IT 4838
18 april 2025
Uitspraak

Vorderingen in kort geding over RTL Nieuws-uitzending en artikel over bemiddelingsbureau in de zorg afgewezen wegens voldoende feitelijke basis en toegepast wederhoor

 
IT 4837
18 april 2025
Uitspraak

Beoordeling van contractuele verplichtingen en betalingsgeschillen tussen IT dienstverlener en afnemer binnen drie samenhangende overeenkomsten

 
IT 4836
15 april 2025
Uitspraak

Rechtsgeldige vernietiging van telecomcontract wegens dwaling door misleidende informatie Digihero

 
IT 4561

Vordering tot inzage in nog te publiceren boek wordt toegewezen

Rechtbank 21 mei 2024, IT 4561; ECLI:NL:RBGEL:2024:3102 (Eiser tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-tot-inzage-in-nog-te-publiceren-boek-wordt-toegewezen

Rb. Gelderland 21 mei 2024, IEF 220275, IT 4561; ECLI:NL:RBGEL:2024:3102 (Eiser tegen gedaagde). [Eiser] en [gedaagde] hebben samen een dochter en hebben een ouderschapsplan opgesteld. [Gedaagde] heeft een boek geschreven geïnspireerd op haar leven met een personage gebaseerd op [eiser] en is van plan dit binnenkort te publiceren. [Eiser] heeft meerdere malen via een tussenpersoon en later via een advocaat verzocht om inzage in het manuscript om bezwaren te kunnen maken, maar [gedaagde] heeft dit geweigerd. [Gedaagde] heeft op sociale media aangekondigd dat ze een boek schrijft dat op haar leven is gebaseerd. [Eiser] vordert bij dit kort geding [gedaagde] te bevelen een exemplaar ter inzage te verstrekken. [Eiser] wil vooraf inzage in het boek van [gedaagde] om mogelijke onrechtmatigheden te controleren, wat een beperking van [gedaagde]'s vrijheid van meningsuiting inhoudt. Deze inzageverplichting kan alleen worden opgelegd in zeer uitzonderlijke omstandigheden waar publicatie onherstelbare schade zou veroorzaken. Hoewel het boek nog niet is gepubliceerd, heeft [eiser] voldoende aanwijzingen dat het mogelijk schadelijk kan zijn, dus de vordering tot inzage wordt toegewezen, waarbij [gedaagde] het boek twee weken voor publicatie aan [eiser] moet voorleggen. Het verzoek om een verbod op publicatie zonder [eiser]'s schriftelijke toestemming wordt afgewezen omdat de precieze inhoud van het boek nog niet bekend is en het niet aan [eiser] is om dit te beoordelen. De vordering om het boek te verbieden voordat het is gepubliceerd wordt ook afgewezen. De proceskosten worden tussen de partijen gecompenseerd, gezien hun eerdere affectieve relatie.

IT 4559

Art. 126jj Sv over automatische kentekenherkenning maakt geen inbreuk op 8 EVRM

Rechtbank 29 mei 2024, IT 4559; ECLI:NL:RBDHA:2024:7945 (Privacy First tegen de Staat), https://itenrecht.nl/artikelen/art-126jj-sv-over-automatische-kentekenherkenning-maakt-geen-inbreuk-op-8-evrm

