Advies wetsvoorstel Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen (2G)
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel over de Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen. Het wetsvoorstel is op 22 november 2021 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.
Lees verder >>
NS verwerkt persoonsgegevens rechtmatig
Raad van State 10 november 2021, IEF 20354, IT 3725; ECLI:NL:RVS:2021:2509 (Appellant tegen AP) Appellant verzocht de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om handhavend op te treden tegen de NS op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens. De AP deed vervolgens onderzoek naar de NS, maar oordeelde dat er geen overtreding plaatsvond en wees daarom het verzoek af. Appellant ging hiertegen in beroep en kwam uiteindelijk terecht bij de Raad van State. De Raad van State oordeelt dat op het moment dat de reiziger in het openbaar vervoer stapt er een vervoersovereenkomst tot stand komt. De verwerking van persoonsgegevens kan rechtmatig zijn als dat noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst. De Raad van State oordeelt dat dit het geval is. De gegevensverwerking heeft als doel vaststellen dat de NS het contractuele vervoer op een traject heeft verzorgd en de verschuldigde tegenprestatie van de reiziger.
UBO-wetgeving hoeft niet buiten werking worden gesteld
Gerechtshof Den Haag 16 november 2021, IEF 20353, IT 3726; ECLI:NL:GHDHA:2021:2176 (Privacy First tegen de Staat) Kort geding. Naar aanleiding van de Europese anti-witwas richtlijn is in de Nederlandse wetgeving bepaald dat vennootschappen in het handelsregister moeten registreren wie hun ’ultimate beneficial owners’ (UBO’s) zijn. Met deze UBO’s zijn bedoeld de natuurlijke personen die de uiteindelijke eigenaren zijn. Daarbij moeten persoonsgegevens en de aard en omvang van het door hen gehouden economisch belang worden opgegeven. Het algemene publiek kan via het UBO-register economisch belang, geboortemaand- en jaar, en woonplaats en nationaliteit van de UBO te weten komen, maar het adres, burgerservicenummer, en geboorteland en -datum zijn alleen door instanties als de Belastingdienst in te zien.
Prejudiciële vragen over mededingingsrecht SEO-houder
Landgericht Düsseldorf (Duitsland) 3 mei 2021, IEF 20351, IT 3723, IEFbe 3326; C-182/21 (Nokia Technologies) Via Minbuza. Verzoekster (Nokia Technologies) heeft een Europees octrooi voor een verzendmethode van gegevens in een telecommunicatiesysteem. Nokia Corporation heeft ETSI in kennis gesteld van de aanmelding van het litigieuze octrooi. Zij heeft verklaard dat zij deze als essentieel voor de LTE-standaard beschouwt en een FRAND-verklaring afgegeven. In verweersters voertuigen zijn onder andere TCU’s (Telematics Control Units) ingebouwd waarmee de voertuigen (Connected Cars), met name via het LTE-netwerk, verbinding kunnen maken met het internet. Nokia vordert staking van de inbreuk op het litigieus octrooi. Volgens verweerster volgt uit artikel 102 VWEU en ook uit de afgegeven FRANDverklaring, dat een SEO-houder aan elke licentieverzoeker die bereid is een licentie te nemen een eigen onbeperkte licentie moet aanbieden voor alle octrooirechtelijk relevante vormen van gebruik van dit SEO. De verwijzende rechter overweegt dat artikel 102 VWEU ruimte laat voor verschillende uitleggingen die voor een ervaren jurist redelijkerwijs in gelijke mate mogelijk zijn, en dat de voor het oordeel relevante vragen nog niet door het Hof zijn uitgelegd, en vooral niet afdoend zijn beantwoord in het arrest Huawei/ZTE.
Migratie naar glasvezelnetwerk kan zonder vertraging plaatsvinden
Vrz. Rechtbank Rotterdam 11 november 2021, IT 3721; ECLI:NL:GHDHA:2053 (T-Mobiele tegen KPN) Kort geding. KPN heeft een landelijk dekkend kopernetwerk en is druk bezig met de uitrol van een glasvezelnetwerk. KPN bedient met haar netwerk zowel eigen retailklanten als wholesaleklanten (andere telecomaanbieders) vanuit de afdeling KPN Wholesale. In het kader van het wholesalegebruik door T-Mobile van het kopernetwerk van KPN hebben partijen verschillende toegangsovereenkomsten gesloten. T-Mobile vordert KPN te verplichten haar dienstverlening over koper aan T-Mobile op de gebruikelijke wijze voort te zetten tot minimaal 1 januari 2025. T-Mobile heeft dit kort geding ingesteld vanwege de functionele, tarief- en kostenmatige en operationele problemen die zij stelt te ondervinden als gevolg van de door KPN aangekondigde en deels al ingezette uitfasering van koperaansluitingen en de migratie naar glasvezelaansluitingen. Volgens KPN bevat de dagvaarding veel misvattingen en onjuiste suggesties. Zij stelt zich daarbij op het standpunt dat T-Mobile nalaat haar stellingen deugdelijk te onderbouwen. De rechtbank wijst de vorderingen van T-Mobile af omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd.
Vacature: advocaat-stagiair(e) IE-recht bij Dirkzwager
Dirkzwager is voor haar sectie Intellectuele Eigendom, IT-recht en Privacy op zoek naar een gedreven advocaat-stagiair(e) met een commerciële instelling.
