Vorderingen in kort geding over RTL Nieuws-uitzending en artikel over bemiddelingsbureau in de zorg afgewezen wegens voldoende feitelijke basis en toegepast wederhoor
Vzr. Amsterdam 17 april 2025, IEF 22659, IT 4838; ECLI:NL:RBAMS:2025:2543 (SZ tegen RTL Nieuws). Samen-Zorgzaam (hierna: SZ) is een bemiddelingsbureau dat zzp’ers in de zorgsector detacheert bij onder andere zorginstellingen Stichting Alliade en Stichting ZoZijn. Na een bezoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: IGJ) op 7 december 2023 en een inval van de politie op 3 december 2024, publiceerde RTL Nieuws op 1 maart 2025 een televisie-item (hierna: het Fragment) en een online artikel (hierna: het Artikel) waarin werd bericht over vermeende grootschalige inzet van zorgverleners zonder juiste of met valse diploma’s via SZ, en over lopende aangiftes en strafrechtelijke onderzoeken tegen 15 van hen. SZ vordert in dit kort geding dat RTL Nieuws wordt verboden om het Fragment en Artikel over haar opnieuw uit te zenden of online te houden en eist daarnaast een rectificatie en vergoeding van de proceskosten. SZ stelt dat de berichtgeving onrechtmatig is omdat ernstige beschuldigingen worden geuit – waaronder het inzetten van zorgverleners met valse diploma’s, betrokkenheid bij strafbare feiten en het creëren van onveilige zorgsituaties die niet voldoende feitelijke grondslag zouden hebben en zonder toepassing van hoor en wederhoor zijn gepubliceerd. RTL Nieuws voert verweer.
Beoordeling van contractuele verplichtingen en betalingsgeschillen tussen IT dienstverlener en afnemer binnen drie samenhangende overeenkomsten
Rechtbank Amsterdam 2 april 2025, IT 4837; ECLI:NL:RBAMS:2025:2275 (Eisers tegen gedaagde). [eiser 1] en [eiser 2] zijn zusterondernemingen binnen de Altas Groep B.V. en bieden respectievelijk IT- en telecommunicatieoplossingen aan bedrijven. [gedaagde] is een administratie- en belastingadvieskantoor. Er zijn tussen partijen drie specifieke overeenkomsten gesloten: overeenkomst A voor een glasvezellijn, overeenkomst B voor een cloudomgeving en overeenkomst C voor datamigratie naar een nieuwe IT-dienstverlener. [gedaagde] zegde op 26 mei 2023 het contract met [eiser 1] op per 11 oktober 2023; [eiser 1] stelde dat de overeenkomst pas per 1 december 2024 eindigde. Eisers vordert betaling van € 5.735,40 aan [eiser 2] dan wel [eiser 1] en betaling van € 58,203,04 aan [eiser 1]. Hierbij beroept eisers zich op het drietal van gesloten overeenkomst, waarvan zij nakoming vordert tot aan het einde van de looptijd ervan. [Gedaagde] zou deze contracten ten onrechte, dan wel te vroeg tussentijds hebben opgezegd waardoor zij in verzuim verkeert. [Gedaagde] voert gemotiveerd verweer en stelt dat zij alle werkzaamheden en diensten volgens de afrekening heeft voldaan en daardoor niks meer schuldig is aan [eisers]. In reconventie vordert [gedaagde] een bedrag van € 4.662,28 wegens toerekenbare tekortschieting in overeenkomst C.
Rechtsgeldige vernietiging van telecomcontract wegens dwaling door misleidende informatie Digihero

Rechtbank Rotterdam 7 maart 2025, IT&R 4836; ECLI:NL:RBROT:2025:1884 (Bike Store tegen Digihero). Bike Store heeft op 3 oktober 2023 een telecomcontract afgesloten met Digihero. Bike Store heeft dit contract op 6 december 2023 buitengerechtelijk vernietigd wegens dwaling. In dit geschil vordert Bike Store een verklaring voor recht dat het contract rechtsgeldig is vernietigd, de veroordeling van Digihero tot vrijgave van Bike Store’s telefoonnummers en terugbetaling van de gemaakte kosten. Op 3 oktober 2023 is een medewerker van Digihero bij Bike Store langs geweest. Tijdens dit gesprek is aan Bike Store verteld dat haar huidige koperverbinding via Ziggo binnenkort zou verdwijnen, en dat het voordelig zou zijn nu al over te stappen op glasvezel om hogere kosten in de toekomst te voorkomen. Daarbij gaf de persoon ten onrechte aan dat Digihero een dochteronderneming van KPN zou zijn, vermoedelijk om vertrouwen te winnen. Digihero levert echter slechts diensten via het netwerk van KPN. Ook werd voorgesteld om de telefonie over te nemen en zowel de zakelijke als de privé diensten onder één contract te brengen. Bike Store kreeg een aantrekkelijk aanbod gepresenteerd dat sneller, beter en goedkoper zou zijn dan haar bestaande abonnement bij Ziggo.
