Vacature: (senior) associate TMT/IP met IP focus bij Stibbe
Stibbe is op zoek naar een (senior) associate TMT/IP met IP focus.
De praktijkgroep TMT/IP van Stibbe adviseert bedrijven en overheidsinstellingen op het gebied van ICT-recht, data protection en intellectuele eigendom. De praktijk strekt zich uit over de breedte van deze rechtsgebieden, met een focus op de digitale economie.
Stibbe is op zoek naar een kandidaat met vier tot negen jaar werkervaring. Je hebt (een zekere) ervaring met intellectuele eigendom en vindt het leuk daarvoor ook aanspreekpunt te zijn binnen en buiten het team. Je hebt daarnaast ervaring of affiniteit met informatierecht/data protection. Je wilt je verder ontwikkelen in een dynamische omgeving op het hoogste niveau op het gebied van de praktijkgroep TMT/IP.
Lees verder.
Inzageverzoek was in overeenstemming met AVG
RvS 9 december 2020, IT 3356; ECLI:NL:RVS:2020:2927 (College van B&W van Zundert tegen wederpartij) Hoger beroep. Bij besluit van 2 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zundert het verzoek van 'wederpartij' om inzage in zijn persoonsgegevens buiten behandeling gesteld. Wederpartij heeft bij brief van 30 juli 2017, door het college ontvangen op 5 november 2017, verzocht om inzage in de verwerking van zijn persoonsgegevens. Volgens wederpartij zijn zijn persoonsgegevens onder meer verwerkt voor eerder ingediende verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Hij heeft ook verzocht om, voor zover het college zijn persoonsgegevens heeft verwerkt door berichten te plaatsen op het forum van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de inhoud van deze berichten op te nemen in het overzicht.
Uitspraak ingezonden door Wim Maas, Taylor Wessing.
Ondanks niet ondertekenen overeenkomst toch auteursrechthebbende
Vzr. Rechtbank Gelderland 8 december 2020, IEF 19641, IT 3355; C/05/378276 / KG ZA 20-400 (Hage q.q. tegen Connect) Kort geding. Connect ontwikkelde en vermarkte onder andere software, in het bijzonder 3D configuraties voor woningbouwprojecten. IBG ontwikkelt eveneens software. Connect heeft op enig moment IBG benaderd om een 3D tekenprogramma verder te bewerken en het programma te onderhouden. Zij laten hiervoor een overeenkomst opstellen. Op 14 januari 2020 wordt Connect failliet verklaard. Curator Hage q.q. vordert de producten die in de uitvoering van de overeenkomst door IBG zijn ontwikkeld en stelt zich op het standpunt dat Connect eigenaar is van de auteursrechten. IBG voert verweer en meent dat zij de IE-rechten met betrekking tot de producten bezit, nu de overeenkomst niet door haar is ondertekend. Geoordeeld wordt dat partijen kennelijk overeenstemming hadden over de essentiala van de overeenkomst en dat zij hieraan volledige uitvoering hebben gegeven. Verder blijkt uit de correspondentie dat zij uitgingen van een bindende overeenkomst, waardoor Connect er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat IBG de overeenkomst gestand zou doen. Dat IBG de overeenkomst niet heeft ondertekend, doet daar niet aan af. IBG wordt daarom bevolen de producten die zij nog onder zich heeft, waaronder de meest recente versie van de (bron)code, af te geven en ter beschikking te stellen op een draagbare gegevensdrager.
Gemeente heeft IT-overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden
Rechtbank Den Haag 3 juni 2020, IT 3354; ECLI:NL:RBDHA:2020:4735 (Split-Vision tegen gemeente Leeuwarden) Split-Vision is een software-ontwikkelaar.Het geschil draait om een misgelopen automatiseringsproject bij de gemeente Leeuwarden en enige aangesloten gemeenten. In de kern is in geschil of dit mislopen het gevolg is van tekortschietende prestaties van de kant van Split-Vision onder de PDW-overeenkomst, met betrekking tot de tijdigheid, volledigheid en kwaliteit van de door haar geleverde inspanningen en resultaten en of de gemeente Leeuwarden daarom gerechtigd was de betaling van gebruiksvergoedingen aan Split-Vision te staken en de PDW-overeenkomst te ontbinden. Toepassing van de redelijkheid en billijkheid bij het bepalen van de omvang van de ongedaanmakingsverbintenis. Ook het aandeel van de opdrachtgevende gemeente wordt in het mislopen van het IT-project betrokken. De vorderingen van Split-Vision worden afgewezen. Er wordt voor recht verklaard dat de gemeente Leeuwarden de PDW-overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden, met uitzondering van de contractuele afspraken met betrekking tot de zogenaamde Fase1-koppelingen. Er is hoger beroep aangetekend.
HvJ EU: besluit Europese Commissie over mededinging nietig verklaard
HvJ EU 9 december 2020, IEF 19638, IT 3353, IEFbe 3156; ECLI:EU:C:2020:1007 (Groupe Canal+ tegen Europese Commissie) Mededinging. Televisiedistributie. Uit het persbericht: het Hof verklaart een besluit van de Commissie nietig waarbij toezeggingen verbindend worden verklaard die door een onderneming zijn gedaan om de mededinging op de markten in stand te houden. De omstandigheid dat de medecontractanten van een onderneming die heeft toegezegd om bepaalde contractuele clausules niet na te komen, zich tot de nationale rechter kunnen wenden, kan de gevolgen van dat besluit van de Commissie voor de contractuele rechten van die medecontractanten niet opheffen.
