Gepubliceerd op donderdag 30 mei 2024
IT 4554
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ||
25 mei 2024
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 mei 2024, IT 4554; ECLI:NL:GHARL:2024:3565 (Man tegen vrouw), https://itenrecht.nl/artikelen/cryptovermogen-in-hoger-beroep-vastgesteld-op-door-deurwaarder-geconstateerde-waarde

Uitspraak ingezonden door Martijn Poulus, The Data Lawyers

Cryptovermogen in hoger beroep vastgesteld op door deurwaarder geconstateerde waarde

Hof Arnhem-Leeuwarden 23 mei 2024, IT 4554; ECLI:NL:GHARL:2024:3565 (Man tegen vrouw). Echtscheidingsprocedure waarin omvang van cryptovermogen in geschil is. In eerste aanleg heeft de rechtbank de waarde van het cryptovermogen geschat op € 250.000, mede op grond van de stelling van de vrouw dat de man een ‘zeer serieuze investeerder’ in cryptovaluta zou zijn. In hoger beroep verzoekt de vrouw het hof om de waarde van het cryptovermogen vast te stellen op € 1.000.000. De man stelt dat hij slechts hobbymatig in crypto investeerde. Uit een door de man ingediend rapport van een in cryptovaluta gespecialiseerde IT-onderneming blijkt dat de werkelijke omvang van het cryptovermogen € 67.022,83 bedraagt. Dit onderzoek is in aanwezigheid van een deurwaarder uitgevoerd en de deurwaarder heeft een proces-verbaal van constatering opgemaakt. Het hof sluit aan bij de door de man gestelde en bewezen waarde. Naar het oordeel van het hof zijn de vermoedens van de vrouw dat het cryptovermogen groter is, niet concreet onderbouwd. Een tegenonderzoek is door de vrouw niet verricht en ook een bewijsaanbod heeft zij niet gedaan.

3.8 De man stelt dat de rechtbank de waarde van de cryptovaluta ten onrechte op € 250.000 heeft geschat en daarbij heeft geoordeeld dat de man een zeer serieuze investeerder is. De man betwist dat met klem en stelt dat hij zich slechts hobbymatig met cryptovaluta bezig hield. Volgens de man is het totaal aan cryptovermogen € 67.022,83 zoals dat blijkt uit het onderzoek van een in een cryptovaluta gespecialiseerde IT-onderneming, [naam3] . Het onderzoek heeft in aanwezigheid van een deurwaarder plaatsgevonden en de deurwaarder heeft een proces-verbaal van constatering opgemaakt.

3.9 Het hof constateert dat de hoogte en de omvang van het cryptovermogen zoals dat op zichzelf in het rapport is geconstateerd tussen partijen niet in geschil is. Waar de man in eerste aanleg nog onvoldoende zijn stelling ter zake van de waarde van het cryptovermogen had onderbouwd, heeft hij dat in hoger beroep met het door [naam3] verrichtte onderzoek naar het oordeel van het hof wel gedaan. Het geschil beperkt zich nog tot de stelling van de vrouw dat de man niet volledig is in zijn opgave en dat hij volgens haar nog over andere cryptovaluta, naast de valuta die in het rapport zijn geconstateerd, beschikt. Het hof oordeelt dat dit niet is komen vast te staan en dat de stelling van de vrouw alleen berust op vermoedens van de vrouw. De vrouw heeft die vermoedens echter niet concreet onderbouwd. Een tegenonderzoek is door de vrouw niet verricht en ook een bewijsaanbod heeft zij niet gedaan. De man heeft desgevraagd verklaard dat hij niet beschikt over andere cryptovaluta dan de cryptovaluta die in het onderzoek zijn geconstateerd. Dit betekent dat het hof het aanwezige cryptovermogen vaststelt op € 67.022,85. Of de man al dan niet een als een serieuze investeerder in cryptovaluta kan worden gekwalificeerd kan in het midden blijven. Een antwoord op die vraag leidt niet tot een ander oordeel. Indien na de uitspraak zou blijken dat de man cryptovaluta heeft verzwegen, verbeurt hij zijn aandeel in de verzwegen (of zoekgemaakte of verborgen gehouden) cryptovaluta aan de vrouw (de sanctie van artikel 3:194 lid 2 BW).

3.10 Het hof bepaalt dat nu de cryptovaluta reeds aan de man zijn toegedeeld hij de helft van de waarde aan de vrouw moet vergoeden. Het gevolg daarvan is dat het subsidiaire verweer van de vrouw (haar voorwaardelijke vordering gebaseerd op benadeling van de gemeenschap) geen bespreking meer behoeft omdat de gelden waarmee de cryptovaluta’s zijn aangekocht zijn verdisconteerd in de door het hof vastgestelde waarde van het cryptovermogen.