DOSSIERS
Alle dossiers

Overige onderwerpen  

IT 4018

Toegang tot volledige Microsoft-omgeving moet worden verzekerd

Rechtbank Amsterdam 3 mei 2022, IT 4018; ECLI:NL:RBAMS:2022:4452 (Eisers tegen Microsoft), https://itenrecht.nl/artikelen/toegang-tot-volledige-microsoft-omgeving-moet-worden-verzekerd

Vzr. Rb. Amsterdam 3 mei 2022, IT 4018; ECLI:NL:RBAMS:2022:4452 (Eisers tegen Microsoft) X N.V maakt gebruik van de diensten van Microsoft. X is op 22 april 2022 failliet verklaard. Eisers zijn als curatoren benoemd. De curatoren sommeerden Microsoft per e-mail van 26 april 2022 om toegang te verschaffen tot de Microsoft-omgeving. De curatoren kregen daarop bericht dat Microsoft B.V. en Microsoft Datacenter Netherlands B.V. niet de juiste vennootschappen zijn om in rechte te betrekken, aangezien zij de diensten niet leverden. De curatoren vorderen in deze zaak onder meer een veroordeling van Microsoft om het noodzakelijke te doen zodat toegang tot de Microsoft-omgeving wordt verzekerd. De rechtbank stelt vast dat curatoren een spoedeisend belang hebben bij toewijzing van hun vorderingen. Zij zijn als curatoren benoemd ter afwikkeling van het faillissement en dienen dus te beschikken over de volledige administratie van X. De voorzieningenrechter veroordeelt Microsoft Ireland Operations Limited (gedaagde 3) om al hetgeen noodzakelijk is te doen, zodat toegang tot de volledige Microsoft-omgeving wordt verzekerd. Daarnaast wordt het Microsoft Ireland Operations Limited door de voorzieningenrechter verboden om de Microsoft-omgeving te vernietigen of de toegankelijkheid ervan teniet te doen.

IT 4017

Bitcoins moeten worden terugbetaald

Rechtbank Midden-Nederland 18 mei 2022, IT 4017; ECLI:NL:RBMNE:2022:2078 (Eisers tegen gedaagde ), https://itenrecht.nl/artikelen/bitcoins-moeten-worden-terugbetaald

Rb. Midden-Nederland 18 mei 2022, IT 4017; ECLI:NL:RBMNE:2022:2078 (eisers tegen gedaagde) Eiser handelt privé in Bitcoins en heeft in 2018 eiseres opgericht. Gedaagde heeft Bitcoins beschikbaar gesteld om te worden ondergebracht in een door eiseres nog op te zetten fonds in cryptocurrency. Eiser heeft de Bitcoins van gedaagde beheerd en verhandeld. In de loop van 2019 zijn er verliezen ontstaan. Partijen hebben vervolgens een schuldbekentenis ondertekend. Eiser vordert in dit geding onder meer een verklaring voor recht dat eiser in juni 2018 met gedaagde een overeenkomst van opdracht tot het beheren en verhandelen van de Bitcoins van gedaagde is aangegaan. Daarnaast vordert eiser vernietiging van de schuldbekentenis vanwege (primair) bedreiging of misbruik van omstandigheden en (subsidiair) bedrog of dwaling. Ook vordert eiser een verklaring voor recht dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en dat hij aansprakelijk is voor de schade van eiser. 

IT 4014

Onvoldoende gesteld hoe overeenkomst tot stand is gekomen

Rechtbank Noord-Holland 29 jun 2022, IT 4014; ECLI:NL:RBNHO:2022:5697 (Zalando tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/onvoldoende-gesteld-hoe-overeenkomst-tot-stand-is-gekomen

Ktr. Rb. Noord-Holland 29 juni 2022, IT 4014; ECLI:NL:RBNHO:2022:5697 (Zalando tegen gedaagde) De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en consument. In artikel 6:230v lid 3 BW staat een bijzondere verplichting voor de handelaar bij overeenkomsten die op elektronische wijze tot stand zijn gekomen. De handelaar moet het bestelproces bij dergelijke overeenkomsten zo inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Zalando hanteert op haar website een bestelknop met daarop ‘BESTELLEN EN BETALEN’. Wat betreft de smartphone app is het niet duidelijk of er op de bestelknop ‘BESTELLEN EN BETALEN’ of alleen ‘Bestel nu!’ staat. Zalando heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd hoe de overeenkomst tot stand is gekomen. Hierdoor kan de kantonrechter niet beoordelen of voldaan is aan de verplichting uit artikel 6:230v lid 3 BW. De kantonrechter wijst om deze reden de vorderingen af.