Rb. Den Haag 29 mei 2024, IT 4559; ECLI:NL:RBDHA:2024:7945 (Privacy First tegen de Staat). WAMCA zaak. Op 1 januari 2019 is de ‘Wet van 22 november 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie’ in werking getreden. Op basis van het bij de Wet ANPR ingevoerde artikel 126jj van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is het voor opsporingsambtenaren van de politie en Koninklijke Marechaussee mogelijk om door middel van daarvoor aangewezen camera’s via de techniek van Automatic Number Plate Recognition (ANPR) kentekengegevens van passerende voertuigen vast te leggen voor een periode van vier weken. In deze zaak zijn vorderingen ingesteld in een collectieve actie namens Nederlandse ingezetenen van wie de privacy wordt geschonden door artikel 126jj van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Privacy First stelt dat artikel 126jj Sv kennelijk onverbindend is wegens strijd met artikel 8 EVRM. Het oordeel van de rechtbank is dat de regeling van artikel 126jj Sv voldoet aan de eisen van artikel 8 lid 2 EVRM. Hoewel deze regeling een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer inhoudt, is de noodzaak van deze inbreuk voldoende aangetoond, is de inbreuk proportioneel en is er geen minder ingrijpend alternatief beschikbaar. De regeling van artikel 126jj Sv valt ook onder de artikelen 7 en 8 van het Handvest, omdat deze betrekking heeft op het privéleven en de verwerking van persoonsgegevens. Het Hof heeft vastgesteld dat deze inmenging voldoet aan een doel van algemeen belang, namelijk het bestrijden van ernstige criminaliteit om de openbare veiligheid te waarborgen. De inmenging is tevens geschikt om dit doel te bereiken. De rechtbank concludeert daarnaast dat de uitvoeringspraktijk van artikel 126jj Sv niet onrechtmatig is. Er zijn onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om te rechtvaardigen dat de uitvoeringspraktijk van artikel 126jj Sv onrechtmatig zou zijn en de vorderingen zouden kunnen ondersteunen. Daarom zullen de vorderingen van Privacy First worden afgewezen.

IT 4558

Verdachte veroordeeld wegens uitlokking van computervredebreuk

Rechtbank 27 mei 2024, IT 4558; ECLI:NL:RBMNE:2024:3434 (Openbaar Ministerie tegen verdachte), https://itenrecht.nl/artikelen/verdachte-veroordeeld-wegens-uitlokking-van-computervredebreuk

Rb. Gelderland 27 mei 2024, IT 4558; ECLI:NL:RBMNE:2024:3434 (Openbaar Ministerie tegen verdachte). [A] wordt ervan verdacht tussen 29 april en 17 mei 2021 in Bergen op Zoom iemand aangespoord te hebben om in het computersysteem van de GGD in te breken en gegevens over te nemen, waarvoor hij 500 euro bood. In dezelfde periode heeft [A] in Bergen op Zoom iemand aangespoord om 67 identificerende persoonsgegevens uit een geautomatiseerd systeem over te nemen door haar 500 euro te bieden. In december 2021 had [A] een broncode van een phishingpanel en/of phishingsite van PostNL in bezit met de bedoeling inloggegevens en klantgegevens van computersystemen en servers van bedrijven of overheidsinstanties te onderscheppen. De verdachte heeft met zijn daden ernstig inbreuk gemaakt op de privacy van deze personen en daardoor ook het vertrouwen in en van de GGD aangetast. Dit is des te ernstiger omdat de GGD tijdens de coronacrisis een essentiële rol speelde in het beschermen van de samenleving en het zoveel mogelijk operationeel houden ervan. De rechtbank acht, aan de hand van, onder meer, een huisdoorzoeking, de eerste twee feiten bewezenverklaard en veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 120 uren.

IT 4556

Contact met derden leidt niet zonder meer tot schending geheimhoudingsovereenkomst

Rechtbank 2 mei 2024, IT 4556; ECLI:NL:RBDHA:2024:6716 (Eisende partij tegen Thematic), https://itenrecht.nl/artikelen/contact-met-derden-leidt-niet-zonder-meer-tot-schending-geheimhoudingsovereenkomst

Rb. Den Haag 2 mei 2024, IT 4556; ECLI:NL:RBDHA:2024:6716 (Eisende partij tegen Thematic). Eiser verzorgt en vervaardigt promotie- en bedrijfsfilms. Thematic is een onderneming die documentaires maakt om, naar eigen zeggen, het publiek te behoeden voor desinformatie in het nieuws en de media. Thematic heeft eisende partij benaderd om als cameraman opdrachten uit te voeren. In artikel 1 van deze overeenkomst is bepaald dat eiser de hiervoor bedoelde vertrouwelijke informatie niet openbaar zal maken. In de overeenkomst is een dagtarief overeegenkomen “exclusief mogelijk extra kosten zoals, een kilometervergoeding van en naar Schiphol en v.v., de post verwerking van de AV opnames.”. Eiser vordert betaling van €10.964 voor het (onder meer) onbetaald laten blijven van meerwerk (montagewerkzaamheden). Bovendien zou eiser schade hebben geleden doordat Thematic kort voor de geplande opnameperiode de opdracht heeft geannuleerd. De factuur hiervan is ook onbetaald gebleven. Voorts stelt eiser dat misbruik is gemaakt van de geheimhoudingsovereenkomst. Thematic voert in reconventie aan dat eiser de geheimhoudingsovereenkomst heeft geschonden door over zijn werkzaamheden te hebben gesproken met de journaliste E. Munnik.