Wat ga je doen? We vinden het belangrijk dat je gedurende je advocaat-stage kennismaakt met alle pijlers van de sectie IE/IT/Privacy en in brede zin ervaring opdoet. Je gaat dus werken met veel verschillende collega’s. Jouw patroon wordt Christel Jeunink, die veel ervaring heeft op IE-recht.
Lees verder >>
Regionale netbeheerder mag uitbreiding aansluiting weigeren
Hof Den Haag 28 september 2021, IT 3719; ECLI:NL:GHDHA:2021:1826 (O-I tegen Stedin) O-I exploiteert een glasfabriek op de Lingedijk te Leerdam, waar zij een aansluiting op het elektriciteitsnetwerk van regionale netbeheerder Stedin heeft. Zij heeft Stedin verzocht om verzwaring van haar aansluiting. O-I wil dat Stedin die verzwaring op een bepaalde wijze uitvoert. Stedin stelt dat dit om technische redenen niet van haar kan worden verlangt. O-I vordert nu onder andere een verklaring voor recht dat Stedin onrechtmatig handelt door te weigeren de door O-I verzochte verzwaring van de aansluiting op de door haar gewenste wijze tot stand te brengen. De rechtbank heeft haar vorderingen afgewezen. O-I is het niet eens met het oordeel van de rechtbank en eist dat het hof het vonnis van de rechtbank vernietigt en haar vorderingen alsnog toewijst. Het hof stelt Stedin in het gelijk en wijst de vorderingen af.
Persoonsgericht onderzoek voldoet niet aan Gedragscode
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 28 september 2021, IT 3718; ECLI:NL:GHSHE:2021:9009 (Appellant tegen Reaal) Appellant wordt door Reaal verdacht van verzekeringsfraude. In het kader van onderzoek naar de vermoede fraude heeft Reaal een persoonsgericht onderzoek naar appellant gehouden. In het tussenarrest van 28 april is geoordeeld dat het nog onduidelijk is of het onderzoek als in het tussenarrest bedoeld voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit zoals in de bepalingen van de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek is omschreven. Reaal onderbouwt haar keuze voor een persoonsgericht onderzoek aan de hand van een gesprek in december 2014, medisch advies, melding door de schadetoebrenger, telefoongesprek met de melder, tweede gesprek met appellant en deskresearch. Het hof oordeelt dat haar keuze voor een persoonsgericht onderzoek met deze genomen stappen niet voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, zoals omschreven in de Gedragscode. Het lag op de weg van Reaal om voor de beslissing tot persoonsgericht onderzoek, aanvullende inspanningen te verrichten om de vereiste gegevens te verkrijgen door medewerking van appellant zelf. Dit leidt ertoe dat Reaal onrechtmatig heeft gehandeld en daarom geen beroep kan doen op de resultaten van de observatie. Het hof verwijst de zaak naar de rol.
Rectificatie van Facebookberichten afgewezen
Vrz. Hof ’s-Hertogenbosch 28 september 2021, IEF 20324, IT 3717; ECLI:NL:GHSHE:2021:2948 (Pup op Facebook) Kort geding. Geïntimeerde heeft een pup van appellanten gekocht. Kort na aflevering is de pup ziek geworden en geëuthanaseerd. De moeder van geïntimeerde heeft een bericht op Facebook geplaatst waarin zij appellanten onder andere beschuldigt broodfokkers te zijn. Geïntimeerde heeft dit bericht in een Facebook-groep geplaatst, waaronder geïntimeerden reacties hebben geplaatst. Appellanten vorderen rectificatie. De rechtbank wijst de vorderingen af omdat het Facebookbericht en de reacties onder het Facebookbericht zijn verwijderd en appellanten onvoldoende hebben aangevoerd dat deze nu te vinden zijn op internet. Dit feit in samenhang met het tijdsverloop (kwestie speelde in eind juni 2020) maakt dat er onvoldoende reden is voor veroordeling tot openbaarmaking van rectificatie.
Verzoek verwijdering zoekresultaten afgewezen
Hof Arnhem-Leeuwarden 9 november 2021, IT 3716; ECLI:NL:GHARL:2021:10370 (Appelant tegen Google) Beschikking. Appellant is schrijver. Hij heeft Google in 2018 tevergeefs verzocht een tiental zoekresultaten te verwijderen die opkomen wanneer zijn naam in Google Search wordt opgegeven. Het betreft resultaten die verwijzen naar internetpagina’s die gaan over een conflict tussen hem en een literair criticus. De criticus heeft de schrijver beschuldigd van plagiaat en het ten onrechte voeren van academische titels. De rechtbank [IEF 2677] wees het verzoek af omdat, kort gezegd, de schrijver de stelling van Google dat de gewraakte zoekresultaten juist, relevant en niet bovenmatig zijn, onvoldoende had weersproken en ook niet vast is komen te staan dat de verwerking langer duurt dan noodzakelijk. De rechtbank oordeelde daarnaast dat het belang van Google en van internetgebruikers die mogelijk toegang willen krijgen tot de zoekresultaten, boven het belang van de schrijver.gaat. Ook het hof is van oordeel dat het verzoek niet kan worden toegewezen.