Toewijzing geldvordering bij voorraad onvoldoende aannemelijk
SGOA 27 mei 2019, IEF 19632, IT 3352 (Eiser tegen verweerder) Eiser houdt zich bezig met het technisch ontwerp en het uitvoeren van technische productinnovatie. Verweerder ontwikkelt, fabriceert en verkoopt hoogwaardige gordijnrailssystemen. Partijen hebben samengewerkt aan de ontwikkeling van een besturingssysteem voor gordijnrails. Hiervoor zijn partijen op 22 oktober 2015 een overeenkomst aangegaan. Eiser stelt dat verweerder ten onrechte weigert de openstaande facturen te betalen. Zij vordert betaling van deze facturen. Verweerder heeft dit gemotiveerd betwist. Voor de vraag of er plaats is voor toewijzing hiervan is vastgesteld dat eiser een spoedeisend belang heeft bij haar vordering, gezien het feit dat op 28 mei 2019 een faillissementsrekest wordt behandeld. Verweerder is echter de enige klant van eiser. Voor verweerder bestaat een reëel restitutierisico omdat eiser kennelijk niet zelf beschikt over financiële middelen om het faillissement af te wenden. Bij de belangenafweging zal de aannemelijkheid en opeisbaarheid van de vorderingen daarom een belangrijke rol spelen. Daarom worden alle openstaande facturen stuk voor stuk behandeld. Geoordeeld wordt dat eiser er niet in is geslaagd voldoende aannemelijk te maken dat verweerder de aan haar vorderingen ten grondslag gelegde gefactureerde bedragen verschuldigd is, zodat de vordering moet worden afgewezen.
Gebrek aan kennis over verhuizing komt voor eigen rekening
SGOA Heemstede 22 oktober 2018, IEF 19630, IT 3349, LS&R 1891 (Leverancier tegen afnemer) Arbitraal vonnis. Eiser is een leverancier van softwarepakketten aan medische zorginstellingen. Verweerder houdt zich bezig met geneesmiddelenverstrekking. Samen hebben zij een dienstenovereenkomst afgesloten voor de levering van een softwarepakket. Eiser heeft bij factuur van 2 mei 2017 een bedrag in rekening gebracht, maar de factuur is naar het oude adres verstuurd. Betaling is daarom uitgebleven. Verweerder heeft het pand dat zij huurde moeten verlaten en eiser heeft geholpen bij deze verhuizing. Eiser vordert naast de hoofdsom de handelsrente over de hoofdsom over de periode vanaf de vervaldatum van de verzonden factuur. De hoofdsom wordt toegewezen, maar uit de omstandigheden van het geval leidt de arbiter af dat eiser op de hoogte was van de verhuizing, ondanks dat verweerder verzuimd heeft een adreswijziging door te geven. Deze vordering wordt daarom afgewezen. Nu verweerder niet heeft betaald nadat zij de factuur alsnog heeft ontvangen, stelt de arbiter in redelijkheid vast dat verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage.
Klachten leiden niet tot vernieting Parool-uitspraak
HR 4 december 2020, IEF 19636, IT 3351; ECLI:NL:HR:2020:1942 (Eiser tegen Het Parool) Vervolg op [IEF 18468]. Privacyrecht. Het Parool heeft in 2016 artikelen gepubliceerd over de kopers van politiepanden op de Amsterdamse Wallen en hun banden met criminelen. De betrokken kopers vorderen te verklaren dat publicatie van de artikelen onrechtmatig is. Publicatie van de artikelen was niet onrechtmatig volgens de rechtbank. Het hof oordeelde dat één bewering in het laatste artikel onrechtmatig was wegens het ontbreken van nuancering en/of wederhoor. De artikelen werden verder rechtmatig bevonden. Plaatsing van een rectificatie bij het laatste artikel in het digitale archief volstond. De Hoge Raad verwerpt het beroep. De klachten over het arrest van het hof kunnen niet leiden tot vernietiging van dat arrest. Zie ook de conclusie van de A-G [IEF 19341].
Kennismaking en verdieping nieuwe Franchisewet 2021
Binnenkort start bij deLex Media een serie online seminars over de nieuwe Franchisewet die naar verwachting per 1 januari 2021 in werking treedt. Deze wet heeft gevolgen voor zowel franchisenemers- als gevers, en voor u als professional in het vakgebied.
De gevolgen voor franchiseovereenkomsten, privacy en marketing zijn aanzienlijk!
Bert-Jan van den Akker, Esther Brons-Stikkelbroeck en Eva de Vries nemen u gedurende vier seminars mee door de algemene en praktische aspecten van deze nieuwe wet.
Nationaal Reclamerechtcongres. Aanmelden is nog mogelijk
Donderdag staat het Nationaal Reclamerechtcongres 2020 alweer op de agenda. Omdat we weer online gaan, verdelen we programma over twee webinars, op 10 december en op 28 januari 2021. In januari komen onder meer e-commerce aan bod, de Stichting Reclame Code en het toezicht van de Kansspelautoriteit (KSA). Met dagvoorzitters Ebba Hoogenraad en Willem Leppink als moderators en aanjagers!
Middagprogramma donderdag 10 december