IT 4012

Gestelde tekortkoming is onvoldoende onderbouwd

Rechtbank Overijssel 30 jun 2022, IT 4012; ECLI:NL:RBOVE:2022:1949 (Phone House tegen BrixCRM), https://itenrecht.nl/artikelen/gestelde-tekortkoming-is-onvoldoende-onderbouwd

Vzr. Rb. Overijssel 30 juni 2022, IT 4012; ECLI:NL:RBOVE:2022:1949 (Phone House tegen BrixCRM) BrixCRM zou in opdracht van Phone House een nieuw Commerce Platform gaan ontwikkelen en opleveren. BrixCRM laat vervolgens weten dat zij de afgesproken opleveringsdatum niet gaat halen. Phone House vordert onder meer nakoming van de gemaakte afspraken. In reconventie vordert BrixCRM betaling van twee facturen. De voorzieningenrechter oordeelt dat BrixCRM op basis van de opdrachtbevestiging redelijkerwijs mocht verwachten dat haar een opdracht was gegeven om een webshop op te richten die uniform werkte voor zowel de winkeliers als consument. Dat Phone House andere verwachtingen had, kan niet worden tegengeworpen aan BrixCRM. 

IT 4011

Slechts ten aanzien van borg duidelijke mededeling gedaan

Rechtbank Noord-Holland 1 jun 2022, IT 4011; ECLI:NL:RBNHO:2022:4676 (BSH Huishoudapparaten tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/slechts-ten-aanzien-van-borg-duidelijke-mededeling-gedaan

Ktr. Rb. Noord-Holland 1 juni 2022, IT 4011; ECLI:NL:RBNHO:2022:4676 (BSH Huishoudapparaten tegen gedaagde) Op grond van artikel 6:230v lid 3 BW moet een elektronisch bestelproces zo worden ingericht dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden wanneer hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk gemaakt is dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Op de bestelknop van BSH staan de woorden ‘bevestig en borg betalen’. De kantonrechter oordeelt dat hiermee slechts ten aanzien van de borg een duidelijke mededeling is gedaan. Het is hiermee volgens de kantonrechter niet duidelijk dat de consument zich verbindt tot betaling van andere kosten. De kantonrechter meent dat er dus niet is voldaan aan de verplichting uit 6:230v lid 3 BW en dat de overeenkomst tussen BSH en gedaagde daarom vernietigbaar is. De vordering van BSH wordt afgewezen. BSH dient haar verplichtingen uit de overeenkomst echter nog wel na te komen.

IT 4009

'Bevestig bestelling' houdt geen duidelijke mededeling in

Rechtbank Overijssel 5 jul 2022, IT 4009; ECLI:NL:RBOVE:2022:2093 (CAPACCS tegen gedaagde ), https://itenrecht.nl/artikelen/bevestig-bestelling-houdt-geen-duidelijke-mededeling-in

Ktr. Rb. Overijssel 5 juli 2022, IT 4009; ECLI:NL:RBOVE:2022:2093 (CAPACCS tegen gedaagde) CAPACCS vordert dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het in de dagvaarding omschreven bedrag. Op grond van artikel 6:230v lid 3 BW moet een elektronische bestelproces zo worden ingericht dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. De kantonrechter oordeelt dat er geen duidelijke mededeling is gedaan over het feit dat de consument met het aanklikken van de bestelknop een betalingsverplichting aangaat. De woorden ‘Bevestig bestelling’ houden geen duidelijke mededeling in. De kantonrechter zal daarom de overeenkomst vernietigen. Gedaagde partij is als gevolg hiervan de gevorderde hoofdsom niet verschuldigd. De kantonrechter wijst de vorderingen van CAPACCS af.

IT 4007

Slechts bij deel subsidiaire vordering sprake van 'bepaalde bescheiden'

Rechtbank Amsterdam 6 jul 2022, IT 4007; ECLI:NL:RBAMS:2022:3892 (Eiser tegen gedaagden ), https://itenrecht.nl/artikelen/slechts-bij-deel-subsidiaire-vordering-sprake-van-bepaalde-bescheiden

Rb. Amsterdam 6 juli 2022, IEF 20865, IT 4007; ECLI:NL:RBAMS:2022:3892 (eiser tegen gedaagden) Eiser heeft gedaagde 1 gesommeerd om boetes te betalen vanwege schending van de geheimhoudingsplicht. Ook heeft eiser een sommatiebrief aan gedaagde 2 gestuurd waarin zij vraagt dat gedaagde 2 bevestigt dat overgestapte (ex-)werknemers geen werkzaamheden meer zullen verrichten voor gedaagde 2 en dat zij geen zakelijke contacten zullen onderhouden met klanten van eiser. Gedaagden hebben niet voldaan aan deze sommaties. Eiser heeft vervolgens de voorzieningenrechter om verlof gevraagd voor het leggen van conservatoire bewijsbeslagen op ‘bepaalde bescheiden’ ten laste van gedaagden. Eiser vordert verstrekking van afschriften door gedaagden. 

