IT 4731
9 januari 2025
Uitspraak

HvJ EU over gegevensverwerking in het kader van de arbeidsverhouding

 
IT 4729
9 januari 2025
Uitspraak

Onrechtmatige Facebook uitlatingen moeten gerectificeerd worden

 
IT 4721
9 januari 2025
Uitspraak

HvJ EU over elektronische handtekening

 
IT 3965

Conclusie A-G in zaak optische diskdrives

HvJ EU 3 jun 2022, IT 3965; ECLI:EU:C:2021:452 (Sony en Toshiba c.s. tegen Europese Commissie), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-in-zaak-optische-diskdrives

HvJ EU Conclusie A-G 3 juni 2021, IT 3965, IEFbe 3467; ECLI:EU:C:2021:452 (Sony en Toshiba c.s. tegen Europese Commissie) Deze conclusie behelst een viertal hogere voorzieningen ingesteld door leveranciers van optische diskdrives. In het bijzonder wordt ingegaan op twee onderwerpen die in elk van deze zaken voortkomen. Ten eerste wordt de formulering behandeld die wordt gebruikt om naast de enkele voortdurende inbreuk, ook meerdere afzonderlijke inbreuken die tezamen als één enkele voortdurende inbreuk kwalificeren, te motiveren in het kader van art. 101 VWEU. Hierbij geeft de Commissie rekwirantes geen andere motivering, dan die motivering die ook is gebruikt om aan te tonen dat er sprake is van één enkele voortdurende inbreuk. Ten tweede wordt er ook nader ingegaan op de berekening van een sanctie wanneer er sprake is van verkoop binnen het kartel of winstdeling.

IT 3967

Website is niet in strijd met aandeelhoudersovereenkomst

Rechtbank Rotterdam 25 mrt 2022, IT 3967; ECLI:NL:RBROT:2022:3869 (Eisers tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/website-is-niet-in-strijd-met-aandeelhoudersovereenkomst

Vzr. Rb. Rotterdam 25 maart 2022, IT 3967; ECLI:NL:RBROT:2022:3869 (Eisers tegen gedaagden) Eisers komen als werkmaatschappij en aandeelhouders op voor de website waarmee zij echtscheidingscliënten werven en koppelen aan plaatselijke bemiddelaars of mediators. Eisers vorderen onder andere dat gedaagden een schadevergoeding betalen en hun concurrerende website uit de lucht halen, waarbij de grondslag is gelegen in de aandeelhoudersovereenkomst waarbij gedaagden (oud-aandeelhouders) eerder partij waren. De voorzieningenrechter oordeelt dat het niet aannemelijk is dat gedaagden met hun website in strijd handelen met de overeenkomst. Ook heeft de rechter problemen met de vraag waar de geleden schade exact uit zou bestaan, waardoor de rechter tot het oordeel komt om de vorderingen af te wijzen.

IT 3966

Onbevoegde vertegenwoordiging, geen overeenkomst tot stand gekomen

Rechtbank Midden-Nederland 9 mrt 2022, IT 3966; ECLI:NL:RBMNE:2022:1253 (MSG tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/onbevoegde-vertegenwoordiging-geen-overeenkomst-tot-stand-gekomen

Rb. Midden-Nederland 9 maart 2022, IT 3966; ECLI:NL:RBMNE:2022:1253 (MSG tegen gedaagden) MSG is een softwareontwikkelaar die zich tevens richt op het verrichten van consultancydiensten binnen de IT-sector. Gedaagde 1 is een projectvennootschap dat een internationaal pensioenplatform realiseert. EBCC was al reeds met MSG en zijn softwareleverancier in gesprek, gezien dit gehele project ten behoeve van haar is opgezet. MSG vordert in deze zaak vervolgens ontbindingsschade van gedaagde 1 en diens bestuurders. Deze vordering wordt afgewezen. Gedaagde 1 is niet rechtsgeldig vertegenwoordigd ten tijde van het sluiten van de overeenkomst, waardoor er geen overeenkomst tussen hen en MSG tot stand is gekomen.

