Gedaagde heeft informatieplicht over cyberaanval
Rb. Rotterdam 4 april 2023, IT 4254; ECLI:NL:RBROT:2023:2931 (Blauw tegen Nebu) Civiel recht. De partijen in deze zaak zijn Blauw Research B.V., een marktonderzoeksbureau, en Nebu, een ICT-bedrijf. Op 10 en 11 maart vond er een cyberaanval plaats op de servers van Nebu, waarbij data is ontvreemd door de aanvallers. Omdat Nebu diensten en software levert aan Blauw, eist Blauw dat Nebu meer informatie verstrekt over de cyberaanval.
Intervisie 2023
Wil je gegarandeerd voldoen aan de kwaliteitstoetsen én meer grip op jouw procespraktijk? Doe mee aan onze intervisie. Bij intervisie staat één vraag of concrete ervaring centraal, die relevant is voor de hele groep. Door te luisteren en door te vragen blijft het denken in beweging. Oefen je vaardigheden in het omgaan met dilemma's. Samen zorgen we voor nieuwe inzichten en een breder perspectief.
Doe je mee? We starten binnenkort met een nieuwe groep. Liever intervisie op maat met jouw kantoor? Dat kan ook. Stuur een mail naar info@delex.nl voor een offerte.
Staatssecretaris BiZa acht algoritme-verbod niet wenselijk
Op 14 november 2022 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht om op nationale en Europese schaal sociale mediaplatforms te dwingen om hun algoritmes voor kinderen uit te zetten of aangepaste varianten te maken. Deze motie is aangenomen naar aanleiding van de zorgen omtrent jonge gebruikers en sociale media, zoals het terechtkomen in een informatiefuik en de verspreiding van desinformatie.
Uitspraak ingezonden door: Diederik Stols, Hanna van Til en Otto Volgenant, Boekx Advocaten
EOKM vordert verbod tegen pornowebsite
Rb. Amsterdam 12 april 2023, IEF 21357; ECLI:NL:RBAMS:2023:2192 (EOKM tegen Hammy Media) Het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) heeft een rechtszaak aangespannen tegen Hammy Media, de exploitant van de pornowebsite 'xhamster.com'. EOKM stelt dat op deze website mogelijk beeldmateriaal wordt getoond dat in strijd is met een eerder vonnis van deze rechtbank, waarin het publiceren van beeldmateriaal waarop personen herkenbaar te zien zijn die (1) heimelijk zijn gefilmd op plekken waar zij zich onbespied wanen, of (2) in de privésfeer seksuele handelingen verrichten zonder hun toestemming wordt verboden. Daarnaast stelt EOKM dat Hammy Media, door publicatie van het onrechtmatige beeldmateriaal, in strijd handelt met het portretrecht van artikel 21 Auteurswet (Aw) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). EOKM vordert een verbod op het onrechtmatige beeldmateriaal jegens Hammy Media.
Verdachte veroordeeld voor misbruiken persoonsgegevens slachtoffer op social media
Hoge Raad 11 april 2023, IT 4250; ECLI:NL:HR:2023:531 (Verdachte tegen slachtoffer) Strafrecht. In een recente zaak heeft het hof geoordeeld over het misbruiken van persoonsgegevens van een slachtoffer op social media. De verdachte is tegen dit oordeel van het hof in hoger beroep gegaan.
Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte "nepaccounts" heeft aangemaakt op LinkedIn, Twitter en www.Independent.Academia.EDU uit naam van het slachtoffer, zonder diens toestemming. Hierbij zijn de persoonlijke gegevens, zoals naam en foto, van het slachtoffer gebruikt. Op deze nepaccounts heeft de verdachte het slachtoffer in een negatief daglicht gesteld, met reputatieschade van het slachtoffer tot gevolg. De verdachte betoogde dat zij niet de intentie had om anderen te laten geloven dat zij te maken hadden met het slachtoffer, maar dat zij juist wilde waarschuwen tegen het slachtoffer. De verdachte stelt daarom dat zij de identificerende persoonsgegevens van het slachtoffer niet heeft misbruikt, waardoor er geen sprake zou zijn van enig nadeel voor het slachtoffer. Het hof heeft deze verweren destijds verworpen en geoordeeld dat de handelingen van de verdachte niet als 'ironie' of 'humor' kunnen worden beschouwd, maar dat zij daadwerkelijk heeft geprobeerd om anderen te laten geloven dat zij te maken hadden met het slachtoffer.
