Internetconsultatie Wet adviescollege ICT-toetsing
Dit wetsvoorstel geeft het Adviescollege ICT-toetsing, nu tijdelijk ingesteld per ministerieel besluit, een permanente grondslag. Hiermee kan het Adviescollege onder meer blijvend adviseren over ICT-projecten en onderhoud- en beheeractiviteiten aan informatiesystemen. Het college komt voorts verder op afstand te staan van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Lees meer over de consultatie op Overheid.nl.
Beantwoording Kamervragen uit overleg Digitale Zaken
Staatssecretaris Keijzer (EZK) beantwoordt vragen over het fiche 'Verordening inzake digitale diensten en wijziging Richtlijn 2000/31/EG (Digital Services Act)' en het fiche 'Verordening inzake Digitale Markten (Digital Markets Act)'. De Tweede Kamer heeft deze vragen gesteld in het schriftelijk overleg Digitale Zaken van 18 mei 2021.
Lees verder op Rijksoverheid.nl.
Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, jurist NPO, op persoonlijke titel geschreven.
Dos Santos Gil: Facebook, Google en het nieuwe uitgeversrecht
De wijziging van de Auteurswet en Wet naburige rechten per 7 juni is nog vers van de pers en meteen zijn de eerste pogingen zichtbaar van platforms, zoals Facebook, daar zo min mogelijk ‘last’ van te hebben.
Het gaat in dit geval om het nieuwe naburige recht van uitgevers op online hergebruik van hun perspublicaties door online dienstenverleners, zoals nieuwsaggregatoren en mediamonitordiensten (artikel 7b Wnr). De creatie van dit recht op Europees niveau was een controversieel onderwerp met intense lobbies van de (pers)uitgevers versus de grote tech platforms. Het recht is er toch gekomen, met een beperkte beschermingstermijn van twee jaar na publicatie en met uitgebreide uitzonderingen voor onder meer non commercieel hergebruik, het puur linken naar perspublicaties en zeer korte overnames.
De achterliggende gedachte is dat de productie en verspreiding van nieuws door (vooral traditionele) persmedia, bijvoorbeeld kranten, worden bedreigd door de online platforms. Tegelijkertijd profiteren de platforms van de beschikbaarheid van deze perspublicaties. De platforms, zoals Google (News) en Facebook, presenteren de publicaties van uitgevers vaak via een korte samenvatting en beeldmateriaal aan de bezoekers van hun diensten en “verkopen” diezelfde bezoekers weer aan hun adverteerders. Weliswaar kan door bezoekers vervolgens worden gelinkt naar de volledige online publicatie, maar dit zou toch de directe relatie tussen klanten en uitgevers en het verdienmodel van de uitgevers – verkoop van reclame en abonnementen – ondermijnen.
Lees verder.
Uitspraak ingezonden door Alfred Meijboom, Kennedy Van der Laan.
Spoedeisend belang ontbreekt bij auteursrechtinbreuk roostersoftware
Hof Den Haag 15 juni 2021, IEF 20025, IT 3548; ECLI:NL:GHDHA:2021:1552 (Scientia tegen Eveoh) Kort geding. Vervolg op [IEF 19452]. Scientia is een wereldwijde leverancier van roostersoftware voor onderwijsinstellingen, waaronder de Syllabus Plus en de Exam Schedular. Scientia maakt voor haar software gebruik van twee databases (ESDB en RDB) die bestaan uit tabellen die door ‘views’ worden weergegeven. Eveoh ontwikkelt ook software ten behoeve van onderwijsinstellingen, waaronder de MyTimetable software. Bij klanten van Eveoh die de roostersoftware van Scientia afnemen, leest de MyTimetable de data van de databases uit. Scientia meent dat Eveoh daarmee inbreuk maakt op haar auteursrechten. Scientia wordt in het ongelijk gesteld vanwege het ontbreken van spoedeisend belang. Er is onvoldoende voortvarend opgetreden tegen het gestelde onrechtmatige handelen. Pas 2,5 jaar na ontvangst van een e-mail heeft Scientia Eveoh gesommeerd het kopieren van de RDB naar haar eigen server te staken. Ook een belangenafweging leidt niet tot de conclusie dat Scientia een bodemprocedure niet meer zou kunnen afwachten.
Uitspraak ingezonden door Paul Tjiam en Edwin van der Velde, Simmons & Simmons.
