DOSSIERS
Alle dossiers

Overige onderwerpen  

IT 2547

Opdrachtnemer heeft geheimhoudingsplicht, maar hoeft geen verantwoording af te leggen over vernietigde bedrijfsvertrouwelijke gegevens

Hof 20 feb 2018, IT 2547; ECLI:NL:GHARL:2018:1712 (Ylvas tegen Transvision), https://itenrecht.nl/artikelen/opdrachtnemer-heeft-geheimhoudingsplicht-maar-hoeft-geen-verantwoording-af-te-leggen-over-vernietigd

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 februari 2018, IEF 17649; IT 2547; ECLI:NL:GHARL:2018:1712 (Ylvas tegen Transvision c..) Geheimhoudingsbeding. Opdrachtnemer heeft geen verplichting om verantwoording af te leggen over wijze van vernietiging van bedrijfsvertrouwelijke informatie van opdrachtgever. Transvision c.s. sommeren de opdrachtnemer om binnen 24 uur de schriftelijke informatie op hun kantoor af te geven en de digitale informatie te vernietigen en daarvan proces-verbaal op te maken. De opdrachtnemer heeft aangevoerd dat hij als reactie op de brief de schriftelijke informatie heeft vernietigd en de digitale informatie heeft verwijderd van zijn gegevensdrager en cloud-opslag. Transvision c.s. stellen dat de opdrachtnemer daardoor de verdenking op zich heeft geladen dat hij bedrijfsvertrouwelijke informatie heeft achtergehouden. De voorzieningenrechter gaat hierin voor een groot deel mee en legt de opdrachtnemer een aantal bevelen op tot afstaan van gegevens en het afleggen van verantwoording daarover, naast een gebod tot naleving van het geheimhoudingsbeding en een verbod om zich in te laten met de Valys-aanbesteding [ECLI:NL:RBGEL:2018:380; ECLI:NL:RBGEL:2017:6488]. Hof: In beginsel is de geheimhouder vrij te bepalen op welke manier hij zijn geheimhoudingsverplichting uitvoert en rust op hem niet een verantwoordingsplicht als door de voorzieningenrechter aangenomen. Het voorgaande wordt niet anders, doordat geheimhouding urgenter werd door de indiensttreding van de opdrachtnemer bij een concurrent. Het is niet zodanig ongebruikelijk dat een opdrachtnemer na beëindiging van de opdracht werkzaamheden gaat verrichten voor een concurrent dat daardoor een verantwoordingsplicht gaat gelden als door Transvision c.s. verdedigd en door de voorzieningenrechter aangenomen. Het Hof gebiedt geheimhoudingsverplichting van de opdrachtnemer.

IT 2540

Vragen aan HvJ EU over plaats van herstel van een op afstand gekocht consumptiegoed

HvJ EU 27 dec 2017, IT 2540; (Toolport), https://itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-plaats-van-herstel-van-een-op-afstand-gekocht-consumptiegoed

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 27 december 2017, IT 2540; RB 3121; IEFbe 2546; C-52/18 (Toolport) Consumentenbescherming. Koop op afstand. Verzoeker heeft op 08.07.2015 telefonisch een partytent van verweerster gekocht. De tent is geleverd op het woonadres van verzoeker. Verzoeker beriep zich in de precontentieuze fase op gebreken die aan de tent zouden kleven. Verweerster wees alle klachten af. Verzoeker heeft enkel opheffing van de wanprestatie ter plaatse gevorderd, zonder de litigieuze waar terug te zenden naar verweerster of dit aan te bieden. Tussen partijen is niet gesproken over de plaats waar nakoming alsnog diende te geschieden. De tussen partijen gesloten overeenkomst bevat hierover geen informatie.

IT 2535

Licentiecode naar privé-email sturen is geen heling

Rechtbank 26 mrt 2018, IT 2535; ECLI:NL:RBDHA:2018:3396 (icentiecode geen heling computergegevens), https://itenrecht.nl/artikelen/licentiecode-naar-priv-email-sturen-is-geen-heling

Rechtbank Den Haag 26 maart 2018, IT 2535; ECLI:NL:RBDHA:2018:3396 (licentiecode geen heling computergegevens) Verdachte had voor het einde van zijn dienstverband een licentiecode van zijn werk e-mail naar zijn privé e-mailadres gestuurd. Na de beëindiging van zijn dienstverband is verdachte een concurrerende ondernemingen begonnen. Verdachte wordt vrijgesproken van heling van computergegevens van zijn voormalige werkgever, omdat niet is gebleken dat de licentiecode door middel van een misdrijf is verkregen.

De licentiecode kan in juridische zin namelijk niet als ‘goed’ worden aangemerkt. Derhalve heeft de verdachte de licentiecode niet door verduistering dan wel diefstal verkregen. Het enkele e-mailen door een werknemer van gegevens van zijn werkgever naar zichzelf om deze gegevens vervolgens te gaan gebruiken ten behoeve van zichzelf, is naar de huidige stand van zaken niet een strafbaar feit onder artikel 273 lid 1 sub 2 Sr.