Het hof heeft in haar oordeel verwezen naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad waarin is bepaald dat het misbruiken van persoonsgegevens van een ander strafbaar is, ook als iemand op naam van een ander zonder diens instemming een account aanmaakt en die ander op dat account in een kwaad daglicht stelt, waardoor die ander reputatieschade lijdt. Het hof heeft vastgesteld dat het slachtoffer in deze zaak enig nadeel geleden en reputatieschade heeft opgelopen.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de verdachte niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof.
Digitale nalatenschap in Nederland: Risico's en onduidelijkheden
Via Ars Aequi. Het blijkt dat veel Nederlanders hun digitale nalatenschap niet goed geregeld hebben. Dit kan leiden tot risico's zoals het online voortleven en identiteitsfraude. Een testament kan meestal een oplossing zijn, maar niet iedereen maakt een testament. Digitale nalatenschap bestaat uit persoonlijke, financiële, zakelijke en sociale media bezittingen, maar de juridische status van digitale bezittingen is nog onduidelijk.
Digitale nalatenschap omvat diverse soorten digitale bezittingen; van foto's en e-mails tot sociale media profielen en cryptocurrency. Digitale bezittingen worden niet gezien als zaken omdat ze niet stoffelijk zijn. Aanspraken op digitale bezittingen kunnen mogelijk worden gezien als subjectieve vermogensrechten, maar de vermogensrechtelijke status van digitale data is nog niet duidelijk vastgesteld.
Hoe digitale nalatenschap overgaat op erfgenamen hangt af van de civielrechtelijke kwalificatie van digitale bezittingen. Digitale bezittingen kunnen namelijk ook online schulden bevatten.
Naast de juridische problematiek, zijn er ook een aantal praktische problemen bij de afwikkeling van digitale nalatenschap. Hierbij kan gedacht worden aan het gebrek aan toegang tot accounts en wachtwoorden van de overledene, alsmede de complexiteit van digitale bezittingen.
Het regelen van de digitale nalatenschap is een belangrijk onderwerp waar Nederlanders veel mee te maken hebben. Het is belangrijk om bewust te zijn van de risico's en praktische problemen, zodat men tijdig maatregelen kan nemen om de digitale nalatenschap goed te regelen.
Nieuw Actieplan voor verbetering gegevensuitwisseling in de zorg
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft een nieuw Actieplan gepresenteerd om de gegevensuitwisseling in de zorg te verbeteren. De huidige ICT-systemen zijn in veel gevallen namelijk verouderde, complexe en monolithische systemen. Het plan richt zich verder op het vergroten van openheid, transparantie en overheidsregie om de tekortkomingen in de huidige zorg-ICT-markt aan te pakken.
Het ministerie gaat regie nemen op bovengenoemde knelpunten en faciliteert de inrichting van een landelijk zorgbreed platform voor samenwerking tussen stakeholders op strategisch, tactisch en operationeel niveau. De Tweede Kamer vraagt ook om het monitoren van de voortgang in gegevensuitwisselingen en de zorg-ICT-markten. Daarom start VWS in 2023 met de inrichting van een monitorfunctie voor beiden.
De focus van de monitor is onder andere om de ontwikkeling in het informatiestelsel ten aanzien van gegevensuitwisseling te meten. Bij het inrichten van de monitor zal gezocht worden naar een manier om de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden.