Blurren onvoldoende voor volledig onherkenbaar in tv-programma
Vzr. Rechtbank Amsterdam 14 juni 2021, IEF 20021, IT 3547; ECLI:NL:RBAMS:2021:3758 (Noordkaap en Talpa tegen X) Executiekortgeding. Mediarecht. Talpa en Noordkaap verbeuren dwangsommen door X niet “volledig onherkenbaar” in beeld te brengen in hun uitzending van het televisieprogramma “Undercover in Nederland”. Daartoe werden zij veroordeeld in een kort geding dat aan de uitzending voorafging [IEF 19385]. In dit executiekortgeding stellen Talpa en Noordkaap op correcte wijze uitvoering te hebben gegeven aan het vonnis door X te blurren. De voorzieningenrechter volgt dit standpunt niet en stelt vast dat X door de blur niet volledig onherkenbaar is geworden. Daardoor is het vonnis overtreden en hebben Talpa en Noordkaap dwangsommen verbeurd. In reconventie beveelt de voorzieningenrechter tot het volledig zwart maken van X in de betreffende uitzending. De reconventionele vordering tot algehele verwijdering van de betreffende delen uit de uitzending, wijst de voorzieningenrechter af.
HvJ EU: Facebook Ierland e.a.
HvJ EU 15 juni 2021, IEF 20023, IT 3546, IEFbe 3234; ECLI:EU:C:2021:483 (Facebook Ierland e.a.) Beantwoording van prejudiciële vragen ingediend door het Hof van Beroep van Brussel. Algemene verordening gegevensbescherming (AVG): het Hof verduidelijkt de voorwaarden waaronder de nationale toezichthoudende autoriteiten hun bevoegdheden inzake grensoverschrijdende gegevensverwerking kunnen uitoefenen. Een nationale toezichthoudende autoriteit kan onder bepaalde voorwaarden haar bevoegdheid uitoefenen om elke vermeende inbreuk op de AVG ter kennis te brengen van de gerechtelijke autoriteiten van een lidstaat, ook al is zij niet de leidende autoriteit voor die verwerking. Zie ook het persbericht van het HvJ EU.
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
Podcast over Digital Services Act
Jan Brölmann, partner en advocaat Information Technology bij Van Benthem & Keulen bespreekt in deze podcast het voorstel voor de Digital Services Act (DSA). De Digital Services Act is een voorstel van de Europese Commissie waarin regels zijn opgenomen die bijdragen aan de bestrijding van desinformatie en illegale content. Aan de orde komen de meest opvallende bepalingen uit het huidige voorstel voor de Digital Services Act en de gevolgen daarvan voor online tussenpersonen en in het bijzonder de online platforms.
Geïndexeerde en gekopieerde inhoud databank is "hergebruik"
HvJ EU 3 juni 2021, IEF 20021, IT 3544, IEFbe 3232; ECLI:EU:C:2021:434 (CV-Online tegen Melons) In deze zaak beantwoordt het Hof een tweetal prejudiciële vragen over het databankenrecht. CV-Online beheert een databank voor vacatures, Melons beheert een zoekmachine voor vacatures. CV-Online is van mening dat Melons een substantieel deel van de inhoud van de databank hergebruikt in de zin van de Databankenrichtlijn, onder andere door het gebruik van hyperlinks naar de website van CV-Online. Het Hof gaat hierin mee en stelt dat Melons, door de inhoud van de websites te indexeren en naar haar eigen server te kopiëren, de inhoud van de databank van CV-Online zonder toestemming op een andere drager wordt overgedragen. Dit levert volgens het Hof ook schade op, wanneer de wijze waarop gebruikers naar de databank worden geleid een andere is dan de samensteller had beoogd. Aldus is er sprake van "opvraging" en "hergebruik" in de zin van de Databankenrichtlijn, wat door de maker van de databank verboden kan worden.
Advies inzet kantoorapplicaties Google G Suite
Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid informeert de Tweede Kamer over het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over het gebruik van Google G Suite Enterprise (Google Workspace).
Lees verder op Rijksoverheid.nl.
Poging tot verzekeringsfraude rechtvaardigt registratie persoonsgegevens
Hof Amsterdam 1 juni 2021, IT 3542; ECLI:NL:GHAMS:2021:1716 (Appellant tegen Nationale Nederlanden) Appellant is in 2015 slachtoffer geweest van een aanrijding, waarbij zijn kleding is beschadigd. Hiertoe heeft hij een claim ingediend bij zijn verzekeraar, de rechtsvoorganger van Nationale Nederlanden (NN). Vervolgens is geconstateerd dat het nep designerkleding betrof en dat de voor vergoeding in aanmerking komende schade aanzienlijk lager was dan het bedrag dat appellant bij de verzekeraar heeft ingediend. Om deze reden zijn de persoonsgegevens van appellant opgenomen in het incidentenregister van de afdeling integriteitszaken vanwege vermeende oplichting. Appellant vordert in dit hoger beroep vernietiging van die gegevens. Het hof oordeelt dat appellant zich bewust was van het feit dat het om neppe kleding ging en dat het oogmerk om NN te misleiden is vast komen te staan. Dit rechtvaardigt de registratie van zijn persoonsgegevens, omdat dit tot doel heeft toekomstige fraude te voorkomen.