College voor de Rechten van de Mens hoefde geen namen van medewerkers te verstrekken
Rb. Rotterdam 27 juli 2024, IT 4834; ECLI:NL:RBROT:2024:9438 (Eiser tegen het College voor de Rechten van de Mens). Eiser heeft op grond van artikel 15 AVG verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens die door het College voor de Rechten van de Mens worden verwerkt. Verweerder heeft dit verzoek ingewilligd en een metadata-overzicht verstrekt. Eiser vindt dit overzicht onvolledig, wil graag de namen van betrokken medewerkers ontvangen, en stelt dat hij ten onrechte niet was gehoord in bezwaar. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder een geactualiseerd overzicht heeft verstrekt. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat er gegevens ontbreken. De vordering op basis van de onvolledigheid van het overzicht faalt dus. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat de namen van medewerkers géén persoonsgegevens van eiser zijn. Zelfs als dit anders zou zijn, mag verstrekking op grond van artikel 15 lid 4 AVG achterwege blijven wegens bescherming van de rechten van anderen. Ook dit faalt dus, net als het beroep op grond van het niet horen van eiser. Verweerder mocht op grond van artikel 7:3 Awb afzien van een hoorzitting, omdat het bezwaar kennelijk ongegrond was. Het beroep is dus in zijn geheel ongegrond.
Ondanks dat hyperlink achteraf niet meer werkte, zijn de algemene voorwaarden van toepassing
Rb. Amsterdam 15 januari 2025, IT 4835; ECLI:NL:RBAMS:2025:197 (Fish on Fire tegen Provast c.s.). Fish on Fire ontwikkelt digitale producten zoals apps en webplatforms. Gedaagde 4 is bestuurder en enig aandeelhouder van gedaagde 3, die op haar beurt bestuurder en aandeelhouder is van Provast en indirect ook van Rentbay. Deze vennootschappen zijn actief in vastgoedmanagement. In 2021 heeft gedaagde 4 Fish on Fire benaderd voor de ontwikkeling van een webplatform voor het verhuren van vastgoed zonder tussenkomst van makelaars. Fish on Fire heeft offertes uitgebracht, die gedaagde 4 digitaal ondertekende namens Provast. In deze zaak draait het om het uitblijven van betaling van openstaande facturen voor de ontwikkeling van het platform. Hierbij is het onduidelijk wie er contractspartijen zijn, en of de algemene voorwaarden van Fish on Fire geldig van toepassing zijn. Provast voert aan dat zij deze voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst niet op een geldige manier ter hand gesteld had gekregen, omdat de hyperlink naar de algemene voorwaarden niet zou werken. Volgens Provast kon zij daardoor geen kennis nemen van de inhoud van de voorwaarden.
Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 24 april 2025 - Doeke Kingma, Paddy Leerssen, Barbara Wegelin en Emiel Jurjens in het panel

Wat zijn de actuele ontwikkelingen op het gebeid van uitingsvrijheid? Tijdens dit seminar bespreken we onder andere de persvrijheid, het demonstratierecht en trans-Atlantische perspectieven op vrijheid van meningsuiting. Het vindt plaats op donderdag 24 april 2025 in Capital C in Amsterdam.
Jens van den Brink en Lotte Oranje (beiden van Kennedy Van der Laan) en Christiaan Alberdingk Thijm (bureau Brandeis) nemen u mee in de wereld van de uitingsvrijheid. Daarnaast gaan Doeke Kingma (raadsheer, Gerechtshof Amsterdam), Paddy Leerssen (onderzoeker, IViR), Barbara Wegelin (advocaat, EHRM) en Emiel Jurjens (advocaat, Prakken D’Oliveira) met elkaar in gesprek tijdens een panel.