IT 2516

Vordering tot betaling in bitcoin dient in faillissement te worden meegenomen in de verificatie

Rechtbank 14 feb 2018, IT 2516; ECLI:NL:RBAMS:2018:869 (Faillietverklaring Koinz trading), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-betaling-in-bitcoin-dient-in-faillissement-te-worden-meegenomen-in-de-verificatie

Rechtbank Amsterdam 14 februari 2018, IT 2516; ECLI:NL:RBAMS:2018:869 (Faillietverklaring Koinz trading) Artikel 1 FW is een verplichting tot betaling in Bitcoin een vordering als bedoeld in artikel 1 FW? Verifieerbare vordering? Begrip "betalen', verwijzing naar HR 3 juni 1921, NJ 1921, p.968. Schuldeiser in de zin van art. 1 Fw is iedereen die een vordering heeft op de schuldenaar, die bij niet-voldoening leidt tot verhaal op de boedel en die voortvloeit uit een reeds ten tijde van de faillietverklaring bestaande rechtsverhouding (HR 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6108 – [partijen] q.q.). De vordering dient derhalve een verifieerbare vordering te zijn. Aangezien de in het vonnis opgenomen dwangsommen in gevolge het bepaalde in art. 611 onder e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet tot verhaal op de boedel kunnen leiden, kan de rechtsvordering tot betaling van dwangsommen derhalve het verzoek niet dragen. Het verzoek zal dus slechts kunnen worden toegewezen als de vordering tot uitbetaling van bitcoin is aan te merken als een te verifiëren vordering.

 

IT 2514

Conclusie AG ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Gertjan Harryvan, De Brauw Blackstone Westbroek.

Conclusie AG: De rechtspraktijk weet zich met de bestaande rechtspraak omtrent substantiële investering goed te redden

Hoge Raad 16 mrt 2018, IT 2514; ECLI:NL:PHR:2018:254 (Pearson tegen Bär Software), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-de-rechtspraktijk-weet-zich-met-de-bestaande-rechtspraak-omtrent-substanti-le-investeri

Conclusie AG HR 16 maart 2018, IEF 17571; IEFbe 2514; ECLI:NL:PHR:2018:254 (Pearson tegen Bär Software) Databankenrecht. Na Hof 'Derden mogen add-ons maken op niet-beschermde normtabellen met normgegevens'' [IEF 16386]. Cassatieberoep moet worden verworpen. Geen prejudiciële vragen. In deze zaak is in geschil welke kosten meegenomen kunnen worden om te bepalen of aan het vereiste van 'substantiële investering' is voldaan.

4.34. Deze klacht, die onder III(a) nader wordt uitgewerkt, slaagt niet. Hiervoor is al toegelicht dat het hof de onder i) en ii) beoogde investeringen op goede grond buiten beschouwing heeft gelaten. Het gaat hier om investeringen die zijn gedaan in de totstandkoming van de normgegevens en in de controle in de fase waarin de normgegevens worden gecreëerd. Wat de investeringen onder iii) betreft, wijs ik er nogmaals op dat het hof niet heeft beoogd dat investeringen in het plaatsen van gegevens in de normtabel uitgesloten zijn. Het combineren van de drie elementen vindt niet plaats op het moment van het plaatsen van de gegevens in de normtabellen, maar daaraan voorafgaand bij het vaststellen van de normgegevens die vervolgens in de normtabellen worden opgenomen. In haar schriftelijke toelichting onder 78 wijst Bär Software er nog op dat het hof meer bijzonder met betrekking tot deze laatste categorie van investeringen heeft overwogen dat het niet voor de hand ligt dat daarmee substantiële investeringen gepaard zijn gegaan, nu het gaat om relatief eenvoudige in een handleiding afgedrukte tabellen, waarin cijfers worden weergegeven. Zoals eerder overwogen, geeft genoemd oordeel in zoverre niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Onbegrijpelijk is het al evenmin.

IT 2482

Benzinestationhouders en wegrestaurants mogen energielaadpunten als aanvullende voorziening realiseren

Rechtbank 24 jan 2018, IT 2482; ECLI:NL:RBDHA:2018:616 (Fastned en Mistergreen tegen De Staat), https://itenrecht.nl/artikelen/benzinestationhouders-en-wegrestaurants-mogen-energielaadpunten-als-aanvullende-voorziening-realiser

Vzr. Rechtbank Den Haag 24 januari 2018, IEF 17492; IT 2482; ECLI:NL:RBDHA:2018:616 (Fastned en Mistergreen tegen De Staat) Onrechtmatige mededinging. Exploitanten van snellaadvoorzieningen voor elektrische auto’s op verzorgingsplaatsen langs de snelweg vorderen een verbod voor de Staat om medewerking te verlenen aan de komst van snellaadvoorzieningen bij benzinestations en/of wegrestaurants op diezelfde locaties. Vordering afgewezen. De exploitanten hebben geen recht verkregen om met uitsluiting van anderen laadpalen te exploiteren. De Staat handelt ook niet in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur door toestemming te geven aan benzinestationhouders en/of wegrestaurants om een energielaadpunt als aanvullende voorziening te realiseren.