IT 4557

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

Wie zoeken we?
We zoeken twee nieuwe medewerkers met een interesse in en affiniteit met techniek. Wij hebben in ons IP (octrooi) team ruimte voor twee enthousiaste teamspelers wie het aanspreekt om in een informele en open sfeer te werken. We hebben een gezellig team dat juist samenwerking hoog in het vaandel heeft en dat willen we graag zo houden.

Wie zijn we?
Pinsent Masons is een groot internationaal advocatenkantoor met haar wortels in het Verenigd Koninkrijk.  Drie jaar geleden is Pinsent Masons ook neergestreken in Amsterdam.  Sindsdien maakt het kantoor in Amsterdam een enorme groei door, zowel in het aantal praktijkgroepen als de omvang daarvan.  Daarom zijn we eind vorig jaar ook verhuisd naar een prachtige, nieuwe en duurzame locatie naast de RAI en vlak bij de Amstel.

Wij onderscheiden ons van andere internationale advocatenkantoren door de “one team approach”: veel zaken worden gedaan door medewerkers uit verschillende landen met veel direct contact tussen medewerkers van alle senioriteitsniveaus.  Deze hoge mate van internationale integratie brengt niet alleen juridische verdieping en afwisseling, maar is ook gewoon heel leuk met de mogelijkheid om ook af en toe bij één van onze andere kantoren te werken. 

De sfeer bij Pinsent Masons internationaal en in Amsterdam is heel informeel en de cultuur is gericht op samenwerken.  Dat uit zich niet alleen in de behandeling van de zaken maar ook in de ruimte die er is voor ondernemerschap, business development en persoonlijke ontwikkeling.

IT 4555

Uitspraak ingezonden door door Lotte van Schuylenburch en Diederik Stols, Boekx Adovcaten.

Preventief verbod voor uitzending 'Meldpunt' wordt afgewezen

Rechtbank Midden-Nederland 10 mei 2024, IT 4555; C/16/574765/ KL ZA 24-112 (Eiser tegen Omroep MAX), https://itenrecht.nl/artikelen/preventief-verbod-voor-uitzending-meldpunt-wordt-afgewezen

Vzr. Rb. Midden-Nederland 10 mei 2024, IEF 22068, IT 4555 ; C/16/574765/ KL ZA 24-112 (Eiser tegen Omroep MAX). Kort geding. Eiser is zelfstandig ondernemer op het gebied van informatietechnologie. Omroep MAX heeft in haar programma ‘Meldpunt’ een reportage gewijd aan de dienstverlening van eiser. Eiser vordert een preventief publicatieverbod van de uitzending van ‘Meldpunt’ voor zover dit de reportage over eiser betreft. Hij meent dat er in de uitzending ten onrechte aantijgingen, verdachtmakingen en onnodig grievende opmerkingen worden geuit, onder andere over dat hij declaraties en/of handtekening zou hebben vervalst en klanten intimideert en/of bedreigt. Omroep MAX verklaart dat van beschuldigingen van vervalsing of dat eiser een fraudeur of oplichter is geen sprake zal zijn. Voor zover de vorderingen strekken tot een verbod op dergelijke uitlatingen worden deze afgewezen. Dan komt de voorzieningenrechter toe aan de beoordeling van de gevolgen en onrechtmatigheid van de uitzending. Dat er grote gevolgen van de uitzending voor eiser zijn heeft eiser op geen elke manier onderbouwd. Ook in het kader van de belangenafweging heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat er delen van de uitzending onrechtmatig zullen zijn. De verwijten die waarschijnlijk gemaakt zullen worden vinden voldoende steun in het feitenmateriaal. Omroep MAX is eveneens niet onzorgvuldig geweest in de manier waarop zij aandacht geeft aan het onderwerp en heeft eiser genoeg kans gegeven om zijn kant van het verhaal te delen. Gelet op al het bovenstaande kan niet bij voorbaat geoordeeld worden dat aanstaande uitzending van het programma ‘Meldpunt’ onrechtmatig is jegens eiser en dus worden zijn vorderingen afgewezen.