IT 3964

Tv-programma Pointer deed onrechtmatige uitlating over klimaatstichting

Rechtbank Midden-Nederland 7 jun 2022, IT 3964; ECLI:NL:RBMNE:2022:2136 (Clintel tegen KRO-NCRV), https://itenrecht.nl/artikelen/tv-programma-pointer-deed-onrechtmatige-uitlating-over-klimaatstichting

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 7 juni 2022, IEF 20781, IT 3964; ECLI:NL:RBMNE:2022:2136  (Clintel tegen KRO-NCRV) Kort geding. Onrechtmatige uitlating in het televisieprogramma Pointer (van KRO-NCRV) en het door Pointer op haar website gepubliceerde artikel. De uitlating dat Clintel, een stichting die bericht over klimaatverandering en klimaatbeleid, wordt gefinancierd door de olie-industrie, vindt onvoldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. Daarnaast is het standpunt van Clintel over deze uitlating ten onrechte niet in het programma weergegeven. De uitlating is daarom onrechtmatig. De overige zeven uitlatingen zijn niet onrechtmatig. De gevorderde rectificatie kan vanwege de wijze waarop deze is gevorderd, niet worden toegewezen.
Lees meer over deze uitspraak in de databank JUROU.

IT 3963

Boek mag antisemitisch worden genoemd

11 mei 2022, IT 3963; ECLI:NL:RBNNE:2022:1716 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/boek-mag-antisemitisch-worden-genoemd

Rechtbank Noord-Nederland 11 mei 2022, IEF 20780, IT 3963; ECLI:NL:RBNNE:2022:1716 (Eiser tegen gedaagde) Eiser is een (amateur)historicus en mede-auteur van het boek ‘Hitlers Diamanten’. Gedaagde is onderzoeksjournalist en noemt het boek op een opinie website antisemitisch. Er is geen sprake van een onrechtmatige publicatie; In dit geval weegt het recht op vrijheid van meningsuiting zwaarder dan het recht van op eerbiediging van eer en goede naam. Ook zijn de uitlatingen dat gedaagde het boek alleen heeft geschreven en complotwaanzinnig, niet onrechtmatig. Om die reden wordt de vordering van eiser waarin hij wil dat gedaagde zich onthoudt van smadelijke en lasterlijke uitlatingen, een rectificatie plaatst en een schadevergoeding betaalt, afgewezen.

IT 3962

Onenigheid over overeenkomst tot het ontwikkelen van app

Rechtbank Limburg 10 mei 2022, IT 3962; ECLI:NL:RBLIM:2022:3795 (Kembit tegen EDR), https://itenrecht.nl/artikelen/onenigheid-over-overeenkomst-tot-het-ontwikkelen-van-app

Rb. Limburg 11 mei 2022, IT 3962; ECLI:NL:RBLIM:2022:3795 (Kembit tegen EDR) EDR is een onderneming die zich bezighoudt met facturatie en andere financiële processen. Zij heeft in 2019 een plan opgesteld om een applicatie te laten ontwikkelen, wat door Kembit gedaan zou worden. Naar aanleiding van de gesloten overeenkomst is er onenigheid gekomen over het te betalen bedrag na het programmeren van de applicatie. Dit betreft een vraag naar de uitleg van de overeenkomst tussen partijen. De overeenkomst tot het ontwikkelen van software heeft in dit geval niet alleen betrekking op de vastlegging van de eisen waaraan de software moet voldoen (de requirements), maar ook al op de voorbereidende werkzaamheden die kunnen worden verricht zonder over de requirements te beschikken. Aan voorbereidende werkzaamheden bestede uren moeten in beginsel worden betaald. Wel moet rekening worden gehouden met naderhand gemaakte afspraken over de creditering van bepaalde uren. Uiteindelijk wordt het gevorderde ten dele toegewezen, waarbij de nadruk ligt op de correspondentie tussen partijen om het te betalen bedrag te bepalen. 