IT 2476

Stelling dat overeenkomst tot mining van cryptovalute mocht worden opgeschort onvoldoende onderbouwd

Rechtbank 7 dec 2017, IT 2476; ECLI:NL:RBMNE:2017:6646 (Mining cryptovaluta), https://itenrecht.nl/artikelen/stelling-dat-overeenkomst-tot-mining-van-cryptovalute-mocht-worden-opgeschort-onvoldoende-onderbouwd

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 7 december 2017, IT 2476; ECLI:NL:RBMNE:2017:6646 (Mining cryptovaluta) Cryptovaluta. Eiser exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met het produceren (minen) van cryptovaluta. Eiser heeft twintig mining-computers in het datacentrum van gedaagde gekocht. Partijen zijn mondeling overeengekomen dat gedaagde een commissie ontvangt van 10% van de door de computers van eiser geminede Ethers. De Ethers komen in eerste instantie in de wallet van gedaagde, die ze wekelijks na aftrek van de commissie naar eiser overmaakt. Na 22 september 2017 heeft gedaagde geen Ethers meer overgemaakt. Gedaagde laat weten dat in de periode hierna nog 39,6821 Ethers zijn gemined. Op 4 oktober 2017 sluit gedaagde alle computers van eiser af van haar netwerk. Gedaagde stelt dat  per abuis te veel Ethers aan eiser zijn uitgekeerd en zij daarom een beroep doet op verrekening en opschorting. Gedaagde kan haar stelling niet onderbouwen en de vordering van eiser tot afgifte van de mining-computers wordt toegewezen.

IT 2463

AP adviseert over wetgeving over invoering van richtlijn voor betaaldiensten (PSD2)

Uit het persbericht: De Autoriteit Persoonsgegevens heeft op verzoek van de minister van Financiën geadviseerd over het ontwerp van het Implementatiebesluit herziene richtlijn betaaldiensten. Mede met dit besluit kan een nieuwe Europese richtlijn over betaaldiensten omgezet worden in Nederlandse wetgeving. De ontwerpversie van het besluit houdt niet op de juiste wijze rekening met nieuwe Europese privacyregels, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De AP adviseert dan ook de ontwerpversie te herzien.

IT 2438

Boete Volkswagen AG voor oneerlijke handelspraktijken

Overige instanties 18 okt 2017, IT 2438; (Volkswagen AG), https://itenrecht.nl/artikelen/boete-volkswagen-ag-voor-oneerlijke-handelspraktijken

ACM 18 oktober 2017, ACM/17/003870 (Volkswagen AG) Software. Volkswagen AG plaatste manipulatiesoftware in auto’s van de merken Volkswagen, SEAT, ŠKODA en Audi die zij tussen 2009 en 2015 heeft geproduceerd. Deze software herkende de testomgeving en zorgde ervoor dat de uitstoot van stikstofoxiden in die testomgeving minder was dan op de weg. Volkswagen AG profileerde zich tegelijkertijd als een milieubewuste organisatie die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan en adverteerde hiermee richting consumenten. Bovendien gaf zij te kennen dat zij typegoedkeuring voor de betrokken auto’s had verkregen, terwijl zij feitelijk niet aan de voorwaarden daarvoor had voldaan. Hiermee heeft Volkswagen AG gehandeld in strijd met de vereisten van professionele toewijding en heeft zij consumenten misleid. De ACM legt hiervoor een boete op aan Volkswagen AG van EUR 450.000.

IT 2424

Nieuwe verordening consumentenbescherming en conceptverordening geo-blockingverbod moeten meer (vertrouwen in) e-handel creëeren

De Europese Raad heeft wetgeving (2016/0148 (COD)) goedgekeurd voor versterking van de samenwerking tussen nationale instanties die op consumentenbescherming toezien. De verordening moet de schadelijke gevolgen van grensoverschrijdende inbreuken op het EU-consumenten verder beperken, waardoor consumenten o.a. meer vertrouwen krijgen in e-handel. Doeltreffende consumentenbescherming moet onder andere uitdagingen aangaande bijvoorbeeld grensoverschrijdend winkelen ondervangen.

Met betrekking tot grensoverschrijdend winkelen is een akkoord tussen de EU-voorzitter en het Parlement bevestigd dat ongerechtvaardigde geo-blocking op de interne markt zal verbieden. Het verbieden van geo-blocking zal het online aanbod voor consumenten sterk vergroten en zo e-commerce een impuls geven. De ontwerpverordening moet een einde maken aan discriminatie op basis van: de nationaliteit van de klanten, de verblijfplaats en de vestigingsplaats. De ontwerpverordening (2016/0152 (COD)) moet nog goedgekeurd worden door Parlement en Raad.