Nationale Nederlanden moet NAW-gegevens verstrekken
Ktr. Rb Rotterdam 7 oktober 2022, IT 4143; ECLI:NL:RBROT:2022:9287 (Nationale Nederlanden tegen gedaagde) Gedaagde heeft een inboedelverzekering afgesloten bij Nationale Nederlanden. Onder deze verzekering heeft gedaagde schadeclaims ingediend waaraan valse stukken ten grondslag liggen. Nationale Nederlanden vordert schadevergoeding van gedaagde. Gedaagde betwist dat hij een schademelding heeft gedaan en ook dat hij überhaupt een verzekering heeft afgesloten. Hij voert aan dat sprake is van identiteitsfraude door een voormalige medewerker van Nationale Nederlanden. Ter bewijs hiervan vordert gedaagde afgifte van de NAW-gegevens van de voormalige medewerker. De kantonrechter oordeelt dat de afgifte van de NAW-gegevens niet in strijd is met de AVG, Nationale Nederlanden moet de gegevens verstrekken. Over de schadevergoeding doet de kantonrechter nog geen uitspraak.
Nederlandse rechter bevoegd inzake geschil TikTok
Rechtbank Amsterdam 9 november 2022, IT 4142; ECLI:NL:RBAMS:2022:6488 (stichtingen tegen TikTok) Op TikTok is het mogelijk om online korte zelfgemaakte video’s te plaatsen, bekijken, liken en delen. TikTok maakt haar winst uit advertenties. Drie Nederlandse stichtingen menen dat TikTok fundamentele rechten van kinderen en volwassenen schendt. De manier waarop TikTok gebruik maakt van persoonsgegevens vormt een inbreuk op de AVG en verder onder meer op bepalingen uit de Telecommunicatiewet en de Mediawet. De zaak gaat over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. De rechtbank oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is om het geschil inhoudelijk te behandelen. De inhoudelijke behandeling zal plaatsvinden op 1 februari.
Nationaal Digital Security Debat op 10 november
Security, samen redden we het. Misschien. Als cybercrime een land zou zijn, is het de derde economie ter wereld, met een schadepost van bijna 6 biljoen dollar per jaar. Bestrijding hiervan vergt dan ook grote investeringen en coördinatie. Mondiaal, nationaal, regionaal en ook cross-sectoraal. Aanvallers maken immers geen onderscheid in sectoren. Aanvallers kiezen de sector of de organisatie waarvan ze verwachten dat ze de meeste kans van slagen hebben; de zwakste schakel.
Tijdens dit Nationaal Debat op 10 november a.s. gaan we in op vragen als: Waarom lopen sommige sectoren voorop? Op welke vlakken wordt op dit moment al samengewerkt? Is dat genoeg? Wat kunnen we elkaar leren? Middels dit debat proberen we handvatten te vinden om als maatschappij een stukje verder te komen in het waarborgen van digital security. Daarbij geldt dat security in de meest brede zin zal worden beschouwd. Dat dit debat noodzakelijk is behoeft geen betoog in een wereld waarin de dreiging steeds groter wordt en analoge terugvalopties steeds minder voorhanden zijn.
Wij hebben de volgende panelleden bereid gevonden met elkaar en met ons in debat te gaan:
Breid je IE-netwerk uit bij de Martens Academie
Op 13 oktober jl. vierden we de afsluiting van de derde editie van de Martens Academie. Onze deelnemers verdiepten hun kennis in het IE-recht door samen 11 dagen door te brengen met 36 verschillende docenten.
De reis begon met Bjorn Schipper die de ins en outs van het auteursrecht doornam. Ronald Wigman besprak de makers, de rol van de filmproducent en de rechten van het filmauteursrecht. Margriet Koedooder behandelde de spelers, de rechten en de contracten van het muziekauteursrecht.
De laatste lesdag bevatte tips van Christiaan Alberdingk Thijm voor het pleidooi, het presenteren van de feiten, het verweer en re- en dupliek. Bernt Hugenholtz legde de internationale aspecten van het IE-recht uit, zoals reciprociteit en minimumbescherming en wees op een interessante acquisitiemogelijkheid op basis van het RAAP-arrest. Traditiegetrouw sloten we af met de conflictbeheersingslessen van Aernoud Bourdrez: Think like a IP lawyer, don’t act like one.
Maar het is voor deze groep nog niet afgelopen, want elk jaar komen alle oud-deelnemers samen. 16 maart 2023 is de volgende reünie.