Vordering tot verwijdering persoonsgegevens uit externe frauderegistratiesystemen toegewezen
Rb. Overijssel 2 april 2025, IT 4833; ECLI:NL:RBOVE:2025:2068 (Partij A tegen ASR). De dochter van Partij A is in 2010 betrokken geraakt bij een ongeval. In de daaropvolgende letselschadeprocedure is geoordeeld dat ASR als WAM-verzekeraar aansprakelijk is voor de schade die de dochter door dat ongeval heeft geleden. ASR heeft op enig moment naar aanleiding van een in haar opdracht uitgevoerd observatieonderzoek geconcludeerd dat de dochter haar beperkingen als gevolg van het ongeval heeft overdreven. Omdat Partij A volgens haar daarbij een grote rol heeft gespeeld, heeft ASR hun persoonsgegevens geregistreerd in de externe en interne frauderegistratiesystemen. Partij A vorderen in conventie de ongedaanmaking van die registraties. ASR meent dat deze vorderingen moeten worden afgewezen en betoogt dat Partij A met hun handelen zowel individueel als in groepsverband onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. ASR vordert in reconventie betaling van de schade die zij stelt daardoor te hebben geleden.
Vordering tot rectificatie van uitspraak over schaatsmessen deels toegewezen
Rb. Noord-Holland 19 februari 2025, IT 4832; ECLI:NL:RBNHO:2025:3395 (Eiser tegen gedaagde). In opdracht van gedaagde, een schaatsproducent, sleep eiser schaatsmessen. De samenwerking tussen eiser en gedaagde is inmiddels geëindigd, maar twee facturen van eiser zijn niet betaald. In deze zaak stelt eiser dat gedaagde zijn goede naam heeft misbruikt door op haar website te vermelden dat al haar schaatsen zijn voorzien van door eiser geslepen schaatsen, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval was. Hij vordert onder meer schadevergoeding en rectificatie van deze uitlatingen op de website. Deze vordering wordt toegewezen. De rechtbank oordeelt dat gedaagde onrechtmatig handelde door op haar website te vermelden dat de messen afkomstig waren van eiser, terwijl dat niet altijd zo was. Dit kwalificeert als misleiding in de zin van art. 6:194 BW. Dit geldt overigens alleen voor de ‘Superior’-schaat. Voor de ‘Synergy’-schaats is niet bewezen dat het staal van eiser nooit is gebruikt. De rectificatie wordt dus gedeeltelijk toegewezen.
Gerecht verwerpt beroep van Nederlandse telecombedrijven tegen verspreidingsverbod Russische media
GvEU 26 maart 2025, IEF 22642, IT 4831; ECLI:EU:T:2025:331 (A2B Connect e.a. tegen Raad van de EU). De verzoeksters in deze zaak bij het Gerecht zijn drie Nederlandse telecombedrijven. Zij stellen beroep in op grond van artikel 263 VWEU en vragen om nietigverklaring van bepaalde handelingen van de Raad van de Europese Unie die beperkende maatregelen vaststellen tegen Rusland naar aanleiding van de situatie in Oekraïne. De bestreden handelingen maken deel uit van het sanctieregime van de EU tegen Rusland vanwege diens destabiliserende acties in Oekraïne. Hieronder valt het verspreidingsverbod: een maatregel waarbij exploitanten zoals internetproviders wordt verboden bepaalde inhoud van gesanctioneerde Russische media te verspreiden of de verspreiding daarvan mogelijk te maken. Hoewel verzoeksters niet zelf op de sanctielijsten staan, zijn zij als internetproviders onderworpen aan de uitvoering van het verspreidingsverbod dat door de Raad is opgelegd. Tegen deze maatregel stellen zij beroep in bij het Gerecht van de EU, stellende dat de maatregelen onrechtmatig op hen van toepassing zijn.
KPN mag abonnement blijven aanprijzen als ‘onbeperkt’, ondanks 20GB-daggrens
CvB RCC 19 maart 2025, RB 3892, IT 4829; 2024/00312 (Klager tegen KPN). In een uitgebreide procedure boog het College van Beroep zich over een klacht tegen KPN’s reclame voor een ‘Unlimited50’ sim-only abonnement. De uiting beloofde “onbeperkt data” met 50 Mbit/s snelheid, maar bleek in de praktijk een daglimiet van 20 GB te kennen. Daarna moest de gebruiker handmatig via sms of MijnKPN telkens 2 GB extra data activeren. Klager vond dat dit onvoldoende duidelijk werd gemaakt en dat er dus sprake was van misleiding. De Reclame Code Commissie oordeelde eerder dat deze constructie niet in strijd is met de regels, omdat gebruikers zonder extra kosten kunnen blijven internetten. De benodigde handeling werd niet als relevante beperking gezien. De voorzitter had de klacht eerst nog toegewezen, maar die beslissing werd vernietigd.