IT 4000

Vordering tot betaling facturen deels toewijsbaar

Rechtbank Noord-Nederland 20 jul 2022, IT 4000; ECLI:NL:RBNNE:2022:2581 (Trivento tegen Unimeld), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-betaling-facturen-deels-toewijsbaar

Rb. Noord-Nederland 20 juli 2022, IT 4000; ECLI:NL:RBNNE:2022:2581 (Trivento en Unimeld) Trivento is een ICT-bedrijf gespecialiseerd in het ontwerpen, ontwikkelen en beheren van digitale platform diensten. Umfield maakt deel uit van de UninU Groep die zich onder meer bezighoudt met het oplossen van schades en storingen. In 2015 en 2016 zijn Trivento en Unimeld meerdere overeenkomsten met elkaar aangegaan. De opdracht voor Trivento stond grotendeels uit het realiseren van een software-oplossing. In 2017 ontstond vervolgens discussie over de kwaliteit van het tot dan toe geleverde werk van Trivento en over de betaling aan Trivento. Trivento is toen gestopt met de ontwikkeling van de softwareoplossing. Trivento vordert dat Unimeld wordt veroordeeld tot betaling van de aan Trivento verschuldigde bedragen. Unimeld vordert in reconventie onder meer schadevergoeding en een verklaring voor recht dat Trivento toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. 

IT 3995

Bankgarantie kon niet worden geïnd ter betaling facturen

Gerechtshof Den Haag 5 jul 2022, IT 3995; ECLI:NL:GHDHA:2022:1080 (VMB tegen CGI), https://itenrecht.nl/artikelen/bankgarantie-kon-niet-worden-ge-nd-ter-betaling-facturen

Hof Den Haag 5 juli 2022, IT 3995; ECLI:NL:GHDHA:2022:1080 (VMB tegen CGI) VMB is een houdstermaatschappij die alle aandelen houdt in VMB Automation, een bedrijf dat zich bezighoudt met het ontwerpen en realiseren van hard- en software voor besturingstechnieken. CGI is een bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontwerpen en programmeren van computergerichte automatiseringssystemen. CGI, VMB en Payment Factory zijn een overeenkomst aangegaan waarin CGI zich heeft verbonden om softwarewerkzaamheden te verrichten voor de ontwikkeling van een systeem genaamd ServiceCorner. VMB heeft een bankgarantie laten afgeven, deze is door CGI ingewonnen. VMB heeft 2 facturen opengelaten en geeft aan ook niet van plan te zijn deze facturen te betalen. VMB vordert een bedrag van € 99.704,- omdat zij meent dat CGI dit bedrag ten onrechte heeft geïnd op grond van de bankgarantie. Daarnaast vordert VMB een schadevergoeding wegens de schade die zij heeft geleden doordat CGI gestopt is met de ontwikkeling van de software. De rechtbank wees de vorderingen van VMB af. VMB ging tegen deze beslissing in beroep. Het hof meent dat de vordering tot terugbetaling van € 99.704,- gegrond is. CGI had volgens het hof ten opzichte van VMB niet het recht om voor de betaling van de facturen een beroep te doen op de bankgarantie. De vordering tot schadevergoeding wijst het hof echter af. CGI kon de overeenkomst namelijk opzeggen op grond van artikel 7:408 BW.

IT 3991

Uitspraak ingezonden door Merel Rondhuis, Kennedy Van der Laan.

Geen verplichting om te voldoen aan Open Software License

Rechtbank Overijssel 6 jul 2022, IT 3991; (Quint tegen De Nieuwe Zaak), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-verplichting-om-te-voldoen-aan-open-software-license

Rb. Overijssel 6 juli 2022, IEF 20824; IT 3991; C1081270681 / FIA ZA 2l-369 (Quint tegen De Nieuwe Zaak) Quint stelt dat De Nieuwe Zaak tekort zou zijn geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit een overeenkomst die tussen partijen was ontstaan. De Nieuwe Zaak had volgens Quint een derivaat gecreëerd van de software van Quint en dit op de markt gebracht zonder hierbij erkenning te geven. De rechtbank oordeelt allereerst dat er geen sprake is van een derivaat. Dat er wel sprake zou zijn van een derivaat is door Quint onvoldoende onderbouwd. Hierdoor is er niet vast komen staan dat er voor De Nieuwe Zaak een verplichting bestaat om te voldoen aan de voorwaarden van de Open Software License. De rechtbank meent dat er daarom geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van De Nieuwe Zaak. Om deze reden zullen de vorderingen van Quint worden afgewezen.