Al met al is het Actieplan van het ministerie van VWS een belangrijke stap in het verbeteren van de gegevensuitwisseling in de zorg. Het monitoren van de voortgang is essentieel om te zien of de interventies daadwerkelijk effect hebben. Het uiteindelijke doel is om te zorgen voor effectieve en efficiënte ICT-systemen die bijdragen aan betere zorg.
HvJ EU: Nationale regelingen ter bescherming van werknemers moeten voldoen aan artikel 88 AVG
HvJ EU 30 maart 2023, IT 4246; ECLI:EU:C:2023:270 (Hauptpersonalrat der Lehrerinnen und Lehrer beim Hessischen Kultusministerium tegen Minister des Hessischen Kultusministeriums) De zaak gaat over het gebruik van videoconferenties voor onderwijs tijdens de COVID-19-pandemie in de deelstaat Hessen, Duitsland. Er was geen toestemming van leraren nodig voor het livestreamonderwijs via videoconferenties, wat een vakbond van leraren onterecht vond. De vraag was of de regels die dit mogelijk maakten (hierna: de nadere regels) voldeden aan de voorwaarden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Artikel 88 van de AVG bepaalt dat lidstaten bevoegd zijn, maar niet verplicht, om dergelijke regels vast te stellen, maar deze moeten wel passende en specifieke maatregelen bevatten ter waarborging van de rechten van werknemers met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. Als nationale regels in strijd zijn met de AVG, moeten ze buiten toepassing worden gelaten, omdat het beginsel van de voorrang van het Unierecht betekent dat EU-regelgeving voorrang heeft boven nationaal recht.
Algemene Rekenkamer wijst in brief aan Kamer op obstakels bij de uitvoering van de AVG in Nederland
De Algemene Rekenkamer heeft een brief gestuurd naar de Tweede Kamer waarin wordt gewezen op obstakels bij de uitvoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in Nederland. Uitvoeringsorganisaties hebben moeite met de AVG en dit kan leiden tot negatieve gevolgen voor burgers. Er worden aanbevelingen gedaan om gegevensdeling mogelijk te maken en aandacht te besteden aan de uitwisseling van gegevens tussen uitvoerders om zoönosen te voorkomen en fraude in de gezondheidszorg aan te pakken. De AVG biedt ruimte om persoonsgegevens te verwerken, maar er moet wel een wettelijke basis zijn voordat gegevens kunnen worden gedeeld of verwerkt. Het rapport benadrukt dat het nodig is om de afweging tussen beleidsdoelen en privacy van burgers als onderdeel van de manier van werken te incorperen. Als er een nieuwe wettelijke basis nodig is, kan de Autoriteit Persoonsgegevens worden gevraagd om voorwaarden te stellen.
Lees de hele kamerbrief hier.
SIKN is niet gehouden de broncode voor appellant veilig te stellen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 februari 2023, IT 4244, IEF 21335; ECLI:NL:GHARL:2023:1772 (appellant tegen SIKN) De appellant heeft als vrijwilliger software ontwikkeld voor SIKN, maar de samenwerking is beëindigd. SIKN heeft de computer waarop de server draaide laten formatteren en verkocht, waardoor de appellant geen toegang meer heeft tot de broncode van zijn ontwikkelde software. De appellant eist dat SIKN aan hem de broncode afgeeft of schadevergoeding betaalt en verklaart dat de handelingen van SIKN onrechtmatig zijn. Het Hof oordeelt echter dat SIKN niet verplicht was om de broncode veilig te stellen, omdat de appellant slechts het programmeerwerk heeft gedaan en niet het functionele ontwerp heeft gemaakt. De broncode heeft auteursrechtelijke bescherming en de appellant heeft het auteursrecht daarop niet aan SIKN overgedragen. SIKN had toestemming om de broncodes te gebruiken, maar de licentieovereenkomst is inmiddels beëindigd. Het Hof oordeelt dat SIKN geen verplichting had om de broncode voor de appellant veilig te stellen, en dus is de vordering van de appellant om de broncode terug te geven niet toewijsbaar en slaagt het hoger beroep niet.