20 jul 2022
Vordering tot betaling facturen deels toewijsbaar
Rb. Noord-Nederland 20 juli 2022, IT 4000; ECLI:NL:RBNNE:2022:2581 (Trivento en Unimeld) Trivento is een ICT-bedrijf gespecialiseerd in het ontwerpen, ontwikkelen en beheren van digitale platform diensten. Umfield maakt deel uit van de UninU Groep die zich onder meer bezighoudt met het oplossen van schades en storingen. In 2015 en 2016 zijn Trivento en Unimeld meerdere overeenkomsten met elkaar aangegaan. De opdracht voor Trivento stond grotendeels uit het realiseren van een software-oplossing. In 2017 ontstond vervolgens discussie over de kwaliteit van het tot dan toe geleverde werk van Trivento en over de betaling aan Trivento. Trivento is toen gestopt met de ontwikkeling van de softwareoplossing. Trivento vordert dat Unimeld wordt veroordeeld tot betaling van de aan Trivento verschuldigde bedragen. Unimeld vordert in reconventie onder meer schadevergoeding en een verklaring voor recht dat Trivento toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
De vordering van betaling van de openstaande facturen is ten aanzien van een deel van de facturen toewijsbaar. Wat betreft een ander deel van de facturen oordeelt de rechtbank dat Trivento onvoldoende heeft gesteld dat Unimeld daar opdracht voor had gegeven, dit deel van de vordering van Trivento is dus niet toewijsbaar. Verder geeft de rechtbank aan dat het ongevraagd uitvoeren van werkzaamheden niet leidt tot het oordeel dat Unimeld door deze werkzaamheden ongerechtvaardigd verrijkt zou zijn. Ten aanzien van de beantwoording van de vraag of Trivento toerekenbaar tekort is geschoten, meent de rechtbank dat er een deskundigenbericht moet worden ingewonnen. De rechtbank verwijst de zaak naar de rol van 17 augustus 2022.
4.9. Ten aanzien van de facturen die vallen onder vordering a.2 is de rechtbank van oordeel dat Trivento onvoldoende (gemotiveerd) heeft gesteld dat Unimeld daar telefonisch of mondeling opdracht voor heeft gegeven. Trivento heeft op de mondelinge behandeling weliswaar de algemene gang van zaken uitgelegd, namelijk dat tijdens wekelijkse voortgangsoverleggen met het scrumteam werd besproken wat er moest gebeuren. Daarbij heeft Trivento echter onvoldoende de volgens haar gegeven opdrachten per factuur gespecificeerd en zij heeft in dat kader ook geen voor bewijs vatbare feiten en omstandigheden gesteld. Dit had vanwege de betwisting van Unimeld dat voor deze werkzaamheden telefonisch of mondeling opdracht is gegeven, wel op haar weg gelegen. Dit deel van de vordering ter hoogte van € 23.585,93 zal daarom, althans op deze grondslag, als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen. Subsidiair heeft Trivento ongerechtvaardigde verrijking aan dit deel van de vordering ten grondslag gelegd. Hier zal de rechtbank in rechtsoverweging 4.19 e.v. nader op ingaan.
4.21. De rechtbank is van oordeel dat Trivento onvoldoende heeft onderbouwd dat Unimeld voor de werkzaamheden waar vordering a.2 op ziet opdracht heeft gegeven. Mogelijk is Unimeld door deze werkzaamheden verrijkt, echter het "ongevraagd" uitvoeren van werkzaamheden leidt er niet zonder meer toe dat deze verrijking ongerechtvaardigd is. Voor zover Trivento bedoeld heeft te stellen dat het Regieplatform binnen enkele maanden na de ontbinding live is gegaan en dat ál het werk van Trivento de basis is geweest voor VX om verder te gaan, is de rechtbank van oordeel dat - wat hier verder ook van zij - Trivento dit eveneens onvoldoende heeft onderbouwd. Gelet op het voorgaande kan ook de subsidiaire grondslag niet slagen. Daarmee ligt dit deel van de vordering, in lijn met wat hiervoor onder rechtsoverweging 4.9 is overwogen, definitief voor afwijzing gereed.