IT 4554

Uitspraak ingezonden door Martijn Poulus, The Data Lawyers

Cryptovermogen in hoger beroep vastgesteld op door deurwaarder geconstateerde waarde

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 mei 2024, IT 4554; ECLI:NL:GHARL:2024:3565 (Man tegen vrouw), https://itenrecht.nl/artikelen/cryptovermogen-in-hoger-beroep-vastgesteld-op-door-deurwaarder-geconstateerde-waarde

Hof Arnhem-Leeuwarden 23 mei 2024, IT 4554; ECLI:NL:GHARL:2024:3565 (Man tegen vrouw). Echtscheidingsprocedure waarin omvang van cryptovermogen in geschil is. In eerste aanleg heeft de rechtbank de waarde van het cryptovermogen geschat op € 250.000, mede op grond van de stelling van de vrouw dat de man een ‘zeer serieuze investeerder’ in cryptovaluta zou zijn. In hoger beroep verzoekt de vrouw het hof om de waarde van het cryptovermogen vast te stellen op € 1.000.000. De man stelt dat hij slechts hobbymatig in crypto investeerde. Uit een door de man ingediend rapport van een in cryptovaluta gespecialiseerde IT-onderneming blijkt dat de werkelijke omvang van het cryptovermogen € 67.022,83 bedraagt. Dit onderzoek is in aanwezigheid van een deurwaarder uitgevoerd en de deurwaarder heeft een proces-verbaal van constatering opgemaakt. Het hof sluit aan bij de door de man gestelde en bewezen waarde. Naar het oordeel van het hof zijn de vermoedens van de vrouw dat het cryptovermogen groter is, niet concreet onderbouwd. Een tegenonderzoek is door de vrouw niet verricht en ook een bewijsaanbod heeft zij niet gedaan.

IT 4750

Hof bekrachtigt aansprakelijkheid bestuurder voor borgstelling

Gerechtshof Amsterdam 5 mrt 2024, IT 4750; ECLI:NL:GHAMS:2024:499 (appellant tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-aansprakelijkheid-bestuurder-voor-borgstelling

Hof Amsterdam 5 maart 2024, IT 4750; ECLI:NL:GHAMS:2024:499 (appellant tegen geïntimeerde) Geïntimeerde heeft een geldlening verstrekt aan Zesto Groep, waarvoor appellant zich persoonlijk borg heeft gesteld. Zesto Groep heeft de lening niet terugbetaald, waarna geïntimeerde appellant als borg heeft aangesproken voor de openstaande schuld. Appellant betwist de geldigheid van de borgtochtovereenkomst en stelt dat hij onder druk van derden handelde en dat er sprake was van identiteitsfraude. Hij voert aan dat hij geen toegang had tot de zakelijke rekening en dat derden misbruik hebben gemaakt van zijn gegevens. geïntimeerde vordert betaling van de openstaande schuld. Het hof oordeelt dat appellant aansprakelijk is voor de terugbetaling van de lening aan geïntimeerde. Het hof stelt vast dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij onder druk van derden handelde en dat er sprake was van identiteitsfraude. De borgtochtovereenkomst is volgens het hof rechtsgeldig tot stand gekomen, mede omdat appellant als bestuurder en enig aandeelhouder van Zesto Groep handelde in de uitoefening van zijn bedrijf. Het hof verwerpt de grieven van appellant en bekrachtigt de eerdere vonnissen, waarbij appellant is veroordeeld tot betaling van de openstaande schuld.

