Gepubliceerd op woensdag 15 mei 2024
IT 4743
Rechtbank Overijssel ||
8 mei 2024
Rechtbank Overijssel 8 mei 2024, IT 4743; ECLI:NL:RBOVE:2024:2468 (Insulcon c.s. tegen Limis), https://itenrecht.nl/artikelen/onterechte-ontbinding-serviceovereenkomsten-en-onrechtmatige-beslaglegging

Onterechte ontbinding serviceovereenkomsten en onrechtmatige beslaglegging

Rb. Overijssel 15 mei 2024; ECLI:NL:RBOVE:2024:2468 (Insulcon c.s. tegen Limis) Insulcon c.s. hebben twee serviceovereenkomsten gesloten met Limis voor de implementatie en het gebruik van de planningssoftware Limis Planner. Insulcon c.s. stelden dat Limis toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van deze overeenkomsten, omdat de software niet voldeed aan de basisdoelstellingen en functionaliteiten zoals vermeld in de offertes. Ondanks meerdere meldingen van problemen via het ticketsysteem en diverse e-mails, bleef de software volgens Insulcon c.s. gebreken vertonen, wat leidde tot inefficiënties in hun bedrijfsprocessen. Op 26 mei 2023 hebben Insulcon c.s. de serviceovereenkomsten buitengerechtelijk ontbonden en een beroep gedaan op dwaling, stellende dat Limis de gedane betalingen moest terugbetalen en dat Limis onrechtmatig had gehandeld. Zij vorderen onder meer terugbetaling van de betaalde bedragen en schadevergoeding. Limis betwist deze vorderingen en stelt dat Insulcon c.s. niet hebben voldaan aan de klachtplicht ex artikel 6:89 BW, omdat zij niet tijdig hebben geklaagd over de vermeende gebreken. Limis vordert in reconventie betaling van de openstaande facturen en stelt dat de door Insulcon c.s. gelegde conservatoire beslagen onrechtmatig zijn.

De rechtbank oordeelt dat Insulcon c.s. onvoldoende hebben onderbouwd dat er sprake is van gebreken in de door Limis geleverde software, de Limis Planner. De rechtbank stelt vast dat Insulcon c.s. niet tijdig hebben geklaagd over de vermeende gebreken, waardoor zij hun rechten ter zake van de gestelde tekortkoming hebben verwerkt. Daarnaast concludeert de rechtbank dat Insulcon c.s. de serviceovereenkomsten onterecht buitengerechtelijk hebben ontbonden en dat er geen sprake is van dwaling of onrechtmatig handelen door Limis. De rechtbank wijst de vorderingen van Insulcon c.s. af en veroordeelt hen hoofdelijk tot betaling van de openstaande facturen aan Limis. De rechtbank verklaart verder voor recht dat de door Insulcon c.s. gelegde conservatoire beslagen onrechtmatig zijn en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schade die Limis hierdoor heeft geleden en nog zal lijden.

5.9. De rechtbank constateert dat Insulcon NL in de stukken in algemene bewoordingen stelt dat bij enkele functionaliteiten en basisdoelstellingen niet aan de serviceovereenkomst is voldaan en dat “het plannen van de productie, en daarmee de absolute kernwaarde van het softwarepakker, niet werkt”. Daarbij verwijst zij naar eigen tickets, mails en brieven, waarin zij zelf schrijft dat bepaalde zaken niet naar behoren werken. Insulcon NL heeft echter geen, althans onvoldoende verband gelegd tussen de klachten in de tickets en de mails enerzijds en hetgeen tussen partijen met betrekking tot de basisdoelstellingen is overeengekomen anderzijds. Een klacht is niet per definitie een fout en kan ook het gevolg zijn van verkeerd gebruik van de software, onbekendheid met de nieuwe software of zien op verwachtingen van Insulcon NL of verbeteringen van Limis ten aanzien van de software (zoals de order-acceptatiemodule), die geen basis vinden in de serviceovereenkomst. Voor zover klachten wel zien op de functionaliteiten ten behoeve van de basisdoelstellingen, maar zijn opgelost, is evenmin sprake (meer) van gebreken. Bovendien is niet elke klacht van zodanig gewicht, dat die als een gebrek kan worden aangemerkt. 

Daar waar Insulcon NL in haar mails en brieven stelt dat een basisfunctionaliteit niet werkt, onderbouwt zij niet met concrete voorbeelden waar dat uit blijkt en dat dat niet werken het gevolg is van een gebrek in de software (en niet van bijvoorbeeld onoordeelkundig gebruik). Daar waar zij stelt dat er als gevolg van het niet functioneren van de planning toch meer handmatig moest worden gewerkt, onderbouwt zij dat niet door middel van verklaringen of anderszins. Verder acht de rechtbank relevant dat Insulcon NL, ondanks haar stelling dat de Limis Planner niet werkte, circa vier jaar met de Limis Planner heeft gewerkt en dat niet gebleken is dat deze software bij Insulcon BE niet goed heeft gefunctioneerd. 

Ten slotte geldt dat Insulcon NL niet door een derde/deskundige heeft laten onderzoeken of de aan haar geleverde Limis Planner-software de overeengekomen basisfunctionaliteiten bezit en, zo niet, welke gebreken de software vertoont. Het had op haar weg gelegen om zich bijvoorbeeld via een voorlopig deskundigenbericht in staat te stellen om haar stellingen beter te onderbouwen. Gezien het gebrek aan verdere feitelijke onderbouwing van de stellingen door Insulcon NL ziet de rechtbank geen aanleiding een deskundigenbericht te gelasten.

5.10. Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat Insulcon c.s. onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd dat sprake is van gebreken in de door Limis aan haar geleverde en bij haar geïmplementeerde Limis Planner. Van een tekortkoming in de nakoming van de serviceovereenkomsten door Limis is dus niet gebleken. Insulcon c.s. hebben de serviceovereenkomsten dan ook onterecht buitengerechtelijk ontbonden. Van dwaling door Insulcon c.s. en/of onrechtmatig handelen van Limis is, nu er geen sprake is van een gebrek in de software, evenmin sprake. De vorderingen van Insulcon c.s. in conventie zullen dan ook worden afgewezen.