IT 3961

Geen provisie na beëindiging agentuurovereenkomst

Rechtbank Amsterdam 20 mei 2022, IT 3961; ECLI:NL:RBAMS:2022:2703 (Eiser tegen Edsson Software), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-provisie-na-be-indiging-agentuurovereenkomst

Vzr. Rb. Amsterdam 20 mei 2022, IT 3961; ECLI:NL:RBAMS:2022:2703 (Eiser tegen Edsson Software) Tussen eiser en Edsson Software is er een agentuurovereenkomst gesloten, waarbij eiser tot medio 2014 sales director en aandeelhouder was bij Edsson Software. Binnen deze overeenkomst was er een provisie afgesproken voor eiser op basis van een bepaald percentage van de aan klanten gefactureerde omzet. Na het opzeggen van de overeenkomst door Edsson Software, staat de vraag centraal of eiser ook na het opzeggen van deze overeenkomst recht houdt op de provisie. De kortgedingrechter weigert de gevraagde voorziening van eiser. Noch uit de wet, noch uit de overeenkomst blijkt enige grond waaruit de vorderingen van eiser zouden moeten worden toegewezen.

IT 3960

Afweging persoonlijke levenssfeer en noodzaak volledig krantenarchief

Rechtbank Amsterdam 28 apr 2022, IT 3960; ECLI:NL:RBAMS:2022:2342 (Eiseres tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/afweging-persoonlijke-levenssfeer-en-noodzaak-volledig-krantenarchief

Rb. Amsterdam 28 april 2022, IT 3960; ECLI:NL:RBAMS:2022:2342 (Eiseres tegen gedaagde) Gedaagde is een uitgever van drie nieuwsmedia. Op 4 juni 2014 heeft hij op haar websites het politiebericht omtrent de vermissing van eiseres laten plaatsen. Eiseres heeft vervolgens op grond van art. 17 AVG aan gedaagde verzocht om de vermelding van haar persoonsgegevens te verwijderen. De Amsterdamse rechter concludeert dat er een afweging moet worden gemaakt tussen eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eiseres en de noodzaak van een volledig en betrouwbaar archief van een krant. Door gedeeltelijke toewijzing van de subsidiaire vordering wordt toegekomen aan beide belangen van partijen.

IT 3959

Inhoudsopgave Computerrecht

Inhoudsopgave van Computerrecht 3-2022.

EDITORIAL
89 Privémail gebruiken voor het werk? Een absolute ‘no go’ / p. 167 / A. Drahmann

ARTIKELEN
90 ESG-aspecten in Outsourcing en Offshoring / p. 168
Er komt steeds meer regelgeving op het gebied van ESG (Environmental, Social and Governance), zowel normen als rapportageverplichtingen. Hoewel deze regels veelal zien op grote ondernemingen en financiële instellingen zien zij ook op de leveringsketen en daarmee de partijen in die keten. De huidige methodiek om ESG-doelstellingen in de leveringsketen zeker te stellen is nog vaak ontoereikend. In dit artikel pleiten de auteurs voor verdere ontwikkeling van breed gedragen objectieve normen die gecertificeerd kunnen worden en het gebruik van andere gereedschappen zoals audits waar die objectieve normen er nog niet zijn / F.A. van de Ven & B.L.P. van Reeken

IT 3958

Verwerking persoonsgegevens door basisschool rechtmatig

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 12 mei 2022, IT 3958; ECLI:NL:GHSHE:2022:1511 (Appellant tegen stichting), https://itenrecht.nl/artikelen/verwerking-persoonsgegevens-door-basisschool-rechtmatig

Hof 's-Hertogenbosch 12 mei 2022, IT 3958; ECLI:NL:GHSHE:2022:1511 (Ouders tegen stichting) Zie ook [IT 3711]. In november 2020 ontstaat er een conflict tussen basisschool 1 en appellant (ouders van een minderjarig kind). Appellant heeft ervoor gekozen om vervolgens haar minderjarige kind bij basisschool 2 in te schrijven. Basisschool 1 heeft een rapportage geschreven over de minderjarige en laten zien aan basisschool 2. Op grond van deze rapportage heeft basisschool 2 afgezien van de inschrijving van minderjarige. Appellant  heeft vervolgens verzocht bij basisschool 1 om de gegevens van minderjarige te verwijderen. Dit is door basisschool 1 geweigerd. De rechtbank heeft in eerste aanleg de vorderingen van appellant afgewezen, waarna deze in hoger beroep opkomt tegen dit vonnis. Primair stelt het hof dat de verwerking van de persoonsgegevens rechtmatig is geschied, gezien deze verwerking noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke verplichting van basisschool 1 (stichting). Ook het beroep van appellant dat de inhoud van de rapportage onjuist zou zijn bood geen soelaas en wordt tevens verworpen door het hof.