Wil je ook je IE-netwerk blijvend uitbreiden? De vierde editie van de Martens begint 8 december 2022.
Als je nog vragen hebt voordat je je inschrijft, kun je een Zoom-gesprek plannen met een lid van ons team of een oud-deelnemer. We zijn hier en maken graag verbinding. Neem voor vragen contact op met Claudia Zuidema of Vivien Rӧrsch.
We hopen dat je lid wordt van onze Martens community om het nieuwe jaar goed te beginnen.
HvJ EU: verwerking persoonsgegevens bij verkiezingen
HvJ EU 20 oktober 2022, IT 4139; ECLI:EU:C:2022:813 (CBP en CKC tegen Koalitsia) Bij besluit van de CBP van 28 januari 2021 en bij besluit van de CKC van 8 februari 2021 zijn litigieuze richtsnoeren vastgesteld. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door middel van video-opnamen in het kader van het verkiezingsproces, wordt in deze litigieuze richtsnoeren bepaald dat deze verwerking tot doel heeft de transparantie, de objectiviteit en de legitimiteit van het verkiezingsproces, de gelijke behandeling van de actoren in dat proces, de vrijheid van meningsuiting en het recht op informatie te waarborgen. De media mogen alleen bij de opening en de sluiting van de verkiezingsdag, de bekendmaking van de uitslag van de stemming en de uitreiking van de volgnummers van de stembiljetten, persoonsgegevens door middel van video-opnamen verwerken. De Koalitsia heeft de wettigheid van deze richtsnoeren aangevochten. De zaak komt uiteindelijk bij de Varhoven administrativen sad (hoogste bestuursrechter, Bulgarije), die een zestal prejudiciële vragen stelt over de uitleg van artikel 2 lid 2 onder a, artikel 6, lid 1 onder e, en artikel 58 van verordening (EU) 2016/679.
Jurisprudentielunch merken-, modellen- en auteursrecht op 7 december
Raak in één keer volledig up-to-date bij deze halfjaarlijkse jurisprudentielunch! Op woensdag 7 december geven Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek), Jesse Hofhuis (Hofhuis Alkema Groen) en Joris van Manen (HOYNG ROKH MONEGIER) een compleet overzicht van actuele rechtspraak in het merkenrecht, het auteursrecht en productvormgeving.
Tijd: 13:00 – 16:15 uur (inloop vanaf 12:30 uur)
Locatie: Amsterdam, met online optie
Accreditatie: 3 opleidingspunten NOvA, BMM en Vlaamse Orde
Uitlatingen in Whatsapp groep niet onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Den Haag 25 oktober 2022, IT 4136; ECLI:NL:RBDHA:2022:11165 (eisers tegen gedaagden) Op 23 februari 2022 heeft gedaagde 2 een aannemingsovereenkomst gesloten met eisers, uit hoofde waarvan eisers dakkapellen zou plaatsen aan de voor- en achterzijde van zijn woning. Gedaagde 1 heeft op 21 juni 2022 een aannemingsovereenkomst met eisers gesloten voor het realiseren van een uitbouw van de woonkamer van haar woning. Gedaagden zijn niet tevreden over de samenwerking en hebben op respectievelijk 20 september 2022 en 26 september 2022 bij de politie aangifte van oplichting/fraude tegen eisers gedaan. Gedaagden hebben de aannemingsovereenkomst met eisers op respectievelijk 21 september 2022 en 25 augustus 2022 ontbonden. Er is daarna een WhatsAppgroep opgericht waarin allerlei uitlatingen over eisers gedaan zijn. Eisers vorderen gedaagden te gebieden om met onmiddellijke ingang het doen van onrechtmatige uitlatingen over de B.V. , meer in het bijzonder de uitlating dat zij oplichters zijn. De voorzieningenrechter wijst de vordering af omdat niet is gebleken dat gedaagden door middel van de Whatsappgroep berichten over oplichting of fraude geopenbaard hebben met als doel om eisers schade te berokkenen en evenmin dat zij door middel van die berichten klanten van eisers ertoe hebben aangespoord om de met eisers gesloten overeenkomst te ontbinden.
