ingesteld. In dit kader stelt de verwijzende rechter de volgende vraag:

IT 4874

Hof bekrachtigt vonnis van kantonrechter: schadevergoeding afgewezen

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2025, IT 4874; ECLI:NL:GHARL:2025:2764 (Appellante tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-vonnis-van-kantonrechter-schadevergoeding-afgewezen

Hof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2025, IT 4874; ECLI:NL:GHARL:2025:2764 (Appellante tegen Geïntimeerde). Appellante heeft een kapperszaak en is de stiefmoeder van Geïntimeerde, die IT-dienstverlener is. Geïntimeerde heeft ten behoeve van de kapperszaak abonnementen afgesloten op het gebied van internet en telefonie. Na een ruzie tussen Appellante en Geïntimeerde heeft Geïntimeerde deze abonnementen opgezegd. De opzegging was volgens Appellante op een te korte termijn en ze verwijt Geïntimeerde dat de internetsite van de kapperszaak op een bepaald moment niet meer bereikbaar was, waardoor ze een nieuwe website moest laten bouwen. Geïntimeerde zou onrechtmatig hebben gehandeld, dan wel tekort zijn geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen en hij moet volgens Appellante schade vergoeden, als gevolg daarvan. De kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden door de ruzie zodanig waren veranderd, dat van Geïntimeerde niet kon worden verlangd dat hij de overeenkomst zou voortzetten. Daarnaast is de door hem gehanteerde opzegtermijn passend. De kantonrechter oordeelde over de kosten van de bouw van de website dat niet kan worden vastgesteld dat Appellante deze heeft gedragen, want ze heeft de kapperszaak verkocht. Het hof is van oordeel dat Appellante de schade onvoldoende heeft onderbouwd en het causale verband ontbreekt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.

IT 4872

ACM op weg naar eerste ‘betrouwbare flagger’ onder de DSA: ontwerpbesluit voor Stichting Offlimits gepubliceerd

Meer weten of deze, en andere ontwikkelingen rondom de DSA? Op dinsdag 3 juni 2025 geven Dorien Verhulst en Fatiya Munkaila (beiden Brinkhof) een Online Update over de Digital Services Act. Aanmelden is nog mogelijk.

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft op 19 mei 2025 een ontwerpbesluit gepubliceerd waarin zij voornemens is Stichting Offlimits aan te wijzen als eerste Nederlandse ‘betrouwbare flagger’ onder de Digital Services Act (DSA). Hiermee zet de toezichthouder een belangrijke stap in de uitvoering van haar nieuwe bevoegdheden onder deze Europese verordening, die sinds februari formeel onder het takenpakket van de ACM vallen. De status van betrouwbare flagger is bedoeld voor organisaties die op structurele wijze melding maken van illegale inhoud op onlineplatforms. Dergelijke meldingen moeten door platforms met voorrang worden behandeld. Dit betekent echter niet dat het platform verplicht is om gemelde inhoud te verwijderen; het platform beoordeelt de melding zelfstandig. Stichting Offlimits is onder meer bekend van de initiatieven Meldpunt Kinderporno en Helpwanted. De organisatie houdt zich al jarenlang bezig met het bestrijden van online seksueel kindermisbruik en ander grensoverschrijdend gedrag zoals doxing, chantage met naaktbeelden en online stalking. De ACM concludeert in haar ontwerpbesluit dat Offlimits over voldoende expertise beschikt, onafhankelijk opereert van platformaanbieders en haar meldingen op zorgvuldige wijze doet. Daarmee voldoet zij aan de voorwaarden uit artikel 22 lid 2 DSA.

Indien het ontwerpbesluit na de consultatiefase wordt bekrachtigd, verkrijgt Offlimits de status van betrouwbare flagger voor een periode van drie jaar. De consultatie loopt tot 30 juni 2025.

IT 4870

Inzageverzoek van eiseres was te ongericht, terecht afgewezen door minister

Rechtbank Den Haag 16 apr 2025, IT 4870; ECLI:NL:RBDHA:2025:6423 (Eiseres tegen minister van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/inzageverzoek-van-eiseres-was-te-ongericht-terecht-afgewezen-door-minister

Rb. Den Haag 16 april 2025, IT 4870; ECLI:NL:RBDHA:2025:6423 (Eiseres tegen minister van Financiën). Eiseres heeft bij de minister van Financiën verzocht om een kopie van haar volledige dossier vanaf 2006, inclusief alle interne en externe correspondentie. Ook wilde ze inzage in en een kopie van alle stukken met betrekking tot een klacht over haar bij het Centraal Meldpunt Agressie (hierna: CMA) van de Belastingdienst. De minister heeft dit verzoek afgewezen, met als reden dat de gevraagde informatie niet onder het begrip persoonsgegevens in de zin van de AVG valt. Eiseres vordert in beroep dat zij volledige inzage krijgt in haar dossier, waaronder zowel interne als externe correspondentie. De rechter overweegt dat het verzoek van eiseres te ongericht is, omdat zij niet heeft gepreciseerd in welke applicaties of systemen gezocht moet worden. De minister mocht van eiseres verwachten dat zij haar verzoek specifieker zou maken. Daarnaast is het dossier over de klacht bij het CMA op verzoek van eiseres vernietigd, waardoor inzage daarin niet meer mogelijk is. De rechtbank concludeert dan ook dat de rechtbank het inzageverzoek terecht heeft afgewezen.