IT 4553

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink en Lotte Oranje, Kennedy Van der Laan.

Hoger beroep: Uitlatingen van Zembla over het storten van granuliet zijn niet onrechtmatig

Gerechtshof Den Haag 28 mei 2024, IT 4553; ECLI:NL:GHDHA:2024:810 (Zembla tegen GIB), https://itenrecht.nl/artikelen/hoger-beroep-uitlatingen-van-zembla-over-het-storten-van-granuliet-zijn-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 28 mei 2024, IEF 22061, IT 4553; ECLI:NL:GHDHA:2024:810 (Zembla tegen GIB). Zembla, een programma van omroep BNNVARA, heeft in tv-uitzendingen en andere publicaties kritisch bericht over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB is de producent van dit granuliet en meent dat Zembla met de uitlatingen onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, aangezien haar reputatie hierdoor geschaad is. In eerste aanleg oordeelde de rechter dat Zembla inderdaad met een bepaalde uitlating onrechtmatig handelde en veroordeelde hij haar tot een schadevergoeding [zie IEF 20936]. In dit hoger beroep vordert Zembla dat de vorderingen van GIB alsnog worden afgewezen. Ook GIB is in hoger beroep gekomen en eist dat al haar vorderingen worden toegewezen. Volgens GIB heeft Zembla onrechtmatig gehandeld door GIB ten onrechte te beschuldigen van illegaal handelen. Het gaat hierbij niet alleen om expliciete beschuldigingen, maar ook om de impliciete wijze waarop Zembla de indruk wekt dat GIB als producent van granuliet illegaal handelt. Meer specifiek gaat het erom dat in de uitlatingen van Zembla drie beschuldigingen terugkomen: (i) granuliet zou (door GIB) ten onrechte als grond worden gekwalificeerd en/of (ii) GIB zou een ongeldig (vals) productcertificaat gebruiken en/of (iii) granuliet zou schadelijk zijn voor mens en milieu. Zembla betwist de onrechtmatigheid van de uitingen en stelt dat zij als onderzoeksjournalistiek programma kritisch en waarschuwend moet kunnen zijn over eventuele misstanden die de samenleving raken.

IT 4745

Onrechtmatig handelen en eindafrekening in samenwerkingsverband verzekeringsportefeuille

Rechtbank Noord-Holland 8 mei 2024, IT 4745; ECLI:NL:RBNHO:2024:4598 (eiseres tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/onrechtmatig-handelen-en-eindafrekening-in-samenwerkingsverband-verzekeringsportefeuille

Rb. Noord-Holland 8 mei 2024, IT 4745; ECLI:NL:RBNHO:2024:4598 (eiseres tegen gedaagde) Eiseres en gedaagde een samenwerkingsverband waarbij gedaagde zijn klantenbestand en verzekeringsportefeuille heeft ingebracht. Eiseres zou de ontvangen provisie doorbetalen aan gedaagde, maar er ontstond een geschil over de afrekening van kosten en provisie vanaf 2017. Gedaagde stelt dat eiseres onrechtmatig heeft gehandeld door klanten actief te benaderen en zijn Wft-vergunning in twijfel te trekken, wat volgens hem tot schade heeft geleid. Eiseres vordert betaling van een bedrag van € 31.439 wegens de eindafrekening van het samenwerkingsverband. Gedaagde vordert in reconventie onder meer een verklaring voor recht dat eiseres de waarde van het klantenbestand en de verzekeringsportefeuille moet vergoeden en een schadevergoeding voor omzetderving en onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelt dat gedaagd] een bedrag van € 18.075,27 aan eiseres moet betalen wegens de eindafrekening van kosten en provisie. De rechtbank stelt vast dat eiseres onrechtmatig heeft gehandeld door klanten van gedaagde actief te benaderen en door te suggereren dat zijn Wft-vergunning was ingetrokken, wat niet het geval was. Hierdoor heeft eiseres de zorgvuldigheidsnorm geschonden en is zij schadeplichtig jegens gedaagde. De rechtbank verwijst de zaak naar de schadestaatprocedure om de omvang van de schade vast te stellen.