Politie hoeft gegevens arts niet te verstrekken
Vzr. Rechtbank Den Haag 20 oktober 2022, IT 4135; ECLI:NL:RBDHA:2022:11360 (eiser tegen de Nationale Politie) Eiser wordt verdacht van zeer ernstige strafbare feiten, onder andere meerdere levensdelicten. In verband daarmee wordt hij strafrechtelijk vervolgd. Eiser is onder begeleiding van de Nederlandse autoriteiten overgebracht naar Nederland, tijdens de vlucht is eiser verzorgd door een arts. Volgens eiser heeft de arts hem niet naar behoren behandeld. Hij heeft een klacht ingediend bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar de klacht is niet-ontvankelijk verklaard omdat volgens de Wet BIG de naam en het werkadres van de arts in de klacht vermeld moeten worden. Die gegevens wil de politie echter niet aan eiser bekendmaken. Eiser vordert daarom nu de politie te veroordelen om de gegevens van de arts aan hem of aan het CTG bekend te maken. De voorzieningenrechter wijst de vordering af omdat het belang van de arts geen ernstig veiligheidsrisico te lopen zwaarder weegt dan het belang van eiser bij behandeling van zijn tuchtklacht op korte termijn.
HvJ EU: beginsel van doelbinding en opslagbeperking
HvJ EU 20 oktober 2022, IT 4134; ECLI:EU:C:2022:805 (Digi tegen Nemzeti) Digi is een van de belangrijkste aanbieders van internet- en televisiediensten in Hongarije. In april 2018 heeft Digi een zogeheten „testdatabank” opgezet, waarnaar zij de persoonsgegevens van haar particuliere klanten heeft gekopieerd. Op 23 september 2019 heeft Digi vernomen dat een ethische hacker zich toegang had weten te verschaffen tot de persoonsgegevens van ongeveer 322 000 personen waarover Digi beschikt. De ethische hacker heeft deze toegang zelf aan Digi gemeld en haar als bewijs een regel van de testdatabank toegezonden. Digi heeft het lek dat deze toegang mogelijk maakte hersteld.De Nemzeti heeft Digi een geldboete opgelegd omdat Digi de testdatabank na oplossing van de problemen, niet onmiddelijk heeft gewist. De zaak komt bij de Fővárosi Törvényszék (rechter voor de agglomeratie Boedapest, Hongarije), die stelt het Hof een tweetal vragen. Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of het beginsel van doelbeperking aldus moet worden uitgelegd dat de verwerkingsverantwoordelijke parallel in een andere databank persoonsgegevens kan bewaren die voor het overige op rechtmatige en doelgebonden wijze zijn verzameld en opgeslagen, of is het bewaren van de gegevens in een parallelle databank niet meer verenigbaar met de rechtmatige doeleinden waarvoor de betrokken gegevens werden verzameld? Indien het antwoord op de eerste vraag luidt dat de parallelle opslag van gegevens als dusdanig niet verenigbaar is met het beginsel van doelbinding, is het dan verenigbaar met het beginsel van opslagbeperking dat de verwerkingsverantwoordelijke parallel in een andere databank persoonsgegevens bewaart die voor het overige op rechtmatige en doelgebonden wijze zijn verzameld en opgeslagen?
HvJ EU: persoonsgegevens openbare telefoongids
HvJ EU 27 oktober 2022, IT 4133; ECLI:EU:C:2022:833 (Proximus tegen Gegevensbeschermingsautoriteit) Proximus is een aanbieder van telecommunicatiediensten in België. Proximus biedt ook telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten aan. Die telefoongidsen bevatten de naam, het adres en het telefoonnummer van de abonnees van de verschillende aanbieders van telefoondiensten die voor het publiek beschikbaar zijn. De operatoren verstrekken deze contactgegevens aan Proximus, tenzij de abonnee de wens heeft geuit niet te worden vermeld in de telefoongidsen. Proximus zendt de contactgegevens die zij ontvangt ook door naar een andere aanbieder van telefoongidsen. De klager is een abonnee van Telenet, een operator van telefoondiensten die op de Belgische markt actief is. Telenet geeft geen abonneelijsten uit, maar zendt de contactgegevens van haar abonnees door naar aanbieders van abonneelijsten, onder meer naar Proximus. Er ontstaat een geschil met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. Het Hof bevestigt dat de toestemming van een naar behoren geïnformeerde abonnee noodzakelijk is om zijn persoonsgegevens te kunnen publiceren in een openbare telefoongids en dat de toestemming zich uitstrekt tot elke latere verwerking van de gegevens door derde ondernemingen die actief zijn op de markt voor openbare telefooninlichtingendiensten en telefoongidsen, op voorwaarde dat deze verwerkingen ditzelfde doel hebben. Deze toestemming vereist een „vrije, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige” wilsuiting van de betrokkene die de vorm aanneemt van een verklaring of „een ondubbelzinnige actieve handeling” waaruit blijkt dat hij de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens aanvaardt.